Operation Manual

34
WAARSCHUWING
Interferentie met werkende implantaten
Als voorzorgsmaatregel adviseren we u om de richtlijnen
op te volgen zoals die worden gegeven door de fabrikanten
van defibrillators en pacemakers aangaande het gebruik van
mobiele telefoons.
Draagt u een werkend implantaat, houd dan de draadloze
hoortoestellen en hoortoestelaccessoires zoals een draadloze
afstandsbediening minstens 15 cm bij het implantaat vandaan.
Ervaart u interferentie, gebruik de hoortoestellen dan niet
en neem contact op met de fabrikant van het implantaat.
Interferentie kan ook worden veroorzaakt door elektrische
leidingen, elektrostatische ontlading, metaaldetectors, etc.
Hebt u een actief hersenimplantaat, neem dan contact op met
de fabrikant van dat implantaat voor overleg over mogelijke
risico’s.
Hebt u een implanteerbaar apparaat, dan adviseren we u om
magneten* minimaal 15 cm uit de buurt van het implantaat te
houden. (*= kan worden omschreven als Autophone magneet,
hoortoesteldoosje, magneet in een gereedschap, etc.)