Gebruiksaanwijzing mind™330 serie m3-m/m3-m-CB Achter-het-oor
Algemeen Hoortoestellen, oorstukjes, reinigingsinstrumentjes e.d. die in deze gebruiksaanwijzing zijn afgebeeld kunnen er in werkelijkheid anders uitzien. Daarnaast behouden wij ons het recht op wijzigingen voor. Hoortoestellen en accessoires mogen nooit met het huishoudelijk afval worden weggegooid. Lever oude hoortoestellen en accessoires in bij uw audicien.
Inhoud Hartelijk dank.... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Oorset keuzes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het hoortoestel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Functionele signalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Rechts/links markering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 De batterij . . . . . . . .
Algemeen Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Het hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 De microfoonopeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 De oorset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 De oorset vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Een nieuwe oorset samenstellen. .
Hartelijk dank.... .... dat u voor een Widex hoortoestel hebt gekozen. Uw hoortoestel is een geavanceerd instrument dat in overleg met uw audicien aan uw wensen en luisterbehoeften wordt aangepast en ingesteld. Alle illustraties in dit boekje hebben betrekking op het hoortoestel voor het rechter oor. Tenzij anders aangegeven is dezelfde informatie ook van toepassing voor het toestel voor het linker oor. We hopen dat u tevreden zult zijn over uw nieuwe Widex hoortoestel.
Algemeen Oorset keuzes Uw hoortoestel wordt aangepast met behulp van een zg. oorset. Afhankelijk van o.a. uw gehoorverlies kiest de audicien het type oorset dat voor u het meest geschikt is. Uw audicien kan hieronder aangeven welke type oorset voor uw situatie van toepassing is. Standaard oorstukje DirektKlaar oortip Folieschaaltje Belangrijk Tenzij anders aangegeven is de informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing op alle typen oorsets.
Het hoortoestel Onderstaande afbeelding betreft het hoortoestel zonder oorset. 1. Microfoonopeningen, hier komt het geluid het toestel binnen. 2. Programmaschakelaar voor het kiezen van een ander luisterprogramma, optioneel beschikbaar. 3. Aan/uitschakelaar, geïntegreerd in batterijlade. 4. Nagelgrip op de batterijlade om deze eenvoudiger te kunnen openen.
Algemeen Functionele signalen Uw hoortoestel kan zo zijn ingesteld dat u bij het kiezen van een instelling of functie een signaal te horen krijgt. Het signaal kan een gesproken mededeling zijn of bestaan uit toontjes. Type signaal en luidheid worden door de audicien in overleg met u gekozen en ingesteld. Het signaal kan ook worden uitgeschakeld. Rechts/links markering Draagt u een toestel in beide oren, dan kunt u deze van elkaar onderscheiden door middel van gekleurde labels.
De batterij Het aanbevolen type batterij voor uw toestel is de zink/ lucht batterij, type 10. Uw audicien levert deze batterijen. Het is belangrijk dat u let op de vervaldatum die op de verpakking vermeld staat. Op de verpakking staat ook aangegeven wat u moet doen met lege batterijen. De levensduur van de batterij is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de instelling van uw hoortoestel, hoeveel uur u het toestel dagelijks gebruikt en de luisteromgeving waarin u het toestel gebruikt.
Algemeen 1. Gebruik de nagelgrip om de batterijlade te openen. Is de lade geopend, druk deze dan niet verder open. 2. Plaats de batterij in de houder zodat het plus (+) teken op de batterij zichtbaar is, net als het rode plustekentje op de batterijhouder (zie de lange pijl). U kunt het bijgeleverde magneetstaafje gebruiken om de batterij op zijn plaats te leggen. 1. + + 2. Sluit de batterijlade niet soepel, dan ligt de batterij er verkeerd in.
+ De batterij verwijderen 1. Houd het hoortoestel met geopende batterijhouder in de ene hand en neem het magneetstaafje in de andere hand. 2. Plaats het magneetje op de vlakke kant van de batterij, zorg dat deze goed contact maakt. 3. Til de batterij voorzichtig uit de houder en draai de houder daarbij niet. + + 1. 2. 3.
Algemeen Indicatie bijna-lege batterij In de standaard instelling krijgt u een gesproken tekst te horen als de batterij bijna leeg is (zie pag. 9). Is daarentegen gekozen voor een waarschuwing d.m.v. toontjes, dan hoort u vier korte pieptoontjes. Is de batterij helemaal leeg dan hoort u ook niets meer. Hoe lang een hoortoestel nog blijft werken na de bijna-lege batterij indicatie is van verschillende factoren afhankelijk. We raden u aan altijd minimaal één reservebatterij bij u te houden.
Uw hoortoestel kan zijn voorzien van een batterijlade zonder nagelgrip, u hebt dan een speciaal instrumentje nodig om de batterijlade te openen. Een dergelijke batterijlade kan bijv. worden gebruikt indien het hoortoestel wordt gedragen door een kind. Een speciaal instrumentje voor het openen van de batterijlade wordt bij deze lade geleverd. Open de batterijlade als afgebeeld.
Algemeen Het hoortoestel in- en uitschakelen De batterijlade van uw hoortoestel werkt tevens als aan-/uitschakelaar. 1. Sluit de batterijlade om het hoortoestel in te schakelen. 2. Open the batterijlade om het hoortoestel uit te schakelen. Hebt u het toestel net uitgeschakeld wacht dan 3 seconden alvorens het weer in te schakelen. 1 2 In de standaard instelling krijgt u een gesproken mededeling dat het hoortoestel is ingeschakeld. (zie pag. 9) Schakel het toestel uit als u het niet gebruikt.
Mogelijke instellingen als u het hoortoestel inschakelt Afhankelijk van de gekozen programmering kan uw hoortoestel opstarten met verschillende instellingen. In de normale stand kan het toestel een beetje fluiten als u de oorset in het oor plaatst. In de ‘anti-terugkoppelingsstand’ fluit het toestel niet als u de oorset in het oor plaatst. Bespreek met uw audicien welke instelling voor u het meest geschikt is.
Algemeen Luisterprogramma’s Afhankelijk van hoe uw audicien uw hoortoestel heeft geprogrammeerd, kunt u kiezen uit maximaal 4 luisterprogramma’s voor specifieke luistersituaties. Op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing kan uw audicien de programma’s vermelden die voor u zijn ingesteld. Wilt u na verloop van tijd een andere programmacombinatie, dan kan deze worden gewijzigd.
Zen: dit programma produceert zg. ‘fractal tones’. De geluiden zijn ingesteld overeenkomstig uw gehoorverlies. Het Zen-programma kan worden gebruikt terwijl het hoortoestel normaal functioneert zodat de ‘fractal tones’ en het omgevingsgeluid gelijktijdig gehoord kunnen worden. Of het kan worden gebruikt zonder versterking van de omgevingsgeluiden in een rustige omgeving waarbij u geen omgevingsgeluid hoeft te horen.
Algemeen Schakelen tussen de luisterprogramma’s Met behulp van de programmaschakelaar op de achterzijde van het toestel kunt u schakelen tussen de verschillende luisterprogramma’s. Elke keer dat u een ander programma kiest volgt na een klik een gesproken mededeling waardoor u wordt geïnformeerd welk programma u hebt gekozen.
Afstandsbediening Sommige hoortoestellen kunnen zijn voorzien van een afstandsbediening. Deze hoortoestellen hebben geen programmaschakelaar. Gebruikt u een afstandsbediening, lees dan ook de gebruiksaanwijzingen voor de afstandsbediening. Telefoneren Als u telefoneert, raden we u aan om de telefoon onder een hoek boven het oor te houden en niet tegen de oorschelp. Hoort u het geluid niet duidelijk, verschuif dan de telefoon net zo lang totdat u wel een helder geluid hoort.
Hoortoestel met oorstukje Hoortoestel met oorstukje De oorset bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Oorhaak 2. Slangetje 3. Oorstukje 3a. Geluidskanaal 3b.
Hoortoestel met oorstukje aanbrengen 1. Plaats eerst het oorstukje in het oor, waarbij u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. 2. Het kan daarbij helpen de oorschelp een stukje naar achteren en van het hoofd af te trekken met de andere hand. 3. Als het oorstukje is ingebracht hangt u het hoortoestel achter het oor, zodat het oorhaakje op het oor rust, vlak bij uw hoofd.
Hoortoestel met oorstukje Hoortoestel en oorstukje verwijderen 1. Haal eerst het hoortoestel achter de oorschelp vandaan. 2. Trek voorzichtig het oorstukje uit het oor, waarbij u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. 1 2 Is het moeilijk om het oorstukje uit het oor te krijgen, dan kunt u het voorzichtig heen en weer bewegen terwijl u het naar buiten trekt. Het kan ook helpen om de oorschelp met de andere hand iets naar achteren en van het hoofd af te trekken.
Reinigen Uw hoortoestel wordt geleverd met de volgende reinigingsaccessoires. 1. Zacht doekje, om het hoortoestel schoon te vegen 2. Reinigingspennetje, om de ontluchting schoon te maken 1 2 Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
Hoortoestel met oorstukje Het hoortoestel Maak na gebruik het hoortoestel schoon met het zachte doekje. Gebruik nooit water of een schoonmaakmiddel om uw hoortoestel te reinigen. De microfoonopeningen Maak de microfoonopeningen schoon door het reinigingspennetje recht door de openingen te steken. Voelt u weerstand, trek het pennetje dan terug en probeer het opnieuw. Gebruik uitsluitend het reinigingspennetje.
Het oorstukje Controleer altijd of uw oorstukje schoon en droog is. Gebruik nooit alcohol of schoonmaakmiddelen om uw oorstukje schoon te maken. Zo maakt u het oorstukje schoon: 1. Verwijder het oorstukje van het slangetje. 2. Maak de ontluchting schoon met het reinigingspennetje. 3. Maak het geluidskanaal schoon met het reinigingspennetje.
Hoortoestel met oorstukje 4. Verwijder minstens één maal per week het oorstukje met slang van de oorhaak en reinig het met behulp van een reinigingsmiddel dat speciaal is ontwikkeld voor het schoonmaken van oorstukjes. Uw audicien zal u graag adviseren welk middel het best kan worden gebruikt. Spoel het daarna af met koud water en leg het gedurende de nacht te drogen. 5. Is er nog water achtergebleven, blaas dan het kanaal droog met een blaasbalgje.
Als het hoortoestel niet werkt Werkt uw hoortoestel niet, dan kan dat zijn omdat: • het hoortoestel niet is ingeschakeld. Controleer of de batterijlade is gesloten. • de batterij leeg is. Vervang de batterij. • de geluidsuitgang in het oorstukje verstopt is. Maak de geluidsuitgang schoon zoals beschreven op pagina 25. Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn omdat: • de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij.
Hoortoestel met oorstukje Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn dat: • uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg uw huisarts of KNO-arts. • het slangetje kapot is. Vervang het slangetje. • het slangetje geel en hard is geworden. Vervang het slangetje. • het slangetje vaak loskomt van het oorstukje of de oorhaak. Vervang het slangetje. • de oorhaak van het oorstukje kapot is. Raadpleeg uw audicien. • het oorstukje niet correct in het oor is geplaatst.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip De oorset bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Slangetje met 1a. connector 1b. anker 2.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Rechts/links markering De slangetjes voor de oorset zijn leverbaar in verschillende lengtes voor zowel het rechter als het linker toestel. De maat is in kleur op het slangetje aangegeven. Rood op het slangetje voor het rechter toestel. Blauw op het slangetje voor het linker toestel.
Hoortoestel met oortip aanbrengen 1. Hang eerst het toestel achter het oor, zodat de connector en het slangetje prettig op het oor rusten, vlakbij uw hoofd. 2. Duw dan de oortip in de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. 2 1 Druk tenslotte het anker in de oorschelp, zodat de oorset houvast krijgt in het oor. Controleer regelmatig of het hoortoestel en de oorset nog correct op/in het oor zitten.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Hoortoestel en oortip verwijderen 1. Verwijder eerst het hoortoestel van achter de oorschelp. 2. Trek daarna voorzichtig de oortip uit de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt.
Reinigen Deze reinigingsaccessoires worden bij uw hoortoestel geleverd: 1. Zacht doekje 2. Reinigingspennetje 3. Reinigingsdraad Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien..
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Het hoortoestel Maak na gebruik het hoortoestel schoon met het zachte doekje. Gebruik nooit water of een schoonmaakmiddel om uw hoortoestel te reinigen. De microfoonopeningen Maak de microfoonopeningen schoon door het reinigingspennetje recht door de openingen te steken. Voelt u weerstand, trek het pennetje dan terug en probeer het opnieuw. Gebruik uitsluitend het reinigingspennetje.
De oorset Zorg dat uw oorset schoon is en vrij van oorsmeer of vocht. Anders kan de oortip los komen van het slangetje. Veeg de oorset regelmatig schoon met het zachte doekje. Gebruik nooit alcohol of andere schoonmaakmiddelen om de oorset te reinigen. Een verstopt slangetje reinigen: 1. Verwijder de oorset van het hoortoestel zoals hieronder aangegeven. 2. Trek de oortip van het slangetje af. 3. Voer de reinigingsdraad door het slangetje totdat de draad aan de andere kant tevoorschijn komt.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Indien nodig kan de oortip worden gewassen. Trek de oortip van het slangetje af. Was de oortip in lauwwarm water. Laat de oortip ’s nachts drogen.
De oorset vervangen De oorset moet regelmatig worden vervangen. De levensduur ervan is persoonlijk en hangt af van een aantal factoren, zoals hoe vaak het hoortoestel wordt gebruikt en de samenstelling van het oorsmeer van de gebruiker. Wordt één van de onderdelen van de oorset slap, hard, geel of vertoont het barstjes, vervang dan de oorset. Voor de levering van nieuwe onderdelen voor oorsets of als de maat van de oortip niet langer past, neemt u contact op met uw audicien.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Slanglengte en maat oortip De oorset moet zo worden gemaakt dat deze precies op maat is voor uw oor. Het is dus belangrijk om de juiste slanglengte en maat van de oortip te kiezen zodat deze goed en prettig past. Daarnaast is het belangrijk dat het anker op maat wordt gemaakt. Uw audicien kiest en levert de juiste onderdelen en helpt u om het anker op maat in te stellen. Zie ook de aanwijzingen voor het op maat maken van het anker.
Het anker op maat maken Het anker wordt separaat van de rest van de oorset geleverd en moet op maat worden gemaakt. Het anker moet zo worden ingesteld dat het een passende ring vormt die het slangetje met oortip precies op z’n plaats houdt in de gehoorgang.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Methode 1 1a. Trek het puntige uiteinde van het anker door het bovenste oogje aan de zijkant van het slangetje totdat het anker niet verder kan door de verbreding aan het andere einde. 1b. Trek het puntige uiteinde van het anker door het onderste oogje, zodat een klein lusje ontstaat. 1c. Heeft het ringetje eenmaal de juiste afmeting, knip of snij dan alle overblijvende delen af.
Methode 2 2a. Trek het puntige uiteinde van het anker door het bovenste oogje aan de zijkant van het slangetje totdat het anker niet verder kan door de verbreding aan het andere einde. 2b. Draai het anker in de richting zoals aangegeven met de stippellijn en de pijltjes. 2c. Trek het puntige uiteinde van het anker door het onderste oogje zoals afgebeeld, zodat een klein lusje ontstaat. 2d. Heeft het ringetje eenmaal de juiste afmeting, knip of snij dan alle overblijvende delen af.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Algemeen: 3. Controleer of het eind van het anker glad aansluit op het oogje. Zo nodig met een nagelvijl bijwerken. Voel met uw vingertop of er geen scherpe randjes meer zijn. Als een deel van het anker uit het oogje steekt dan kan de huid van de gehoorgang worden geïrriteerd.
Als het hoortoestel niet werkt Werkt uw hoortoestel niet, dan kan dat zijn omdat: • het hoortoestel niet is ingeschakeld. Controleer of de batterijlade is gesloten. • de batterij leeg is. Vervang de batterij. • de geluidsuitgang in de oortip verstopt is. Maak de oortip schoon of vervang deze. Vervang zonodig de gehele oorset. Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn omdat: • de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij.
Hoortoestel met DirectKlaar oortip Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn dat: • uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg uw huisarts of KNO-arts. • het slangetje kapot is. Vervang de oorset. • het slangetje geel en hard is geworden. Vervang de oorset. • de oorhaak van het oorstukje kapot is. Raadpleeg uw audicien. • de oortip niet correct in het oor is geplaatst. Verwijder de oortip en plaats deze opnieuw.
Hoortoestel met folieschaaltje De oorset bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Slangetje 1a. connector 1b. anker 2. Folieschaaltje met 2a.
Hoortoestel met folieschaaltje Rechts/links markering De slangetjes voor de oorset zijn leverbaar in verschillende lengtes voor zowel het rechter als het linker toestel. De maat is in kleur op het slangetje aangegeven. Rood op het slangetje voor het rechter toestel. Blauw op het slangetje voor het linker toestel. Het folieschaaltje is voorzien van een Widex logo. Een rood logo betekent dat het schaaltje rechts dient te worden gebruikt, een schaaltje met een blauw logo wordt links gedragen.
Hoortoestel met folieschaaltje aanbrengen 1. Breng het folieschaaltje in de gehoorgang terwijl u het onderste deel van het slangetje vasthoudt. 2. Het kan helpen om de oorschelp met de andere hand een stukje naar achteren en van het hoofd af te trekken. 3. Hang het hoortoestel achter het oor, zodat de connector op het oor rust, vlak bij uw hoofd. 1. 2. 3.
Hoortoestel met folieschaaltje Hoortoestel met folieschaaltje verwijderen 1. Verwijder eerst het hoortoestel van achter de oorschelp. 2. Trek daarna voorzichtig het folieschaaltje uit het oor aan het trekkoordje. 1. 2. Belangrijk Trek niet aan het slangetje om het hoortoestel te verwijderen. Gebruik het trekkoordje.
Reinigen Deze reinigingsaccessoires worden bij uw hoortoestel geleverd: 1. Zacht doekje 2. Reinigingspennetje 3. Reinigingsdraad Extra accessoires zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
Hoortoestel met folieschaaltje Het hoortoestel Maak na gebruik het hoortoestel schoon met het zachte doekje. Gebruik nooit water of een schoonmaakmiddel om uw hoortoestel te reinigen. De microfoonopeningen Maak de microfoonopeningen schoon door het reinigingspennetje recht door de openingen te steken. Voelt u weerstand, trek het pennetje dan terug en probeer het opnieuw. Gebruik uitsluitend het reinigingspennetje.
De oorset Zorg dat uw oorset schoon is en vrij van oorsmeer of vocht. Anders kan de oortip los komen van het slangetje. Veeg de oorset regelmatig schoon met het zachte doekje. Gebruik nooit alcohol of andere schoonmaakmiddelen om de oorset te reinigen. Een verstopt slangetje reinigen: 1. Verwijder de oorset van het hoortoestel zoals hieronder aangegeven. 2. Trek voorzichtig het folieschaaltje van het slangetje af, wrik daarbij iets de tip van het slangetje 3.
Hoortoestel met folieschaaltje Indien gewenst kan het folieschaaltje worden gewassen. Trek voorzichtig het folieschaaltje van het slangetje af, wrik daarbij iets de tip van het slangetje. Was de oortip in lauwwarm water. Laat de oortip ’s nachts drogen.
Het slangetje vervangen Het slangetje moet regelmatig worden vervangen. De levensduur ervan is persoonlijk en hangt af van een aantal factoren, zoals hoe vaak het hoortoestel wordt gebruikt en de samenstelling van het oorsmeer van de gebruiker. Wordt het slangetje van de oorset slap, hard, geel of vertoont het barstjes, vervang dan de oorset.
Hoortoestel met folieschaaltje Een nieuwe oorset samenstellen 1. Pak het folieschaaltje tussen duim en wijsvinger zo dat het trekkoordje naar beneden wijst. Pak het slangetje met de andere hand zoals afgebeeld. Druk het slangetje voorzichtig in het folieschaaltje. 2. Druk met uw vingernagel het slangetje zover mogelijk door totdat het stevig op z’n plaats zit. 3. Klik de oorset op het hoortoestel zoals afgebeeld.
Slanglengte De oorset moet zo worden gemaakt dat deze precies op maat is voor uw oor. Het is dus belangrijk om de juiste slanglengte te kiezen voor een goede en prettige pasvorm. Uw audicien kiest de juiste slanglengte en helpt u om het anker op maat in te stellen. Op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing kan uw audicien de gekozen maten invullen.
Hoortoestel met folieschaaltje Als het hoortoestel niet werkt Werkt uw hoortoestel niet, dan kan dat zijn omdat: • het hoortoestel niet is ingeschakeld. Controleer of de batterijlade is gesloten. • de batterij leeg is. Vervang de batterij. • de geluidsuitgang in het folieschaaltje verstopt is. Maak het folieschaaltje schoon zoals beschreven op pagina 55. Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn omdat: • de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij.
Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn dat: • uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg uw huisarts of KNO-arts • het slangetje kapot is. Vervang het slangetje. • het slangetje geel en stijf is. Vervang het slangetje. • de connector barstjes vertoont. Vervang het slangetje. • het folieschaaltje niet correct in de gehoorgang is geplaatst. Verwijder de oorset en breng deze opnieuw aan. • het folieschaaltje niet goed past in de gehoorgang. Neem contact op met uw audicien.
Algemeen Het onderhoud van uw hoortoestel Bij goed onderhoud gaat uw hoortoestel jarenlang mee. Hieronder staan enkele tips die de levensduur van uw hoortoestel aanzienlijk kunnen verlengen. • Schakel uw hoortoestel uit als u het niet gebruikt. Gebruikt u het toestel gedurende langere tijd niet, verwijder dan de batterij uit de batterijlade. • Behandel uw hoortoestel voor wat het waard is: met zorg.
• Draag uw hoortoestel nooit onder de douche, tijdens het zwemmen, wanneer u een föhn gebruikt, of tijdens het aanbrengen van haarlak of iets dergelijks. • Probeer nooit zelf het toestel te openen of te repareren. • Draag uw hoortoestel nooit tijdens een warmtebehandeling, bij het maken van röntgenfoto’s, MRIscans, CT-scans of tijdens radiotherapie. Sommige typen straling kunnen uw hoortoestel beschadigen.
Algemeen Enkele adviezen • Het gebruik van hoortoestellen kan de vorming van een oorsmeerprop tot gevolg hebben. Denkt u dat er een oorsmeerprop in uw oor zit, raadpleeg dan uw huisarts of KNO-arts. Oorsmeer kan niet alleen de oorzaak zijn van een verslechterd gehoor, het kan ook de werking van het hoortoestel aanzienlijk verminderen. Het is aan te raden om uw oren enkele keren per jaar door de huisarts te laten controleren en zo nodig te laten reinigen.
• Een hoortoestel herstelt niet het normale gehoor, maar kan u wel helpen om uw restgehoor zo goed mogelijk te benutten. U zult zich echter wel moeten realiseren dat het enige tijd duurt om aan een (nieuw) hoortoestel en de andere en soms ook nieuwe geluiden te wennen. • Het hoortoestel is gemaakt van modern, allergeenvrij materiaal. Slechts in zeldzame gevallen kan huidirritatie optreden. Mocht u merken dat de huid van uw oorschelp of in de gehoorgang geïrriteerd raakt, raadpleeg dan uw audicien.
Algemeen Uw hoortoestel (In te vullen door uw audicien) Datum: __________________ Type batterij: __________________ Oorset: Oorstukje DirectKlaar oortip Folieschaaltje Maat oortip: Maat slangetje: Links______ Rechts______ Links______ Rechts______ Luisterprogramma’s Gekozen programmaplaats Master Gewenning Muziek TV Comfort Audibility Extender Zen 63
¡9 514 0116 007V¤ ¡#02y¤ Printed by HTO / 2010-12 9 514 0116 007 #02