Use and care guide

11
NL
FUNCTIES
TRADITIONELE FUNCTIES
STOMEN
Voor het bereiden van natuurlijke en
gezonde gerechten met gebruik van stoom, om
de natuurlijke voedingswaarde van het voedsel te
behouden. Deze functie is bijzonder geschikt voor
het bereiden van groenten, vis en fruit, en ook om
te blancheren.
Tenzij anders aangegeven alle verpakkingen en
beschermende folie verwijderen voordat het
voedsel in de oven wordt gezet.
De temperatuur van de oven moet lager zijn dan
100 ° C, voordat deze functie wordt gebruikt.
Wanneer dat niet het geval is de oven laten
afkoelen voordat u begint.
CONVECTIEBAKKEN
Om gerechten te bereiden op een manier
die heel dicht aanleunt bij het gebruik van een
traditionele oven.
Deze functie is vooral handig voor het bereiden
van meringues, gebak, taarten, soufflés, gevogelte
en vlees.
We raden aan het rooster te gebruiken met deze
functie, omdat de lucht zo efficiënt kan circuleren.
Anders kan de bakplaat of ander gerei dat geschikt
is voor gebruik in de oven aangewend worden om
bepaalde etenswaren te bereiden.
HETELUCHT + STOOM
Deze functie combineert de kenmerken van
bakken in de oven met de kenmerken van stoom
om het voedsel op efficiënte en doeltreffende
manier te bereiden, voor gerechten die knapperig
zijn aan de buitenkant maar zacht en sappig zijn
aan de binnenkant.
Het is vooral geschikt voor het bereiden van
braadstukken van vlees of gevogelte, vis,
aardappelen, bevroren kant-en-klaar maaltijden,
taarten en desserts.
STOOM ONTDOOIEN
Voor het ontdooien van vlees, gevogelte, vis,
groenten, brood en fruit.
Voor de beste resultaten, het voedsel niet volledig
ontdooien maar het laten rusten om het proces te
voltooien.
We raden aan om het brood ingepakt te laten, om
te voorkomen dat het te zacht wordt.
Voor vlees en vis: Alle verpakkingen verwijderen
en op de geperforeerde plaat op niveau 3
plaatsen. Plaats de druippan op het onderste
niveau, om het smeltwater op te vangen. Voor
de beste resultaten het voedsel halverwege het
proces draaien en scheiden van delen die al
ontdooid zijn.
OPWARMEN
Om kant-en-klare gerechten te verwarmen die
diepgevroren, gekoeld of op kamertemperatuur
zijn. Deze functie maakt gebruik van stoom om
het voedsel zachtjes op te warmen zonder het uit
te drogen, waardoor de oorspronkelijke smaak
behouden blijft.
Nagaartijd verbetert het resultaat.
Het is raadzaam om plaatsen van kleinere of
dunnere stukken voedsel in het midden en
grotere of dikker stukken aan de buitenkant te
plaatsen.
Bij gebruik van de geperforeerde plaat de
druippan eronder plaatsen om eventuele vloeistof
die uit het voedsel loopt op te vangen.
AFWERKEN
Om de bereiding van kant-en-klare gerechten af
te werken zonder de sappigheid te verliezen. Met
deze functie kunnen kant-en-klare of gedeeltelijk
voorgekookte maaltijden, zoals braadstukken, vis
en gegratineerde gerechten gelijkmatig worden
opgewarmd. We raden aan het voedsel op de
bakplaat te zetten en te stomen op niveau 3 met
de druippan eronder. Zet de temperatuur van de
oven op de uiteindelijke temperatuur waarop u
het voedsel graag gaar hebt.