INHOUD NL VOOR HET GEBRUIK VAN DE VRIESKAST PAGINA 24 MILIEUTIPS PAGINA 24 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN PAGINA 24 GEBRUIK VAN DE VRIESKAST PAGINA 25 ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN DE VRIESKAST PAGINA 28 REINIGING EN ONDERHOUD PAGINA 28 STORINGEN OPSPOREN PAGINA 29 CONSUMENTEN SERVICE PAGINA 29 INSTALLATIE PAGINA 29 23
VOOR HET GEBRUIK VAN DE VRIESKAST De door u aangeschafte vrieskast is uitsluitend voor huishoudelijk gebruik bestemd. • Voor een optimaal gebruik van uw vrieskast is het raadzaam de gebruiksaanwijzing, waarin U een beschrijving van het apparaat en nuttige wenken voor het bewaren van het voedsel aantreft, aandachtig door te lezen en te bewaren Controleer na het uitpakken van uw vrieskast of deze niet is beschadigd en of de deuren 1. goed sluiten.
GEBRUIK VAN DE VRIESKAST In deze vrieskast kunnen diepvriesprodukten bewaard worden of verse levensmiddelen ingevroren worden. De vrieskast functioneert optimaal bij omgevingstemperaturen tussen +16°C en +32°C.
GEBRUIK VAN DE VRIESKAST Adviezen voor het bevriezen en bewaren van verse levensmiddelen. Wikkel of verpak het in te vriezen verse voedsel in: Aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakkingen, polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken geschikt voor het soort in te vriezen voedsel. • De levensmiddelen moeten vers, rijp en van goede kwaliteit zijn.
GEBRUIK VAN DE VRIESKAST Adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten Bij de aankoop van de diepvriesprodukten moet u op de volgende punten letten: • • • • • • de verpakking of het pakje moeten onbeschadigd zijn, omdat het produkt anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN DE VRIESKAST Voordat u begint met reiniging van of onderhoud aan uw vrieskast dient u de stekker uit het stopcontact te halen of de stroom in uw woning uit te schakelen. Bij de elektronische modellen dient u, voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, eerst op de toets voor het in- en uitschakelen van de vrieskast te drukken.
STORINGEN OPSPOREN 1. Het apparaat werkt niet • Is de stroom uitgevallen? • Is de hoofdschakelaar wel ingeschakeld? • Is de zekering doorgebrand? • Staat de thermostaat wel in goede stand? • Is het apparaat wel goed in werking gesteld? 2. Overmatige ijsvorming. • Is de afvoer voor het dooiwater wel correct teruggeplaatst? • Is de deur wel goed gesloten? 3. De gele, rode en groene controlelampjes gaan niet aan. Controleer eerst de onder 1 aangegeven en • Wend u vervolgens tot onze Consumenten Service.