Instruction for Use
32
Ingebruikneming van het apparaat
1. Steek de stekker van het apparaat in het
stopcontact.
2. Nadat de stekker van het apparaat in het
stopcontact is gestoken, houdt het apparaat
de temperatuur aan die in de fabriek
ingesteld (meestal 5 °C).
3. Druk op toets “B” als het LED-lampje “L”
ingeschakeld is (“AAN”).
De temperatuur aanpassen
Zie het bijgesloten productblad voor de
instelling van de temperatuur.
Opmerking:
De interne temperatuur van de koelkast,
die kan afwijken van de temperatuur die
op het display wordt weergegeven, kan
beïnvloed worden door de temperatuur van
de omgevingslucht, de frequentie waarmee de
deur geopend wordt, de plaatsing van warm
voedsel in het apparaat en een ongeschikte
positie van het apparaat.
Bewaren van levensmiddelen in de
koelkast:
Plaats de levensmiddelen zoals in de
afbeelding te zien is:
A Gekookt voedsel
B Groenten
C Vis, vlees
D Fruit en groenten
E Flessen
F Kaas
Opmerking:
• Delevensmiddelenmoetenworden
afgedekt om te voorkomen dat ze uitdrogen
• Deafstandtussendeschappenende
achterste binnenwand van de koelkast zorgt
voor een vrije luchtcirculatie
• Zetdelevensmiddelenniettegende
achterwand van het koelvak.
• Zetgeenlevensmiddelenindekoelkastdie
nog warm zijn
• Bewaarvloeistoffeningeslotenhouders
Let op:
Het bewaren van groenten met een
hoog watergehalte kan condensvorming
veroorzaken op de glazen schappen;
dit heeft geen invloed op het correct
functioneren van het apparaat.
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
B
C
D
F
H
E
A
G
I
L