Instruction for Use

25
Inschakeling en instelling kookzones
Nadat de kookplaat is ingeschakeld en de pan op de
gekozen zone is gezet, stelt u het vermogensniveau in met
de toets +. Bij de inschakeling wordt op het display het
niveau 5 aangegeven.
Iedere kookzone heeft diverse vermogensniveaus die
kunnen worden ingesteld met de toetsen +/- en die gaan van
een minimumvermogen van “1”: tot een
maximumvermogen van “9”: maximum vermogen. Sommige
kookzones hebben een snelkookfunctie (Booster), dit wordt
op het display aangegeven met de letter “P”.
Snelkookfunctie (Booster)
Deze functie is slechts op enkele kookzones aanwezig en
maakt het mogelijk het vermogen van de plaat optimaal uit
te buiten ( bijvoorbeeld om snel water aan de kook te
brengen). Om de functie te activeren drukt u op de toets
“+” tot er op het display een “P” wordt weergegeven, of
drukt u, na de kookplaat te hebben ingeschakeld,
rechtstreeks op de toets “-” die hoort bij de geselecteerde
zone. Ook in dit geval verschijnt de letter “P” op het display.
Nadat de boosterfunctie 10 minuten gebruikt is, stelt het
apparaat de zone automatisch in op niveau 9.
Uitschakeling kookzones
Selecteer de kookzone die u uit wilt schakelen door op de
toets “+” of “-” te drukken (het puntje van het
vermogensniveau wordt rechtsonder op het display
weergegeven).
Druk op de toets “-” tot het niveau “0” is.
Het is ook mogelijk de kookzone uit te schakelen door
tegelijkertijd op de toetsen “+” en “-” te drukken.
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-
indicator “H” verschijnt
Kinderslot
De functie blokkeert de bedieningen van de kookplaat om
te voorkomen dat deze per ongeluk door kinderen in
werking kan worden gesteld. Om et kinderslot te
activeren, de kookplaat inschakelen en de toets drie
seconden ingedrukt houden: een geluidssignaal en een
indicatielampje boven het sleutelsymbool geven aan dat de
functie geactiveerd is. Het bedieningspaneel is
geblokkeerd, met uitzondering van de uitschakelfunctie.
Om de blokkering van de bedieningen te deactiveren,
herhaalt u de activeringsprocedure voor het kinderslot.
Het lichtpuntje gaat uit en de kookplaat is weer actief.
De aanwezigheid van water gebruikt om de plaat schoon
te maken, vloeistof die overgekookt is uit de pannen of
voorwerpen van welke soort dan ook op de toets onder
het symbool kunnen ertoe leiden dat de functie kinderslot
ongewild geactiveerd of gedeactiveerd wordt.
Timer
De timer is een tijdschakelaar die de
mogelijkheid biedt om voor één
kookzone een kookduur in te stellen
van maximaal 99 minuten (1 uur en
39 minuten).
Selecteer de kookzone waarvoor u de timer wilt instellen
(rechts onder de indicator van het vermogensniveau op
het display verschijnt een lichtpuntje), en stel vervolgens
de gewenste tijd in met de toetsen “+” en “-” van de
timerfunctie (zie de afbeelding hierboven). Enkele
seconden nadat u de toets voor het laatst heeft aangeraakt
begint de timer met aftellen (het lichtpuntje voor selectie
van de kookzone begint te knipperen). Wanneer de
ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en
wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
Om de timer te deactiveren, drukt u op de toets “-” tot het
display “0:0” aangeeft of drukt u de toetsen “+” en “-” van
de timer tegelijkertijd in.
Belangrijk!
De timer kan slechts aan één kookzone
tegelijk worden toegewezen.
Kookwekker
De kookwekker kan worden gebruikt als de kookplaat niet
in werking is. Er kan een duur van maximaal 99 min. meer
worden ingesteld
Druk op de toets “+” boven de aanwijzers van de timer:
op het display verschijnen de in te stellen minuten.
Selecteer de gewenste tijd met de toetsen + en -.
Na enkele seconden klinkt een geluidssignaal en begint het
aftellen van de tijd.
Belangrijk
!
De kookwekkerfunctie kan alleen gebruikt
worden als het apparaat uitstaat. Bij inschakeling van de
kookplaat wordt de kookwekkerfunctie geannuleerd.
Indicaties op het bedieningspaneel
Restwarmte-indicator
De kookplaat heeft voor iedere kookzone een
restwarmte-indicator. Deze indicator signaleert
welke kookzones nog warm zijn.
Als op het display wordt weergegeven, is de
kookzone nog warm. Als deze signalering voor de zone
wordt gegeven is het bijvoorbeeld mogelijk een gerecht
warm te houden of boter te laten smelten.
Wanneer de kookzone afkoelt, gaat het display uit.
Indicator 'verkeerde pan of geen pan'.
De kookplaat is voorzien van een automatisch
systeem voor detectie van de aanwezigheid van
de pannen, op alle kookzones. Als er geen pan
wordt gedetecteerd, knippert het display met het
vermogensniveau van de kookzone. Controleer of de pan
correct op de zone gezet is en beschikt over de
eigenschappen die zijn toegelicht in de paragraaf “Voor het
gebruik”.
Toets -
Vermogensindicatiedisplay
Indicatie geselecteerde
kookzone
Toets +
Positie
kookzone
61902017NL.fm Page 25 Wednesday, July 30, 2008 4:12 PM