Operation Manual

4 Faxen
96
2. Geef met de pijltoetsen een percentage aan of selecteer een vooringestelde toets.
3. Selecteer [Opslaan].
Proportioneel %
• Tekstvak - Hiermee kunt u het gewenste verkleinings-/vergrotingspercentage met
de schuiftoetsen bepalen. U kunt de waarde ook invoeren door het tekstvak aan te
raken en de cijfertoetsen op het bedieningspaneel te gebruiken. De waarde kan
worden ingesteld tussen 25-400% in stappen van 1%.
• 100% - Scant in hetzelfde formaat als het originele document.
• Auto % - Verkleint/vergroot automatisch het documentbeeld nadat het op originele
grootte is gescand, zodat het op het geselecteerde papierformaat op het externe
apparaat past.
OPMERKING: De optie [Auto %] is niet beschikbaar voor serverfax.
• Voorinstellingen - Hiermee kunt u een vergrotings-/verkleiningspercentage uit
zeven vooringestelde percentages kiezen. De voorinstellingen worden door de
systeembeheerder ingesteld.
Afdrukformaat invoeren
Hiermee kunt u een afdrukformaat uit een lijst met standaardpapierformaten
selecteren.
OPMERKING: De toetsen [Proportioneel %] en [Afdrukformaat invoeren] verschijnen
niet bij Faxen of Internetfax. De opties voor [Proportioneel %] zijn echter wel
beschikbaar.
Faxopties - Faxen
In dit deel wordt beschreven hoe u de opties voor faxverzendingen kunt aangeven.
Voor informatie over de beschikbare toepassingen kunt u de volgende informatie
raadplegen:
Bevestigingsopties – pagina 97
Startsnelheid – pagina 97
Prioriteit verzenden/Start uitstellen – pagina 97
Kopregeltekst verzenden – pagina 99
Ontvanger drukt sets af – pagina 99
X-op-1 – pagina 100
Externe mailbox – pagina 100
F-code – pagina 101
1. Zorg ervoor dat de faxfunctie is ingeschakeld.
2. Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
3. Selecteer [Faxen] op het
aanraakscherm.