Use and care guide

8
Gids Gebruik & Onderhoud
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
EERSTE GEBRUIK
Wacht minstens twee uren na de installatie vooraleer het
apparaat aan te sluiten op het stopcontact.
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken, begint het
apparaat automatisch te werken. De ideale opslagtemperaturen
voor etenswaar zijn vooraf in de fabriek afgesteld.
Na het inschakelen van het apparaat dient u 4-6 uur te
wachten tot de juiste opslagtemperatuur voor een normaal
gevuld apparaat is bereikt. Breng het antibacteriële filter tegen
onaangename geuren op de ventilator aan, zoals aangeduid in
de filterverpakking (indien aanwezig).
KOELVAK EN BEWAREN VOEDSEL
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar
en dranken bewaard worden. Het ontdooien van het
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats. De
aanwezigheid van waterdruppels op de achterste binnenwand
van het koelkastcompartiment is een teken van de automatische
ontdooifase. Het dooiwater loopt weg in een afvoeropening en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt
geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed hebben op de
interne temperatuur van de twee vakken. Stel de temperatuur in aan
de hand van deze factoren.
Bij veel vocht in het koelkastcompartiment kan er condensvorming
ontstaan, vooral op de glasplaten.
In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoffen in open pannen
afsluit (bijv. een pan bouillon), etenswaar met een hoog watergehalte
(bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator inschakelt (indien
hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
VENTILATIE
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak resulteert in
zones met verschillende temperaturen. Het koudste gedeelte
bevindt zich direct boven de crisperlade voor groente en fruit en
bij de achterwand. Het warmste gedeelte bevindt zich bovenaan
de voorzijde van het koelvak.
Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger energieverbruik
en lagere koelprestaties.
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven
en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit,
groenten en salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet achteruit gaat;
bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool bewaren.
Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders van
recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel de
levensmiddelen in folie.
Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast
opslaat, raden wij aan de platen boven de crisperlade voor
groente en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek
in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders voor
vloeistoffen en etenswaar die geuren of smaken kunnen
afgeven of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af. Om
te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u gebruik maken van
de flessenhouder (beschikbaar op bepaalde modellen).
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch
fruit,blikjes, dranken, eieren, sauzen, augurken,
boter, jam
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk,
zuivelproducten, delicatessen, yoghurt
KOUDSTE ZONE *
Aanbevolen voor het bewaren van vleeswaren,
desserts
FRUIT & GROENTELADE
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen