Use and care guide

10
EERSTE GEBRUIK
INSTALLATIE
GEBRUIK VAN
HET APPARAAT
TEMPERATUURINSTELLING
KOELKASTTEMPERATUUR
Druk op de toets
Koelkast °C om de
temperatuur van de koelkast aan te passen. De
Koelkasttemperatuur kan ingesteld worden op
tussen +2°C en +8°C, zoals aangegeven door de
Temperatuurdisplay (°C) Koelkast.
VRIESVAKTEMPERATUUR
Om de temperatuur van het Vriesvak aan te
passen, drukt u op de knop °C Vriesvak
. De
Vriezertemperatuur kan ingesteld worden op
tussen -16°C en + -24°C, zoals aangegeven door de
Temperatuurdisplay (°C) Vriezer.
EEN APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er
aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm te
bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
50mm
50mm
IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
Na het aansluiten van het apparaat op het netwerk
drukt u op de aan/standby-toets om in te schakelen.
Wanneer er voor de eerste keer wordt ingeschakeld
worden de standaardinstellingen voor de waarde
weergegeven voor koelkast (5 °C) en voor vriesvak
(-18 °C).
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld,
minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen in het
apparaat legt.
De standaardwaarden (fabriekswaarden) van de
instellingen van de koelkast lichten op.