Operation Manual

51
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Is de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaat misschien op de stand z
(Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Is de deur goed gesloten?
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Is het apparaat in de buurt van een
warmtebron geïnstalleerd?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat op de goede stand?
Binnenverlichting
Afbeelding 6
Haal voor het vervangen van een doorgebrand
lampje beslist de stekker uit het stopcontact, of
schakel de meerpolige schakelaar uit!
4. Het apparaat maakt veel lawaai.
Is het apparaat op de juiste manier
geïnstalleerd?
Raken de buizen aan de achterkant elkaar of
trillen ze?
5. Er staat water op de bodem van het
koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt? (Afb. 7).
6. Te veel ijsvorming in het
lagetemperatuurvak.
Is de deur goed gesloten?
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Opmerkingen:
Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen, zoals gorgelende of
expansiegeluiden.
STORINGEN OPSPOREN
Afb. 6
Afb. 7