Operation Manual

-15-
Onderhoud
De airconditioner aftappen
(Gelieve de afvoerslang aan te sluiten in de verwarmingsmodus, anders zal de unit
stoppen met werken nadat het waarschuwingsniveau is bereikt.)
1. Druk op de "ON/OFF"-toets (AAN- EN UITTOETS) om de airconditioner uit te
schakelen.
2. Trek de stekker van de airconditioner uit of onderbreek de stroomtoevoer.
3. Verplaats het apparaat voorzichtig en op een stabiele manier naar de
aflaatlocatie of naar buiten om het water af te voeren. Verplaats de unit niet
voordat al het water is afgevoerd.
4. Verwijder de secondaire afvoerplug en voer al het water af.
5. Verwijder de hoofdafvoerslang uit de slangenklem. Verwijder de plug van het
uiteinde van de hoofdafvoerslang en voer al het water af.
OPMERKING: Om de airconditioner na gebruik op te slaan, zie "Opslaan na gebruik".
6. Breng de plug van de afvoerslang en de secundaire afvoerplug weer aan.
7. Bevestig de hoofdafvoerslang weer aan de klem van de afvoerslang.
8. Zet de airconditioner weer op zijn plaats.
9. Steek de stekker van de airconditioner weer in en schakel de stroomtoevoer weer
in.
10. Druk op de ON/OFF-toets (AAN- EN UITTOETS) om de airconditioner in te
schakelen.
Reiniging van het luchtfilter
1. Druk op de ON/OFF-toets (AAN- EN UITTOETS) om de airconditioner uit te
schakelen.
2. Open het luik van het filterpaneel aan de achterkant van de airconditioner en
verwijder het.
3. Verwijder het luchtfilter van het luik van het filterpaneel.
4. Reinig het filter met een stofzuiger. Als het filter heel vuil is, was het dan met
warm water en zacht reinigingsmiddel.
OPMERKING: Was het filter niet in de vaatwasser of met
chemische reinigingsmiddelen.
5. Droog het filter volledig met lucht voor maximale efficiƫntie alvorens het terug
aan te brengen.
6. Breng het luchtfilter terug aan op het luik van het filterpaneel.
7. Breng het luik van het filterpaneel terug aan.
8. Druk op de ON/OFF-toets (AAN- EN UITTOETS) om de airconditioner in te
schakelen.
Reiniging van de buitenkant
1. Trek de stekker van de airconditioner uit of onderbreek de stroomtoevoer.
2. Verwijder het luchtfilter en reinig het apart.
Zie "Reiniging van het luchtfilter."
3. Reinig de buitenkant van de airconditioner met een zachte vochtige doek.
4. Steek de stekker van de airconditioner weer in en schakel de stroomtoevoer weer
in.
5. Druk op de ON/OFF-toets (AAN- EN UITTOETS) om de airconditioner in te
schakelen.
Verwerking van de batterijen
Om natuurlijke grondstoffen te beschermen en hergebruik van materiaal
te stimuleren, vragen we u de batterijen te scheiden van andere soorten
afval en ze te recycleren via het inzamelpunt waar u uw batterijen gratis
kunt inleveren.
Opslaan na gebruik
1. Voer het water af (zie "De airconditioner aftappen")
2. Laat de airconditioner gedurende ongeveer 12 uur aanstaan
in de modus Alleen ventilator om de airconditioner te drogen.
3. Trek de stekker van de airconditioner uit.
4. Verwijder de flexibele afvoerslang en sla ze op met
de airconditioner in een schone droge ruimte. Zie
"Installatiehandleiding."
5. Verwijder de raamkit en sla hem op met de airconditioner in
een schone droge ruimte. Zie "Installatiehandleiding."
6. Verwijder en reinig het filter. Zie "Reiniging van het luchtfilter."
7. Reinig de buitenkant van de airconditioner. Zie "Reiniging van
de buitenkant."
8. Breng het filter weer aan.
9. Verwijder de batterijen en sla de afstandsbediening op met de
airconditioner in een schone droge ruimte.
A. Secundaire afvoerplug
B. Afvoerslangplug
A. Luik van het filterpaneel
B. Luchtfilter
De airconditioner aftappen (modellen met
verwarmingsfunctie)
WAARSCHUWING: sluit de afvoerslang aan in de verwar-
mingsmodus, anders zal de unit stoppen met werken
nadat het water het waarschuwingsniveau bereikt.
1. Haal de afdekking van de primaire afvoerpoort van afvoeropening C.
2. Bevestig de hoofdafvoerslang aan de primaire afvoerslang. Zorg
ervoor dat de connector geen water lekt.
3. Plaats het andere uiteinde van de afvoerslang in een opvangbak of
afvoer. Zorg ervoor dat het andere uiteinde van de afvoerslang zich
op een lager niveau bevindt dan het uiteinde dat op het apparaat
is aangesloten. De slang mag niet geknikt of afgeknepen zijn.
Controleer of er geen water lekt.
A. Primaire afvoerpoort
B. Afvoerslang
C. Primaire afvoeropening