Operation Manual

Robotgrasmaaier NL
84
7.3
Levensduur Van De Batterij
Het hart van de Landroid
®
M is een lithium–ion batterij van 28 volt. Er is geen onderhoud nodig. Voor de juiste opslag van de
batterij zorgt u ervoor dat hij volledig opgeladen is en ligt op een droge plaats tussen 20°C en 60°C.
De levensduur van de batterij van de Landroid
®
M is van diverse factoren afhankelijk zoals:
Hoe lang het maaiseizoen duurt in uw woonplaats
• aantal uren per dag dat de Landroid
®
M maait
• Onderhoud van de batterij bij opslag
Landroid
®
M kan handmatig worden opgeladen zonder de begrenzingskabel.
Om de accu handmatig op te laden zonder aansluiting van de begrenzingskabel op het oplaadstation;
1. Sluit het laadstation aan op een geschikte voedingsbron.
2. Plaats de uitgeschakelde Landroid
®
M handmatig in het laadstation. (Zie afbeelding M1).
3. Het rode lampje van het oplaadstation gaat branden.
4. Terwijl "opladen" op het scherm wordt weergegeven (zie fig. M2) De Landroid
®
M begint te laden.
7.4 Winteropslag
De Landroid
®
M leeft langer en blijft gezonder als u hem een goede winterslaap gunt. Hij is onverwoestbaar, maar hij slaapt
in de winter toch liever in de schuur of in de garage.
Voordat u de Landroid
®
M wegbrengt voor de winterslaap, zorgt u voor het volgende:
• Maak de Landroid
®
M grondig schoon
• Laad de batterij volledig op
• Schakel de Landroid
®
M uit Om de levensduur van de batterij te verlengen,het is aan te bevelen de batterij volledig op te
laden voor de winteropslag. Het grensdraad kan in de grond blijven liggen, maar de uiteinden moeten beschermd worden,
bijvoorbeeld door de uiteinden in te vetten. Blijft het laadstation in de winter buiten, laat de grensdraad dan aangesloten.
OPMERKING: Neemt u de Landroid
®
M na de winterslaap weer in gebruik, zorg er dan voor dat de laad strips (5) en
contactpinnen (3) schoon zijn. Het is aan te bevelen ze schoon te maken met een fijne schuurdoek. Zorg er dan voor dat
datum en tijd juist zijn ingesteld en laat de Landroid
®
M doen wat hij graag doet: gras maaien.
M1
M2