G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.
Inhoudsopgave Pagina Overzicht Roboraptor™ 3 Overzicht afstandsbediening 4 Toelichting over de batterijen 5 Basishandelingen bediening 6 Bediening voor gevorderden 7 Bedrijfsmodus "Vrij laten rondlopen" en "Oppassen" 7 Besturing van de stemmingen van de Roboraptor™ 8 Aanrakingssensoren 9 Akoestische en optische sensoren 10 Obstakels ontlopen 11 De Roboraptor™ begrijpen 11 2
Overzicht Roboraptor™ 3
Overzicht afstandsbediening 4
Toelichting batterijen Benodigde batterijen De Roboraptor werkt op 6 batterijen van het type AA (batterijen worden niet meegeleverd). Plaatsen van de batterijen: 1. Voor het plaatsen of vervangen van de batterijen dient er op gelet te worden dat de aan-/uitschakelaar van de Roboraptor™ in de positie OFF (uit) staat. 2. Verwijder het deksel van het batterijvak met een kruiskopschroevendraaier (wordt niet meegeleverd). 3. Plaats de batterijen, zoals getoond in de afbeelding, in de Roboraptor™. 4.
Basishandelingen voor de bediening Schakel de Roboraptor™ in via de aan-/uitschakelaar (zie pagina 2 "Overzicht Roboraptor™"). De Roboraptor™ kan direct met de toetsen op de afstandsbediening gestuurd worden. Deze handleiding gaat er van uit dat zich de bediener en de Roboraptor™ direct aankijken. • Loopmanier "jagen" • x 2: zolang zich de Roboraptor™ met zijn jachtstappen beweegt, nogmaals op "voorwaarts" drukken, zodat hij Loopmanier "lopen" met zijn normale loopsnelheid verder loopt.
Bediening voor gevorderden Bedrijfsmodus "vrij rondlopen" In de modus "vrij rondlopen" begint de Roboraptor™ zijn omgeving automatisch te onderzoeken, als hij meer dan 3 minuten in rust wordt gelaten. Let op: [Op een tafel niet in de buurt van de rand opstellen, anders zou de Roboraptor™ van de tafel kunnen vallen zodra hij gaat bewegen.] De Roboraptor™ kan ook door gelijktijdig en "Demo/vrij rondlopen" handmatig in indrukken van de toetsen "omschakeltoets" de modus "Demo/vrij rondlopen" gezet worden.
Bediening voor gevorderden Stemming van de Roboraptor™ instellen De Roboraptor™ bezit drie verschillende stemmingsniveaus: jagen, waken en spelen. Om de stemming van de Roboraptor™ te veranderen, moet de omschakeltoets ingedrukt worden. • en de toets "kop naar rechts/stemming jagen" indrukken, om de Roboraptor™ Stemming "jagen": tegelijkertijd de omschakeltoets in jachtstemming te zetten. Dit is de standaardinstelling, die steeds ingesteld is nadat de Roboraptor™ ingeschakeld wordt.
Bediening voor gevorderden Aanrakingssensoren De Roboraptor™ bezit meerdere sensoren waarmee hij zijn omgeving kan observeren en op menselijke interactie te reageren. Staart- aanrakingssensoren: druk op de sensoren op de staart van de Roboraptor™ en let op zijn reactie. Deze verandert zich, afhankelijk van zijn stemming. Kin- aanrakingssensor: druk op de sensor onder de kin van de Roboraptor™ en let op zijn reactie. Deze verandert zich, afhankelijk van zijn stemming.
Bediening voor gevorderden Stereo-geluidssensoren: De Roboraptor™ kan luidde geluiden (bijvoorbeeld handenklappen) rechts, links of direct voor hem herkennen. Hij hoort alleen als hij zich niet beweegt of zelf geen geluiden maakt. Stemming "jagen" Als hij een luid geluid vanaf de zijkant hoort, draait hij de kop en kijkt in de richting van de geluidsbron. Als hij nog een luid geluid van de zijkant hoort, draait hij zijn hele lichaam in de richting van de geluidsbron.
Bediening voor gevorderden Als de IR-sensor op een zijde meer dan drie keer achter elkaar geactiveerd wordt, reageert de Roboraptor™ gefrustreerd en gaat zijn kop afwenden. Hetzelfde gebeurt, wanneer men hem met de kop direct voor een wand laat staan. Obstakels ontwijken: De Roboraptor™ gebruikt zijn optische IR-sensoren, om bij het rondlopen obstakels te ontlopen. Tijdens het lopen kan hij geen bewegingen waarnemen. Daarom zal hij reageren alsof men een obstakel is.