Instruction for Use

ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Reinig het apparaat met een neutraal
huishoudelijk reinigingsmiddel en een vochtige
doek (gebruik geen schuur- of oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek.
Binnenste van het apparaat
Als u zelden of nooit op 95°C wast, adviseren wij
om zo nu en dan een 95°C programma te laten
draaien zonder wasgoed, met een klein beetje
wasmiddel, om het apparaat van binnen schoon
te houden.
Laat de deur na het wassen enige tijd open, zodat
de binnenkant van het apparaat kan drogen.
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichtingen.
Filter
Controleer het filter regelmatig, minstens twee of
drie maal per jaar, en reinig het (zie “Verwijderen
van het filter”).
Watertoevoerslang
Controleer de watertoevoerslang geregeld op
barsten of scheuren en vervang hem indien
nodig door een nieuwe slang van hetzelfde type
(verkrijgbaar bij de klantenservice of uw
speciaalzaak).
Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor het reinigen van het apparaat.
Doseerbakje wasmiddel
Maak de wasmiddellade en het vak voor de lade
regelmatig schoon, minstens drie of vier keer per jaar,
om te voorkomen dat het wasmiddel zich ophoopt.
1.
Druk de hendel in het voorwasbakje naar beneden en trek het
bakje eruit (zie de pijl omlaag).
2.
Verwijder de inzetstukken uit het wasmiddelbakje (zie de
pijlen omhoog).
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Plaats de losse delen terug in het doseerbakje en schuif het
terug in de opening.
Controleer en reinig de vuilfilters in de
wateraansluiting regelmatig.
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Reinig het vuilfilter in de wasmachine.
7.
Schroef de toevoerslang weer vast aan de machine.
8.
Open de waterkraan en controleer of de verbindingen
niet lekken.