Operation Manual

12 13
Als er voortdurend maar 1 balk wordt weergegeven, betekent dit niet, dat
er een object werd opgespoord.
Alleen als het apparaat volledige balken laat zien en er een continue piep-
toon klinkt, kunt u er zeker van zijn, dat u een object hebt opgespoord.
Als er naast de „AC -modus en de balkweergave nog een bliksem-
symbool verschijnt, is het gevonden object een stroomvoerende
elektrische leiding.
Als u weet, dat op een bepaalde plaats leidingen lopen, maar u deze niet
met het apparaat in de „AC -modus kunt vinden, gebruikt u de modus
„METAL. Elektrische leidingen kunnen door metalen bekledingen wor-
den afgeschermd. Dicht bij elkaar lopende balken en stroomvoerende
elektrische leidingen kunnen het eenduidige opsporen van de afzonder-
lijke objecten belemmeren.
Het apparaat meet in de DEEP „modus“ ook verborgen stijlen, latten en
metaal in wanden tot een diepte van 38 mm. Hier wordt de aanwezig-
heid van stijlen, latten en metaal herkend. Er kan echter geen onderscheid
worden gemaakt tussen hout en metaal.
Verborgen objecten opsporen
Beweeg het apparaat verder in dezelfde richting tot er geen balken meer
op het scherm verschijnen. Dan beweegt. u het apparaat in de tegenge-
stelde richting, om de andere hoek van het voorwerp te markeren. Zet de
markering daar, waar het diagram volledig is opgevuld. (zie afbeeldingen.)
Het gezochte object bevindt zich tussen de beide aangegeven markeringen.
TIP:
Als u metalen objecten zoekt in de „METAL -modus, kan het noodzake-
lijk zijn het zoekproces in een hoek van 90° te herhalen. Parallel aan het
apparaat lopende metalen steunbalken kunnen de sensor in het apparaat
storen.
Verborgen objecten opsporen
Markeer
dit punt