Operation Manual

8 9
• Als u wat opspoort, moet u steeds controleren of dit eventueel een
elektrische leiding is.
• Als het bliksemsymbool op het display verschijnt, betreft het een
stroomvoerende elektrische leiding.
• Statische opladingen kunnen het detectiebereik van een elektrische
leiding met maximaal 30 cm vergroten.
• Werkinditgedeeltenietaanhetmuurwerk.
• Werkzaamheden in het gebied van elektrische leidingen zijn alleen
toegestaan, als voordat het werk begint gewaarborgd is, dat de
stroomtoevoer naar de betreffende leidingen onderbroken is.
• Het geregistreerde object kan afhankelijk van de diepte breder of
smaller zijn, dan het display aangeeft.
• Markeer steeds het begin en het einde van het object. Het midden
tussen de beide markeringen is dan het midden van het object.
U kunt de volgende objecten (materialen) met het apparaat opsporen:
hout/balken (STUD), maximale plaatsbepalingsdiepte 19 mm
metaal (METAL), maximale plaatsbepalingsdiepte 30 mm
elektrische leidingen (AC), maximale plaatsbepalingsdiepte 50 mm
Met de instelling DEEP kunnen bijzonder diep liggende balken/hout en
metalen delen worden gepeild (max. plaatsbepalingsdiepte 38 mm)
Modus uitkiezen
Druk op de toets MODE om de gewenste modus uit te kiezen
STUD METAL AC DEEP
Verborgen objecten opsporen
Batterij inzetten
U hebt een 9 volt blokbatterij nodig van de grootte 6 F 22 (bij de levering
inbegrepen).
Batterij inzetten: open het batterijvakdeksel aan de
onderkant van het apparaat. Trek de aansluitschoen
iets naar voren en druk de batterij op de aansluitschoen.
Houd u daarbij aan de juiste richting van de polen.
Sluit het batterijvakdeksel weer.
De batterijtoestandsindicator verschijnt op het display als de batterij moet
worden vervangen.
Het apparaat aan- en uitschakelen
Druk op de toets om het apparaat in- en uit te schakelen.
Na 60 seconden zonder invoer schakelt het apparaat automatisch uit.
Verborgen objecten opsporen
Om personen- of zaakschades te vermijden, moet het volgende beslist
worden nageleefd:
LET OP!
• Balkenendraagbalken wordenopregelmatigeafstanden inhet met-
selwerk geplaatst. Bepaal de afstand tussen de balken of draagbalken,
voordat u werkzaamheden aan het muurwerk uitvoert.
• Onregelmatighedenindeafstandenduidenbijvoorbeeldopelektrischelei-
dingen of waterleidingen.
• Afhankelijk van de toestand van de oppervlakken kunnen er meetfouten
optreden.
Bediening