Xerox WorkCentre 3615 Black and White Multifunction Printer Imprimante multifonctions noir et blanc ® ® Xerox WorkCentre 3615 ® ® User Guide Guide d'utilisation Italiano Guida per l’utente Svenska Användarhandbok Čeština Uživatelská příručka Deutsch Benutzerhandbuch Dansk Betjeningsvejledning Polski Przewodnik użytkownika Español Guía del usuario Suomi Käyttöopas Magyar Felhasználói útmutató Português Guia do usuário Norsk Brukerhåndbok Türkçe Kullanıcı Kılavuzu Русский Руководс
© 2013 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van de publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd of verveelvoudigd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoud 1 Veiligheid 9 Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit ........................................................................................................... 10 Algemene richtlijnen ............................................................................................................................................ 10 Netsnoer .............................................................................................................................................................
Inhoud De software installeren ............................................................................................................................................... 38 Vereisten van besturingssysteem ................................................................................................................... 38 De printerdrivers op een Windows-netwerkprinter installeren.............................................................
Inhoud Spiegelbeelden afdrukken ................................................................................................................................. 82 Afdrukken vanaf een USB-stick........................................................................................................................ 82 Speciale opdrachttypen afdrukken ................................................................................................................ 83 met aangepaste papierformaten ..............
Inhoud Documenten plaatsen voor faxen ........................................................................................................................115 Fax vanaf de printer verzenden .............................................................................................................................116 Uitgestelde fax verzenden.......................................................................................................................................
Inhoud Opdrachthistorie wissen ...................................................................................................................................142 Het aanraakscherm aanpassen .....................................................................................................................142 De printer verplaatsen.......................................................................................................................................
Inhoud Afdruksnelheid .....................................................................................................................................................187 Controllerspecificaties ...............................................................................................................................................188 Geheugen.............................................................................................................................................................
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit .............................................................................................................. 10 • Veiligheid bij de bediening ........................................................................................................................................... 12 • Veiligheid bij het onderhoud .........................................................................
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene richtlijnen ....................................................................................................................................................... 10 • Netsnoer ..............................................................................................................................................................................
Veiligheid • • • • • • Controleer of de printer is aangesloten op een stopcontact met de juiste netspanning. Bekijk de elektrische specificaties van de printer eventueel samen met een elektricien. Plaats de printer niet op een plek waar mensen op het netsnoer kunnen gaan staan. Plaats geen voorwerpen op het netsnoer. Verwijder het netsnoer niet of sluit het niet aan terwijl de aan/uit-schakelaar in de stand Aan staat. Vervang het netsnoer als het gerafeld of versleten is.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen. Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer. Richtlijnen voor gebruik • • • • • Verwijder geen papierladen terwijl de printer bezig is met afdrukken.
Veiligheid Printerverbruiksartikelen • • • • • • Gebruik alleen verbruiksartikelen die voor de printer zijn ontwikkeld. Gebruik van niet-geschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en gevaarlijke situaties. Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die zijn aangegeven op, of geleverd bij het product, de opties en de verbruiksartikelen. Bewaar alle verbruiksartikelen in overeenstemming met de instructies op de verpakking of de container.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • 14 Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Gebruik voor het reinigen alleen een droge, niet pluizende doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Printersymbolen Symbool Beschrijving Waarschuwing: Geeft een gevaar aan dat overlijden of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien het niet voorkomen wordt. Let op: Geeft een verplichte actie aan, die genomen moet worden om schade aan het eigendom te voorkomen. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig om lichamelijk letsel te voorkomen. U mag het item niet verbranden. U mag de beeldverwerkingsmodule niet langer dan 10 minuten aan licht blootstellen.
Veiligheid Contactinformatie voor milieu, gezondheid en veiligheid Voor meer informatie over milieu, gezondheid en veiligheid met betrekking tot dit Xerox-product en verbruiksartikelen kunt u contact opnemen met de klantenservice: Verenigde Staten: 1-800 828-6571 Canada: 1-800 828-6571 Europa: +44 1707 353 434 Voor meer informatie over productveiligheid in de Verenigde Staten gaat u naar www.xerox.com/environment. Voor productveiligheidsinformatie in Europa gaat u naar www.xerox.
2 Toepassingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderdelen van de printer............................................................................................................................................ 18 • Energiespaarstand ........................................................................................................................................................... 22 • Informatiepagina's .................................................................
Toepassingen Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanzicht voorzijde............................................................................................................................................................ 18 • Aanzicht achterzijde........................................................................................................................................................ 19 • Interne onderdelen.....................................
Toepassingen Aanzicht achterzijde 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Telefoonaansluiting Faxlijnaansluiting Poort voor draadloze netwerkadapter USB-poort Ethernet-connector Achterdeur Duplexeenheid 8. Transferrol 9. Fuser 10. Controlepaneel 11. Aan/uit-schakelaar 12. Zijdeur links 13. Netsnoeraansluiting Interne onderdelen 1. 2. 3. 4. Papierstop opvangbak Voordeur Smart Kit-afdrukmodule Tonercassette 5. Automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) 6. Documentklep 7.
Toepassingen Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een aanraakscherm en druktoetsen waarmee u de beschikbare functies op de printer kunt beheren. Het bedieningspaneel: • Toont de huidige status van de printer. • Geeft toegang tot afdrukfuncties. • Geeft toegang tot referentiemateriaal. • Geeft toegang tot hulpprogramma's en instellingen. • Geeft toegang tot probleemoplossing en video's. • Geeft aan dat u papier moet plaatsen, verbruiksartikelen moet vervangen en papierstoringen moet verhelpen.
Toepassingen 12. Wissen - wist een numeriek veld of wist het laatste cijfer van een numerieke vermelding. 13. Herkiezen/pauze - het laatst gebruikte faxnummer wordt opgeroepen of er wordt een pauze in faxnummers opgenomen.
Toepassingen Energiespaarstand U kunt instellen hoeveel tijd de printer inactief in de mode Gereed mag staan, voordat de printer overschakelt naar een lager energieniveau. Energiespaarstand afsluiten De printer schakelt de energiespaarstand automatisch uit zodra er gegevens van een aangesloten computer binnenkomen. U schakelt de Energiespaarstand handmatig uit door via het bedieningspaneel op de knop Energiespaarstand te drukken.
Toepassingen Informatiepagina's Uw printer beschikt over een set informatiepagina's die afgedrukt kunnen worden. Er zijn informatiepagina's met configuratie- en fontinformatie, demopagina's enzovoort. Configuratie-overzicht Het configuratie-overzicht bevat informatie over de printer, zoals de standaard printerinstellingen, geïnstalleerde opties, netwerkinstellingen (waaronder het IP-adres) en fontinstellingen.
Toepassingen Administratieve functies CentreWare Internet Services CentreWare Internet Services is de beheer- en configuratiesoftware die op de interne webserver van de printer is geïnstalleerd. Hiermee kunt u de printer via een webbrowser configureren en beheren. CentreWare Internet Services vereist: • Een TCP/IP-verbinding tussen de printer en het netwerk in Windows-, Macintosh-, UNIX- of Linux-omgevingen. • TCP/IP en HTTP ingeschakeld op de printer.
Toepassingen Meer informatie U kunt meer informatie over uw printer verkrijgen uit de volgende bronnen: Bron Locatie Installatiehandleiding Geleverd bij de printer. Andere documentatie voor uw printer www.xerox.com/office/WC3615docs Recommended media list (Lijst met aanbevolen media) Verenigde Staten: www.xerox.com/paper Europese Unie: www.xerox.com/europaper Technische ondersteuningsgegevens voor uw printer, www.xerox.
3 Installatie en instellingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van installatie en instellingen .................................................................................................................. 28 • Een plaats kiezen voor de printer ............................................................................................................................... 29 • De printer aansluiten ....................................................................
Installatie en instellingen Overzicht van installatie en instellingen Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Configureer de eerste instellingen van de printer en installeer vervolgens de driversoftware en hulpprogramma's op uw computer.
Installatie en instellingen Een plaats kiezen voor de printer 1. Kies een stofvrije plaats met temperaturen tussen de 10 en 32°C (50 - 90°F) en een relatieve luchtvochtigheid tussen 15 en 85%. Opmerking: Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan er condensatie optreden in het apparaat, hetgeen direct van invloed is op de beeldoverdracht. 2.
Installatie en instellingen De printer aansluiten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een aansluitmethode selecteren ................................................................................................................................ 30 • Via USB verbinding maken met een computer .................................................................................................... 31 • Aansluiten op een fysiek aangesloten netwerk ............................................
Installatie en instellingen Via USB verbinding maken met een computer Voor het gebruik van USB hebt u Windows XP SP1 en later, Windows Server 2003 en later of Macintosh OS X versie 10.5 en later nodig. De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel: 1. Zorg dat de printer uitstaat. 2. Sluit het B-uiteinde van een standaard A/B USB 2.0-kabel aan op de USB-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in het stopcontact. Zet de printer aan. 4.
Installatie en instellingen Aansluiten op een draadloos netwerk Een WLAN (Wireless Local Area Network) biedt de middelen om twee of meer apparaten in een LAN op elkaar aan te sluiten zonder een fysieke verbinding. De printer kan worden aangesloten op een draadloze LAN waarin een draadloze router of een draadloos toegangspunt is opgenomen.
Installatie en instellingen 4. Om de draadloze netwerkadapter in te schakelen, ontkoppelt u de ethernetkabel van de printer. Opmerking: Er kan slechts één netwerkverbinding actief zijn. Als tijdens het inschakelen een netwerkkabel wordt gedetecteerd, wordt deze ingeschakeld en wordt de netwerkadapter uitgeschakeld. 5. Schakel de printer in. 6. Configureer de Wi-Fi-instellingen in het menu Beheer.
Installatie en instellingen 3. 4. Zoek de plastic ontgrendelingshendel op de draadloze netwerkadapter op. Deze steekt uit de achterzijde van de behuizing. Om de draadloze netwerkadapter te verwijderen, reikt u in de behuizing en duwt u de ontgrendelingshendel naar binnen en dan naar achteren. VOORZICHTIG: Trek de draadloze netwerkadapter niet met kracht naar buiten. Als de hendel juist is ontgrendeld, kan de adapter eenvoudig naar buiten worden getrokken.
Installatie en instellingen Aansluiten op een telefoonlijn 1. 2. 3. 4. Zorg dat de printer uitstaat. Sluit een standaard RJ11-kabel nr. 26 American Wire Gauge (AWG) of groter aan op de lijnpoort aan de achterkant van de printer. Sluit het andere uiteinde van de RJ11-kabel op een werkende telefoonlijn aan. Schakel de faxfuncties in en configureer ze. Zie Faxinstellingen op het bedieningspaneel configureren voor meer informatie.
Installatie en instellingen Netwerkinstellingen configureren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Informatie over TCP/IP- en IP-adressen.................................................................................................................. 36 Informatie over TCP/IP- en IP-adressen Computers en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een ethernetnetwerk.
Installatie en instellingen Scannen inschakelen op de printer Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u scannen naar een FTP-adres, een e-mailadres of een gedeelde map op uw computer. U moet eerst in CentreWare Internet Services scannen instellen. Zie CentreWare Internet Services op pagina 24 voor meer informatie. Als de printer met een USB-kabel is aangesloten, kunt u naar een map op uw computer of naar een toepassing scannen.
Installatie en instellingen De software installeren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Vereisten van besturingssysteem .............................................................................................................................. 38 • De printerdrivers op een Windows-netwerkprinter installeren........................................................................ 38 • De printerdrivers voor een Windows USB-printer installeren ........................................
Installatie en instellingen 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Klik op Volgende om de installatie te starten. Wanneer de installatie is voltooid, selecteert u op het scherm Printerinstellingen invoeren zo nodig de volgende opties: − Deel deze printer met andere computers op het netwerk − Stel deze printer in als standaardapparaat voor afdrukken Klik op Volgende. In het venster Software en documentatie schakelt u het selectievakje uit bij alle opties uit die u niet wilt installeren. Klik op Installeren.
Installatie en instellingen Als u de licentieovereenkomst accepteert, klikt u op Doorgaan en vervolgens op Akkoord. Om de huidige installatielocatie te accepteren, klikt u op Installeren of selecteert u een andere locatie voor de installatiebestanden en klikt u vervolgens op Installeren. 8. Voer uw toegangscode in en klik op OK. 9. Selecteer uw printer in de lijst met gevonden printers en klik vervolgens op Doorgaan. 10. Als uw printer niet in de lijst met gevonden printers verschijnt: a.
Installatie en instellingen Drivers en hulpprogramma's installeren - UNIX en Linux Xerox®Services for UNIX Systems is een tweedelig installatieproces. Het proces vereist de installatie van een coderingspakket voor Xerox® Services for UNIX Systems en een printerondersteuningspakket. Het coderingspakket voor Xerox® Services for UNIX Systems moet eerst geïnstalleerd worden en daarna het printerondersteuningspakket.
Installatie en instellingen Overige drivers De volgende drivers kunnen worden gedownload van www.xerox.com/office/WC3615drivers. • De Xerox® Global Print Driver werkt met elke willekeurige printer op uw netwerk, met inbegrip van printers van andere merken. De printerdriver wordt bij installatie automatisch voor uw individuele printer geconfigureerd. • De Xerox® Mobile Express Driver werkt met elke willekeurige printer die voor uw computer beschikbaar is, mits deze standaard PostScript ondersteunt.
Installatie en instellingen De printer installeren als een apparaat voor webservices Met WSD (apparaten voor webservices) kan een client een extern apparaat en de bijbehorende services via een netwerk detecteren en openen. WSD biedt ondersteuning voor het detecteren, beheren en gebruiken van apparaten. Een WSD-printer installeren via de wizard Apparaat toevoegen: 1. Klik op uw computer op Start en selecteer Apparaten en printers. 2.
4 Papier en ander afdrukmateriaal In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Ondersteund papier ........................................................................................................................................................ 46 • Papier plaatsen ................................................................................................................................................................. 50 • Papier in de handmatige invoer plaatsen................
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteund papier In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanbevolen media........................................................................................................................................................... 46 • Papier bestellen ................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Papier dat de printer kan beschadigen Sommige papiersoorten en ander afdrukmateriaal kunnen de afdrukkwaliteit verminderen, meer papierstoringen veroorzaken of uw printer beschadigen.
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten Laden Papiersoorten Gewichten Alle laden Gewoon Briefhoofd Geperforeerd Ruw oppervlak Gekleurd (60–80 g/m²) Gewoon dik Briefhoofd Geperforeerd Gekleurd (81–105 g/m²) Licht karton (106–163 g/m²) Zw karton (164–216 g/m²) Etiketten Alleen handmatige invoer Envelop Ondersteunde standaard papierformaten Lade Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten Alle laden A4 (210 x 297 mm, 8,3 x 11,7 inch).
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde standaard papierformaten voor automatisch 2-zijdig afdrukken Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten A4 (210 x 297 mm, 8,3 x 11,7 inch) B5 (176 x 250 mm, 6,9 x 9,8 inch) A5 (148 x 210 mm, 5,8 x 8,3 inch) Legal (216 x 356 mm, 8,5 x 14 inch) Oficio (216 x 343 mm, 8,5 x 13,5 inch) Folio (216 x 330 mm, 8,5 x 13 inch) Letter (216 x 279 mm, 8,5 x 11 inch) Executive (184 x 267 mm, 7,25 x 10,5 inch) Ondersteunde aangepaste papierformaten Handm
Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papier in de handmatige invoer plaatsen............................................................................................................... 50 • Papier van kleine formaten in de handmatige invoer plaatsen ..................................................................... 53 • Lade 1-4 configureren voor de papierlengte ......................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Plaats het papier in de lade. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerkant. − Plaats voor 1-zijdig afdrukken briefhoofdpapier of voorbedrukt papier met de beeldzijde omhoog en met de bovenrand naar voren in de printer. Opmerking: Met de modus Briefhoofd dubbelzijdig kunt u papier voor enkelzijdig afdrukken in dezelfde richting plaatsen als voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Briefhoofd dubbelzijdig inschakelen op pagina 78 voor meer informatie.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. Pas de papierbreedtegeleiders aan, zodat ze de randen van het papier net raken. 6. 7. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. Als u de instellingen via het bedieningspaneel van de printer wilt opgeven, schakelt u het selectievakje uit bij Driverinstellingen gebruiken voor afdrukopdracht. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b.
Papier en ander afdrukmateriaal Papier van kleine formaten in de handmatige invoer plaatsen Het is gemakkelijker om papier in de handmatige invoer te plaatsen als deze uit de printer is verwijderd. 1. Open de handmatige invoer. 2. Trek de lade recht uit de printer om de handmatige invoer uit de printer te verwijderen. 3. Als de handmatige invoer al papier bevat, verwijdert u al het papier van een ander formaat of een andere soort. Breng dan de papierklep omhoog.
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. 5. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind. Opmerking: Haal het papier pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. Zo worden papierstoringen voorkomen en loopt het papier niet vast. 6. Plaats het papier in de lade.
Papier en ander afdrukmateriaal 8. Stel de papierklep zo af dat deze de randen van het papier net raakt. 9. Schuif de lade terug in de printer. 10. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. 11. Als u de instellingen via het bedieningspaneel van de printer wilt opgeven, schakelt u het selectievakje uit bij Driverinstellingen gebruiken voor afdrukopdracht. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b.
Papier en ander afdrukmateriaal Lade 1-4 configureren voor de papierlengte U kunt de lengte van lade 1 en 2 aanpassen aan papier van het formaat A4/Letter en Legal. Bij de lengte-instelling Legal steken de laden uit aan de voorzijde van de printer. Zo past u de invoereenheden van 550 vel in lade 1-4 aan de papierlengte aan: 1. Verwijder al het papier uit de lade. 2. Om de lade uit de printer te verwijderen, trekt u de lade naar buiten totdat deze niet verder kan.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. 6. Houd om de lade te verkorten voor korter papier de achterzijde van de lade met één hand vast. Met de andere hand drukt u aan de voorzijde van de lade op de ontgrendelingshendel en duwt u de uiteinden naar binnen totdat ze vastklikken. Plaats papier in de lade en schuif deze dan weer de printer in. Zie voor meer informatie Papier in lade 1-4 plaatsen op pagina 57. Papier plaatsen in lade 1–4 1.
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind. 5. Plaats het papier met de beeldzijde omhoog in de lade. − Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerkant.
Papier en ander afdrukmateriaal 8. Duw de lade helemaal naar binnen. Opmerkingen: • Als de lade niet helemaal naar binnen kan worden geschoven, controleer dan of de papierliftplaat aan de achterzijde van de lade is vergrendeld. • Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 9. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. 10.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. Herhaal de stappen om de prioriteit voor de overige laden in te stellen. Opmerking: Steeds als er een prioriteit aan een lade is toegewezen gaat u automatisch naar de volgende prioriteit in het menu. Als er geen laden meer zijn om daar en prioriteit aan toe te wijzen, gaat het menu terug naar Ladeprioriteit. Zo stelt u de lademodus in: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2.
Papier en ander afdrukmateriaal Papier in de handmatige invoer plaatsen 1. Open de handmatige invoer. Als de handmatige invoer al papier bevat, verwijdert u al het papier van een ander formaat of een andere soort. 2. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. 3. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind.
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Plaats het papier in de lade. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerkant. − Plaats voor 1-zijdig afdrukken briefhoofdpapier of voorbedrukt papier met de beeldzijde omhoog en met de bovenrand naar voren in de printer. Opmerking: Met de modus Briefhoofd dubbelzijdig kunt u papier voor enkelzijdig afdrukken in dezelfde richting plaatsen als voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Briefhoofd dubbelzijdig inschakelen op pagina 78 voor meer informatie.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. Pas de papierbreedtegeleiders aan, zodat ze de randen van het papier net raken. 6. 7. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. Als u de instellingen via het bedieningspaneel van de printer wilt opgeven, schakelt u het selectievakje uit bij Driverinstellingen gebruiken voor afdrukopdracht. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b.
Papier en ander afdrukmateriaal Op speciaal papier afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Enveloppen ......................................................................................................................................................................... 64 • Etiketten ..............................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen 1. Open de handmatige invoer. 2. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. Opmerking: Als u enveloppen niet meteen in de handmatige invoer plaatst nadat ze uit de verpakking zijn gehaald, kunnen ze opbollen. Maak ze eerst weer plat, om papierstoringen te voorkomen.
Papier en ander afdrukmateriaal 3. Selecteer een optie voor het plaatsen van enveloppen: − Voor enveloppen nr. 10 plaatst u de enveloppen met de korte zijde eerst in de printer, kleppen omlaag en met de kleppen naar rechts. − Voor C5-enveloppen voert u een van de volgende handelingen uit: • Plaats enveloppen met de te bedrukken zijde omhoog, klep open en omlaag en met de onderzijde van de envelop eerst in de printer.
Papier en ander afdrukmateriaal • Plaats enveloppen met de korte zijde eerst in de printer, klep omlaag en met de klep naar rechts. • Plaats enveloppen met de te bedrukken zijde omhoog, klep open en omlaag en met de onderzijde van de envelop eerst in de printer. • Plaats de enveloppen met de te bedrukken zijde naar boven gericht, de kleppen gesloten en omlaag; de kleppen gaan het eerst de printer in. Opmerking: Om enveloppen op de juiste wijze te bedrukken, plaatst u de enveloppen met de klep open.
Papier en ander afdrukmateriaal Etiketten U kunt etiketten vanuit iedere lade bedrukken. Richtlijnen voor afdrukken op etiketten • • • • • • • • • • Gebruik etiketten die voor laserprinters bedoeld zijn. Gebruik geen vinyletiketten. Voer een etiketvel slechts eenmaal in de printer in. Gebruik geen etiketten met een droog kleefmiddel. Druk slechts op één zijde van een vel met etiketten af. Gebruik alleen volle vellen met etiketten. Bewaar niet-gebruikte etiketten liggend in de originele verpakking.
Papier en ander afdrukmateriaal • • • Plaats alleen de hoeveelheid glanzend karton die u van plan bent te gebruiken. Laat geen glanzend karton in de lade liggen als u klaar bent met afdrukken. Plaats ongebruikt karton terug in de oorspronkelijke verpakking en verzegel de verpakking. Draai de stapel vellen regelmatig om. Als glanzend karton erg lang is opgeslagen onder extreme omstandigheden, kan het gaan omkrullen en vastlopen in de printer.
Bezig met afdrukken 5 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken - overzicht ...................................................................................................................................................... 72 • Afdrukopties selecteren ................................................................................................................................................. 73 • Afdrukfuncties ...........................................................
Bezig met afdrukken Afdrukken - overzicht Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Zorg dat de juiste printerdriversoftware op uw computer is geïnstalleerd. Zie voor meer informatie De software installeren op pagina 38. 1. Selecteer de juiste papierlade. 2. Plaats papier in de juiste lade. 3.
Bezig met afdrukken Afdrukopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Help in de printerdriver .................................................................................................................................................. 73 • Afdrukopties in Windows .............................................................................................................................................. 73 • Afdrukopties in Macintosh..................................
Bezig met afdrukken Standaard afdrukopties selecteren: 1. Ga naar de lijst met printers op uw computer: − Voor Windows XP SP2 of hoger: klik op Start > Instellingen > Printers en faxapparaten. − Voor Windows Vista: klik op Start > Bedieningspaneel > Hardware en geluiden > Printers. − Voor Windows Server 2003 en hoger: klik op Start > Instellingen > Printers. − Voor Windows 7: klik op Start > Apparaten en printers. − Voor Windows 8: klik op Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Bezig met afdrukken 5. 6. Als u de set opties wilt opslaan in de lijst Opgeslagen instellingen, typt u een naam voor de set afdrukopties en klikt u vervolgens op OK. Als u deze opties wilt gebruiken bij het afdrukken, selecteert u de naam in de lijst. Afdrukopties in Macintosh Afdrukopties voor Macintosh selecteren Als u specifieke afdrukopties wilt gebruiken, wijzigt u de instellingen voordat u de opdracht naar de printer verzendt. 1. Open het document in uw applicatie en klik op Bestand > Afdrukken. 2.
Bezig met afdrukken Afdrukfuncties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Op beide zijden van het papier afdrukken.............................................................................................................. 76 • Richting ................................................................................................................................................................................ 78 • Papieropties voor afdrukken selecteren ...............................
Bezig met afdrukken Opmaakopties voor 2-zijdige pagina U kunt de pagina-opmaak voor 2-zijdig afdrukken opgeven, waarmee wordt bepaald hoe de afgedrukte pagina's worden omgedraaid. Deze instellingen onderdrukken de instellingen voor paginarichting in de applicatie. Als u een optie voor 2-zijdig afdrukken wilt selecteren, gaat u naar het tabblad Pagina-opmaak en gebruikt u de pijltoets linksonder in het voorbeeldvenster. Pagina-opmaak bevindt zich op het tabblad Documentopties.
Bezig met afdrukken Richting De standaardrichting selecteren: 1. Klik in de printerdriver op het tabblad Documentopties op het tabblad Richting. 2. Selecteer een optie: − Portret - in deze papierrichting worden de tekst en beelden langs de korte zijde van het papier afgedrukt. 3. − Landschap richt het papier zodanig dat de tekst en beelden langs de lange zijde van het papier worden afgedrukt.
Bezig met afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken Wanneer u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel papier afdrukken. Druk 1, 2, 4, 6, 9 of 16 pagina's per zijde af door Pagina's per vel te selecteren op het tabblad Pagina-opmaak. Pagina-opmaak bevindt zich op het tabblad Documentopties. Katernen afdrukken Met 2-zijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een klein katern afdrukken.
Bezig met afdrukken Afdrukkwaliteit Afdrukkwaliteitmodes: • Afdrukkwaliteitsmode Standaard: 600 x 600 dpi • Afdrukkwaliteitsmode Geavanceerd: 1200 x 1200 dpi Lichtheid Met Lichtheid kunt u de algemene lichtheid of donkerheid van de tekst en afbeeldingen in uw afgedrukte opdracht aanpassen. 1. Als u de lichtheid wilt aanpassen, verplaatst u de schuifbalk op het tabblad Beeldopties naar rechts of links om de kleuren in uw afdrukopdracht respectievelijk lichter of donkerder te maken. 2.
Bezig met afdrukken Watermerken afdrukken Een watermerk is speciale tekst die op een of meer pagina's kan worden afgedrukt. U kunt bijvoorbeeld het woord Kopie, Concept of Vertrouwelijk als watermerk toevoegen, in plaats van het woord met een stempel op het document af te drukken voordat u het verspreidt. Een watermerk afdrukken: 1. Klik in de printerdriver op het tabblad Documentopties. 2. Klik op het tabblad Watermerken. 3. Selecteer het watermerk in het menu Watermerk.
Bezig met afdrukken Schalen Met Schalen kunt u het oorspronkelijke document verkleinen of vergroten, zodat het op het geselecteerde afdrukpapierformaat past. In Windows bevinden de schaalopties zich in de printerdriver, op het tabblad Afdrukopties in het veld Papier. Om schaalopties te openen, klikt u op de pijl rechts van het veld Papier en selecteert u Ander papierformaat > Geavanceerd papierformaat. • Automatisch aanpassen Schaalt het document zodat het past op het geselecteerde afdrukformaat.
Bezig met afdrukken 5. 6. Voer het aantal afdrukken met behulp van de aantaltoetsen in. Druk op de groene toets Start. Speciale opdrachttypen afdrukken Met speciale opdrachttypen kunt u een afdrukopdracht vanaf uw computer verzenden en deze vervolgens via het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Selecteer speciale opdrachttypen in de printerdriver, tabblad Afdrukopties onder Opdrachttype.
Bezig met afdrukken met aangepaste papierformaten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aangepaste papierformaten opgeven..................................................................................................................... 84 • Aangepaste papierformaten maken en opslaan ................................................................................................. 84 • Afdrukken op papier van aangepast formaat...........................................................
Bezig met afdrukken 5. 6. 7. Voer de hoogte en breedte van het nieuwe aangepaste formaat in. Klik op de pijl rechts van het veld Niet-bedrukbaar gedeelte en selecteer de printer in de lijst. Of stel de boven-, onder-, rechter- en linkerkantlijn in voor Door gebruiker gedefinieerde kantlijnen. Druk op OK om de instellingen op te slaan.
6 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Kopieën maken ................................................................................................................................................................. 88 • Kopieeropties aanpassen ..............................................................................................................................................
Kopiëren Kopieën maken 1. 2. Als u de vorige kopieerinstellingen op het bedieningspaneel wilt wissen, drukt u op de toets Alles wissen. Plaats uw originelen. − Gebruik de glasplaat voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet via de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) kunnen worden ingevoerd.
Kopiëren Richtlijnen voor de glasplaat De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Kopiëren • • 90 Plaats alleen papier in de dubbelzijdige AOD wanneer de inkt op het papier helemaal droog is. Plaats geen papier boven de maximale vullijn.
Kopiëren Kopieeropties aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Basisinstellingen ............................................................................................................................................................... 92 • Instellingen afdrukkwaliteit ......................................................................................................................................... 93 • Uitvoeraanpassingen ...........................................
Kopiëren Basisinstellingen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een papierlade selecteren ............................................................................................................................................. 92 • Afbeelding lichter of donkerder maken ................................................................................................................... 92 • 2-zijdig kopiëren instellen .................................................................
Kopiëren Instellingen afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Het documenttype van het origineel specificeren............................................................................................... 93 • Scherpte aanpassen ........................................................................................................................................................ 93 • Automatische achtergrondonderdrukking ...................................................
Kopiëren Uitvoeraanpassingen Kopieën in sets afleveren U kunt kopieeropdrachten die uit meerdere pagina's bestaan automatisch in sets afgeleverd laten worden. Wanneer u bijvoorbeeld drie 1-zijdige sets kopieën maakt van een-document van zes pagina's, worden de kopieën in onderstaande volgorde afgedrukt:1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6 Kopieën in stapels worden in de onderstaande volgorde afgedrukt: 1, 1, 1, 2, 2, 2, 3, 3, 3, 4, 4, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 6 Setoptie selecteren: 1.
Kopiëren Meerdere pagina's per zijde afdrukken Meerdere pagina's per zijde afdrukken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op Kopiëren. 3. Druk op het tabblad Aflevering. 4. Druk op Pagina's per zijde. 5. Selecteer een van de volgende: − Uit kopieert een origineelbeeld op een zijde van een pagina. Dit is de standaardinstelling. − Auto kopieert twee originele pagina's, verkleint de beelden en drukt ze op één zijde van een pagina af.
Bezig met scannen 7 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Originelen plaatsen om te scannen .......................................................................................................................... 98 • Scannen naar een USB-stick ......................................................................................................................................100 • Scannen naar een map op een Windows-computer die via USB is aangesloten ............................
Bezig met scannen Originelen plaatsen om te scannen Plaats het originele document zoals aangegeven. Glasplaat Til de klep van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) op en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. Automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) Plaats originelen met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van de pagina als eerste de invoer in. Stel de papiergeleiders zo af dat ze net de originelen raken.
Bezig met scannen Richtlijnen voor dubbelzijdige AOD De dubbelzijdige AOD is geschikt voor de volgende originelen: • Breedte: 139,7–215,9 mm (5,5–8,5 inch) • Lengte: 139,7–355,6 mm (5,5–14 inch) • Gewicht: − 1-zijdige documenten: 50–125 g/m² − 2-zijdige documenten: 60–125 g/m² Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u originelen in de dubbelzijdige AOD plaatst: • Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven, waarbij de bovenkant van het document als eerste het systeem wordt ingevoerd.
Bezig met scannen Scannen naar een USB-stick U kunt een document scannen en het gescande bestand opslaan op een USB-stick. De functie Scannen naar USB produceert scans met de bestandsindelingen .jpg, .pdf en .tiff. Opmerking: Voordat u op de scantoets drukt of de USB-Flashdrive insteekt, drukt u op de toets Energiespaarstand en wacht u even totdat het indicatielampje voor de Energiespaarstand uit is. Scannen naar een USB-stick: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. 2.
Bezig met scannen Scannen naar een map op een Windows-computer die via USB is aangesloten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Klik op Start > Alle programma's > Xerox Office Printing. Selecteer uw computer uit de lijst en dubbelklik op Express Scan Manager. Klik op OK om de map van het standaardbestemmingspad te accepteren. Klik op Bladeren om naar een andere map te navigeren. Klik op OK. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. Selecteer Scannen naar op het bedieningspaneel van de printer.
Bezig met scannen Scannen naar een map op een Macintosh-computer die via USB is aangesloten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 102 Navigeer naar Applicaties > Xerox. Selecteer uw computer uit de lijst en dubbelklik op Express Scan Manager. Klik op OK om de map van het standaardbestemmingspad te accepteren. Klik op Bladeren om naar een andere map te navigeren. Klik op OK. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. Selecteer Scannen naar op het bedieningspaneel van de printer. Druk op PC.
Bezig met scannen Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een map op een Windows-computer delen .........................................................................................................103 • Een map delen met Macintosh OS X versie 10.5 of hoger .............................................................................104 • Een map toevoegen als adresboekvermelding met CentreWare Internet Services ....................
Bezig met scannen Een map delen met Macintosh OS X versie 10.5 of hoger Klik in het menu Apple op Systeemvoorkeuren. Selecteer Delen in het menu Internet & Draadloos. Selecteer Bestanden delen in het menu Service. Klik onder Gedeelde mappen op het plus-pictogram (+). Blader naar de map die u op het netwerk wilt delen en klik dan op Toevoegen. Als u toegangsrechten voor uw map wilt wijzigen, selecteer deze dan. De groepen worden actief.
Bezig met scannen Een map toevoegen als adresboekvermelding met behulp van de Adresboek-editor 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Selecteer Start > Alle programma's > Xerox Office Printing > WorkCentre 3615 Adresboek-bewerker op uw computer. Klik in het linkerdeelvenster onder Adresboek op Server. Voer bij Naam de naam in van het gedeelde bestand op uw computer. Selecteer Computer (SMB) bij Servertype. Klik op Computer-instellingen wizard. Klik in het venster Computer-mapinstellingen op Bladeren.
Bezig met scannen Scannen naar een e-mailadres Voordat u naar een e-mailadres scant, moet u de printer configureren met de e-mailserverinformatie. Zie de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor uw printermodel voor meer informatie: Een beeld scannen en naar een e-mailadres verzenden: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. 2. Selecteer Printer op het bedieningspaneel. 3.
Bezig met scannen Scannen naar WSD (Web Services on Devices) Met WSD (Web Services on Devices) wordt uw computer met de printer verbonden. Gebruik WSD voor toegang tot gescande beelden op uw computer. Opmerking: Zie De printer installeren als een apparaat voor webservices. Scannen naar WSD: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. 2. Selecteer Scannen naar op het bedieningspaneel van de printer. 3. Selecteer WSD. 4. Selecteer het computeradres om een bestemming te selecteren. 5.
Bezig met scannen Beelden scannen naar een applicatie op een computer die via USB is aangesloten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Beelden in naar een applicatie importeren ..........................................................................................................108 • Een beeld scannen met Windows XP ......................................................................................................................
Bezig met scannen 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. Als u een voorbeeld van het document wilt bekijken of een deel van het te scannen document wilt selecteren, kiest u Voorbeeld. De printer scant een voorbeeld van het beeld. Als u een deel van het document wilt scannen, klikt u op de hoekpunten en sleept u ze naar een andere positie om het formaat van het frame te veranderen. Klik op Volgende. Typ een naam voor deze groep foto's. Selecteer een bestandsindeling.
Bezig met scannen Scaninstellingen aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De afdrukkleur instellen ...............................................................................................................................................110 • Scanresolutie instellen..................................................................................................................................................110 • 2-zijdig scannen selecteren ..............................
Bezig met scannen 2-zijdig scannen selecteren Met 2-zijdig scannen worden beide pagina's van het originele beeld gescand. 2-zijdig scannen instellen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op Scannen naar en selecteer een optie. 3. Druk op 2-zijdig scannen onder het tabblad Scannen naar PC. 4. Druk op 2-zijdig. 5. Om het beeld op zijde 2 180 graden te roteren, drukt u op Zijde 2 roteren. 6. Selecteer OK. Het bestandsformaat instellen 1. 2. 3. 4. 5.
Bezig met scannen Het oorspronkelijke formaat specificeren 1. 2. 3. 4. 5. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. Druk op Scannen naar en selecteer een optie. Druk op het tabblad Opties. Druk op Origineelformaat en selecteer vervolgens een documentformaat. Selecteer OK. Randen wissen U kunt de randen van uw scans wissen door de te wissen hoeveelheid aan de rechter-, linker-, bovenen onderrand op te geven. Randen wissen gebruiken: 1.
8 Faxen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer configureren voor faxen .........................................................................................................................114 • Documenten plaatsen voor faxen ...........................................................................................................................115 • Fax vanaf de printer verzenden ........................................................................................
Faxen De printer configureren voor faxen Voordat u de fax gaat gebruiken, moet u de faxinstellingen configureren, zodat de instellingen compatibel zijn met uw lokale verbinding en regelgeving. De faxinstellingen bestaan onder meer uit optionele functies die u kunt gebruiken om de printer voor faxen te configureren. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC3615docs.
Faxen Documenten plaatsen voor faxen Plaats het originele document zoals aangegeven. Glasplaat Til de klep van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) op en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. Automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) Plaats originelen met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van de pagina als eerste de invoer in. Stel de papiergeleiders zo af dat ze net de originelen raken.
Faxen Fax vanaf de printer verzenden 1. 2. 3. 4. 5. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. Druk op Fax. Pas de faxinstellingen zo nodig aan. − Om de helderheid aan te passen, drukt u op Lichter/donkerder en maakt u de nodige aanpassingen. Maak lichte originelen zoals potloodtekeningen donkerder en maak donkere beelden zoals halftoonbeelden uit kranten of tijdschriften lichter. − Om de scanresolutie in te stellen, drukt u op Resolutie en selecteert u een optie.
Faxen Uitgestelde fax verzenden Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. Druk op Fax. Voeg faxontvangers toe en selecteer zo nodig faxinstellingen. Druk op Opties. Druk op Uitgesteld verzenden. Raak Aan aan. Druk op Uren of Minuten en voer met behulp van de aantaltoetsen het aantal uren of minuten in dat de printer moet wachten met het verzenden van de fax. 8. Selecteer OK. 9. Druk op Fax. 10. Druk op de groene toets Start.
Faxen Een voorblad met een fax verzenden U kunt een voorblad met uw fax mee verzenden. Op het voorblad staan ontvangersgegevens uit het faxadresboek en verzendergegevens uit de instelling Faxlijn Bedrijfsnaam. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC3615docs. 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op Fax. 3. Voeg faxontvangers toe en selecteer zo nodig faxinstellingen.
Faxen Fax vanaf uw computer verzenden In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een fax met Windows-toepassingen verzenden ................................................................................................119 • Een fax met Macintosh-applicaties verzenden ...................................................................................................120 U kunt een fax naar de printer verzenden vanuit een toepassing op uw computer.
Faxen Een fax met Macintosh-applicaties verzenden Met behulp van de faxdriver kunt u uit vele Macintosh-applicaties een fax sturen. Zie De software installeren op pagina 38 om de faxdriver te installeren. 1. Open de afdrukinstellingen in uw softwareapplicatie. Voor de meeste softwareapplicaties drukt u op CMD+P. 2. Selecteer uw LAN-faxprinter in de lijst. 3. Voor toegang tot de faxdriverinstellingen selecteert u Faxinstelling. De titel van de toets kan variëren afhankelijk van de applicatie. 4.
Faxen Een beveiligde fax afdrukken Wanneer de optie Veilige ontvangst is ingeschakeld, moet u een wachtwoord invoeren voordat er faxen kunnen worden afgedrukt. Opmerking: Voordat u een beveiligde fax kunt ontvangen, moet u eerst Paneelvergrendeling en Beveiligde fax inschakelen. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC3615docs. 1. 2. 3. 4. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus.
Faxen Een extern faxapparaat pollen Met Fax pollen kan de printer een fax ophalen die is opgeslagen op een ander faxapparaat dat het pollen van faxen ondersteunt. Een fax ophalen bij een ander faxapparaat: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies. 2. Druk op Fax. 3. Druk op Opties. 4. Druk op Ontvangst pollen. 5. Raak Aan aan. 6. Selecteer OK. 7. Druk op Fax. 8. Voer het faxnummer in van het faxapparaat dat u wilt pollen. 9. Druk op de groene toets Start.
Faxen Handmatig verzenden, ontvangen of pollen met OpHaak Met OpHaak kunt u tijdelijk faxen handmatig verzenden, ontvangen of pollen. Met OpHaak wordt ook de luidspreker van het faxmodem tijdelijk ingeschakeld, zodat u de geluiden van de faxverzending kunt horen. Deze functie komt van pas als u een internationaal nummer belt of als u een telefoonsysteem gebruikt waarbij u op een bepaald audiogeluid moet wachten. Handmatig verzenden, ontvangen of pollen met OpHaak 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Faxen Het faxadresboek bewerken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Contactpersonen aan het faxadresboek toevoegen of bewerken in CentreWare Internet Services ..............................................................................................................................................................................................124 • Groepen aan het faxadresboek toevoegen of bewerken in CentreWare Internet Services ..............
Faxen Contactpersonen aan het faxadresboek toevoegen of bewerken op het bedieningspaneel 1. 2. 3. 4. 5. 6. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. Druk op Hulpprogramma's > Beheerinstell. > Faxadresboek > Personen. U kunt een contactpersoon toevoegen door op de vermelding van een ongebruikte contactpersoon te drukken en daarna op Bewerken. U kunt de gegevens van een contactpersoon bewerken door op de vermelding van een contactpersoon te drukken en daarna op Bewerken.
9 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer reinigen .........................................................................................................................................................128 • Verbruiksartikelen bestellen .......................................................................................................................................132 • De printer beheren.....................................................................
Onderhoud De printer reinigen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen............................................................................................................................128 • De buitenzijde reinigen ................................................................................................................................................129 • De scanner reinigen......................................................................
Onderhoud De buitenzijde reinigen Reinig de buitenkant van de printer een keer per maand. • Veeg de papierlade, de opvangbak, het bedieningspaneel en andere onderdelen schoon met een vochtige, zachte doek. • Veeg de onderdelen na het reinigen af met een droge, zachte doek. • Voor hardnekkige vlekken brengt u een klein beetje niet-agressief schoonmaakmiddel op de doek aan en veegt u de vlek weg. VOORZICHTIG: Spuit geen schoonmaakmiddel rechtstreeks op de printer.
Onderhoud 5. Veeg het oppervlak van de glasplaat grondig schoon en droog. Opmerking: Gebruik voor de beste resultaten Xerox glasreiniger om vlekken en strepen te verwijderen. 6. Veeg de witte onderkant van de documentklep grondig schoon en droog. 7. 8. Sluit de documentklep. Open de bovenklep van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO). 9.
Onderhoud De invoerrollen op de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) reinigen 1. Open de bovenklep van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO). 2. Veeg de invoerrollen en het vertragingsvlak schoon met een droge, zachte, niet-pluizende doek of een papieren doekje. Opmerking: Als er toner of afval op de invoerrollen van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) en het vertragingsvlak zit, kunnen er vlekken op de documenten voorkomen.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Verbruiksartikelen ..........................................................................................................................................................132 • Artikelen voor routineonderhoud .............................................................................................................................132 • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld?......................
Onderhoud Bestel verbruiksartikelen bij het Xerox Welcome Center of ga naar www.xerox.com/office/WC3615verbruiksartikelen. VOORZICHTIG: Het gebruik van verbruiksartikelen die niet afkomstig zijn van Xerox wordt afgeraden.
Onderhoud Tonercassettes In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen............................................................................................................................134 • Tonercassette vervangen ............................................................................................................................................
Onderhoud Tonercassette vervangen Wanneer een tonercassette bijna leeg is, verschijnt er een desbetreffend bericht op het bedieningspaneel. Wanneer een tonercassette leeg is, stopt de printer en verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel. Plaats alleen nieuwe cassettes in uw printer. Als u een gebruikte toner plaatst, wordt de hoeveelheid resterende toner mogelijk onjuist aangegeven. Opmerking: Bij iedere tonercassette worden installatie-instructies geleverd.
Onderhoud De printer beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aantal pagina's controleren ......................................................................................................................................136 • Papiersoort aanpassen.................................................................................................................................................137 • De transfereenheid aanpassen ......................................................
Onderhoud Tellerstanden bekijken 1. 2. 3. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. Druk op Tellerstanden. Als u de tellerstanden hebt bekeken, drukt u op X om het venster te sluiten of drukt u op de toets Startpagina Functies om terug te keren naar het startmenu Functies. Papiersoort aanpassen Gebruik Papiersoort aanpassen om voor de papierdikte in een papiersoort te compenseren. Als het afgedrukte beeld te licht is, verhoogt u de dikte voor het papier dat u gebruikt.
Onderhoud 4. 5. Selecteer Fuser bijstellen. Druk op de vermelding van het papier dat moet worden bijgesteld, op (-) of (+) en daarna op OK. De densiteit aanpassen Met de functie Densiteit aanpassen regelt u hoeveel toner er voor het afdrukken wordt gebruikt. U kunt de densiteit aanpassen naar lichter om toner te besparen, en naar zwaarder om uw afdrukken beter zichtbaar (vet) te maken. Met een positieve aanpassing worden de afdrukken donkerder, en met een negatieve aanpassing worden de afdrukken lichter.
Onderhoud 4. 5. 6. Druk op Ontwikkelaar reinigen. Druk op Start. Het proces verloopt automatisch en kan drie minuten duren. Op de printer wordt een bericht weergegeven en hierna verschijnt het scherm Startpagina Functies. De transfereenheid reinigen Met de functie Transfereenheid reinigen kunt u de motoren starten die de bias-transferrol reinigen. U kunt deze functie gebruiken wanneer u toner ziet op de achterkant van afgedrukte pagina's. De transfereenheid reinigen: 1.
Onderhoud 4. 5. 6. Selecteer NVM initialiseren en selecteer een optie. Selecteer Initialiseren. Selecteer Ja, initialiseren. Op de printer wordt een bericht weergegeven en hierna verschijnt het scherm Startpagina Functies. De afdrukkenteller initialiseren Met de functie Afdrukkenteller initialiseren wordt de afdrukkenteller op nul gezet. De afdrukkenteller initialiseren: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell. 3.
Onderhoud 5. 6. Selecteer Opnieuw instellen. Selecteer Ja, opnieuw instellen. Op de printer wordt een bericht weergegeven en hierna verschijnt het scherm Startpagina Functies. Opslag wissen Met de functie Opslag wissen worden alle gegevens die op de RAM-schijf of in het optionele apparaatgeheugen zijn opgeslagen, gewist inclusief alle bestanden die zijn opgeslagen als beveiligde afdrukken of opgeslagen opdrachten. Opslag wissen: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer.
Onderhoud 4. 5. Selecteer Hoogte instellen. Druk op de waarde van de hoogte van de printerlocatie en daarna op OK. Elektrostatisch geheugen verminderen Met de functie Elektrostatisch geheugen verminderen wordt het verschijnen van strepen aan de randen van afdrukken teruggedrongen. Elektrostatisch geheugen verminderen inschakelen: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell. 3. Selecteer Serviceprogramma's. 4.
Onderhoud Het aanraakscherm aanpassen: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell. 3. Selecteer Serviceprogramma's. 4. Selecteer Aanraakscherm instellen. 5. Lees de instructies en selecteer vervolgens OK. 6. Raak elk kruis aan zoals aangegeven op het scherm. Opmerking: Om de aanpassing zo nauwkeurig mogelijk te maken, gebruikt u een stylus om het midden van elk kruis aan te raken. 7. 8. Selecteer OK.
Onderhoud 4. Verwijder het papier uit de papierlade. Bewaar het papier in de verpakking, uit de buurt van vochtigheid en vuil. 5. Pak bij het optillen van de printer de aangegeven delen vast. Opmerkingen: • • Houd de printer bij het verplaatsen niet schuiner dan 10 graden naar voren, achteren, links of rechts. Als de printer meer dan 10 graden wordt gekanteld, kan toner worden gemorst.
Problemen oplossen 10 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene problemen oplossen ................................................................................................................................146 • Papierstoringen...............................................................................................................................................................151 • Help-informatie.....................................................................
Problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Printer gaat niet aan.....................................................................................................................................................146 • De printer stelt zichzelf vaak opnieuw in of schakelt vaak uit.......................................................................147 • Printer drukt niet af ....................................................................
Problemen oplossen De printer stelt zichzelf vaak opnieuw in of schakelt vaak uit Mogelijke oorzaken Oplossingen Het netsnoer is niet goed op het stopcontact aangesloten. Schakel de printer uit, controleer of het netsnoer goed op de printer en het stopcontact is aangesloten en schakel de printer weer in. Er doet zich een systeemfout voor. Schakel de printer uit en vervolgens weer in. Druk de Foutengeschiedenis van de Informatiepagina's in het Hulpprogramma Printerinstellingen af.
Problemen oplossen Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer is bezig. • Als het indicatielampje Gereed knippert, is dat normaal. Het probleem wordt mogelijk veroorzaakt door een eerdere afdruktaak. Gebruik de printereigenschappen om alle afdrukopdrachten uit de afdrukwachtrij te verwijderen. • Plaats het papier in de lade. • Als het indicatielampje Gereed niet knippert nadat u een afdrukopdracht hebt verzonden, controleert u de Ethernetverbinding tussen de printer en de computer.
Problemen oplossen Document wordt uit de verkeerde lade afgedrukt Mogelijke oorzaken Oplossingen De ladeselectie in de applicatie en de printerdriver zijn met elkaar conflict. 1. Controleer de lade die in de printerdriver is geselecteerd. 2. Ga naar de pagina-instellingen of printerinstellingen van de applicatie waaruit u afdrukt. 3. Stel de papierbron in op de lade die in de printerdriver is geselecteerd of stel de papierbron in op Auto-selectie.
Problemen oplossen Er is condensatie opgetreden in de printer Vocht kan binnen in de printer condenseren als de luchtvochtigheid boven de 85% is of als een koude printer een warme ruimte wordt gezet. Condensatie kan ook optreden in een printer als deze in een koude ruimte staat die snel wordt verwarmd. Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer staat in een koude ruimte. • Laat de printer enkele uren op kamertemperatuur komen voordat u deze gaat gebruiken.
Problemen oplossen Papierstoringen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen opzoeken ..........................................................................................................................................151 • Papierstoringen minimaliseren .................................................................................................................................152 • Papierstoringen oplossen ..........................................................
Problemen oplossen Papierstoringen minimaliseren De printer is ontwikkeld om te functioneren met minimale papierstoringen wanneer papier wordt gebruikt dat door Xerox wordt ondersteund. Andere papiersoorten kunnen storingen veroorzaken. Als ondersteund papier veelvuldig in hetzelfde gebied vastloopt, maak dat gebied van de papierbaan dan schoon. Papierstoringen kunnen worden veroorzaakt door: • Het selecteren van de verkeerde papiersoort in de printerdriver. • Het gebruik van beschadigd papier.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen in de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) oplossen .....153 • Vastgelopen papier uit de handmatige invoer verwijderen ..........................................................................154 • Papierstoringen oplossen in de zone Lade 1........................................................................................................
Problemen oplossen 5. Plaats het document terug in de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) en stelt de geleiders vervolgens tegen de randen van het papier af. Vastgelopen papier uit de handmatige invoer verwijderen Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Verwijder alle papier uit de handmatige invoer. 2.
Problemen oplossen 3. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan. 4. Om de lade te verwijderen tilt u de voorzijde van de lade iets op en trekt u de lade uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier. 6. Als u de vergrendelingsschakelaar opnieuw wilt instellen en het bericht over de papierstoring wilt verwijderen, moet u de achterdeur openen en sluiten.
Problemen oplossen 7. Plaats lade 1 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 8. Plaats de handmatige invoer terug in de printer Duw de lade helemaal naar binnen. 9. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen in de zone Lade 1 Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan. 2. Pak beide zijden van de handmatige invoer beet en trek de lade voor handmatige invoer recht uit de printer. 3. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan.
Problemen oplossen 4. Om de lade te verwijderen tilt u de voorzijde van de lade iets op en trekt u de lade uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier. 6. Als u de vergrendelingsschakelaar opnieuw wilt instellen en het bericht over de papierstoring wilt verwijderen, moet u de achterdeur openen en sluiten. 7. Plaats lade 1 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen.
Problemen oplossen 8. Plaats de handmatige invoer terug in de printer Duw de lade helemaal naar binnen. 9. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b. Druk op Soort en selecteer een optie voor de papiersoort. c. Selecteer OK.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen in de zone Lade 2 Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Trek lade 2 naar buiten totdat de lade stopt. 2. Om de lade te verwijderen tilt u de voorzijde van de lade iets op en trekt u de lade uit de printer. 3. Verwijder vastgelopen papier aan de voorzijde van de printer.
Problemen oplossen 4. Open de deur van lade 2 aan de achterzijde van de printer en verwijder het vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 5. Als u de vergrendelingsschakelaar opnieuw wilt instellen en het bericht over de papierstoring wilt verwijderen, moet u de achterdeur openen en sluiten. 6. Plaats lade 2 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 7.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen in de fuserzone Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Open de achterdeur door de ontgrendelingshendel omlaag te trekken en het paneel te laten zakken. 2. Als het papier in de fusermodule is vastgelopen, breng dan beide groene hendels omhoog om de fusermodule te openen. 3. Open de papiergeleider door de groene hendel omhoog te brengen.
Problemen oplossen 4. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 5. Sluit de papiergeleider op de fusermodule. 6. Laat de hendels in hun oorspronkelijke stand zakken.
Problemen oplossen 7. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 8. Sluit de achterdeur.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Meerdere vellen bij elkaar naar binnen getrokken ............................................................................................165 • Verkeerd ingevoerd papier .........................................................................................................................................165 • Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen ................................................
Problemen oplossen Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen Mogelijke oorzaken Oplossingen Het vel met etiketten ligt met de verkeerde zijde omhoog in de lade. • Plaats etiketvellen in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. • Plaats etiketten met de beeldzijde omhoog in de lade. Zie voor meer informatie Etiketten in lade 1-4 plaatsen op pagina 57 of Etiketten in handmatige invoer plaatsen op pagina 65.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Afdrukkwaliteit regelen................................................................................................................................................167 • Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen .......................................................................................................168 Uw printer is ontworpen om altijd afdrukken van hoge kwaliteit te produceren.
Problemen oplossen • • • Zorg dat de papiersoort die in uw printerdriver wordt geselecteerd, overeenkomt met de papiersoort waarop u wilt afdrukken. Als hetzelfde papier in meer dan een lade is geplaatst, moet u zorgen dat de correcte lade in de printerdriver is geselecteerd. Bewaar het papier en ander afdrukmateriaal op de juiste wijze voor optimale afdrukkwaliteit. Zie Richtlijnen voor papieropslag op pagina 47 voor meer informatie.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Toner vlekt of afdruk veegt. Er zitten vlekken op de achterzijde van de afdrukken. • Wijzig de instellingen voor papiersoort in de printerdriver. Wijzig bijvoorbeeld Normaal in Licht karton. Wijzig de instelling Papiersoort in Voorkeursinstellingen voor afdrukken van de printerdriver of op het tabblad Papier/aflevering. • Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen. Zo niet, wijzig dan de papierinstellingen. • Pas de fuser aan.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Beeldschaduwen op de afdrukken. • Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen. Zo niet, wijzig dan de papierinstellingen. • Wijzig de instellingen voor papiersoort in de printerdriver. Wijzig de instelling Papiersoort in Voorkeursinstellingen voor afdrukken van de printerdriver of op het tabblad Papier/aflevering. • Vervang de Smart Kit-afdrukmodule. • Pas de fuser aan. Zie De fuser aanpassen op pagina 137 voor meer informatie.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Enveloppen kreukelen of vouwen bij het afdrukken. Controleer of de vouw zich dichter dan 30 mm (1,2 inch) bij de vier randen van de envelop bevindt. • Zo ja, dan wordt de envelop afgedrukt zoals verwacht. Uw printer is niet defect. • Zo niet, ga dan als volgt te werk: De enveloppen moeten juist in de handmatige invoer worden geplaatst. Zie voor meer informatie Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen op pagina 65.
Problemen oplossen Problemen bij kopiëren en scannen Als de kopieer- of scankwaliteit slecht is, raadpleegt u de volgende tabel. Symptomen Oplossingen Lijnen en strepen alleen op kopieën die via de Er ligt vuil op de glasplaat. Bij het scannen komt het papier uit de AOD worden gemaakt. AOD langs het vuil en zo ontstaan lijnen en strepen. Maak alle oppervlakten van glas schoon met een niet pluizende doek. Vlekken op kopieën die via de glasplaat zijn gemaakt. Er ligt vuil op de glasplaat.
Problemen oplossen Problemen bij faxen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Problemen bij het verzenden van faxen ................................................................................................................173 • Problemen bij het ontvangen van faxen ...............................................................................................................
Problemen oplossen Problemen bij het ontvangen van faxen Symptomen Oorzaken Oplossingen Er staat niets op de ontvangen fax. Mogelijk is er een probleem met de telefoonverbinding of met het faxapparaat van de afzender. Controleer of er op de printer goede kopieën kunnen worden gemaakt. Als dit het geval is, vraagt u de afzender de fax opnieuw te verzenden. De afzender heeft de pagina's verkeerd Neem contact op met de afzender. geplaatst.
Problemen oplossen Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel ........................................................................................................................175 • Geïntegreerde hulpprogramma's voor het oplossen van problemen gebruiken ...................................176 • Online Support Assistant (Online Support-assistent) .......................................................................................
Problemen oplossen Opdrachtstatus op het bedieningspaneel bekijken Huidige of opgeslagen opdrachten op het bedieningspaneel bekijken: 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus. In het bovenste deel van het scherm wordt een lijst met huidige opdrachten weergegeven. 2. Om een lijst met beveiligde afdrukopdrachten te bekijken, drukt u op Beveiligde opdrachten. 3. Om een lijst met ontvangen beveiligde faxopdrachten te bekijken, drukt u op Beveiligde faxontvangst.
Problemen oplossen Online Support Assistant (Online Support-assistent) De Online Support Assistant (Online Support-assistent) (Online Support-assistent) is een kennisdatabase die instructies en hulp biedt bij het oplossen van printerproblemen. U vindt hier oplossingen voor problemen met de afdrukkwaliteit, papierstoringen, software-installatie en nog veel meer. Als u toegang wilt krijgen tot de Online Support Assistant (Online Support-assistent) (Online Support-assistent), gaat u naar www.xerox.
A Specificaties In deze bijlage vindt u informatie over: • Printerconfiguraties en -opties ..................................................................................................................................180 • Fysieke specificaties ......................................................................................................................................................182 • Omgevingsspecificaties ..................................................................................
Specificaties Printerconfiguraties en -opties Verkrijgbare configuratie WorkCentre 3615DN: Netwerkprinter met functies voor kopiëren, automatisch 2-zijdig afdrukken, scannen en faxen en USB- of netwerk-connectiviteit.
Specificaties Toepassing Xerox® WorkCentre® 3615 multifunctionele zwart-wit printer Ondersteunde scanmogelijkheden • • • • • • E-mailadresboek • Maximaal 100 e-mailadressen • Maximaal 10 e-mailgroepen • Maximaal 10 adressen per e-mailgroep Bedieningspaneel 4,3 inch LCD-aanraakscherm en navigatie via toetsenbord Connectiviteit • • • • Externe toegang CentreWare Internet Services Scannen naar SMB Scannen naar FTP Scannen naar e-mail Scannen naar USB Scannen naar computer (USB) WSD-scan Universel
Specificaties Fysieke specificaties Gewichten en afmetingen WorkCentre 3615DN WorkCentre 3615DN met optionele invoereenheid van 550 vel Breedte 49,5 cm (19,5 inch) 49,5 cm (19,5 inch) Diepte 49,2 cm (19,4 inch) 49,2 cm (19,4 inch) Hoogte 55,1 cm (21,7 cm) 64,6 cm (25,4 inch) Gewicht 21,5 kg (47,4 lb.) 21,5 kg (47,4 lb.
Specificaties Totale ruimtevereisten WorkCentre 3615DN WorkCentre 3615DN met optionele invoereenheid van 550 vel Breedte 99,5 cm (39,2 inch) 99,5 cm (39,2 inch) Diepte 149,2 cm (58,7 inch) 149,2 cm (58,7 inch) Hoogte 87,4 cm (34,3 inch) 96,9 cm (38,1 inch) Ruimtevereisten Xerox® WorkCentre® 3615 multifunctionele zwart-wit printer ® ® Xerox WorkCentre 3615 multifunctionele zwart-wit printer Handleiding voor de gebruiker 183
Specificaties Ruimtevereisten met de optionele invoereenheid van 550 vel Xerox® WorkCentre® 3615 multifunctionele zwart-wit printer 184 ® ® Xerox WorkCentre 3615 multifunctionele zwart-wit printer Handleiding voor de gebruiker
Specificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur • • Optimale temperatuur: 10–32°C (50–90°F) Optimale temperatuur: 15–28°C (59–82°F) Relatieve luchtvochtigheid • • Minimum–maximum luchtvochtigheidsbereik: 10–85% Optimaal luchtvochtigheidsbereik: 20–70% relatieve luchtvochtigheid bij 28°C (82°F) Opmerking: In extreme omgevingsomstandigheden, zoals 10°C en 85% relatieve luchtvochtigheid, kunnen defecten optreden wegens condensatie.
Specificaties Elektrische specificaties Stroomvoorziening en spanningsfrequentie Stroomvoorziening Spanningsfrequentie 100–127 V wisselstroom +/-10%, (90–140 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz 220–240 V wisselstroom +/-10%, (198–264 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz Stroomverbruik • • • Energiespaarstand (slaapstand): 4W Gereed, met fusermodule ingeschakeld: 59W Continu afdrukken: 698W Deze printer verbruikt geen stroom wanneer de aan/uit-schakelaar is uitgezet, ook al is de
Specificaties Prestatiespecificaties Toepassing Specificaties Opwarmtijd printer Inschakelen: In 19,9 seconden Wekken uit slaapstand: binnen 9 seconden. Opmerking: Warmdraaitijd gebaseerd op een omgevingstemperatuur van 20ºC (68°F) bij een relatieve luchtvochtigheid van 60%. Afdruksnelheid Maximumafdruksnelheden voor 1-zijdig continu afdrukken zijn 47 ppm voor Letter (8,5 x 11 inch) en 45 ppm voor A4 (210 x 297 mm).
Specificaties Controllerspecificaties Geheugen Geheugen Xerox® WorkCentre® 3615 multifunctionele zwart-wit printer Standaardgeheugen 1.024 MB RAM Apparaatgeheugen Apparaatgeheugen 4 GB (optioneel) Flash-geheugen 64 MB ROM EEPROM 64 KB EPROM Faxgeheugen 4 MB RAM SRAM 128 KB Interfaces Universele seriële bus (USB 2.0) Ethernet 10/100/1000Base-TX Adapter voor draadloos netwerk die voldoet aan IEEE802.
B Informatie over regelgeving In deze bijlage vindt u informatie over: • Basisregelgeving.............................................................................................................................................................190 • Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten ..................................................................194 • Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten........................................................................
Informatie over regelgeving Basisregelgeving Xerox heeft deze printer getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door deze printer worden veroorzaakt of worden ontvangen, in een normale kantooromgeving te beperken. FCC-regels in de Verenigde Staten Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse B conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Om te voldoen aan de regels van de Europese Unie, moet gebruik worden gemaakt van afgeschermde interfacekabels. Een ondertekende kopie van de conformiteitsverklaring voor deze printer kan bij Xerox worden aangevraagd.
Informatie over regelgeving Stroomverbruik en activeringstijd De hoeveelheid elektriciteit die een product verbruikt, is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt. Dit product is zodanig ontworpen en geconfigureerd dat u uw elektriciteitskosten kunt verlagen. Na de laatste afdruk wordt overgeschakeld op de modus Gereed In deze mode kan er zo nodig meteen weer worden afgedrukt. Als het product enige tijd niet is gebruikt, schakelt het apparaat over op een energiebesparingsmode.
Informatie over regelgeving Informatie betreffende de regelgeving voor de adapter voor een draadloos netwerk van 2,4 GHz Dit product bevat een radiotransmittermodule voor een draadloos LAN van 2,4 GHz die voldoet aan de vereisten die worden gespecificeerd in FCC deel 15, Industry Canada RSS-210 en de Richtlijn 99/5/EG van de Europese Raad.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf. 1. Obligaties of effecten van de Amerikaanse overheid, zoals: − Schuldcertificaten. − Nationale bankbiljetten. − Dividendbewijs van schuldbrieven.
Informatie over regelgeving 5. 6. 7. 8. 9. Paspoorten. Buitenlandse paspoorten mogen worden gefotografeerd. Immigratiedocumenten. Registratiekaarten dienstplicht. Documenten m.b.t. selectieve dienstinlijving die een van de volgende gegevens van de ingeschreven persoon bevat: − Inkomsten. − Strafblad. − Lichamelijke of geestelijke aandoening. − Afhankelijkheidsstatus. − Eerder vervulde dienstplicht. − Uitzondering: Amerikaanse ontslagbrieven uit militaire dienst mogen worden gefotografeerd.
Informatie over regelgeving • • Documenten, bestanden en gegevens die bij de overheid worden bewaard en waar alleen door overheidsmedewerkers gecertificeerde kopieën van kunnen worden gemaakt, waarbij de kopie valselijk als een gecertificeerde kopie wordt gebruikt. Auteursrechtelijk materiaal of handelsmerken van elke willekeurige soort zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht of het handelsmerk.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht
Informatie over regelgeving Als u de juiste service wilt bestellen bij het plaatselijke telefoonbedrijf, dient u mogelijk ook de onderstaande codes te vermelden: • Facility Interface Code (FIC) = 02LS2 • Service Order Code (SOC) = 9.0Y VOORZICHTIG: Vraag bij uw plaatselijk telefoonbedrijf na welke soort modulaire telefoonaansluiting op uw lijn is geïnstalleerd. Als dit apparaat op een niet-toegestane aansluiting wordt aangesloten, kan de apparatuur van het telefoonbedrijf beschadigd raken.
Informatie over regelgeving Ter bescherming van de gebruiker moet ervoor worden gezorgd dat de printer goed is geaard. De elektrische randaarde van de stroomvoorziening, de telefoonlijnen en interne metalen waterleidingssystemen moeten, indien aanwezig, met elkaar zijn doorverbonden. Deze voorzorgsmaatregel is met name in landelijke gebieden van cruciaal belang. WAARSCHUWING: Probeer niet dergelijke verbindingen zelf aan te sluiten.
Informatie over regelgeving Nieuw-Zeeland 1. 2. 3. 4. 5. 6. Met een Telepermit voor terminalapparatuur wordt uitsluitend aangegeven dat Telecom accepteert dat het apparaat voldoet aan de minimale voorwaarden voor aansluiting op het Telecom-netwerk. Een Telepermit duidt op generlei wijze op een goedkeuring van het product door Telecom, geeft geen enkele garantie en er wordt bovendien niet geïmpliceerd dat het product compatibel is met alle netwerkdiensten van Telecom met een Telepermit.
Informatie over regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de printer gaat u naar: • Noord-Amerika: www.xerox.com/msds • Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Recycling en weggooien C In deze bijlage vindt u informatie over: • Alle landen ........................................................................................................................................................................204 • Noord-Amerika ................................................................................................................................................................205 • Europese Unie ..............................................................
Recycling en weggooien Alle landen Als u verantwoordelijk bent voor het wegdoen van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat de printer lood, kwik, perchloraat en andere stoffen kan bevatten die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden afgevoerd. De aanwezigheid van deze stoffen is volledig in overeenstemming met de algemene voorschriften die van toepassing waren op het moment dat het product op de markt werd gebracht.
Recycling en weggooien Noord-Amerika Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox vertegenwoordiger (1-800-ASK-XEROX) om na te gaan of dit Xerox-product in het programma is opgenomen. Ga voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox naar www.xerox.com/environment of neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over recycling en afvalverwerking.
Recycling en weggooien Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparatuur is aangebracht, betekent dit dat de apparatuur niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de bruikbaarheidsduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijk afval worden weggegooid.
Recycling en weggooien Inzamelen en weggooien van apparatuur en batterijen Deze symbolen op de producten en/of begeleidende documentatie betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet bij algemeen huishoudelijk afval weggegooid mogen worden. Voor een juiste behandeling, herwinning en recycling van oude producten en gebruikte batterijen brengt u deze naar de juiste inzamelingspunten, in overeenstemming met nationale regelgeving en richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Recycling en weggooien Andere landen Neem voor informatie en richtlijnen contact op met de plaatselijke autoriteiten op het gebied van afvalverwerking.