Operation Manual

2 Productoverzicht
36
Slaapstand
Het apparaat schakelt automatisch over van de modus Laag stroomverbruik op de
slaapstand als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt. In de slaapstand verbruikt
het apparaat minder stroom dan tijdens de modus Laag stroomverbruik. In deze stand
wordt het aanraakscherm uitgeschakeld en gaat het <energiebesparingslampje>
branden. De slaapstand wordt opgeheven wanneer de toets <Energiespaarstand>
wordt ingedrukt of wanneer er een fax- of afdrukopdracht door het apparaat wordt
ontvangen. De standaardfabrieksinstelling van 5 minuten kan door de klant tussen 2
en 60 minuten worden ingesteld, en moet groter zijn dan de waarde voor de modus
Laag stroomverbruik. De aangegeven tijd voor het inschakelen van de slaapstand
begint op het moment waarop de modus Laag stroomverbruik wordt ingeschakeld.
OPMERKING: Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System
Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie over het wijzigen van de
standaardinstellingen.
Modes
Met de volgende toetsen kunt u de schermen openen waarin u toepassingen kunt
selecteren, de status van opdrachten kunt bekijken en informatie over het apparaat
kunt opvragen.
Alle functies
Toepassingen
Opdrachtstatus
Apparaatstatus
OPMERKING: Deze toetsen reageren niet wanneer het apparaat in de mode
Systeembeheer staat.
Alle functies
Met deze toets heeft u toegang tot alle functies op het apparaat.
OPMERKING: De opstelling van de pictogrammen voor de functies op het scherm
kan door de systeembeheerder worden gewijzigd.
1. Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
Toets
<Toepassingen>
Toets
<Opdrachtstatus>
Toets <Apparaatstatus>
Toets <Alle
functies>