Operation Manual

31
Ingebruikneming van het apparaat
Inschakelen van het apparaat
Al naargelang de modellen is het apparaat
voorzien van
externe bedieningen
of
interne
bedieningen
.
Steek de stekker in het stopcontact.
Voor apparaten met
externe bedieningen
:
Het licht onder het bedieningspaneel gaat
aan wanneer de deur geopend wordt.
Het groene lampje gaat branden om aan te
geven dat het apparaat in werking is.
Bij apparaten met
interne bedieningen
gaat de
binnenverlichting branden wanneer het apparaat
is aangesloten op het elektriciteitsnet, als de
deur van de koelkast geopend wordt en de
thermostaatknop niet op het symbool z staat.
Met de thermostaat in het koelvak of op het
frontpaneel van het apparaat zelf kan de
tempertauur in het koelvak en in het
lagetemperatuurvak (indien aanwezig) worden
ingesteld.
Temperatuurinstelling
1.
Voor een goede werking en voor de beste
conservering van het voedsel
adviseren wij
de thermostaat in te stellen volgens de
aanwijzingen die op de bijgaande kaart te
vinden zijn.
2.
Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen,
draait u de thermostaatknop:
op de lagere cijfers
1-2/MIN
als u wilt dat de
temperatuur in het vak
MINDER KOUD
is;
op de cijfers
3-4/MED
om een
GEMIDDELDE
temperatuur te bereiken;
op de hogere cijfers
5-7/MAX
om een
KOUDERE
temperatuur te hebben.
Thermostaat op z: de functies van het apparaat
en de verlichting gaan uit.
Opmerking:
De luchttemperatuur van de omgeving, de
frequentie waarmee de deur wordt geopend en
de plaats van het apparaat kunnen van invloed
zijn op de binnentemperatuur van de koelkast.
De thermostaatstand dient op grond van deze
factoren te worden aangepast.
Bewaren van levensmiddelen in het
koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding.
A Gekookt voedsel
B Vis, vlees
C Groente en fruit
DFlessen
E Kaas
Opmerkingen:
De afstand tussen de schappen en de
achterste binnenwand van de koelkast zorgt
voor een vrije luchtcirculatie.
Zet de levensmiddelen niet tegen de
binnenwand van het koelvak.
Zet geen levensmiddelen in de koelkast die
nog warm zijn.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Let op
Het bewaren van groente met een hoog
watergehalte kan condensvorming
veroorzaken op de glazen schappen van de
groenten- en fruitlade: dit beïnvloedt het
correct functioneren van het apparaat niet.
.
GEBRUIK VAN HETKOELVAK
A
B
E
D
C
1nl37030a.fm5 Page 31 Friday, February 9, 2001 7:56 PM