Operation Manual

10 Woordenlijst
164
Achtergrondonderdrukking Deze toepassing voorkomt de reproductie van ongewenste
achtergrondvariaties die het gevolg zijn van originelen met
een gekleurde achtergrond of die zijn afgedrukt op erg dun
papier waarbij ook de achterkant te zien is.
Activiteitenoverzicht Een overzicht dat informatie bevat over verzonden en
ontvangen faxopdrachten.
Adresboek Een lijst met faxnummers, e-mailadressen en
bestandsoverdrachtbestemmingen die op het apparaat is
opgeslagen en gemakkelijk kan worden geraadpleegd.
Afdrukbaar gebied Het gebied op het papier waarop kan worden afgedrukt.
Afdrukmodule Een module die door de klant kan worden vervangen en die
een interne drum bevat. Een afdrukbeeld wordt op de drum
gevormd, voordat dit op het papier wordt overgebracht.
Afdrukpaginabuffer Locatie waar afdrukgegevens worden verwerkt en
opgeslagen.
AOD Een eenheid die automatisch 1- of 2-zijdige documenten
vanuit de invoerlade van elkaar scheidt en in de scanner
voert.
ASCII Een afkorting van 'American Standard Code for Information
Interchange'. Een codering waarmee numerieke waarden aan
letters, getallen, leestekens en bepaalde andere tekens
worden toegewezen.
Auditron Een volgsysteem dat in het apparaat is ingebouwd. U kunt
Auditron gebruiken om het totale gebruik van apparaat, het
gebruik per persoon en het gebruik per toepassing bij te
houden.
Auto-centreren Een beeldoptie die wordt gebruikt om het beeld naar het
midden van de afdruk te verplaatsen.
Auto-ontvangen Een faxmode waarin het apparaat faxen automatisch
ontvangt.
Auto-wissen Het apparaat schakelt over op stand-by indien er gedurende
een bepaalde tijd geen activiteit is.
B4 364 × 257 mm papier
B5 257 × 182 mm papier
Beeldrotatie Een beeldoptie waarbij het beeld automatisch 90 graden
wordt gedraaid om op hetzelfde papierformaat te passen,
maar dan met de tegenovergestelde richting.
Beeldverbetering Een beeldoptie die de overgang tussen zwart en wit verbetert,
waarbij ruwe randen worden verminderd en het resultaat een
hogere resolutie lijkt te hebben.
Bestandsserver Een computer met een harde schijf die groot genoeg is om
bestanden op te slaan en te delen. Dankzij de bestandsserver
kunnen verschillende gebruikers gelijktijdig van hetzelfde
bestand gebruikmaken.
BOOTP Een afkorting van 'Bootstrap Protocol'. Dit is een protocol dat
door een netwerkknooppunt wordt gebruikt om het IP-adres
van de ethernetinterfaces te bepalen, zodat een computer via
een netwerk vanaf een server kan worden gestart.