Operation Manual
18
ren en geluiden uit de omgeving buiten sluiten. (Be-
denk dat er situaties zijn waarin het belangrijk is dat u
de omgevingsgeluiden kunt horen (bijv. verkeer, waar-
schuwingssignalen)).
M+T: in dit luisterprogramma luistert u via de hoortoe-
stelmicrofoon (M) en via de luisterspoel (T = telecoil).
Zen: dit programma produceert zg. ‘fractal tones’. De
geluiden zijn ingesteld overeenkomstig uw gehoorver-
lies.
Het Zen-programma kan worden gebruikt terwijl het
hoortoestel normaal functioneert zodat de ‘fractal to-
nes’ en het omgevingsgeluid gelijktijdig gehoord kun-
nen worden. Of het kan worden gebruikt zonder ver-
sterking van de omgevingsgeluiden in een rustige om-
geving waarbij u geen omgevingsgeluid hoeft te ho-
ren.
Maximaal twee luisterprogramma’s met elk een ver-
schillende Zen-stijl kunnen worden geprogrammeerd
voor Zen.
Belangrijk
Het gebruik van de Zen-programma’s kan het horen
van omgevingsgeluiden en spraak beïnvloeden. Ge-
bruik daarom deze programma’s niet als het horen van
deze geluiden of spraak op dat moment belangrijk is.
Schakel in een dergelijke situatie een ander program-
ma in, zonder ‘fractal tones’.