Instruction for Use

N C
M Y
STORING OPSPOREN
1. De temperatuur in de koelkast is niet
laag genoeg.
x Is de deur wel goed gesloten?
x Staat de koelkast niet te dicht bij een
warmtebron?
x Is de condensator wel schoon?
x Kan de lucht vrij langs e n over het toestel
stromen?
x Is de rijplaag in het vriesvak niet te d ik
geworden?
2. De temperatuur in de koelkast is te laag.
x Is de thermostaat goed afgesteld en is het
condensbakje correct geplaatst?
3. De koelkast is te lawaaiig.
x Staat de koelkast tegen andere toestellen of
meubels?
x Trillen de koelingsbuizen aan de achterkant
van het toestel of raken zij elkaar?
Opgelet: De kringloop van de k oelvloeistoffen
veroorzaakt onvermijdelijk geluid. Daar is nu
eenmaal niets aan te doen.
4. Het toestel werkt helemaal niet.
x Is er geen stroomonderbreking?
x Zit de stekker wel goed in het stopcontact?
x Is er geen stop op de stroommeter
doorgeslagen?
x Is de voedingskabel niet stuk?
5. De bodem van de koelkast is nat.
x Staat de knop van de thermostaat op de
juiste stand?
x Is het dooiwaterbakje niet overstroomd?
TECHNISCHE DIENST
Voordat u de Service Dienst te hulp roept:
1. Probeer of u aan de hand van het hoofdstuk
“Storing opsporen” het euvel misschien zelf
kan verhelpen.
2. Zet het toestel nogmaals aan om te
controleren dat de storing is opgelost.
Als u de storing niet zelf heeft kunnen verhelpen
gelieve contact op te nemen met onze
Technische Dienst.
Omschrijf de storing en geef het modelnummer
en servicenummer van het toestel op, tezamen
met uw adres en telefoonnummer.
24
24