Operation Manual

3 4
Batterijen en accu‘s mogen niet in het huisvuil!
Elke verbruiker is wettelijk verplicht, batterijen en accu‘s bij een inz-
amelplaats in zijn gemeente, zijn wijk of in de handel af te geven.
Alle batterijen en accu‘s kunnen daardoor op een milieuvriendelijke
wijze worden afgevoerd.
Batterijen en accu‘s die schadelijke stoffen bevatten, zijn door
dit teken en door chemische symbolen aangeduid (Cd voor
cadmium, Hg voor kwik, Pb voor lood).
Extra veiligheidsaanwijzingen voor buis- en stroomleidingdetectoren.
Gebruik het gereedschap niet, om wisselspanning in niet geïsoleerde
resp. vrij liggende leidingen vast te stellen.
Gebruik het apparaat niet als vervanging voor een voltmeter.
Het moet u duidelijk zijn, dat het apparaat misschien niet altijd alle
pijpen en leidingen goed herkent.
De volgende omstandigheden kunnen onnauwkeurige resultaten ver-
oorzaken:
Zwakke batterij
Dikke wanden met dunne buizen of stroomleidingen
Zeer dikke wanden
Zeer diep liggende stroomleidingen of pijpen
Met metaal beklede wanden
Zeer vochtige omstandigheden
Afgeschermde kabels
Elektrostatische oplading
Test het apparaat voor het gebruik steeds door
een bekende buis resp. een bekende stroomleiding te laten herkennen.
Informeer in twijfelgevallen altijd bij een erkende aannemer.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Reparaties
Dit apparaat beantwoordt aan de betreffende veiligheidsvoorschriften.
Reparaties mogen alleen door bevoegde vakmensen en met ori-
ginele reserveonderdelen worden uitgevoerd, anders bestaat er
mogelijk gevaar voor ongelukken voor de gebruiker.
Extra instructies voor de batterijen
Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit.
Batterijen mogen niet worden kortgesloten. Er kan batterijvloeistof
weglekken.
Probeer geen batterijen op te laden, die daar niet geschikt voor zijn.
De batterijen kunnen exploderen.
Haal batterijen niet uit elkaar. Aanraking van de onderdelen kan lei-
den tot personenschade of brand.
Batterijen niet verhitten of in vuur gooien. De warmteontwikkeling
kan leiden tot een explosie.
Verwijder verbruikte batterijen onmiddellijk.
Batterijen kunnen leeglopen. Reinig de contacten van het apparaat
en de batterij voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Als er vloeistof op de batterij aanwezig is, maakt u deze met een
doek voorzichtig schoon. Vermijd aanraking met de huid.
Haal de batterij uit het meetapparaat als het langere tijd niet gebru-
ikt wordt.
Uitlekkende elektrolyten kunnen leiden tot personen- en apparaat-
schade
Bewaar batterijen op een koele, droge plaats, zonder directe instra-
ling van zonlicht.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN