Instruction for Use

10
ALGEMEEN
E
R ZIJN verschillende accessoires verkrijgbaar.
Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze geschikt
zijn voor bereidingen met de combinatie van stoom
en hete lucht.
Z
E
T EEN SCHAAL
op het rooster. Het rooster kan een
hoger gewicht dragen dan de bakplaat of de
stoombak.
Z
ORG VOOR een ruimte van ten minste 30 mm tussen
de bovenrand van de schaal en het plafond van de
ovenruimte, zodat er voldoende stoom in de schaal
kan komen.
OVENSCHAAL KIEZEN
G
EBRUIK GEPERFOREERDE OVENSCHALEN wanneer dat
mogelijk is, b.v. voor de bereiding van groenten. De
stoom kan dan van alle kanten binnendringen zodat
het voedsel gelijkmatig gaar wordt.
S
TOOM KOMT MAKKELIJK in de ruimte tussen grote
stukken voedsel zoals grote aardappels. Dit zorgt
voor een gelijkmatige en effectieve bereiding. Het
zorgt ervoor dat een grote hoeveelheid voedsel
even snel gaar wordt als een kleinere hoeveelheid.
Tussenruimten openlaten tussen stukken voedsel
zorgt ervoor dat de stoom gelijkmatig en eenvoudig
bij de afzonderlijke stukken kan komen, waardoor
alles even snel gaar wordt als een kleinere
hoeveelheid.
COMPACTERE GERECHTEN zoals ovenschotels of
voedsel zoals erwten of asperges met weinig of geen
tussenruimte, hebben een langere bereidingstijd
omdat de stoom minder ruimte heeft om zijn werk
te doen.
SPONS
D
E BIJGELEVERDE SPONS kan gebruikt worden om
resterend condens af te vegen dat na een bereiding
aanwezig kan zijn in de afgekoelde oven. Het is
belangrijk om de oven te laten afkoelen om
brandwonden te voorkomen.
ROOSTER
O
P HET ROOSTER circuleert
hete lucht rond het voedsel.
Zet het gerecht rechtstreeks
op het rooster of zet er
pannen, cakevormen of
andere schalen op. Als u voedsel rechtstreeks op het
rooster legt plaats dan de bak- en opvangplaat
eronder.
BAK- EN OPVANGPLAAT
G
EBRUIK DE BAK- EN OPVANGPLAAT onder het rooster
en de stoombak. Deze plaat mag ook worden
gebruikt om voedsel op te bereiden of als bakplaat.
DE
BAK
- E
N OPVANGPLAAT
wordt gebruikt om sap en
voedseldeeltjes op te
vangen die anders de
binnenkant van de oven
zouden bevuilen. Zet een schaal of bakblik nooit
direct op de bodem van de oven.
STOOMBAK
G
EBRUIK DE STOOMBAK voor voedsel als vis, groenten
en aardappelen.
G
EBRUIK DE STOOMBAK voor
voedsel als vis, groenten en
aardappelen.
WATERRESERVOIR
H
ET WATERRESERVOIR BEVINDT ZICH achter de deur en
is toegankelijk zodra de deur geopend wordt.
B
IJ ALLE BEREIDINGSFUNCTIES, behalve Hetelucht,
moet het watereservoir gevuld zijn.
VUL HET WATERRESEROIR met
kraanwater tot aan het
merkteken “MAX”.
G
EBRUIK ALLEEN vers kraanwater
of bronwater zonder koolzuur.
Gebruik nooit gedestilleerd of
gefilterd water of andere
vloeistof in het waterreservoir.
H
ET IS BELANGRIJK HET WATERRESERVOIR NA ELK GEBRUIK
TE LEGEN
. Dit is omwille van de hygiëne. Tevens
voorkomt dit condensvorming aan de binnenzijde
van het apparaat.
V
OORZICHTIG (d.w.z. langzaam, zodat er geen water
overstroomt) het waterreservoir uit het
compartiment trekken. Houd het reservoir
horizontaal zodat achtergebleven water uit de
klepaansluiting kan druppelen.
SENSOR
Gebruik uitsluitend de temperatuursonde die
voor deze oven wordt aanbevolen.
D
E SONDE IS BESTEMD voor het
meten van de
binnentemperatuur van het
voedsel, tussen 30°C en
100°C. Zodra de ingestelde
temperatuur is bereikt wordt het
apparaat uitgeschakeld en wordt op het
display "Temperatuur bereikt"
weergegeven.
D
OMPEL DE SENSOR NOOIT ONDER IN WATER
bij het schoonmaken. Veeg ze gewoon
schoon met een vochtige doek of een
vel keukenpapier na gebruik.
Accessoires