Operation Manual

Als u de automaat langere tijd niet gebruikt, moet u de stekker uit de
contactdoos halen, de kraan dicht doen en het laadvenster open
zetten om de automaat van binnen te laten drogen en nare luchtjes te
voorkomen.
Tijdens de kwaliteitscontroleproeven is het gebleken dat er een
bepaalde hoeveelheid water in de automaat kan blijven staan, dit
heeft geen enkele invloed op de goede werking.
HOOFDSTUK 2 : INSTALLATIE
Alvorens uw automaat in gebruik te nemen, moet u de volgende punten
controleren.
DEMONTEREN VAN DE BEVESTIGINGSSTUKKEN
De bevestigingsschroeven voor het vervoer die aan de achterkant
van de automaat zijn aangebracht, moeten verwijderd worden
voordat u de automaat in gebruikt neemt.
De schroeven tegen de klok in losdraaien met een adequate sleutel
(figuur 1).
De schroeven verwijderen (figuur 2).
De plastic elementen die zich bevinden in de automaat zullen onder
het apparaat vallen.
U moet de automaat iets optillen om deze plastic elementen te
verwijderen.
Als alle plastic elementen van de schroeven niet zijn gevallen, moet u
het laadvenster van de automaat openen en de trommel draaien
totdat alle elementen op de vloer gevallen zijn. Deze elementen
oprapen.
In de openingen waarin de bevestigingsschroeven waren geschroefd,
moet u de plastic sluitschroeven aanbrengen die zijn meegeleverd
met de toebehoren (figuur 3).
Bewaar de bevestigingsstukken van de automaat. U zult ze nodig
hebben als u de automaat later weer moet vervoeren.
Figuur 2
Figuur 1 Figuur 3
AFSTELLEN VAN DE POTEN
De automaat niet installeren op een tapijt of vloerbedekking of
gelijksoortige oppervlakken.
Voor een geruisloze werking zonder trillingen, moet de automaat op
een vlakke, niet gladde en stevige ondergrond geïnstalleerd worden.
59