Operation Manual

NL 5
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Bewaar wasmiddelen en nabehandelings-
producten op een droge plaats, buiten het
bereik van kinderen.
Gebruik geen oplosmiddelen (b.v. terpen- tine,
benzine). Was geen stoffen in de was- machine
die behandeld zijn met oplosmid- delen of
ontvlambare vloeistoffen.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelings-
producten die bedoeld zijn voor apparaten voor
huishoudelijk gebruik. Volg de wassymbolen op
het etiket op het wasgoed.
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort
de kleur;
de wastemperatuur;
de hoeveelheid en het soort vuil.
Type wasgoed Soort reinigingsmiddel
Wit bestendig wasgoed
(koud water – 95 °C):
effectief wasmiddel met
bleekmiddel
Wit zacht wasgoed
(koud water – 40 °C):
mild wasmiddel met bleekmid-
del en/of optische witmakers
Heldere/pastelkleuren
(koud water – 60 °C):
wasmiddel met bleekmiddel
en/of optische witmakers
Intense kleuren
(koud water – 60 °C):
wasmiddel voor kleurig
wasgoed zonder bleekmiddel/
optische witmakers
Zwart/donkere kleuren
(koud water – 60 °C):
speciale wasmiddelen voor
zwart/donker wasgoed
Voor de was die speciale behandeling vereist
(bijvoorbeeld wol of microvezels) raden wij aan om
speciale beschikbare wasmiddelen, weekmakers en
wasverzachters te gebruiken. Voor andere informatie
zie www.cleanright.eu.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de
hoofdwas wanneer u de functie “Voorwas” heeft
geactiveerd
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel bij het
selecteren van de functie “Uitgestelde start einde”
(afhankelijk van het model).
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel. De dosering is afhankelijk van:
de hoeveelheid en het soort vuil
de grootte van de was
- volledige belading: volg de aanwijzingen van de
fabrikant op
- halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor een
volledige belading
- kleine belading (ca. 1 kg): 1/2 van de
hoeveelheid voor een volledige belading
Als er geen instructies op de verpakking van
het wasmiddel staan met betrekking tot de
belading: fabrikanten van wasmiddelen houden
meestal als aanbeveling 4,5 kg wasgoed voor
normaal wasmiddel en 2,5 kg wasgoed voor een
fijnwasmiddel aan.
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het waterleidingbedrijf).
Bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig
dan bij hard water.
Opmerking:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor
minder goed gewassen. Als de wasmachine te
veel schuim detecteert, centrifugeert het apparaat
mogelijk niet, of duurt het programma langer en wordt
er meer water gebruikt (zie ook de opmerkingen
over schuimvorming in het hoofdstuk “Het oplossen
van problemen”). Bij te weinig wasmiddel wordt
het wasgoed op den duur grauw, en ontstaan er
afzettingen op het verwarmingselement, de trommel
en de slangen.
Dosering van wasmiddelen en extra
middelen (afbeelding 2)
Voorwascompartiment
Wasmiddel voor het voorwassen (alleen bij
activatie van de keuze “Voorwas”)
Compartiment voor hoofdwas
Wasmiddel voor hoofdwas (dient voor alle
programma’s toegevoegd worden)
Vlekkenverwijderaars (optioneel)
Waterverzachters (optioneel, aangeraden voor
klasse van hardheid 4 of hoger)
Compartiment voor een wasverzachter
Wasverzachter (optioneel)
Zetmeel opgelost in water (optioneel)
Bij de dosering van wasmiddelen en aanvullende
middelen kunt u het niveau “MAX” nooit overschrijden.
Indien u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, sluit
de schuifbak onmiddelijk nadat u het vakje met
wasmiddel vult. Voor meer informaties betreffende
het gebruik van wasmiddelen en wasverzachters in
individuele programma’s zie toegevoegde tabel van
programma’s.
Chloorbleekmiddel gebruiken
Was uw wasgoed op het gewenste programma
(Katoen, Synthetisch, enz.) met de juiste
hoeveelheid chloorbleekmiddel in het vakje
WASVERZACHTER (doe het klepje goed dicht).
Start onmiddellijk na het einde van het programma
het programma “Spoelen en centrifugeren” om
een eventuele chloorlucht te verwijderen; u kunt
desgewenst wasverzachter toevoegen.
Doe nooit chloorbleekmiddel en wasverzachter
tegelijk in het bakje.
Bij gebruik van bleekmiddelen op basis van zu-
urstof volg de aanbevelingen van hun producent.
Stijfsel gebruiken
Selecteer het programma “Spoelen en centri-
fugeren” en controleer of de centrifugeersnelheid is
ingesteld op niet meer dan 800 tpm.
Start het programma, trek het wasmiddelbakje
naar buiten zodat u ongeveer 3 cm van het bakje
voor wasverzachter ziet.
Giet de stijfseloplossing in het bakje terwijl het
water in de wasmiddellade stroomt.