Operation Manual

22
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit is een automatische koelkast of koelkast met een
lagetemperatuurvak van ster.
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
De koelkast werkt in een omgevingstemperatuur van +16°C
tot +32°C.
De koelkast inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Met de thermostaat kunt
u de temperatuur in het koelvak instellen, zonder de condities
in het lagetemperatuurvak te veranderen.
De temperatuur instellen:
1. Voor een correcte werking en uitstekende
opslagresultaten in beide vakken, moet de thermostaat
worden ingesteld tussen stand 2 en 3.
2. Om de temperatuur in de vakken in te stellen, dient u als
volgt aan de thermostaat te draaien:
•1 - 2 voor een WARMERE TEMPERATUUR.
•3 - 4 voor een KOUDERE TEMPERATUUR.
Thermostaat ingesteld op stand : apparaat en verlichting
uitgeschakeld.
Opmerking:
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de
deuren worden geopend en gesloten en de stand van het
apparaat, kunnen invloed hebben op de temperatuur in de
twee vakken. Stel overeenkomstig de thermostaat in.
Levensmiddelen opslaan in het koelvak
1. Berg de levensmiddelen in vak op zoals weergegeven in
de afbeelding hiernaast.
A Gekookt voedsel
B Vis en vlees
C Groente en fruit
D Flessen
EEieren
F Boter, kaas en andere zuivelproducten
Opmerkingen:
Zorg ervoor dat de lucht vrij tussen de schappen en de
achterste binnenwand van de koelkast kan circuleren.
Plaats geen levensmiddelen tegen de achterwand van het
vak.
Bewaar vloeistoffen in afgesloten houders.
Groenten die veel water bevatten (bijv. sla) kunnen tot
condensatievorming leiden in de onderste lades en/of
middelste schappen; dit heeft geen invloed op de
correcte werking van het apparaat. Desondanks is het
raadzaam om de groenten eerst in te wikkelen voordat ze
worden opgeborgen.