Gebruiksaanwijzing mind 220 serie TM m2-9 Achter-het-oor
Algemeen Uw hoortoestel (In te vullen door uw audicien) Datum: ________________________ Type batterij: ___________________ Oorset: Oorstukje DirectKlaar oortip Folieschaaltje Maat oortip: Maat slangetje: Links______ Rechts______ Links______ Rechts______ Luisterprogramma's Gekozen programmaplaats Master Acclimatisatie Muziek TV Comfort Audibility Extender T M+T Zen 3
Inhoud Hartelijk dank.... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Oorsetkeuzes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het hoortoestel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Rechts/links markering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Functionele signalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 De batterij. . . . . . . . . .
Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Het hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 De oorset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 De oorset vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Een nieuwe oorset samenstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Slanglengte en maat oortip . . . . . . . . . . . . . . . .
Hartelijk dank... ...dat u voor een Widex hoortoestel hebt gekozen. Uw hoortoestel is een geavanceerd instrument dat in overleg met uw audicien aan uw wensen en luisterbehoeften wordt aangepast en ingesteld. Alle illustraties in dit boekje hebben betrekking op het hoortoestel voor het rechter oor. We hopen dat u tevreden zult zijn over uw nieuwe Widex hoortoestel. Belangrijk Hoortoestellen, oorstukjes, reinigingsinstrumentjes e.d.
Algemeen Oorsetkeuzes Uw hoortoestel kan worden gebruikt in combinatie met verschillende oorsets. Op pagina 3 van deze gebruiksaanwijzing kan uw audicien aangeven welke oorset voor u is gekozen. Oorstukje DirectKlaar oortip Folieschaaltje Belangrijk Tenzij anders aangegeven is de informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing op alle typen oorsets. Lees echter naast de algemene aanwijzingen ook de paragrafen die van toepassing zijn voor uw specifieke oorset.
Het hoortoestel Onderstaande afbeelding betreft het hoortoestel zonder oorset. 1. Microfoonopeningen 2. Volumeregelaar (op sommige typen) 3. Programmaschakelaar 4. Aan/uitschakelaar 5.
Algemeen Rechts/links markering Draagt u een toestel in beide oren, dan kunt u deze van elkaar onderscheiden door middel van gekleurde labels. Het rechter toestel heeft een rood label, het linker toestel een blauw label. De pijl geeft aan waar het label zich bevindt. Functionele signalen Uw hoortoestel kan zo zijn ingesteld dat u bij het kiezen van een instelling of functie een signaal te horen krijgt. Het signaal kan een gesproken mededeling zijn of toontjes.
De batterij Het aanbevolen type batterij voor uw toestel is de zink/ lucht batterij, type 13. Uw audicien levert deze batterijen. Het is belangrijk dat u let op de vervaldatum die op de verpakking vermeld staat. Op de verpakking staat ook aangegeven wat u moet doen met lege batterijen.
Algemeen Het plaatsen van de batterij Denk eraan dat u de sticker verwijdert voordat u de batterij in het batterijvakje legt. Enkele seconden nadat de sticker is verwijderd kan de batterij worden gebruikt. Gebruik geen batterijen met lijmresten afkomstig van de sticker, omdat deze de luchtgaatjes van de batterij kunnen blokkeren. 1. Gebruik de nagelgrip om het batterijvakje te openen. 2. Leg de batterij zo in het batterijvakje dat het plusteken (+) zichtbaar is. 3.
Indicatie bijna-lege batterij In de standaard instelling krijgt u een gesproken tekst te horen als de batterij bijna leeg is (zie pag. 9). Is daarentegen gekozen voor een waarschuwing d.m.v. toontjes, dan hoort u vier korte pieptoontjes. Is de batterij helemaal leeg dan hoort u ook niets meer. Hoe lang een hoortoestel nog blijft werken na de bijna-lege batterij indicatie, is van verschillende factoren afhankelijk. We raden u aan altijd minimaal één reservebatterij bij u te houden.
Algemeen Het hoortoestel in- en uitschakelen Het batterijvakje bevindt zich onder aan het toestel. Het batterijvakje doet ook dienst als aan/uit-schakelaar. 1. Duw de schakelaar omhoog om het toestel in te schakelen. Hebt u het toestel uitgeschakeld, wacht dan tenminste 3 seconden voordat u het toestel opnieuw inschakelt. 2. Duw de schakelaar naar beneden om het hoortoestel uit te schakelen. 3. Als het toestel is uitgeschakeld, dan is het woord “OFF” duidelijk zichtbaar.
Automatische aanpassing van de luidheid Het volume van het hoortoestel wordt automatisch ingesteld afhankelijk van de geluidsomgeving waarin u het gebruikt. Belangrijk Is het geluid van uw hoortoestel te hard of te zacht, klinken de geluiden vervormd, of hebt u andere vragen, raadpleeg dan uw audicien.
Algemeen Fijnregelen van het volume Uw hoortoestel kan zijn voorzien van een volumeregelaar die eruit ziet als een klein hendeltje. Duw het hendeltje omhoog om geleidelijk het volume te verhogen. Druk het hendeltje naar beneden om het volume geleidelijk te verlagen. Iedere keer dat u de volumeregelaar gebruikt hoort u een pieptoontje, tenzij u ervoor hebt gekozen om deze toonindicatie door uw audicien uit te laten schakelen. (zie pag. 9).
Om het geluid geheel uit te schakelen: • Houd het hendeltje van de volumeregelaar neergedrukt nadat de aanhoudende toon heeft geklonken. Om het geluid weer in te schakelen: • Druk het hendeltje omhoog of • Kies een ander luisterprogramma of • Zet het hoortoestel uit, wacht 3 seconden en zet het weer aan. Elke verandering van de automatische volumeregeling wordt ongedaan gemaakt als u het toestel uitzet. Wilt u dat de volumeregelaar permanent wordt uitgeschakeld, neem dan contact op met uw audicien.
Algemeen Luisterprogramma’s Afhankelijk van hoe uw audicien uw hoortoestel heeft geprogrammeerd, kunt u kiezen uit maximaal 3 luisterprogramma’s voor specifieke luistersituaties. Op pagina 3 van deze gebruiksaanwijzing kan uw audicien aangeven welke programma’s beschikbaar zijn in uw hoortoestel. Wilt u na verloop van tijd een andere programmacombinatie, dan kan deze worden gewijzigd.
ren en geluiden uit de omgeving buiten sluiten. (Bedenk dat er situaties zijn waarin het belangrijk is dat u de omgevingsgeluiden kunt horen (bijv. verkeer, waarschuwingssignalen)). M+T: in dit luisterprogramma luistert u via de hoortoestelmicrofoon (M) en via de luisterspoel (T = telecoil). Zen: dit programma produceert zg. ‘fractal tones’. De geluiden zijn ingesteld overeenkomstig uw gehoorverlies.
Algemeen Schakelen tussen de luisterprogramma’s Met behulp van de programmaschakelaar op de achterzijde van het toestel, kunt u schakelen tussen de verschillende luisterprogramma’s. Elke keer dat u een ander programma kiest volgt na een klik een gesproken mededeling waardoor u wordt geïnformeerd welk programma u hebt gekozen.
Afstandsbediening - een andere manier om uw hoortoestel te bedienen Een afstandsbediening is een accessoire bij uw hoortoestel. Met een afstandsbediening is het eenvoudiger om uw toestel te bedienen, maar het biedt u tevens extra mogelijkheden. Bespreek met uw audicien of u baat kunt hebben bij een afstandsbediening. Telefoneren Als u telefoneert, raden we u aan om de telefoon onder een hoek boven het oor te houden en niet tegen de oorschelp.
Hoortoestel met oorstukje Hoortoestel met oorstukje De oorset bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Oorhaak 2. Slangetje 3. Oorstukje 3a. Geluidskanaal 3b.
Het hoortoestel met oorstukje aanbrengen 1. Plaats eerst het oorstukje in het oor, waarbij u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. 2. Het kan daarbij helpen de oorschelp een stukje naar achteren en van het hoofd af te trekken met de andere hand. 3. Als het oorstukje is ingebracht hangt u het hoortoestel achter het oor, zodat het oorhaakje op het oor rust, vlak bij uw hoofd.
Hoortoestel met oorstukje Hoortoestel en oorstukje verwijderen 1. Haal eerst het hoortoestel achter de oorschelp vandaan. 2. Trek voorzichtig het oorstukje uit het oor, waarbij u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. 1 2 Is het moeilijk om het oorstukje uit het oor te krijgen, dan kunt u het voorzichtig heen en weer bewegen terwijl u het naar buiten trekt. Het kan ook helpen om de oorschelp met de andere hand iets naar achteren en van het hoofd af te trekken.
Reinigen Uw hoortoestel wordt geleverd met de volgende reinigingsaccessoires. 1. Zacht doekje, om het hoortoestel schoon te vegen 2. Reinigingspennetje, om de ontluchting schoon te maken 1 2 Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
Hoortoestel met oorstukje Het hoortoestel Gebruik het zachte doekje om uw hoortoestel schoon te wrijven. Reinig uw hoortoestel nooit met water, een schoonmaakmiddel of een andere vloeistof. Gebruikt u het hoortoestel niet, laat dan het batterijvakje open staan, zodat het hoortoestel wordt geventileerd en eventueel aanwezig vocht kan verdampen.
Het oorstukje Controleer altijd of uw oorstukje schoon en droog is. Gebruik geen alcohol of schoonmaakmiddelen om uw oorstukje schoon te maken. Zo maakt u het oorstukje schoon: 1. Verwijder het oorstukje van het slangetje. 2. Maak de ontluchting schoon met het reinigingspennetje. 3. Maak het geluidskanaal schoon met het reinigingspennetje.
Hoortoestel met oorstukje 4. Verwijder minstens één maal per week het oorstukje met slang van de oorhaak en reinig het met behulp van een reinigingsmiddel dat speciaal is ontwikkeld voor het schoonmaken van oorstukjes. Uw audicien zal u graag adviseren welk middel het best kan worden gebruikt. Spoel het daarna af met koud water en leg het gedurende de nacht te drogen. 5. Is er nog water achtergebleven, blaas dan het kanaal droog met een blaasbalgje.
Het slangetje vervangen Is het slangetje stijf of geel geworden, of vertoont het barstjes, vervang het dan door een nieuw slangetje. Nieuwe slangetjes worden door uw audicien geleverd. Past het oorstukje niet meer, neem dan contact op met uw audicien.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Hoortoestel met DirectKlaar oortip De oorset bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Slangetje met 1a. connector 1b. anker 2.
Rechts/links markering De slangetjes voor de oorset zijn leverbaar in verschillende lengtes voor zowel het rechter als het linker toestel. De maat is in kleur op het slangetje aangegeven. Rood op het slangetje voor het rechter toestel. Blauw op het slangetje voor het linker toestel.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Hoortoestel met oortip aanbrengen 1. Hang eerst het toestel achter het oor, zodat de connector en het slangetje prettig op het oor rusten, vlakbij uw hoofd. 2. Duw dan de oortip in de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. 1 2 Druk tenslotte het anker in de oorschelp, zodat de oorset houvast krijgt in het oor. Controleer regelmatig of het hoortoestel en de oorset nog correct op/in het oor zitten.
Hoortoestel en oortip verwijderen 1. Verwijder eerst het hoortoestel van achter de oorschelp. 2. Trek daarna voorzichtig de oortip uit de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Reinigen Deze reinigingsaccessoires worden bij uw hoortoestel geleverd: 1. Zacht doekje 2. Reinigingsdraad 1 2 Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
Het hoortoestel Gebruik het zachte doekje om uw hoortoestel schoon te wrijven. Reinig uw hoortoestel nooit met water, een schoonmaakmiddel of een andere vloeistof. Gebruikt u het hoortoestel niet, laat dan het batterijvakje open staan, zodat het hoortoestel wordt geventileerd en eventueel aanwezig vocht kan verdampen.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip De oorset Zorg dat uw oorset schoon is en vrij van oorsmeer of vocht. Anders kan de oortip los komen van het slangetje. Veeg de oorset regelmatig schoon met het zachte doekje. Gebruik nooit alcohol of andere schoonmaakmiddelen om de oorset te reinigen. Een verstopt slangetje reinigen: 1. Verwijder de oorset van het hoortoestel zoals hieronder aangegeven. 2. Trek de oortip van het slangetje af. 3.
Indien nodig kan de oortip worden gewassen. Trek de oortip van het slangetje af. Was de oortip in lauwwarm water. Laat de oortip ’s nachts drogen.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip De oorset vervangen De oorset moet regelmatig worden vervangen. De levensduur ervan is persoonlijk en hangt af van een aantal factoren, zoals hoe vaak het hoortoestel wordt gebruikt en de samenstelling van het oorsmeer van de gebruiker. Wordt één van de onderdelen van de oorset slap, hard, geel of vertoont het barstjes, vervang dan de oorset.
Een nieuwe oorset samenstellen Druk de oortip op de slang. Controleer of de oortip niet meer kan verschuiven. Bevestig de oorset aan het hoortoestel zoals afgebeeld.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Slanglengte en maat oortip De oorset moet zo worden gemaakt dat deze precies op maat is voor uw oor. Het is dus belangrijk om de juiste slanglengte en maat van de oortip te kiezen zodat deze goed en prettig past. Daarnaast is het belangrijk dat het anker op maat wordt gemaakt. Uw audicien kiest en levert de juiste onderdelen en helpt u om het anker op maat in te stellen. Zie ook de aanwijzingen voor het op maat maken van het anker.
Het anker op maat maken Het anker moet zo worden ingesteld dat het een passende ring vormt die het slangetje met oortip precies op z’n plaats houdt in de gehoorgang. Dit kan op verschillende manieren worden gedaan: Methode 1 1a. Trek het puntige uiteinde van het anker door het kleine oogje dat zich aan het uiteinde van het slangetje bevindt. 1b. Heeft het ringetje eenmaal de juiste afmeting, knip of snij dan alle overblijvende delen af.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Methode 2 2a. Draai het anker in de richting zoals aangegeven met de stippellijn en de pijltjes. 2b. Trek het puntige uiteinde van het anker door het kleine oogje dat zich aan het uiteinde van het slangetje bevindt zodat een hartvormige ring ontstaat. 2c. Heeft het ringetje eenmaal de juiste afmeting, knip of snij dan alle overblijvende delen af. 2a 2b 2c Algemeen: 3. Controleer of het eind van het anker glad aansluit op het oogje.
Hoortoestel met folieschaaltje De oorset bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Slangetje 1a. connector 1b. anker 2. Folieschaaltje met 2a.
Hoortoestel met folieschaaltje Rechts/linksmarkering De slangetjes voor de oorset zijn leverbaar in verschillende lengtes voor zowel het rechter als het linker toestel. De maat is in kleur op het slangetje aangegeven. Rood op het slangetje voor het rechter toestel. Blauw op het slangetje voor het linker toestel. Het folieschaaltje is voorzien van een Widex logo. Een rood logo betekent dat het schaaltje rechts dient te worden gebruikt, een schaaltje met een blauw logo wordt links gedragen.
Hoortoestel met folieschaaltje aanbrengen 1. Breng het folieschaaltje in de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt 2. Het kan helpen om de oorschelp met de andere hand een stukje naar achteren en van het hoofd af te trekken. 3. Hang het hoortoestel achter het oor, zodat de connector op het oor rust, vlak bij uw hoofd.
Hoortoestel met folieschaaltje Hoortoestel met folieschaaltje verwijderen 1. Verwijder eerst het hoortoestel van achter de oorschelp. 2. Trek daarna voorzichtig het folieschaaltje uit het oor aan het trekkoordje 1 2 Belangrijk Trek niet aan het slangetje om het hoortoestel te verwijderen. Gebruik het trekkoordje.
Reinigen Deze reinigingsaccessoires worden bij uw hoortoestel geleverd: 1. Zacht doekje 2. Reinigingsdraad 1 2 Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
Hoortoestel met folieschaaltje Het hoortoestel Gebruik het zachte doekje om uw hoortoestel schoon te wrijven. Reinig uw hoortoestel nooit met water, een schoonmaakmiddel of een andere vloeistof. Gebruikt u het hoortoestel niet, laat dan het batterijvakje open staan, zodat het hoortoestel wordt geventileerd en eventueel aanwezig vocht kan verdampen.
De oorset Zorg dat uw oorset schoon is en vrij van oorsmeer of vocht. Anders kan de oortip los komen van het slangetje. Veeg de oorset regelmatig schoon met het zachte doekje. Gebruik nooit alcohol of andere schoonmaakmiddelen om de oorset te reinigen. Een verstopt slangetje reinigen: 1. Verwijder de oorset van het hoortoestel zoals hieronder aangegeven. 2. Trek voorzichtig het folieschaaltje van het slangetje af, wrik daarbij iets de tip van het slangetje 3.
Hoortoestel met folieschaaltje Indien gewenst kan het folieschaaltje worden gewassen. Trek voorzichtig het folieschaaltje van het slangetje af, wrik daarbij iets de tip van het slangetje. Was de oortip in lauwwarm water. Laat de oortip ’s nachts drogen.
Het slangetje vervangen Het slangetje moet regelmatig worden vervangen. De levensduur ervan is persoonlijk en hangt af van een aantal factoren, zoals hoe vaak het hoortoestel wordt gebruikt en de samenstelling van het oorsmeer van de gebruiker. Wordt het slangetje van de oorset slap, hard, geel of vertoont het barstjes, vervang dan de oorset.
Hoortoestel met folieschaaltje Een nieuwe oorset samenstellen 1. Pak het folieschaaltje tussen duim en wijsvinger zo dat het trekkoordje naar beneden wijst. Pak het slangetje met de andere hand zoals afgebeeld. Druk het slangetje voorzichtig in het folieschaaltje. 2. Druk met uw vingernagel het slangetje zover mogelijk door totdat het stevig op z’n plaats zit. 3. Klik de oorset op het hoortoestel zoals afgebeeld.
Lengte van het slangetje De oorset moet zo worden gemaakt dat deze precies op maat is voor uw oor. Het is dus belangrijk om de juiste slanglengte te kiezen voor een goede en prettige pasvorm. Uw audicien kiest de juiste slanglengte en helpt u om het anker op maat in te stellen. Op pagina 3 van deze gebruiksaanwijzing kan uw audicien de gekozen maten invullen.
Hoortoestel met folieschaaltje Het anker op maat maken In deze situatie wordt slechts 2 mm van het anker gebruikt. 1. Knip of snij het anker af zodat nog 2 mm overblijft. Dit is van belang om het folieschaaltje goed op het slangetje te verankeren. 2. Het slangetje moet er ongeveer zo uitzien als het anker correct is ingekort.
Accessoires Audio input Uw hoortoestel kan worden voorzien van een audioschoen. Hierdoor is een directe koppeling mogelijk met verschillende accessoires (radio, TV, FM-systemen, CROS en BiCROS). Op deze wijze kan het geluid van bijv. een radio of een luidspreker waarop een FM-microfoon is aangesloten direct naar uw hoortoestel worden gestuurd. In de standaard instelling schakelt het hoortoestel automatisch naar een audioprogramma als een audioschoen wordt aangesloten.
Algemeen Programma Programmavolgorde als een audioschoen is aangebracht 1 2 3 Belangrijk Als het hoortoestel verbonden is met apparatuur (radio, TV, CD, walkman) die is aangesloten aan het elektriciteitsnet, dan moet deze apparatuur voldoen aan de veiligheidsvoorschriften volgens de internationale norm IEC 60065.
FM-systemen Een FM-systeem is een luisterhulpmiddel dat als accessoire kan worden gebruikt. Het FM-systeem van Widex heet SCOLA. Het SCOLA FM-systeem wordt ingesteld overeenkomstig uw wensen en behoeften. Dit kan betekenen dat de programmaschakelaar anders functioneert dan wanneer uitsluitend een audioschoen is aangesloten. Overleg met uw audicien om te beslissen of u baat kunt hebben bij een FM-systeem.
Algemeen Als het hoortoestel niet werkt Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het Het hoortoestel is hoortoestel niet ingeschakeld werkt niet Controleer of het batterijvakje volledig is gesloten De batterij is leeg of werkt niet Vervang de batterij De geluidsuitgang van het oorstukje/ de oortip is verstopt Oorstukje: Reinig het verstopte geluidskanaal (zie pag. 26) DirectKlaar oortip: Vervang of reinig de oortip (zie pag.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Uw oor is verstopt Het hoortoestel door oorsmeer fluit voortHet slangetje is durend geel, hard of kapot Raadpleeg huisarts/ KNO-arts Vervang het slangetje Het oorstukje/de oortip is niet correct in het oor geplaatst Plaats oorstukje/de oortip opnieuw Oorstukje/oortip past niet goed meer Raadpleeg audicien Oorstukje: het slangetje raakt vaak los van de oorhaak/het oorstukje Vervang het slangetje Oorstukje: de oorhaak is kapot Raadpleeg audicien Het De aan/uits
Algemeen Het onderhoud van uw hoortoestel Bij goed onderhoud gaat uw hoortoestel jarenlang mee. Hieronder staan enkele tips die de levensduur van uw hoortoestel aanzienlijk kunnen verlengen: • Schakel uw hoortoestel uit als u het niet gebruikt. Gebruikt u het toestel gedurende langere tijd niet, verwijder dan de batterij uit het batterijvakje. • Als u het toestel niet gebruikt, bewaar het dan op een koele, droge plaats in het bijbehorende etui, buiten het bereik van kinderen of huisdieren.
Enkele adviezen Hoortoestellen en batterijen kunnen gevaarlijk zijn indien ze worden ingeslikt of niet juist worden gebruikt. Inslikken of onjuist gebruik kunnen resulteren in ernstig letsel of zelfs overlijden. Neem bij inslikken altijd onmiddellijk contact op met een arts. • Houd hoortoestellen en de accessoires altijd buiten het bereik van kinderen en ieder ander die dergelijke voorwerpen kan inslikken of zichzelf letsel kan toebrengen.
Algemeen • Laat een ander nooit uw hoortoestel dragen, omdat dit een permanente beschadiging van het gehoor kan veroorzaken. • Het hoortoestel herstelt niet het normale gehoor, maar kan wel helpen om het resterende gehoorvermogen zo goed mogelijk te benutten. Wees u er van bewust dat het enige tijd kan duren om gewend te raken aan een nieuw hoortoestel en nieuwe geluiden. • Het gebruik van hoortoestellen kan de vorming van een oorsmeerprop tot gevolg hebben.
• Door het dragen van een hoortoestel hebt u een iets verhoogd risico op een ontsteking van de gehoorgang. Een ontsteking kan optreden als gevolg van verminderde beluchting van het oor of door beschadiging van de huid, veroorzaakt door de oortip. We adviseren u daarom om de oortip ’s nachts niet te dragen, zodat de gehoorgang niet steeds is afgesloten. Controleer de oortip dagelijks en maak het indien nodig schoon.
Algemeen Hoortoestellen, accessoires en batterijen mogen niet bij het huishoudelijk afval worden aangeboden.
¡9 514 0152 007R¤ ¡#02y¤ Printed by HTO / 2010-12 9 514 0152 007 #02