Instruction for Use

6
3. GEBRUIK
3.1. OPMERKINGEN
Blokkeer de luchtuitlaat (op de achterwand van het
apparaat) niet met levensmiddelen.
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn
uitneembaar.
De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat. Bij het instellen van de temperatuur
moet rekening gehouden worden met deze
factoren.
Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires
van het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
4. TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
De koelkast is de ideale opslagplek voor kant-en-klare
maaltijden, verse en geconserveerde voedingswaren,
zuivelproducten, groente/fruit en dranken.
4.1. VENTILATIE
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak
resulteert in zones met verschillende temperaturen.
Het koudste gedeelte bevindt zich direct boven
de crisperlade voor groente en fruit en bij de
achterwand. Het warmste gedeelte bevindt zich
bovenaan de voorzijde van het koelvak.
Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger
energieverbruik en lagere koelprestaties.
4.2. OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN
DRANKEN
Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal,
aluminium en glas, of wikkel de levensmiddelen in
folie.
Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoffen
en etenswaar die geuren of smaken kunnen
afgeven of opnemen, of dek de vloeistoffen of
etenswaar af.
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid
ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die
gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten
en salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet
achteruit gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen
met kiwi's of kool bewaren.
Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij
elkaar om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Om te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u
gebruik maken van de flessenhouder (beschikbaar
op bepaalde modellen).
Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de
koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven
de crisperlade voor groente en fruit te gebruiken,
aangezien dit de koelste plek in het koelvak is.
4.3. DE JUISTE PLEK VOOR VERSE ETENSWAAR
EN DRANKEN
Op de schappen van de koelkast: kant-en-klare
maaltijden, tropisch fruit, kazen, delicatessen.
In de crisperlade voor fruit en groenten: fruit, sla,
groente.
In de deur: boter, jam, sauzen, augurken, blikjes,
flessen, drankkartons, eieren
VOORBEELD VAN RANGSCHIKKING ETENSWAAR
Tropisch fruit
Kazen,
Delicatessen
Kant-en-klare
maaltijden
Fruit, Sla,
Groenten
Boter, jam
Jam, Sauzen,
Augurken, Blikjes
Flessen
Eieren
Flessen,
Drank