Xerox WorkCentre 6505 Multifunction Printer Xerox WorkCentre 6505 ® ® User Guide Guide d'utilisation Italiano Guida per l’utente Svenska Användarhandbok Magyar Felhasználói útmutató Deutsch Benutzerhandbuch Dansk Betjeningsvejledning Русский Руководство пользователя Español Guía del usuario Čeština Uživatelská příručka Türkçe Kullanım Kılavuzu Português Guia do usuário Polski Przewodnik użytkownika Ελληνικά Εγχειρίδιο χρήστη Nederlands Gebruikershandleiding
© 2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag in geen enkele vorm worden gereproduceerd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoud 1 Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid van de laser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Netsnoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud De printer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een methode kiezen voor het aansluiten van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluiten op een netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluiten met een USB-kabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Papiersoorten en papierformaten instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 De papiersoort instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Het papierformaat instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Afdrukopties selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud 6 Scannen Documenten plaatsen voor scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Scannen via een USB-aansluiting naar een map op een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121 Scannen naar een USB-stick. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud 8 De menu's van het bedieningspaneel Overzicht van de menu's op het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156 Systeemmenu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 Systeemmenu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 Gegevenspagina's .
Inhoud Kleurregistratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211 Automatische kleurregistratie instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211 Een eenmalige aanpassing van automatische kleurregistratie uitvoeren. . . . . . . . . . . . . . . . 211 De kleurregistratie handmatig aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit op pagina 10 • Veiligheid bij de bediening op pagina 12 • Veiligheid bij het onderhoud op pagina 14 • Symbolen op de printer op pagina 15 De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer.
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene richtlijnen op pagina 10 • Veiligheid van de laser op pagina 10 • Netsnoer op pagina 11 Algemene richtlijnen WAARSCHUWING: Duw geen voorwerpen (inclusief paperclips of nietjes) in sleuven en openingen van de printer. Aanraking van een punt dat onder spanning staat of kortsluiting van een onderdeel kan brand of een elektrische schok als gevolg hebben.
Veiligheid Netsnoer • • • • • Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd. Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een geaard stopcontact. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn bevestigd. Vraag een elektricien om het stopcontact na te kijken als u niet weet of het een geaard stopcontact is. Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Richtlijnen voor gebruik op pagina 12 • Informatie over ozon op pagina 12 • Printerlocatie op pagina 12 • Verbruiksartikelen van de printer op pagina 13 Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen.
Veiligheid • • • Plaats de printer niet op een plek waar deze direct aan de koude luchtstroom van een airconditioningsysteem wordt blootgesteld. Plaats de printer niet in een ruimte die gevoelig is voor trillingen. Gebruik de printer voor optimale prestaties niet in gebieden boven 3100 meter (10.170 voet) hoogte. Verbruiksartikelen van de printer • • Gebruik de verbruiksartikelen die voor deze printer zijn ontworpen.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Reinig de printer alleen met een droge, pluisvrije doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox®-recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Symbolen op de printer Op de printer vindt u de volgende veiligheidssymbolen. Symbool Beschrijving Waarschuwing of Voorzichtig: Het negeren van deze waarschuwing kan ernstig letsel of zelfs overlijden tot gevolg hebben. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit schade aan bezittingen veroorzaken of ernstig letsel tot gevolg hebben. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig zodat u lichamelijk letsel kunt voorkomen. Stel het item niet bloot aan zonlicht.
Veiligheid 16 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
2 Functies In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderdelen van de printer op pagina 18 • Configuraties en opties op pagina 21 • Energiespaarstand op pagina 23 • Gegevenspagina's op pagina 24 • CentreWare Internet Services op pagina 26 • Meer informatie op pagina 27 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 17
Functies Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Vooraanzicht op pagina 18 • Achteraanzicht op pagina 19 • Binnenaanzicht op pagina 19 • Bedieningspaneel op pagina 20 Vooraanzicht 7 6 5 8 4 9 10 3 2 1 wc6505_003 1. 2. 3. 4. 5. Lade 1 (invoerlade voor 250 vel) Sleuf voor handmatige invoer Voorklep Ontgrendelingsknop voorklep Bedieningspaneel 18 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 6. 7.
Functies Achteraanzicht 2 3 4 5 6 1 7 wc6505_004 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Stekker ADF-klep USB-poort Geheugensleufdeur Netwerkaansluiting Lijn uit (naar telefoon) Lijn in (vanaf muuraansluiting) Binnenaanzicht 5 4 3 2 1 1. 2. 3. Knop om voorklep te open Overdrachteenheid Beeldeenheid 6 4. 5. 6.
Functies Bedieningspaneel 2 3 4 56 7 8 9 10 11 12 13 1 20 19 18 17 16 15 14 wc6505_006 Sneltoets-toetsenbord: hiermee worden snelkiesnummers gekozen. 2. Toetsen Kopiëren, Scannen, Afdrukken en Faxen: druk erop om de bijbehorende menu's op het scherm weer te geven. 3. Scherm: op dit scherm worden statusberichten, menu's en tonerniveaus weergegeven. 4. Pijl-toetsen: omhoog, omlaag, vooruit en achteruit door de menu's bladeren. 5. Taakstatus: druk op deze knop om de actieve taakstatus te bekijken.
Functies Configuraties en opties In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Configuraties op pagina 21 • Standaardfuncties op pagina 21 • Extra mogelijkheden op pagina 21 • Optionele functies op pagina 22 Configuraties De WorkCentre 6505-printer is leverbaar in twee configuraties: • WorkCentre 6505N: met alle standaardfuncties. • WorkCentre 6505DN: met alle standaardfuncties, plus een duplexeenheid.
Functies • • • • • Sorteren: met deze optie kunnen taken in het geheugen worden opgeslagen, zodat meerdere exemplaren in een normale paginavolgorde kunnen worden afgedrukt: 123, 123, 123, 123, in plaats van 1111, 2222, 3333. Beveiligde afdruk: bewaart gegevens in het geheugen. U moet een wachtwoord op het bedieningspaneel invoeren om het document te kunnen afdrukken.
Functies Energiespaarstand In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • De timer van de energiespaarstand instellen op pagina 23 • Energiespaarstand afsluiten op pagina 23 • Energiespaarstand starten op pagina 23 De printer is uitgerust met een energiespaarstand om het energieverbruik te beperken wanneer de printer gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Wanneer er binnen de energiebesparingstijd geen afdrukgegevens worden ontvangen, gaat de printer over op de energiespaarstand.
Functies Gegevenspagina's In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Menuschema op pagina 24 • Configuratiepagina op pagina 24 • Opstartpagina op pagina 25 Uw printer wordt geleverd met een serie gegevenspagina's om u te helpen de prestaties van de printer bij te houden en problemen op te lossen. U kunt de gegevenspagina's openen vanuit het bedieningspaneel van de printer. In de volgende onderwerpen worden de meest gebruikte informatiepagina's besproken.
Functies Opstartpagina De opstartpagina is een beknopte versie van de configuratiepagina zonder de details van de instellingen. Gebruik de informatie op deze pagina als hulp bij het configureren van de netwerkinstellingen van uw printer en om paginatellingen te bekijken. Opmerking: Standaard wordt de opstartpagina telkens als de printer wordt ingeschakeld, automatisch afgedrukt. U kunt deze functie uitschakelen via het menu Systeeminstellingen dat u in de instellingen van het Beheermenu kunt vinden.
Functies CentreWare Internet Services CentreWare Internet Services is de beheer- en configuratiesoftware die op de interne webserver van de printer is geïnstalleerd. Hiermee kunt u de printer vanaf een webbrowser organiseren, configureren, bewaken en beheren. CentreWare Internet Services biedt u toegang tot de printerstatus, configuratie- en beveiligingsinstellingen, diagnostische functies en meer.
Functies Meer informatie Via de volgende koppelingen vindt u meer informatie over uw printer en de mogelijkheden van uw printer. Informatie Bron Installation Guide Geleverd bij de printer. Handleiding voor snel gebruik Geleverd bij de printer. Zelfstudievideo's www.xerox.com/office/WC6505docs Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) Europa: www.xerox.com/europaper Noord-Amerika: www.xerox.com/paper Online Support Assistant (Online Support-assistent) www.xerox.
Functies 28 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
3 Installatie en instellingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van installatie en instellingen op pagina 30 • Een plaats kiezen voor de printer op pagina 31 • De printer aansluiten op pagina 32 • Netwerkinstellingen configureren op pagina 34 • De datum en de tijd instellen op pagina 39 • De software installeren op pagina 40 • Andere stuurprogramma's installeren op pagina 46 • Hulpprogramma's voor Windows installeren op pagina 47 • Optionele functies inschakelen op pagi
Installatie en instellingen Overzicht van installatie en instellingen Voordat u de printer gaat gebruiken, moet het volgende in orde zijn: 1. Zorg dat de printer goed is geplaatst op de juiste plek. Zie Een plaats kiezen voor de printer op pagina 31 voor meer informatie. 2. Selecteer een aansluitmethode. Zie Een methode kiezen voor het aansluiten van de printer op pagina 32 voor meer informatie. 3. Zorg dat de printer goed is aangesloten. Zie De printer aansluiten op pagina 32 voor meer informatie. 4.
Installatie en instellingen Een plaats kiezen voor de printer 1. Kies een stofvrije plaats met temperaturen tussen de 10 en 32 °C (50 - 90 °F) en een relatieve luchtvochtigheid tussen 15 en 85%. Opmerking: Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan er condensatie optreden in het apparaat, hetgeen direct van invloed is op de beeldoverdracht. 2. 3.
Installatie en instellingen De printer aansluiten In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Een methode kiezen voor het aansluiten van de printer op pagina 32 • Aansluiten op een netwerk op pagina 32 • Aansluiten met een USB-kabel op pagina 33 • Aansluiten op een telefoonlijn op pagina 33 Een methode kiezen voor het aansluiten van de printer De printer kan op uw computer worden aangesloten met een USB-kabel of een ethernetkabel.
Installatie en instellingen 3. 4. Bevestig het netsnoer en steek de stekker in het stopcontact. Zet de printer aan. Zie Netsnoer op pagina 11 voor meer informatie over de veiligheid van de printer. U kunt het IP-adres van de printer instellen of automatisch over het netwerk laten herkennen. Zie Het IP-adres van de printer toewijzen op pagina 34 voor meer informatie. Aansluiten met een USB-kabel Voor het gebruik van USB hebt u Windows Server 2003 of hoger of Windows XP SP1 of hoger nodig.
Installatie en instellingen Netwerkinstellingen configureren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Informatie over TCP/IP- en IP-adressen op pagina 34 • Het IP-adres van de printer toewijzen op pagina 34 • Het IP-adres van uw printer zoeken op pagina 37 • Faxen inschakelen op de printer op pagina 37 • Scannen inschakelen op de printer op pagina 38 Opmerking: Deze instructies zijn van toepassing op de printer wanneer deze is aangesloten op een netwerk.
Installatie en instellingen Automatische toewijzing van IP-adres toestaan Het automatisch toewijzen van het IP-adres van de printer weer inschakelen: 1. Druk via het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beheermenu te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk bij Netwerkinstellingen op OK. 4. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om TCP/IP te selecteren en druk dan op OK. 5. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om IPv4 te selecteren en druk dan op OK. 6.
Installatie en instellingen Druk bij IP-adres ophalen op OK. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Paneel te selecteren en druk dan op OK om deze optie in te schakelen. 8. Druk één keer op de toets Enter om naar het IPv4-menu terug te keren. 9. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om IP-adres te selecteren en druk dan op OK. Wanneer het adres nog niet gedefinieerd is, is het adres 000.000.000.000. 10. Het IP-adres instellen: a.
Installatie en instellingen 5. 6. In het IPv4-deel van de pagina brengt u de gewenste wijzigingen aan. Als u bijvoorbeeld de manier waarop de printer het IP-adres toegewezen krijgt, wilt wijzigen, selecteert u in het veld Get IP Address (IP-adres ophalen) in de vervolgkeuzelijst de gewenste methode. Als u de adresgegevens hebt gewijzigd, bladert u naar het onderste gedeelte van de pagina en klikt u op de knop Save Changes (wijzigingen opslaan).
Installatie en instellingen 4. 5. 6. 7. Identiteit van het bedrijf of de persoon die de fax verstuurt: a. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Bedrijfsnaam te selecteren en druk dan op OK. b. Gebruik het alfanumerieke toetsenbord om de naam van uw bedrijf in te voeren en druk op OK. Telefoonnummer van het verzendende apparaat: a. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Faxnummer te selecteren en druk dan op OK. b.
Installatie en instellingen De datum en de tijd instellen Stel de datum en tijd op de printer in voordat u de printer gaat gebruiken om faxen te versturen. Het is illegaal om een fax te verzenden zonder de correcte gegevens in de koptekst van de fax. Zie Faxen inschakelen op de printer op pagina 37 voor meer informatie. Zo stelt u de datum en tijd via het bedieningspaneel in: 1. Druk op de knop Systeem. 2. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beheermenu te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3.
Installatie en instellingen De software installeren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Vereisten van besturingssysteem op pagina 40 • Beschikbare stuurprogramma's op pagina 40 • De printerstuurprogramma's voor een Windows-netwerkprinter installeren op pagina 41 • De scannerstuurprogramma's voor een Windows-netwerkprinter installeren op pagina 42 • Printer- en scannerstuurprogramma's voor Windows USB installeren op pagina 42 • De printerstuurprogramma's en hulpprogramma's voor Macin
Installatie en instellingen De printerstuurprogramma's voor een Windows-netwerkprinter installeren Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) installeren: 1. Steek de schijf in het relevante station op uw computer. Als het installatieprogramma niet automatisch start, navigeert u naar het cd-romstation van uw computer en dubbelklikt u op het installatiebestand Setup.exe. De navigator voor eenvoudige installatie start. 2.
Installatie en instellingen De scannerstuurprogramma's voor een Windows-netwerkprinter installeren Het scannerstuurprogramma installeren vanaf de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie): 1. Steek de schijf in het relevante station op uw computer. Als het installatieprogramma niet automatisch start, navigeert u naar het cd-romstation van uw computer, zoekt u de relevante map met het scannerstuurprogramma en dubbelklikt u op het installatiebestand Setup.exe.
Installatie en instellingen 4. Steek de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) in het relevante station op uw computer. Het installatieprogramma start automatisch, tenzij Autorun op uw computer is uitgeschakeld. Als het installatieprogramma niet start, navigeert u naar het cd-romstation van uw computer en dubbelklikt u op het installatiebestand Setup.exe.
Installatie en instellingen • De printer toevoegen Opmerking: Controleer voordat u de stuurprogramma's gaat installeren of de stekker van de printer in het stopcontact is gestoken, de printer is ingeschakeld en via USB of op een actief netwerk is aangesloten. Controleer of de printer netwerkgegevens ontvangt door de leds op de achterzijde van de printer, bij de ethernetkabelaansluiting (RJ45), te bekijken.
Installatie en instellingen Klik op Installeer. Wanneer het stuurprogramma is geïnstalleerd, verschijnt er een online registratieformulier in uw browser. 8. Voer de online registratie uit en sluit vervolgens de browser. 9. Klik in het voltooiingsvenster op Stop. 10. Voeg daarna de printer toe aan uw printerwachtrij. Zie De printer toevoegen op pagina 45 voor meer informatie. 7.
Installatie en instellingen Hulpprogramma's Adresboek-bewerker en Express-scanbeheer worden automatisch geïnstalleerd wanneer u het scannerstuurprogramma installeert. Zie De printerstuurprogramma's en hulpprogramma's voor Macintosh OS X versie 10.5 en later installeren op pagina 43 voor meer informatie.
Installatie en instellingen Hulpprogramma's voor Windows installeren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • De adresboek-bewerker installeren op pagina 47 • PrintingScout installeren op pagina 47 De adresboek-bewerker installeren Xerox® levert software om u te helpen bij het organiseren van het adresboek dat door de scanner wordt gebruikt en de faxfuncties van de printer. Gebruik de adresboek-bewerker om de informatie in de adresboeken bij te houden.
Installatie en instellingen 3. Selecteer uw taal in het venster Choose Setup Language (Taal voor installatie kiezen) en klik vervolgens op Next (Volgende). 4. 5. Klik in het scherm Xerox® PrintingScout op Next (Volgende). Lees de licentieovereenkomst en klik vervolgens op I accept the terms of the license agreement (Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst) en klik op Next (Volgende). Accepteer in het volgende scherm de standaardinstallatiemap door op Next (Volgende) te klikken.
Installatie en instellingen Optionele functies inschakelen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Optionele functies inschakelen voor het Windows PostScript-stuurprogramma op pagina 49 • Optionele functies inschakelen voor het Windows PCL-stuurprogramma op pagina 50 • Optionele functies inschakelen voor Macintosh OS X 10.
Installatie en instellingen Optionele functies inschakelen voor een printer die via USB is aangesloten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Ga naar de lijst met printers op uw computer: • Voor Windows XP SP1 of hoger: klik op Start > Instellingen > Printers en faxapparaten. • Voor Windows Vista: klik op Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • Voor Windows Server 2003 of hoger: klik op Start > Instellingen > Printers. • Windows 7: klik op Start > Apparaten en printers.
Installatie en instellingen Optionele functies inschakelen voor een printer die via USB is aangesloten 1. 2. 3. 4. 5. Ga naar de lijst met printers op uw computer: • Voor Windows XP SP1 of hoger: klik op Start > Instellingen > Printers en faxapparaten. • Windows Vista: klik op Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • Voor Windows Server 2003 of hoger: klik op Start > Instellingen > Printers. • Windows 7: klik op Start > Apparaten en printers.
Installatie en instellingen 3. 4. Zoek uw printer in de lijst en klik vervolgens op de knop Set Printer Options (Printeropties instellen) voor uw printer. Schakel op de pagina Set Printer Options (Printeropties instellen) de optionele functies in die op uw printer zijn geïnstalleerd. • Selecteer in het veld Memory (Geheugen) de hoeveelheid geheugen in MB. • Als u de invoerlade voor 250 vel hebt geïnstalleerd, selecteert u 2 laden (2 laden) in het veld Paper Tray Configuration (Configuratie papierlade).
Installatie en instellingen Scannen instellen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Scannen instellen - overzicht op pagina 53 • Scannen instellen om naar een gedeelde map op uw computer te scannen op pagina 53 • Scannen naar een FTP-server instellen op pagina 56 • Scannen naar een e-mailadres instellen op pagina 56 • Scannen instellen met USB op pagina 57 Zie ook: Scannen op pagina 119 Scannen instellen - overzicht Als de printer op een netwerk is aangesloten, is scannen ingeschakel
Installatie en instellingen 6. Klik op OK. Opmerking: Leg de gedeelde naam ergens vast, voor later gebruik. 7. 8. 9. Klik nogmaals op OK. Open een DOS-opdrachtvenster: a. Selecteer Uitvoeren in het menu Start. b. Typ in het veld Openen de opdracht cmd en klik vervolgens op OK. Typ ipconfig en druk op Enter. Opmerking: Leg uw IP-adres vast voor gebruik bij het maken van de adresboekvermelding. 10. Sluit het MS-DOS-opdrachtregelvenster. De map is gereed.
Installatie en instellingen De map toevoegen als adresboekvermelding met behulp van de adresboek-bewerker Selecteer via uw computer de opties Start > Alle programma's > Xerox > WorkCentre 6505 > Adresboek-bewerker. De adresboek-bewerker wordt geopend. 2. Dubbelklik op het pictogram Server onder het printeradresboek in het linkernavigatievenster. 3. Voer een naam in het veld Naam: in om deze toegang tot het gedeelde bestand op uw computer te identificeren. 4. Selecteer Computer (SMB) als servertype. 5.
Installatie en instellingen 5. Klik op Save Changes (wijzigingen opslaan). De nieuwe vermelding is aan het adresboek toegevoegd. U kunt nu naar een map op uw computer scannen. Zie Scannen instellen om naar een gedeelde map op uw computer te scannen op pagina 53 voor meer informatie. Scannen naar een FTP-server instellen 1. Open uw webbrowser, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk dan op Enter of Return.
Installatie en instellingen De SMTP-serverinstellingen configureren: 1. Open uw webbrowser, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk dan op Enter of Return. Opmerking: Zie Het IP-adres van uw printer zoeken op pagina 37 voor informatie over het opzoeken van het IP-adres van uw printer. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Klik op Properties (eigenschappen). Onder Protocols (protocollen) in het deelvenster links klikt u op Email Server (e-mailserver).
Installatie en instellingen 58 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
4 Afdrukken In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Ondersteunde papiersoorten en media op pagina 60 • Papier plaatsen op pagina 65 • Papiersoorten en papierformaten instellen op pagina 72 • Afdrukopties selecteren op pagina 74 • Afdrukken op speciale media op pagina 83 • Afdrukken op aangepaste formaten op pagina 93 • Dubbelzijdig afdrukken op pagina 97 • Beveiligde afdrukken op pagina 101 • Afdrukken met behulp van Proefafdruk op pagina 103 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenla
Afdrukken Ondersteunde papiersoorten en media In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Richtlijnen voor het gebruik van papier op pagina 60 • Papier dat de printer kan beschadigen op pagina 61 • Richtlijnen voor papieropslag op pagina 61 • Ondersteund papier op pagina 62 Uw printer kan met verschillende papiersoorten en andere mediatypes worden gebruikt. Volg de richtlijnen in dit gedeelte voor de beste afdrukkwaliteit en ter voorkoming van papierstoringen.
Afdrukken • Als het papier regelmatig vastloopt, moet u een nieuw pak papier of andere media gebruiken. Zie ook: Papier plaatsen op pagina 65 Papierstoringen oplossen op pagina 217 Papier dat de printer kan beschadigen Uw printer wordt met verschillende papiersoorten gebruikt. Sommige papiersoorten geven echter geen goede afdrukken, veroorzaken meer papierstoringen of leiden tot beschadigingen in de printer.
Afdrukken Ondersteund papier Het gebruik van ongeschikt papier kan leiden tot papierstoringen, een verminderde afdrukkwaliteit en beschadiging van de printer. Gebruik het papier dat in de volgende tabellen wordt aanbevolen om de functies van deze printer optimaal te benutten. Afdrukken op papier met andere instellingen dan het papierformaat of de papiersoort die in het printerstuurprogramma is geselecteerd, kan leiden tot papierstoringen.
Afdrukken Invoerlade voor 250 vel (lade 2) Papierformaat • • • • • • • • Letter (8,5 x 11 inch) US Folio (8,5 x 13 inch) Legal (8,5 x 14 inch) Executive (7,25 x 10,5 inch) A4 (210 x 297 mm) A5 (148 x 210 mm) JIS B5 (182 x 257 mm) Bereik voor aangepaste formaten: Breedte: 147,3–215,9 mm (5,8–8,5 inch) Hoogte: 210,8–355,6 mm (8,3–14 inch) Papiersoort en -gewicht Normaal papier (schrijfpapier van 60–105 g/m2/16–28 lb.
Afdrukken Sleuf voor handmatige invoer Papiersoort en -gewicht • • Normaal (65–120 g/m2/17–32 lb. schrijfpapier) Briefhoofdpapier (normaal) • Licht karton (100-163 g/m2/28–60 lb. omslagpapier) • Zwaar karton (163–220 g/m2/60–80 lb. omslagpapier) • Licht glanzend karton (100-163 g/m2/28–60 lb. omslagpapier) • • • • • Zwaar glanzend karton (163–220 g/m2/60–80 lb.
Afdrukken Papier plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Papier in lade 1 plaatsen op pagina 65 • Papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen op pagina 67 • Papier in de invoerlade voor 250 vel plaatsen (lade 2) op pagina 69 Papier in lade 1 plaatsen In lade 1 kunt u een groot aantal verschillende media plaatsen, zoals: • Normaal papier • Licht karton • Zwaar karton • Briefhoofdpapier • Labels • Enveloppen • Licht glanzend karton • Zwaar glanzend karton • Geperforeerd •
Afdrukken • Plaats het papier altijd zo dat het met de korte kant eerst wordt ingevoerd. Zie Ondersteunde papiersoorten en media op pagina 60 voor meer richtlijnen voor het gebruik van papier. Papier in lade 1 plaatsen: 1. Trek de papierlade voorzichtig naar buiten. wc6505_008 2. Schuif de papierbreedtegeleiders naar de rand van de lade. Verleng de breedtegeleiders helemaal, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. wc6505_009 3.
Afdrukken 4. Leg al het papier met de beeldzijde omhoog en de bovenrand naar de voorkant van de papierlade. Opmerkingen: • Plaats het papier niet met kracht in de lade. • Zorg dat u het papier niet buigt. 5. 6. wc6505_010 Verschuif de papierbreedtegeleiders tot deze de rand van de papierstapel net raken. Schuif de lade terug in de printer tot deze niet meer verder kan. VOORZICHTIG: Duw de lade niet te hard naar binnen. Hierdoor kan de printer beschadigd raken.
Afdrukken Papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen: 1. Verschuif de papierbreedtegeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zo dat deze het papier dat u gebruikt net raken. wc6505_011 2. Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden, waarbij de bovenste rand van de vellen als eerste wordt ingevoerd. Opmerking: U kunt papier invoeren wanneer de printer gereed is om af te drukken, maar ook wanneer deze in de slaapstand staat.
Afdrukken Papier in de invoerlade voor 250 vel plaatsen (lade 2) U kunt de invoerlade voor 250 vel voor de volgende papiersoorten gebruiken: • Normaal papier • Briefhoofdpapier • Geperforeerd • Gekleurd papier Raadpleeg Ondersteund papier op pagina 62 voor ondersteunde papierformaten en -gewichten. Volg deze richtlijnen om problemen tijdens het afdrukken te voorkomen: • Zorg dat u geen verschillende papiertypen tegelijk in de lade plaatst.
Afdrukken 2. Schuif de papierbreedtegeleiders naar de rand van de lade. Verleng de breedtegeleiders helemaal, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. wc6505_009 3. Druk het groene lipje op de lengtegeleider in en verschuif de lade tot de pijl op de geleider het juiste papierformaat aanwijst. De geleider klikt op zijn plaats. wc6505_010 4. Voordat u het papier plaatst, moet u het omhoog en omlaag buigen en vervolgens uitwaaieren. Maak de randen van de stapel glad op een vlakke ondergrond.
Afdrukken 6. Schuif de breedte- en lengtegeleiders tot deze de rand van de papierstapel net raken. Opmerking: Zorg dat u het papier niet buigt. wc6505_017 7. Schuif de lade terug in de printer tot deze niet meer verder kan. wc6505_050 VOORZICHTIG: Duw de lade niet te hard naar binnen. Hierdoor kan de printer beschadigd raken.
Afdrukken Papiersoorten en papierformaten instellen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • De papiersoort instellen op pagina 72 • Het papierformaat instellen op pagina 73 Wanneer u papier in papierlade 1 of in de invoerlade voor 250 vel plaatst (lade 2), moet u het papierformaat en de papiersoort via het bedieningspaneel van de printer instellen.
Afdrukken Het papierformaat instellen Het papierformaat instellen voor papier dat in een lade is geplaatst: 1. Druk via het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Lade-instellingen te selecteren en druk dan op OK. 3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om de lade die u instelt te selecteren en druk op OK. 4. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Papierformaat te selecteren en druk dan op de toets OK. 5. Selecteer het papierformaat en druk op OK. 6.
Afdrukken Afdrukopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Standaardinstellingen voor afdrukken selecteren (Windows) op pagina 74 • Standaardinstellingen voor afdrukken instellen voor een gedeelde netwerkprinter (Windows) op pagina 75 • Afdrukopties selecteren voor een specifieke taak (Windows) op pagina 75 • Afdrukopties selecteren voor een specifieke taak (Macintosh) op pagina 80 Opmerking: De instellingen van het printerstuurprogramma hebben prioriteit boven de instell
Afdrukken Standaardinstellingen voor afdrukken instellen voor een gedeelde netwerkprinter (Windows) Als de printer via een netwerk wordt gedeeld, kunt u de standaardinstellingen voor afdrukken instellen die van toepassing zijn voor alle gebruikers die gebruik maken van de printer via het netwerk. U kunt de standaardinstellingen op netwerkniveau overschrijven met de instellingen van het printerstuurprogramma op een individuele computer. 1.
Afdrukken Afdrukopties voor het Windows-PostScript-stuurprogramma Als u gedetailleerde informatie wenst over het gebruik van de opties van het printerstuurprogramma, klikt u op de knop Help in het printerstuurprogramma om de online Help van het stuurprogramma te openen. Opmerking: Optionele printerfuncties zijn pas beschikbaar in het printerstuurprogramma, wanneer deze geïnstalleerd en ingeschakeld zijn.
Afdrukken Tabblad in stuurprogramma Afdrukoptie Beeldopties • • • • • • Lay-out • • • • • Geavanceerd • • • • Afdrukkwaliteit: is van invloed op de kwaliteit van de afdruk door de snelheid op te geven waarmee de pagina wordt afgedrukt. Helderheid: maakt het afgedrukte beeld of de afgedrukte pagina donkerder of lichter. Kleurcorrectie: geeft aan hoe kleur op afgedrukte beelden, tekst en foto's moet worden toegepast.
Afdrukken Afdrukopties voor het Windows-PCL-stuurprogramma Als u gedetailleerde informatie wenst over het gebruik van de opties van het printerstuurprogramma, klikt u op de knop Help in het printerstuurprogramma om de online Help van het stuurprogramma te openen. Opmerking: Optionele printerfuncties zijn pas beschikbaar in het printerstuurprogramma, wanneer deze geïnstalleerd en ingeschakeld zijn.
Afdrukken Tabblad in stuurprogramma Afdrukoptie Beeldopties • • • • • • • • • • Lay-out • • • • • • • • • Afdrukkwaliteit: heeft invloed op de afdrukkwaliteit door het specificeren van de manier waarop het beeld wordt verwerkt en op de pagina wordt gemarkeerd. Afdrukkleur: Kleur of Zwart/wit. Uitvoerherkenning: wanneer Kleur in het veld Afdrukkleur wordt geselecteerd, worden sommige chromatisch kleuren door het inschakelen van dit selectievakje als zwart afgedrukt.
Afdrukken Tabblad in stuurprogramma Afdrukoptie Watermerken/Overlays Biedt toegang tot instellingen voor het maken van watermerken en overlays die op pagina's kunnen worden afgedrukt. Een pagina-overlay is een groep PCL-opdrachten en/of -gegevens die vanuit een paginabeeld zijn gemaakt en als extern bestand zijn opgeslagen. Geavanceerd Biedt toegang tot geavanceerde afdrukopties, zoals het overslaan van blanco pagina's, afdrukken in conceptmodus, voorbladmodus en instellingen voor formaatconflicten.
Afdrukken Vervolgkeuzelijst Stuurprogramma Afdrukopties Lay-out • • • • Kleuraanpassing • • Papierverwerking • • • Papierinvoer • • • Voorblad • • • Pagina's per vel: hiermee geeft u het aantal pagina's op dat op een enkel vel papier moet worden afgedrukt. Lay-outrichting: hiermee geeft u de volgorde op waarin de pagina's moeten worden afgedrukt wanneer er meerdere pagina's op één vel papier worden afgedrukt.
Afdrukken Vervolgkeuzelijst Stuurprogramma Afdrukopties Printerfuncties • • • • • Afdrukkwaliteit/kleur: hiermee kunt u de afdrukkleur, afdrukkwaliteit, helderheid, kleurcorrectiemethode en de halftoonrasterinstellingen instellen en de kleurbalans aanpassen. Kleuraanpassing: hierme kunt u de RGB-kleuraanpassing instellen. Kleurbalans (C, M, Y, K): hiermee kunt u opgeven hoeveel kleur er moet worden gebruikt.
Afdrukken Afdrukken op speciale media In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken op enveloppen op pagina 83 • Afdrukken op labels op pagina 86 • Afdrukken op glanzend karton op pagina 88 • Afdrukken op karton op pagina 91 Afdrukken op enveloppen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Richtlijnen voor afdrukken op enveloppen op pagina 83 • Afdrukken op enveloppen vanuit lade 1 op pagina 84 • Afdrukken op enveloppen vanuit de sleuf voor handmatige invoer op pa
Afdrukken Afdrukken op enveloppen vanuit lade 1 Enveloppen plaatsen: 1. Trek de papierlade voorzichtig naar buiten. Zie Papier in lade 1 plaatsen op pagina 65 voor meer informatie. 2. Schuif de papierbreedtegeleiders naar de rand van de lade. 3. Plaats de enveloppen met gesloten klep omlaag gericht, naar de rechterkant. Zorg dat u bij het plaatsen van enveloppen in de lade de maximale vullijn niet overschrijdt. Opmerking: U kunt de achterkant van enveloppen niet bedrukken.
Afdrukken Afdrukken op enveloppen vanuit de sleuf voor handmatige invoer Opmerking: In de sleuf voor handmatige invoer kunt u slechts één envelop tegelijk plaatsen. Een envelop plaatsen: 1. Verschuif de papierbreedtegeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zo dat deze de enveloppen die u gebruikt, net raken. Zie Papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen op pagina 67 voor meer informatie. 2. Plaats een envelop met de klep gesloten, omhoog en naar rechts, zoals in de afbeelding te zien is.
Afdrukken Afdrukken op enveloppen vanuit het PCL-stuurprogramma 1. 2. 3. 4. 5. Nadat u de enveloppen in de relevante lade hebt geplaatst, opent u in de toepassing van waaruit u aan het afdrukken bent, het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer de WorkCentre 6505 PCL-printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen (of Voorkeursinstellingen). Klik op het tabblad Papier/Aflevering en verricht de volgende handelingen: a. Selecteer in de lijst met papierformaten het envelopformaat.
Afdrukken • • • Bewaar niet-gebruikte labels liggend in de originele verpakking. Laat de vellen met labels in de oorspronkelijke verpakking totdat u ze gaat gebruiken. Plaats ongebruikte vellen met labels weer in de oorspronkelijke verpakking en sluit deze goed. Bewaar labels niet in extreme omstandigheden voor wat betreft temperatuur of luchtvochtigheid. Als u ze in extreme omstandigheden bewaart, kunnen er problemen met de afdrukkwaliteit of papierstoringen in de printer optreden.
Afdrukken 2. Met de labels omlaag gericht en de bovenste rand van het vel in de richting van de printer, voert u langzaam een vel in de sleuf voor handmatige invoer tot het niet meer verder kan. Zorg dat het vel recht wordt ingevoerd, niet scheef. Indien nodig, verschuift u de papiergeleiders weer tot ze goed tegen het papier liggen. wc6505_016 3. 4. 5. 6. 7. In de toepassing die u gebruikt voor het maken van de labels, opent u het dialoogvenster Afdrukken en selecteert u de WorkCentre 6505-printer.
Afdrukken • • Plaats alleen de hoeveelheid glanzend karton die u denkt te gaan gebruiken en verwijder de resterende vellen uit de lade wanneer u klaar bent met afdrukken. Plaats het ongebruikte glanzende karton terug in de oorspronkelijke verpakking en sluit deze voor later gebruik. Draai het afdrukmateriaal regelmatig om. Als glanzend karton erg lang is opgeslagen onder extreme omstandigheden, kan het gaan omkrullen en vastlopen in de printer. Afdrukken op glanzend karton vanuit lade 1 1. 2.
Afdrukken Afdrukken op glanzend karton vanuit de sleuf voor handmatige invoer 1. Verschuif de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zo dat deze het vel net raken. Zie Papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen op pagina 67. voor meer informatie. wc6505_011 2. Met het vel omlaag en de bovenste rand in de richting van de printer, voert u langzaam een vel in de sleuf voor handmatige invoer tot het niet meer verder kan. Zorg dat het vel recht wordt ingevoerd, niet scheef.
Afdrukken Afdrukken op karton In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Richtlijnen voor afdrukken op karton op pagina 91 • Afdrukken op karton vanuit lade 1 op pagina 91 • Afdrukken op karton vanuit de sleuf voor handmatige invoer op pagina 92 Richtlijnen voor afdrukken op karton • • • • • • U kunt op licht karton en zwaar karton afdrukken vanuit lade 1 en de sleuf voor handmatige invoer. U kunt karton niet automatisch dubbelzijdig laten bedrukken.
Afdrukken Afdrukken op karton vanuit de sleuf voor handmatige invoer 1. 2. Verschuif de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zo dat deze het vel net raken. Zie Papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen op pagina 67 voor meer informatie. Met het vel omlaag en de bovenste rand in de richting van de printer, voert u langzaam een vel in de sleuf voor handmatige invoer tot het niet meer verder kan. Zorg dat het vel recht wordt ingevoerd, niet scheef.
Afdrukken Afdrukken op aangepaste formaten In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Aangepaste papierformaten opgeven op pagina 93 • Afdrukken op papier van aangepast formaat op pagina 95 Opmerking: Papier van aangepast formaat kan in alle laden worden geplaatst.
Afdrukken 4. 5. 6. In het dialoogvenster Instellingen aangepast formaat PostScript selecteert u de maateenheden. In het deel Instellingen aangepast formaat specificeert u het formaat voor de korte kant (breedte) en de lange kant (lengte) van het papier. Klik nu op OK. Klik op OK in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Opmerking: Als u het aangepaste formaat wilt wijzigen, klikt u op het tabblad Papier/Aflevering op de knop Bewerken onder het veld Papierformaat.
Afdrukken 7. 8. 9. Als u dit aangepaste formaat wilt opslaan, selecteert u het vakje Naam papierformaat en typt u een naam in het veld Papiernaam. Klik op OK. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op OK. Het aangepaste formaat is beschikbaar als optie in het dialoogvenster Afdrukken van de meeste toepassingen wanneer u het WorkCentre 6505 PCL-stuurprogramma selecteert. Het aangepaste formaat is ook beschikbaar in het veld Papierformaat op het tabblad Papier/Aflevering van het PCL-printerstuurprogramma.
Afdrukken • 4. 5. 6. Als u wilt afdrukken op een aangepast papierformaat, selecteert u in het dialoogvenster Afdrukken de naam van het aangepaste papierformaat in de lijst met papierformaten. Klik op de knop Eigenschappen en ga door naar stap 4. • Als u wilt afdrukken op het aangepaste papierformaat dat u in de eigenschappen van het PostScript-stuurprogramma hebt gedefinieerd, klikt u vanuit het dialoogvenster Afdrukken op de toets Eigenschappen.
Afdrukken Dubbelzijdig afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Richtlijnen voor automatisch dubbelzijdig afdrukken op pagina 97 • Bindrandopties op pagina 97 • Automatisch dubbelzijdig afdrukken op pagina 98 • Handmatig dubbelzijdig afdrukken op pagina 98 Opmerking: U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken met de WorkCentre 6505DN-configuratie. Handmatige dubbelzijdige afdrukken vanuit lade 1 is beschikbaar voor beide WorkCentre 6505-configuraties.
Afdrukken Automatisch dubbelzijdig afdrukken U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken vanuit lade 1 en, indien geïnstalleerd, vanuit de invoerlade voor 250 vel (lade 2). Automatisch dubbelzijdig afdrukken: 1. Plaats het papier in de gewenste lade. Zie Papier plaatsen op pagina 65 voor meer informatie. 2.
Afdrukken Handmatig dubbelzijdig afdrukken vanuit lade 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Opmerkingen: • Deze methode van handmatig dubbelzijdig afdrukken is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL-printerstuurprogramma. • Gebruik deze methode niet met karton of glanzend karton. • Voor deze methode moet de productiviteitsset op de printer zijn geïnstalleerd, met een totaal van 768 MB of RAM. Zie Configuraties en opties op pagina 21 voor informatie over uw printerconfiguratie en beschikbare optionele functies.
Afdrukken 3. Plaats het vel gelijkmatig in de sleuf voor handmatige invoer met de bedrukte zijde omlaag. Opmerking: Als het papier scheef naar binnen is getrokken, verwijdert u het papier voorzichtig en plaatst u het opnieuw. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 100 In het afdrukbestand selecteert u Afdrukken in het menu Bestand. Selecteer het relevante stuurprogramma in het dialoogvenster Afdrukken en klik vervolgens op de knop Eigenschappen. Klik op het tabblad Papier/Aflevering en verricht de volgende handelingen: a.
Afdrukken Beveiligde afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Een afdruktaak in het geheugen opslaan op pagina 101 • Een beveiligde afdruktaak afdrukken op pagina 102 Opmerkingen: • Voor beveiligd afdrukken moet de productiviteitsset op de printer zijn geïnstalleerd, met een totaal van 768 MB of RAM. Zie Configuraties en opties op pagina 21 voor informatie over uw printerconfiguratie en beschikbare optionele functies.
Afdrukken e. 4. 5. 6. Bij het veld Vraag documentnaam op voert u een van de volgende handelingen uit: • Als u een specifieke documentnaam gebruikt voor toegang tot het document vanaf het bedieningspaneel, selecteert u Documentnaam invoeren. In het veld Documentnaam typt u een naam voor het document, met een maximum van 12 tekens. Deze naam verschijnt op het bedieningspaneel.
Afdrukken Afdrukken met behulp van Proefafdruk In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan bod: • Een proefafdruktaak instellen op pagina 103 • Een proefafdruktaak afdrukken op pagina 104 Opmerkingen: • Voor het maken van proefafdrukken moet het productiviteitspakket op de printer zijn geïnstalleerd. Zie Configuraties en opties op pagina 21 voor informatie over uw printerconfiguratie en beschikbare optionele functies.
Afdrukken 5. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK (of op Afdrukken). Opmerking: U hoeft het aantal exemplaren niet te selecteren. U doet dat later op het bedieningspaneel, op het moment dat u gaat afdrukken. Er wordt één exemplaar van de taak afgedrukt. Controleer dit exemplaar. Als de set in orde is, kunt u de resterende exemplaren via het bedieningspaneel afdrukken. Zie Een proefafdruktaak afdrukken op pagina 104 voor meer informatie.
5 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige kopieertaken op pagina 106 • Kopieeropties aanpassen op pagina 108 • Standaardinstellingen wijzigen op pagina 114 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 105
Kopiëren Eenvoudige kopieertaken Kopieën maken: 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Alles wissen om vorige kopieerinstellingen te wissen. 2. Plaats uw originelen: • Gebruik de glasplaat voor enkele pagina's of papier dat niet via de documentinvoer kan worden ingevoerd. Plaats de eerste pagina van het document met de beeldzijde omhoog in de linkerbovenhoek van de glasplaat. • Gebruik de documentinvoer voor meerdere of enkelzijdige pagina's.
Kopiëren Het gewicht kan variëren van 50–125 g/m2 (Bondpapier 17–32 lb.) Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u originelen in de documentinvoer plaatst: • Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven, waarbij de bovenkant van het document als eerste het systeem wordt ingevoerd. • Plaats alleen losse vellen papier in de documentinvoer. • Duw de papiergeleiders tegen de zijkant van de originelen aan. • Plaats alleen papier in de documentinvoer wanneer de inkt op het papier helemaal droog is.
Kopiëren Kopieeropties aanpassen U kunt een groot aantal opties voor uw kopieertaken aanpassen, de kenmerken van de originele documenten specificeren en de aflevering aanpassen. Zie Eenvoudige kopieertaken op pagina 106. U kunt ook de standaardinstellingen voor veel opties wijzigen. Zie Standaardinstellingen wijzigen op pagina 114 voor meer informatie.
Kopiëren Kleurenkopieën of zwart/wit-kopieën selecteren Als het originele document kleuren bevat, kunt u kopieën in kleur of in zwart-wit maken. Druk op de toets Kleurmodus om de selectie tussen kleur en zwart/wit te wisselen. Het groene lampje geeft de huidige instelling aan. Opmerking: De Kleurenmodus keert terug naar de standaardinstelling nadat de kopieertaak is voltooid. Als u de standaardinstelling wilt wijzigen, raadpleegt u De standaardinstellingen voor kopiëren selecteren op pagina 114.
Kopiëren Het documenttype van het origineel specificeren De scanner optimaliseert de weergave van de uitvoer op basis van de inhoud van het originele document. Type van het originele document opgeven: 1. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Documenttype te selecteren en druk dan op de toets OK. 2. Het documenttype selecteren: • Tekst: voor zwart/witte of gekleurde tekst. • Tekst&Foto: voor zowel tekst als foto's, zoals tijdschriften en kranten. • Foto: voor foto's.
Kopiëren Afbeelding lichter of donkerder maken Zo maakt u de gekopieerde afbeelding lichter of donkerder: 1. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Lichter/donkerder te selecteren en druk dan op OK. 2. Druk op de Pijl achteruit of Pijl vooruit om de schuifbalk te verplaatsen, zodat de afbeelding lichter of donkerder wordt. 3. Druk op OK om te bevestigen. Scherpte aanpassen Ga als volgt te werk om de scherpte van het gekopieerde beeld aan te passen: 1.
Kopiëren Aanpassingen aan de lay-out van de afbeelding U kunt de volgende instellingen voor de lay-out van afbeeldingen aanpassen: • Meerdere pagina's per zijde afdrukken op pagina 112 • Kopieermarges instellen op pagina 112 Meerdere pagina's per zijde afdrukken U kunt twee originele paginabeelden op één zijde van een vel papier kopiëren. De afbeeldingen worden proportioneel verkleind, zodat de afbeeldingen op het geselecteerde papier passen. Meerdere pagina's per zijde afdrukken: 1.
Kopiëren Uitvoeraanpassingen Kopieën sorteren Wanneer u meerdere kopieën maakt van een document bestaande uit meerdere pagina's, kunt u de uitvoer sorteren.
Kopiëren Standaardinstellingen wijzigen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • De standaardinstellingen voor kopiëren selecteren op pagina 114 • Toegang tot kopiëren beperken op pagina 116 De standaardinstellingen voor kopiëren selecteren De printer past de standaard kopieerinstellingen op alle kopieertaken toe, tenzij u ze voor een individuele taak wijzigt. U kunt de standaardinstellingen die in de fabriek zijn ingesteld, wijzigen.
Kopiëren 2. 3. Selecteer een instelling voor de automatische belichting: • Normaal • Hoger(1) • Hoger(2) Druk op OK om de nieuwe instelling te bevestigen. De kleurbalans wijzigen Met Kleurbalans kunt u de afdrukkleur van de printer regelen. Elk van de vier afdrukkleuren geel, magenta, cyaan en zwart, beschikken over drie dichtheidsinstellingen. De dichtheidsinstellingen zijn van invloed op de mate van kleurverzadiging van de afdruk.
Kopiëren De papiersoort in de sleuf voor handmatige invoer wijzigen Het papierformaat in de sleuf voor handmatige invoer wijzigen: 1. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Soort handm. inv. te selecteren en druk dan op de toets OK. 2. Selecteer een optie: • Normaal papier • Dun karton • Dik karton • Envelop • Briefhoofdpapier • Glanspapier • Dik glanspapier • Geperforeerd • Gekleurd papier • Speciaal 3. Druk op OK om de nieuwe instelling te bevestigen.
Kopiëren • • • • • • • • • • • • Documentformaat Documenttype Verkleinen/vergroten Lichter/donkerder Scherpte Kleurverzadiging Automatische belichting inschakelen en uitschakelen Speciale kopieermode Marge boven/onder Marge links/rechts Marge midden Gesorteerd Opmerking: Zie Kopieeropties aanpassen op pagina 108 voor individuele instellingen.
Kopiëren 118 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
6 Scannen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Documenten plaatsen voor scannen op pagina 120 • Scannen via een USB-aansluiting naar een map op een computer op pagina 121 • Scannen naar een USB-stick op pagina 122 • Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer op pagina 123 • Scannen naar een e-mailadres op pagina 124 • Scannen naar een FTP-server op pagina 125 • Afbeeldingen scannen en opnemen in een toepassing op pagina 126 • Scanopties aanpassen op pagina 128 Zie ook: Ove
Scannen Documenten plaatsen voor scannen Plaats het originele document dat u wilt scannen zoals aangegeven. wc6505_019 wc6505_020 Glasplaat Documentinvoer Til de documentinvoer of de klep van de glasplaat op en plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. Plaats originelen met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van de pagina als eerste de invoer in. Pas de papiergeleiders aan, zodat deze tegen de originelen zijn geplaatst.
Scannen Scannen via een USB-aansluiting naar een map op een computer Opmerking: U moet Express-scanbeheer op uw computer installeren en een scanbestemming maken voordat u deze functie kunt gebruiken. Zie Scannen instellen met USB op pagina 57 voor meer informatie over Express-scanbeheer. Als uw computer met een USB-kabel op de printer is aangesloten: 1. Plaats het originele document op de glasplaat of in de documentinvoer. 2. Druk op het bedieningspaneel op de knop Scannen. 3.
Scannen Scannen naar een USB-stick Een beeld naar een USB-stick scannen: 1. Steek de USB-stick in de USB-poort aan de voorkant van de printer. 2. Plaats het origineel op de glasplaat of in de documentinvoer. 3. Navigeer desgewenst naar een map op uw USB-stick: a. Druk op de Pijl vooruit. b. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om naar de map te navigeren. c. Druk op de knop OK. 4. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om de scanopties te selecteren die u wilt wijzigen.
Scannen Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Printer instellen op scannen naar een computer op pagina 123 • Scannen naar een computer op pagina 123 Printer instellen op scannen naar een computer Voordat u de printer als scanner in een netwerk gebruikt, moet u het volgende doen: • Een gedeelde map op uw computer maken.
Scannen Scannen naar een e-mailadres Een afbeelding scannen en naar een e-mailadres sturen: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Scannen. 2. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Scannen naar e-mail te selecteren en druk dan op OK. 3. Selecteer E-mailen naar en druk op de knop OK. 4. Kies de methode voor het selecteren van de ontvanger: • Met Toetsenbord kunt u het e-mailadres handmatig invoeren. Voer het faxnummer op het toetsenbord in.
Scannen Scannen naar een FTP-server Opmerkingen: • U moet een FTP-server configureren voordat u deze functie kunt gebruiken. • U moet een adres voor de printer maken voordat u deze functie kunt gebruiken. Gebruik hiervoor CentreWare Internet Services of de adresboek-bewerker. Scannen naar een FTP-server: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de documentinvoer. 2. Druk op het bedieningspaneel op de knop Scannen. 3.
Scannen Afbeeldingen scannen en opnemen in een toepassing U kunt afbeeldingen direct vanuit de scanner importeren in een toepassing op uw Windows- of Macintosh-computer.
Scannen 2. 3. 4. 5. Selecteer het menu-item in de toepassing om de afbeelding op te halen. Als u bijvoorbeeld Microsoft Word 2003 gebruikt om een afbeelding in een document te plaatsen: a. Selecteer Invoegen. b. Selecteer Figuur. c. Selecteer Van scanner of camera. d. Selecteer de scanner en klik op de knop Aangepast. Selecteer de papierbron in het menu Papierbron: • Flatbed • Documentinvoer Geef de overige instellingen voor het scannerstuurprogramma op. Druk op Scannen om met scannen te beginnen.
Scannen Scanopties aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Scaninstellingen aanpassen op pagina 128 • Standaardinstellingen voor scannen wijzigen op pagina 131 • Toegang tot scannen beperken op pagina 134 Scaninstellingen aanpassen U kunt deze instellingen voor individuele taken wijzigen, als u de scanmodus hebt geselecteerd. U kunt ook de standaardwaarden voor bepaalde instellingen wijzigen. Zie Standaardinstellingen voor scannen wijzigen op pagina 131 voor meer informatie.
Scannen Kleurmodus instellen Als het originele beeld kleuren bevat, kunt u het beeld in kleur of in zwart-wit scannen. Als u zwart-wit selecteert, wordt de bestandsgrootte van de gescande afbeeldingen aanzienlijk verkleind. De kleurmodus instellen: 1. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Kleurmodus te selecteren en druk dan op OK. 2. Een kleurmodus selecteren: • Grijstoon • Kleur • Kleur (foto) • Zwart/wit 3. Druk op OK.
Scannen Het bestandsformaat van het gescande beeld specificeren Het bestandsformaat van de gescande afbeelding specificeren: 1. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Bestandsformaat te selecteren en druk dan op OK. 2. Een bestandstype selecteren: • PDF • MultiPage TIFF • TIFF • JPEG De standaardinstelling is PDF. 3. Druk op OK.
Scannen Het contrast van het beeld aanpassen 1. 2. 3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Contrast te selecteren en druk dan op OK. Selecteer een optie: • Hoger • Normaal • Lager Druk op OK. De boven- en ondermarges aanpassen 1. 2. 3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Marge boven/onder te selecteren en druk dan op OK. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om de marges in te stellen tussen 0,0 en 2,0 inch. Druk op OK. De linker- en rechtermarges aanpassen 1. 2. 3.
Scannen 4. 5. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om de optie te selecteren die u wilt wijzigen. Druk vervolgens op OK. Selecteer de gewenste instelling en druk op OK. Opmerking: Druk op een willekeurig moment op de toets Enter om naar de vorige selectie terug te keren. Scannen naar netwerk instellen 1. 2. 3. Selecteer Scannen naar netwerk en druk op de knop OK. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om een instelling te selecteren: • Comp.(netwerk) • Server (FTP) Druk op OK.
Scannen Het TIFF-bestandsformaat instellen 1. 2. 3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om TIFF bestandsformaat te selecteren en druk dan op OK. Een instelling selecteren: • TIFF V6 • TTN2 Druk op OK. De beeldcompressie instellen 1. 2. 3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beeldcompressie te selecteren en druk dan op OK. Een instelling selecteren: • Hoger • Normaal • Lager Druk op OK. Het maximale e-mailformaat instellen 1. 2. 3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Max.
Scannen Toegang tot scannen beperken De opties voor scanvergrendeling beperken toegang tot scanfuncties. Scanvergrendeling instellen: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beheermenu te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Als u hierom wordt gevraagd, voert u een toegangscode van vier cijfers in en drukt u op OK. 4. Selecteer Beveiligde instell. en druk vervolgens op OK. 5. Selecteer Functievergrendeling en druk op de knop OK. 6.
7 Faxen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Documenten plaatsen voor faxen op pagina 136 • Eenvoudige faxtaken op pagina 137 • Het faxadresboek gebruiken op pagina 140 • Faxopties selecteren voor enkelvoudige taken op pagina 146 • Standaardinstellingen voor faxen wijzigen op pagina 148 • Faxfuncties beheren op pagina 149 Zie ook: Overzicht van installatie en instellingen op pagina 30 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 135
Faxen Documenten plaatsen voor faxen Plaats het originele document dat u wilt scannen zoals aangegeven. wc6505_019 wc6505_020 Glasplaat Documentinvoer Til de documentinvoer of de klep van de glasplaat op en plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. Plaats originelen met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van de pagina als eerste de invoer in. Pas de papiergeleiders aan, zodat deze tegen de originelen zijn geplaatst.
Faxen Eenvoudige faxtaken In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Fax vanaf de printer verzenden op pagina 137 • Fax vanaf uw computer verzenden op pagina 138 Opmerking: Voordat u kunt gaan faxen, moet u eerst de landcode en het faxnummer van de printer instellen. Zie Faxconfiguratie op pagina 148 voor meer informatie. Fax vanaf de printer verzenden Zo kunt u snel een fax vanaf de printer naar één ontvanger verzenden met gebruik van de standaardinstellingen: 1.
Faxen 9. Druk op OK. De printer scant de pagina's en stuurt de fax. Opmerking: Als er monitorrapporten wordt afgedrukt, wordt in dit rapport de faxverzendstatus weergegeven. Zie Monitorrapporten afdrukken op pagina 149 voor meer informatie.
Faxen 10. Voeg ontvangers toe aan de lijst met ontvangers. Voor meer informatie klikt u op de knop Help om de online Help te openen. 11. U kunt de verzending van de fax uitstellen door op Uitgesteld verzenden te klikken en het tijdstip van verzending aan te passen. 12. Klik op Verzenden starten om de fax te verzenden. Opmerking: U kunt de verzending van een fax stoppen door op Stop te drukken. Een fax met Macintosh-toepassingen verzenden Als u wilt faxen vanaf een Macintosh OS X, versie 10.
Faxen Het faxadresboek gebruiken U kunt faxgegevens voor personen of groepen maken en opslaan. U kunt opgeslagen namen en nummers vervolgens selecteren zonder dat u ze elke keer dat u een fax wilt sturen, opnieuw hoeft in te voeren.
Faxen Een persoon toevoegen met behulp van de adresboek-bewerker: 1. Open de adresboek-bewerker: • Windows: In het Start-menu selecteert u Programma's > Xerox > WorkCentre 6505 > Adresboek-bewerker. • Macintosh: Open de map Toepassingen en selecteer Xerox/WorkCentre 6505/Adresboek-bewerker. Klik dan op OK. 2. Klik in het linkerdeelvenster met de rechtermuisknop op het pictogram Faxen en selecteer Nieuw > Nieuwe invoer. Het dialoogvenster Snelkiezen verschijnt.
Faxen Fax verzenden naar een groep Als u een fax naar meerdere personen wilt verzenden, maakt u een snelkiesnummer voor een groep. Groepen kunnen bestaan uit eerder opgeslagen personen en groepsvermeldingen. Opmerking: Voordat groepen kunnen worden gedefinieerd, moeten er eerst persoonsvermeldingen zijn ingesteld. Zie Persoon toevoegen aan het adresboek op pagina 140 voor meer informatie.
Faxen Zo maakt u een faxgroep met de adresboek-bewerker: 1. Open de adresboek-bewerker: • Windows: in het Start-menu selecteert u Programma's > Xerox > WorkCentre 6505 > Adresboek-bewerker. • Macintosh: open de map Toepassingen en selecteer Xerox/WorkCentre 6505/Adresboek-bewerker. Klik dan op OK. 2. Klik in het linkerdeelvenster met de rechtermuisknop op het pictogram Faxen en selecteer Nieuw > Nieuwe groep. Het dialoogvenster Groepskiezen wordt geopend.
Faxen 6. 7. Klik op Save Changes (wijzigingen opslaan) als u klaar bent met het bewerken van de groep. Het adresboek wordt opgeslagen met de bewerkte groep. Klik op Return. Zo bewerkt u een faxgroep met de adresboek-bewerker: 1. Open de adresboek-bewerker: • Windows: in het Start-menu selecteert u Programma's > Xerox > WorkCentre 6505 > Adresboek-bewerker. • Macintosh: open de map Toepassingen en selecteer Xerox/WorkCentre 6505/Adresboek-bewerker. Klik dan op OK. 2.
Faxen 6. 7. Druk op OK om de vermelding te selecteren. Druk op OK. Zoeken in het serveradresboek Zoeken naar een persoon of groep in het serveradresboek met behulp van een gedeeltelijke naam: 1. Druk via het bedieningspaneel op de knop Faxen. 2. Selecteer Faxen naar en druk op de knop OK. 3. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag tot het menu Zoeken in serveradresboek wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 4. Gebruik het alfanumerieke toetsenbord om de zoektekst in te voeren en druk op OK. 5.
Faxen Faxopties selecteren voor enkelvoudige taken In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Faxresolutie instellen op pagina 146 • Afbeelding lichter of donkerder maken op pagina 146 • Op de haak in- of uitschakelen op pagina 146 • Een uitgestelde fax verzenden op pagina 147 • Faxvoorblad opnemen op pagina 147 • Pollen instellen op pagina 147 Faxresolutie instellen De faxresolutie instellen: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Faxen. 2.
Faxen 2. 3. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Op de haak te selecteren en druk dan op OK. Selecteer Uit of Aan en druk op OK. Een uitgestelde fax verzenden Een fax op een specifiek tijdstip (binnen 24 uur) verzenden: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Faxen. 2. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Vertraagde start te selecteren en druk dan op OK. 3. Selecteer Aan en druk op OK. 4. Selecteer het tijdstip waarop de fax moet worden verzonden: a.
Faxen Standaardinstellingen voor faxen wijzigen Zo kunt u de standaard faxinstellingen wijzigen: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Oorspr.instell. te selecteren en druk dan op OK. 3. Selecteer Fax oorspr. Inst. en druk op OK. 4. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om de te wijzigen instelling te selecteren en druk op OK. 5. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om de nieuwe instelling te selecteren en druk op OK.
Faxen Faxfuncties beheren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Monitorrapporten afdrukken op pagina 149 • Beveiligde faxen inschakelen of uitschakelen op pagina 150 • Toegang tot faxen beperken op pagina 150 • Beperken welke personen faxen naar de printer kunnen versturen op pagina 151 • Toegang tot faxen beperken op pagina 152 • Faxrapporten afdrukken op pagina 152 • Pauzes in faxnummers invoegen op pagina 152 Monitorrapporten afdrukken Zo selecteert u een standaardoptie voor het a
Faxen Beveiligde faxen inschakelen of uitschakelen Wanneer de optie Bev. ontvangen vergr. is ingeschakeld, moet u een wachtwoord invoeren voordat er faxen kunnen worden afgedrukt. Zo schakelt u de optie Bev. ontvangen vergr. in of uit: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beheermenu te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Als u hierom wordt gevraagd, voert u de toegangscode in en drukt u op OK. 4. Selecteer Beveiligde instell.
Faxen 7. 8. Selecteer een optie: • Ontgrendeld schakelt de vergrendeling uit. • Vergrendeld schakelt de vergrendeling in, zodat de faxfunctie is uitgeschakeld. • Toeg.code vergr. vereist een toegangscode om de faxfunctie te gebruiken. Voer een toegangscode in en druk op OK. Druk op OK. Wachtwoord paneelvergrendeling wijzigen Het Wachtwoord paneelvergrendeling beperkt toegang tot het beheermenu. Wachtwoord paneelvergrendeling wijzigen: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2.
Faxen Toegang tot faxen beperken De opties voor faxvergrendeling beperken de toegang tot de faxfuncties. Het wachtwoord instellen: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beheermenu te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Als u hierom wordt gevraagd, voert u een toegangscode van vier cijfers in en drukt u op OK. 4. Selecteer Beveiligde instell. en druk vervolgens op OK. 5. Selecteer Functievergrendeling en druk op de knop OK. 6.
Faxen 3. 4. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag tot het menu Toetsenbord wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. Voer met behulp van het alfanumerieke toetsenpaneel het faxnummer in. Druk zo nodig op de knop Opnieuw kiezen/onderbreken om een pauze in te voegen. Dit wordt weergegeven als liggend streepje. Opmerking: Druk enkele malen op Opnieuw kiezen/onderbreken om meer pauzes toe te voegen. 5. Druk op de knop Start om de fax te verzenden.
Faxen 154 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
De menu's van het bedieningspaneel 8 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van de menu's op het bedieningspaneel op pagina 156 • Systeemmenu's op pagina 158 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 155
De menu's van het bedieningspaneel Overzicht van de menu's op het bedieningspaneel In de onderstaande tabel worden de navigatie- en functieknoppen op het bedieningspaneel beschreven. Pictogram 156 Naam Beschrijving Kopiëren Hiermee verandert u taakinstellingen voor kopieertaken. Scannen Hiermee verandert u taakinstellingen voor scantaken. Afdrukken Druk af uit het USB-geheugen. Faxen Hiermee verandert u taakinstellingen voor faxtaken. Taakstatus Geeft actieve taken weer.
De menu's van het bedieningspaneel Pictogram Naam Beschrijving Opnieuw kiezen/onderbreken Het laatst gebruikte faxnummer wordt opgeroepen of er wordt een pauze in faxnummers opgenomen. Snelkiezen Wordt gebruikt om kieslijsten met faxnummers van groepen en personen te openen.
De menu's van het bedieningspaneel Systeemmenu's In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Systeemmenu's op pagina 158 • Gegevenspagina's op pagina 159 • Tellers op pagina 160 • Beheermenu op pagina 160 • Oorspronkelijke instellingen op pagina 173 • Lade-instellingen op pagina 176 Systeemmenu's Druk via het bedieningspaneel op de toets Systeem om de volgende menu's te openen: Menu Functie Gegevenspagina's Hiermee drukt u verschillende rapporten en lijsten af.
De menu's van het bedieningspaneel Menu Functie Lade-instellingen Hiermee definieert u het formaat en type van het papier dat in elke lade is geplaatst. Taal bedieningspaneel Hiermee selecteert u de taal die op het bedieningspaneel verschijnt. Gegevenspagina's Met het menu Gegevenspagina's kunt u verschillende rapporten en lijsten afdrukken. U kunt het menuschema afdrukken om te zien waar de gegevenspagina's zich in de menustructuur van het bedieningspaneel bevinden.
De menu's van het bedieningspaneel Tellers Het menu Tellers geeft het aantal verwerkte afdruktaken weer. De teller is opgesplitst op basis van de kleurmodi. U kunt de tellers niet afdrukken en u kunt ze niet terugzetten op nul. Met deze tellers wordt het totale aantal pagina's bijgehouden gedurende de hele levensduur van de printer. In tegenstelling tot deze algemene teller kan de afdrukteller wel worden teruggezet op nul.
De menu's van het bedieningspaneel PCL-instellingen Gebruik dit menu om de instellingen voor PCL te configureren. Item Beschrijving Papierlade Specificeert welke papierlade wordt gebruikt. Papierformaat Hiermee geeft u het formaat van het papier op. Afdrukstand Specificeert de richting waarin op het papier wordt afgedrukt: Staand of Liggend. De standaardinstelling is Staand. 2-zijdig Hiermee geeft u 2-zijdige afdrukopties op: • 2-zijdige afdrukken: aan of uit.
De menu's van het bedieningspaneel PDF-instellingen Gebruik dit menu om de PDF-instellingen op te geven. Item Beschrijving Aantal Hiermee geeft u aan hoeveel exemplaren er moeten worden afgedrukt. De standaardinstelling is 1. U kunt in stappen van 1 een waarde tussen 1 en 99 opgeven.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Mod. Papiersel Stelt de papierselectiemodus in op Auto of Van de lade selecteren. Standaardkleur Stel de standaardkleur in op Kleur of Zwart. De standaardinstelling is Kleur. Netwerkinstellingen Gebruik dit menu om printerinstellingen voor taken te configureren die via een netwerkpoort naar de printer worden verzonden. Opmerkingen: • De instellingen van het menu Netwerkinstellingen kunnen niet tijdens het afdrukproces worden geselecteerd.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Protocol Stel Inschakelen in wanneer u gebruik maakt van het protocol. Als Uitschakelen is geselecteerd, kan het protocol niet worden geactiveerd. • LPR: de standaardinstelling is Inschakelen. • Port9100: de standaardinstelling is Inschakelen. • FTP: de standaardinstelling is Inschakelen. • IPP • SMB TCP/IP • SMB NetBEUI • WSD • Netwerk TWAIN • SNMP: de standaardinstelling is Inschakelen. • E-mailberichten: de standaardinstelling is Inschakelen.
De menu's van het bedieningspaneel Fax-instellingen Gebruik dit menu om de fax-instellingen op te geven. Item Beschrijving Antwoordkeuze Hiermee geeft u de ontvangstmodus op: • FAX stand: faxen worden automatisch ontvangen. • TEL/FAX stand: wanneer de printer een fax ontvangt, gaat de externe telefoon over gedurende de tijd die is opgegeven bij AutoAntw.TEL/FAX, waarna de printer de fax automatisch ontvangt.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Beltoon-sterkte Hiermee geeft u het volume voor binnenkomende faxen op: • Min • Midden • Max • Uit Lijntype Specificeert het standaard lijntype: PSTN of PBX. Kies-type Hiermee geeft u het kiestype op. • PB • DP(10PPS) • (20PPS). Interval-timer Geeft de Interval-timer op. De waarden lopen van 3 tot en met 255 seconden. Nummer herkiezen Specificeert het aantal pogingen waarop een faxnummer opnieuw wordt gekozen, van 0 tot en met 9.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving DRPD-patroon Hiermee geeft u een uniek belpatroon op voor gebruik bij de DRPD-functie. Uw telefoonmaatschappij specificeert het DRPD-patroon. Hier ziet u de patronen van uw multifunctionele printer, Patroon 1 bovenaan en Patroon 5 onderaan: wc6505_021 2-zijdig afdrukken Schakelt 2-zijdig afdrukken in of uit.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Externe telefoon ophang-drempel Hiermee geeft u de drempelwaarde op voor de externe telefoon: • Lager • Normaal • Hoger Modemsnelheid Hiermee geeft u de snelheid van het faxmodem op: • 9,6 Kbps • 14,4 Kbps • 33,6 Kbps • 2,4 Kbps • 4,8 Kbps Land Hiermee geeft u het land op waar de printer wordt gebruikt. Fax-activiteit Schakelt automatisch afdrukken in of uit.
De menu's van het bedieningspaneel Systeeminstellingen Gebruik dit menu om de algemene instellingen van de printer te configureren. Bijvoorbeeld de tijd voordat de printer overschakelt naar de energiespaarstand, waarschuwingsinstellingen enzovoort. Item Beschrijving Stroomspaar-timer Hiermee geeft u de tijd op die moet verstrijken voordat het apparaat overschakelt naar spaarstand 1 of 2. U kunt waarden invoeren in stappen van 1 minuut. • Mode 1 (printer): 5-60 min. De standaardinstelling is 30 minuten.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Waarschuwingstoon Specificeert of het alarm moet worden ingeschakeld wanneer er een fout in de printer optreedt, en stelt het geluidsvolume in op Zacht, Normaal of Luid: • Paneelkeuzetoon: de standaardinstelling is uit. • Paneelwaarschuwingstoon: de standaardinstelling is uit. • Apparaat-klaartoon: de standaardinstelling is uit. • Kopieertaak-toon: de standaardinstelling is uit. • Niet-kopieertaak-toon: de standaardinstelling is uit.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Verkeerd formaat Geeft de instelling voor verkeerd formaat aan: • Uit • Groter formaat • Meest nabije formaat Startpagina Schakelt de startpagina in of uit. Briefhoofdpapier 2-zijdig Schakelt de modus Briefhoofdpapier 2-zijdig in of uit. Waarschuwing Toner raakt op Schakelt het bericht Waarschuwing Toner raakt op in of uit. Veld Van in E-mail Schakel de optie Veld Van in E-mail in of uit.
De menu's van het bedieningspaneel Beveiligde instellingen Gebruik dit menu om toegang tot printerfuncties te regelen. Item Beschrijving Paneelslot Wanneer deze toepassing is ingeschakeld, is toegang tot het beheermenu niet mogelijk zonder wachtwoord. Zie Wachtwoord paneelvergrendeling wijzigen op pagina 151 voor meer informatie. Functie vergr.
De menu's van het bedieningspaneel Oorspronkelijke instellingen Met het menu Oorspronkelijke instellingen kunt u het standaard gedrag voor de functies Kopiëren, Scannen, Faxen en Afdrukken via USB instellen. Het menu Oorspronkelijke instellingen bevat de volgende submenu's: • Kopie oorspr. op pagina 173 • Oorspronkelijke scaninstellingen op pagina 174 • Fax oorspronkelijke instellingen op pagina 175 • Afdrukken via USB-standaardinstellingen op pagina 175 Kopie oorspr.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Speciale kopieermode U kunt twee originele paginabeelden op één zijde van een vel papier kopiëren: • Geen • 2 op 1 (Auto schalen) • ID-kaart kopiëren • 2 op 1 (Handmatig schalen) Marge boven/onder Hiermee wordt het kopiëren van de marges boven en onder in- en uitgeschakeld. Marge links/rechts Hiermee wordt het kopiëren van de marges links en rechts in- en uitgeschakeld.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Marge midden Hiermee wordt het kopiëren van de marges voor het midden van de pagina in- en uitgeschakeld. Gebruik deze functie om een rugmarge in het midden van een pagina in te stellen bij het afdrukken met de functies N op 1 of Katern. TIFF bestandsformaat Hiermee stelt u de TIFF-bestandsindeling in: TIFF V6 of TTN2. Beeldcompressie Hiermee geeft u de mate van beeldcompressie op: Lager, Normaal of Hoger. Max.
De menu's van het bedieningspaneel Item Beschrijving Lay-out Specificeert de lay-outopties: • 1 op 1 • 2 op 1 • 4 op 1 PDF-wachtwoord Geeft een wachtwoord op dat moet worden ingevoerd om een PDF-bestand af te drukken. Gebruik het alfanumerieke toetsenbord om een wachtwoord van maximaal 32 tekens in te voeren. Lade-instellingen Gebruik dit menu om de instellingen van alle papierladen van de printer te configureren.
9 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer reinigen op pagina 178 • Verbruiksartikelen bestellen op pagina 181 • De printer beheren op pagina 183 • Paginatellingen controleren op pagina 188 • De printer verplaatsen op pagina 190 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 177
Onderhoud De printer reinigen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen op pagina 178 • De glasplaat reinigen op pagina 179 • De buitenkant van de printer reinigen op pagina 179 • De binnenkant van de printer reinigen op pagina 179 Algemene voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING: Gebruik voor het reinigen van de printer geen organische of krachtige chemische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen in spuitbussen.
Onderhoud De glasplaat reinigen Maak de glasplaat schoon met een vochtige pluisvrije doek. Gebruik nooit een reinigingsmiddel om het glas te reinigen. Veeg stof en ander vuil in één richting naar de rand en dan van de glasplaat. 1 2 4 3 wc6505_031 1. 2. 3. 4. Papierbaan automatische documentinvoer (ADF) ADF-klep Flatbed-glasplaat ADF-glas De buitenkant van de printer reinigen Reinig de buitenkant van de printer ongeveer één keer per maand. Neem alle delen met een vochtige doek af.
Onderhoud 1. Fuser 2.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Verbruiksartikelen op pagina 181 • Artikelen voor routineonderhoud op pagina 181 • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? op pagina 182 • Verbruiksartikelen recyclen op pagina 182 Verbruiksartikelen Verbruiksartikelen van de printer raken tijdens gebruik van de printer op. Verbruiksartikelen voor deze printer zijn originele Xerox® tonercassettes (cyaan, magenta, geel en zwart).
Onderhoud Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? Op het bedieningspaneel van de printer verschijnt een bericht wanneer een verbruiksartikel bijna moet worden vervangen. Controleer of u vervangende verbruiksartikelen in voorraad hebt. Het is belangrijk dat u deze verbruiksartikelen bestelt wanneer de berichten de eerste keer op het paneel worden weergegeven. Op die manier voorkomt u dat het afdrukken wordt onderbroken.
Onderhoud De printer beheren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Beheer van de printer met CentreWare Internet Services op pagina 183 • De status van de printer controleren met PrintingScout op pagina 184 • De printerstatus via e-mail controleren op pagina 185 Beheer van de printer met CentreWare Internet Services In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Toegang tot CentreWare Internet Services op pagina 183 • De status van de printer controleren op pagina 183 •
Onderhoud De status van afdruktaken controleren CentreWare Internet Services houdt een log bij van de huidige afdruktaken, waaronder taaknamen, de gebruikers die de taken hebben verzonden, de status van de taak, enzovoort. U kunt ook een lijst krijgen van alle afdruktaken. 1. 2. Als u de status van afdruktaken in het hoofdmenu van CentreWare Internet Services wilt bekijken, klikt u op de knop Jobs (taken) of op het gelijknamige tabblad.
Onderhoud De printerstatus via e-mail controleren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • E-mailberichten configureren op pagina 185 • Opdrachten in de tekst van e-mails gebruiken op pagina 186 Als u de printer via het netwerk hebt verbonden, kunt u de printer zodanig configureren dat u per e-mail overzichten over de printer ontvangt. De overzichten bestaan onder andere uit: • De netwerkinstellingen van de printer. • De printerstatus.
Onderhoud Verricht een van de volgende handelingen in het gedeelte Email Send Authentication (verificatie bij e-mail verzenden). • Als verificatie niet nodig is, selecteert u No Authentication (geen verificatie) in het veld Authentication Type (verifatietype). • Als verificatie wel vereist is, moet u de relevante velden invullen. 10.
Onderhoud Wanneer dezelfde opdracht twee keer of vaker in een e-mailbericht voorkomt, wordt de opdracht de tweede en de volgende keren genegeerd. Opdracht Parameter Beschrijving #Password Wachtwoord Gebruik deze opdracht boven aan het e-mailbericht wanneer er een wachtwoord is ingesteld voor alleenlezen of volledige toegang. Deze opdracht kunt u overslaan als er geen wachtwoord is ingesteld. #NetworkInfo Gebruik deze opdracht om informatie in de lijst met netwerkinstellingen te controleren.
Onderhoud Paginatellingen controleren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • De teller controleren op pagina 188 • Het afdrukvolumeoverzicht afdrukken op pagina 188 U kunt het totale aantal afgedrukte pagina's op het bedieningspaneel van de printer, op de configuratiepagina en in CentreWare Internet Services controleren. Er zijn drie tellers: totaalaantal afdrukken, kleurenafdrukken, zwart-witafdrukken. De teller telt het aantal pagina's dat goed is afgedrukt.
Onderhoud 3. 4. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Tellers te selecteren en druk dan op OK. Druk op OK. Het afdrukvolumeoverzicht wordt afgedrukt.
Onderhoud De printer verplaatsen Volg de volgende procedure bij het verplaatsen van de printer. De printer, met lade 1 en verbruiksartikelen, maar zonder de optionele duplexeenheid of de invoerlade voor 250 vel, weegt 28,8 kg (63,5 lb.). Als de printer is uitgerust met de optionele duplexeenheid en de invoerlade voor 250 vel, weegt deze 34,5 kg (76,1 lb.). Voer de volgende handelingen uit voordat u de printer verplaatst: 1.
Onderhoud Wanneer u de printer verplaatst: • De printer moet altijd door twee personen worden getild. • Als u de printer optilt, houd deze dan vast zoals aangegeven in de afbeelding. Opmerking: Als de printer is uitgerust met de optionele duplexeenheid en de invoerlade voor 250 vel, weegt deze 34,5 kg (76 lb.). Verplaats ze niet tegelijkertijd. Verplaats lade 2 en de printer gescheiden van elkaar. • 30 kg 66.1 lb.
Onderhoud 192 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
Problemen oplossen 10 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Problemen oplossen: overzicht op pagina 194 • Berichten op het bedieningspaneel op pagina 196 • Problemen met de printer op pagina 200 • Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 203 • De beeldeenheid en de laserlens reinigen op pagina 208 • Kleurregistratie op pagina 211 • Kleurbalans op pagina 215 • Papierstoringen op pagina 216 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 193
Problemen oplossen Problemen oplossen: overzicht In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Foutberichten en statusberichten op pagina 194 • PrintingScout-berichten op pagina 194 • Online Support Assistant (Online Support-assistent) op pagina 194 • Gegevenspagina's op pagina 195 • Meer informatie op pagina 195 Uw printer wordt geleverd met een aantal hulpprogramma's en bronnen die u kunnen helpen bij het oplossen van afdrukproblemen.
Problemen oplossen Gegevenspagina's Twee van de interne pagina's van de printer, de demopagina en de foutgeschiedenis, kunnen handig zijn bij het oplossen van bepaalde problemen. Met de demopagina kunt u een beeld afdrukken waarin alle afdrukkleuren worden gebruikt, zodat u kunt zien wat de huidige status van de printer is met betrekking tot het afdrukken. Met de foutgeschiedenis drukt u informatie af over de laatste 42 fouten die zich in de printer hebben voorgedaan. Zo drukt u gegevenspagina's af: 1.
Problemen oplossen Berichten op het bedieningspaneel In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Berichten over de status van verbruiksartikelen op pagina 196 • Foutberichten op pagina 197 Op het bedieningspaneel van de printer verschijnen berichten waarin de status en de storingen van de printer worden gemeld. Ook vindt u hier instructies.
Problemen oplossen Code/bericht Situatie/reden/oplossing Niet-Xerox® toner De printer bevindt zich in de aangepaste tonermodus. Dit betekent dat er een toner is geïnstalleerd die niet van Xerox® is. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. Lage densiteit Xxx cassette In de opgegeven cassette is de toner niet gelijkmatig verdeeld. Verwijder de cassette en schud deze heen en weer. Installeer deze vervolgens opnieuw. Xxx bijna leeg De toner in de aangegeven cassette is bijna op.
Problemen oplossen Bericht Situatie/reden/oplossing Verwijder het papier uit sleuf voor handmatige invoer Verwijder het papier uit de sleuf voor handmatige invoer. Papierstoring bij voorklep Voorklep openen en papier verwijd. Er is papier in de printer vastgelopen. Druk op de knop om de voorklep te openen en verwijder het vastgelopen papier. Storing bij duplexeenheid Voorklep openen Overdr.eenh. omh Er is papier verkeerd ingevoerd in de duplexeenheid.
Problemen oplossen Bericht Situatie/reden/oplossing Onv. geheugen Druk op knop OK Fout 016-718 Het geheugen van de printer is vol en kan de huidige afdruktaak niet verder verwerken. • Druk op de knop OK om het bericht te wissen, de huidige afdruktaak te annuleren en door te gaan met de volgende afdruktaak, indien aanwezig. • Druk op Annuleren om de afdruktaak te annuleren. • Druk op de Pijl achteruit om het menu Walk-Up-functies te openen en de vastgehouden taak te verwijderen.
Problemen oplossen Problemen met de printer Als u een probleem hebt met de printer, gebruik dan de volgende tabel om het probleem op te sporen en op te lossen. Zie Problemen oplossen: overzicht op pagina 194 voor meer informatie over het oplossen van problemen. WAARSCHUWING: Open of verwijder geen printerpanelen die vastzitten met schroeven, tenzij hier in de handleiding nadrukkelijk om wordt gevraagd. Onderdelen waar een hoge spanning op staat, kunnen elektrische schokken veroorzaken.
Problemen oplossen Symptoom Reden/oplossing De afdruktaak is verzonden, maar het lampje Gereed gaat niet knipperen of branden. Is de ethernet- of USB-interfacekabel losgekoppeld? Schakel de stroom uit en controleer de aansluiting van de interfacekabel. Is het protocol geconfigureerd? Controleer de status van de poort van de interface. Controleer of de protocolinstellingen goed in CentreWare Internet Services zijn ingesteld. Zie de Help in CentreWare Internet Services voor meer informatie.
Problemen oplossen Symptoom Reden/oplossing Het papier kan niet worden ingevoerd. Papierstoringen. Er worden meerdere vellen papier tegelijk ingevoerd. Het papier wordt schuin ingevoerd. Het papier is gekreukeld. Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier goed. Zorg dat u labels of enveloppen voor het plaatsen goed uitwaaiert, zodat er lucht tussen de vellen komt. Zie Papier plaatsen op pagina 65 voor meer informatie. Is het papier vochtig? Vervang het door papier uit een nieuwe verpakking.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit Als de kwaliteit van de afdrukken niet goed is, kunt u het probleem oplossen door in de volgende tabel het symptoom dat het meest in de buurt komt en de bijbehorende oplossing te selecteren. Ook kunt u een demopagina afdrukken om het probleem met de afdrukkwaliteit nader te onderzoeken. Zie Gegevenspagina's op pagina 195 voor meer informatie.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Eén kleur is vaag. De tonercassette is leeg of beschadigd. Controleer de staat van de tonercassette en vervang deze indien nodig. Zwarte stippen op willekeurige plaatsen of lege plekken. Het papier valt buiten de aanbevolen specificaties. Vervang het papier door papier van een aanbevolen formaat en soort en controleer of de instellingen van het bedieningspaneel of het printerstuurprogramma correct zijn.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Vegen die zich herhalen. Vuil in de papierbaan. Druk een aantal blanco vellen af tot de vegen verdwenen zijn. Het papier valt buiten de aanbevolen specificaties. Vervang het afdrukmateriaal door papier van een aanbevolen formaat en soort en controleer of de instellingen van het bedieningspaneel correct zijn. Zie Ondersteunde papiersoorten en media op pagina 60 voor meer informatie. De overdrachtband of de fuser is verouderd of beschadigd.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Er verschijnen haarachtige markeringen in en om zwarte halftoonkleuren. Er verschijnen schaduwen om gebieden met zwarte kleuren met een hoge dichtheid. Het papier heeft gedurende een lange tijd niet in de verpakking gezeten (in het bijzonder in een droge omgeving). Vervang het papier. Zie ook Richtlijnen voor papieropslag op pagina 61. Het papier valt buiten de aanbevolen specificaties.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Verticale weglatingen. De laser wordt geblokkeerd. Verwijder de beeldeenheid en haal met een pluisvrije doek stof en vuil van de laserlens. Zie De beeldeenheid en de laserlens reinigen op pagina 208 voor meer informatie. De overdrachtband of de fuser is verouderd of beschadigd. Controleer de staat van de overdrachtband en de fuser en vervang deze indien nodig. Er worden geen Xerox -tonercassettes gebruikt.
Problemen oplossen De beeldeenheid en de laserlens reinigen Als er lege plekken of lichte strepen door één of meerdere kleuren op de afdrukken verschijnen, gebruikt u de volgende instructies om de beeldeenheid en laserlens schoon te maken. Opmerking: Gebruik geen warm water of reinigingsmiddelen om toner van uw huid of kleding te verwijderen. Warm water zorgt dat de toner zich vasthecht, waardoor deze moeilijk te verwijderen is.
Problemen oplossen 7. Verwijder de beeldeenheid: VOORZICHTIG: Laat de beeldeenheid niet vallen en schud de beeldeenheid niet nadat u deze uit de printer hebt verwijderd; er kan toner uitkomen. VOORZICHTIG: Stel de beeldeenheid niet langer dan 5 minuten bloot aan welke lichtbron dan ook. Langdurige blootstelling aan licht kan schade aan de beeldeenheid toebrengen. Bedek de beeldeenheid zolang deze aan licht is blootgesteld. Raak de glanzende zwarte overdrachtband niet aan.
Problemen oplossen 10. Plaats de overdrachteenheid terug: a. Pak de eenheid vast bij de perzikkleurige lipjes aan de bovenkant en installeer de eenheid in de printer. Zorg dat u de eenheid binnen de geleiders in de printer plaatst en duw de eenheid vervolgens helemaal in de printer. wc6505_043 b. Draai de vier draaiknoppen naar rechts om de eenheid te vergrendelen. 11. Klap de overdrachtband weer op zijn plaats en sluit de voorklep van de printer.
Problemen oplossen Kleurregistratie In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Automatische kleurregistratie instellen op pagina 211 • Een eenmalige aanpassing van automatische kleurregistratie uitvoeren op pagina 211 • De kleurregistratie handmatig aanpassen op pagina 211 De printer past de kleurregistratie automatisch aan wanneer de automatische aanpassing is ingeschakeld. U kunt de kleurregistratie altijd als de printer niet actief is, handmatig aanpassen.
Problemen oplossen Het correctieschema voor de kleurregistratie afdrukken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk op het bedieningspaneel op de knop Systeem. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beheermenu te selecteren. Druk vervolgens op OK. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag tot het menu Onderhoud wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Kleurreg. aanp. te selecteren en druk op OK. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Kleurreg schema te selecteren en druk op OK.
Problemen oplossen De verticale waarden vaststellen: 1. In het onderste deel van het kleurregistratieschema worden kleurkolommen weergegeven met een golvende witte kolom waar er zich geen kleur bevindt. Identificeer de witkolom die het rechtst is. Raadpleeg de uitvergrote illustratie op het schema waarop wordt weergegeven hoe u het dichtstbijzijnde nummer kunt bepalen. 2.
Problemen oplossen 9. Druk op OK wanneer u klaar bent met de aanpassingen van de registratiewaarden. 10. Druk het schema nogmaals af om de waarden te controleren: a. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Kleurreg schema te selecteren en druk op OK. b. Druk op de Pijl omhoog of Pijl omlaag om Ja te selecteren en druk dan op OK. Opmerking: Zie Het correctieschema voor de kleurregistratie afdrukken op pagina 212 voor meer informatie. 11.
Problemen oplossen Kleurbalans De printer brengt de kleur automatisch weer in balans wanneer de verbruiksartikelen van de printer worden vervangen of wanneer er veranderingen in de omgeving optreden. Als u de kleurbalans een keer handmatig wilt uitvoeren, volgt u deze procedure. De kleurbalans voor de printer aanpassen: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Systeem. 2. Druk op Pijl omhoog of Pijl omlaag om Beheermenu te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3.
Problemen oplossen Papierstoringen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Papierstoringen voorkomen op pagina 216 • Papierstoringen oplossen op pagina 217 Papierstoringen voorkomen Als u het aantal papierstoringen wilt verminderen, moet u de richtlijnen en instructies in hoofdstuk Ondersteunde papiersoorten en media op pagina 60 van deze handleiding volgen.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Storingen met lang papier oplossen op pagina 217 • Papierstoringen in lade 1 oplossen op pagina 217 • Papierstoringen in de sleuf voor handmatige invoer oplossen op pagina 218 • Papierstoringen bij de fuser op pagina 219 • Papierstoringen in de invoerlade voor 250 vel oplossen op pagina 220 • Papierstoringen in de duplexeenheid oplossen op pagina 221 Storingen met lang papier oplossen Als er papier dat
Problemen oplossen 4. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. Controleer of alle papiersnippers zijn verwijderd. VOORZICHTIG: Langdurige blootstelling aan licht kan schade aan de beeldeenheid toebrengen. Laat de klep niet langer dan vijf minuten achtereen open staan. wc6505_023 5. 6. Sluit de voorklep. Verwijder de lade uit de printer en trek vervolgens het eventueel resterende vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. wc6505_025 7. Plaats de lade terug in de printer.
Problemen oplossen Papierstoringen bij de fuser WAARSCHUWING: Raak nooit een gelabeld gebied aan op of in de buurt van de hitterol van de fuser. U kunt brandwonden oplopen. Als er een vel papier om de hitterol is gewikkeld, mag u het niet onmiddellijk proberen te verwijderen. Schakel de printer onmiddellijk uit en wacht 40 minuten totdat de fuser is afgekoeld om letsel door brandwonden te voorkomen.
Problemen oplossen Papierstoringen in de invoerlade voor 250 vel oplossen Opmerking: Papier dat in de onderste lade is vastgelopen, kan de laden erboven blokkeren, waardoor u deze niet kunt openen. Zoek de laden een voor een af op vastgelopen papier en begin bij de onderste lade. 1. 2. Trek de papierladen naar buiten tot u het vastgelopen papier vindt. Verwijder al het vastgelopen en/of gekreukte papier uit de lade.
Problemen oplossen Papierstoringen in de duplexeenheid oplossen 1. Druk op de knop van de voorklep om de klep van de printer te openen. WAARSCHUWING: Sommige onderdelen in de printer, zoals de fuser en het gebied daaromheen, zijn heet en kunnen brandwonden veroorzaken. VOORZICHTIG: Langdurige blootstelling aan licht kan schade aan de beeldeenheid toebrengen. 2. Trek eventueel gevonden vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. wc6505_047 3.
Problemen oplossen 222 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
Printerspecificaties 11 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Fysieke specificaties op pagina 224 • Omgevingsspecificaties op pagina 225 • Elektrische specificaties op pagina 226 • Prestatiespecificaties op pagina 227 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 223
Printerspecificaties Fysieke specificaties Gewichten en afmetingen Onderdeel Specificaties Printer Breedte: 430 mm (16,9 inch) Diepte: 544 mm (21,4 inch) Hoogte: 584 mm (23 inch) Gewicht: 30 kg (66,13 lb.) Invoerlade voor 250 vel (optioneel) Breedte: 419 mm (16,5 inch) Diepte: 518 mm (20,4 inch) Hoogte: 106 mm (4,2 inch) Gewicht: 4,5 kg (9,92 lb.
Printerspecificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur 10 –32 °C (50 –90 °F) Relatieve luchtvochtigheid Opmerking: Bij extreme omgevingsomstandigheden (zoals 10 °C en 85% RL) kunnen er zich ongeveer 30 minuten nadat de printer is ingeschakeld problemen als gevolg van condensvorming voordoen. 15–85% RL bij 28 °C (82 °F) Hoogte Gebruik de printer voor optimale prestaties niet in gebieden boven 3100 meter (10.170 ft) hoogte.
Printerspecificaties Elektrische specificaties Voeding • • 110–127 V, 50/60 Hz, 10 A of minder 220–240 V, 50/60 Hz, 5 A of minder Stroomverbruik AC 110–127 V / 220–240 V • Energiespaarstand (Slaapstand): maximaal 12 W • Stand-by: maximaal 60 W (fuser aan) • Doorlopend afdrukken in kleur: maximaal 550 W • Doorlopend afdrukken in zwart/wit: maximaal 550 W Deze printer verbruikt geen stroom wanneer de aan/uit-schakelaar is uitgeschakeld, ook al is de printer aangesloten op een stopcontact.
Printerspecificaties Prestatiespecificaties Item Specificatie Opwarmtijd Inschakelen: maximaal 30 seconden. Herstel na energiespaarstand: maximaal 25 seconden. (er wordt uitgegaan van een temperatuur van 22 °C / 71,6 °F) Doorlopende afdruksnelheid Kleur: 24 ppm Zwart/wit: 24 ppm Opmerking: Het afdrukken kan minder snel verlopen afhankelijk van de gebruikte papiersoort, het gebruikte papierformaat, de afdrukomstandigheden of aanpassingen aan de afdrukkwaliteit.
Printerspecificaties 228 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding
Informatie over regelgeving A In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Elektromagnetische storing op pagina 230 • Andere regelgeving op pagina 232 • Bepalingen omtrent kopiëren op pagina 233 • Bepalingen omtrent faxen op pagina 236 • Veiligheidsinformatiebladen op pagina 240 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding 229
Informatie over regelgeving Elektromagnetische storing Xerox® heeft dit product getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen te beperken die door dit product worden veroorzaakt of worden ontvangen in een normale kantooromgeving.
Informatie over regelgeving Europese Unie Het CE-merk op dit product symboliseert de verklaring van conformiteit van Xerox® met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data: • 12 december 2006: Richtlijn 2006/95/EG inzake lage spanning • 15 december 2004: Richtlijn 2004/108/EG betreffende elektromagnetische compatibiliteit • 9 maart 1999: Richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatieeindapparatuur 1999/5/EG Dit product is niet gevaarlijk voor de co
Informatie over regelgeving Andere regelgeving RoHS-regelgeving in Turkije In overeenstemming met artikel 7 (d), certificeren wij hierbij dat: "Het de EEE-regelgeving naleeft." "EEE yönetmeliğine uygundur.
Informatie over regelgeving Bepalingen omtrent kopiëren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Verenigde Staten op pagina 233 • Canada op pagina 234 • Andere landen op pagina 235 Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, kunnen beboet worden met een geldboete of gevangenisstraf. 1.
Informatie over regelgeving 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Auteursrechtelijk materiaal, tenzij toestemming is verkregen van de eigenaar van het auteursrecht, of de reproductie binnen het "redelijk gebruik" valt zoals vastgelegd in de bepalingen van het auteursrecht voor bibliotheekreproductierechten. Overige informatie over deze bepalingen is verkrijgbaar bij: Copyright Office, Library of Congress, Washington, D.C. 20559. Vraag naar Circular R21. Bewijzen van staatsburgerschap of naturalisatie.
Informatie over regelgeving • • • • Tekens, merken, zegels, wikkels of ontwerpen die worden gebruikt door of namens de Regering van Canada of een provincie, de regering van een andere staat dan Canada of een afdeling, bestuurslichaam of instelling die is ingesteld of opgericht door de Regering van Canada of door een provincie of door een regering van een andere staat dan Canada.
Informatie over regelgeving Bepalingen omtrent faxen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Verenigde Staten op pagina 236 • Canada op pagina 238 • Europese Unie op pagina 238 Verenigde Staten Vereisten voor verzenden van faxkopregel Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- of onderkant van ieder beri
Informatie over regelgeving Bij het bestellen van de juiste service bij uw plaatselijke telefoonbedrijf, kan het zijn dat u de codes uit de volgende lijst moet vermelden: • Facility Interface Code (FIC) = 02LS2 • Service Order Code (SOC) = 9.0Y VOORZICHTIG: Vraag uw plaatselijke telefoonmaatschappij welk modulaire aansluitingstype op uw lijn is geïnstalleerd. Als u dit apparaat op een niet-goedgekeurde aansluiting aansluit, kan de apparatuur van de telefoonmaatschappij beschadigd raken.
Informatie over regelgeving Canada Dit product voldoet aan de relevante technische specificaties van Industry Canada. Een vertegenwoordiger die door de leverancier is aangewezen, moet reparaties aan gecertificeerde apparatuur coördineren. Reparaties of wijzigingen die door de gebruiker aan dit apparaat zijn gemaakt, of defecten in het apparaat, kunnen tot gevolg hebben dat het telecommunicatiebedrijf u vraagt de apparatuur uit te schakelen.
Informatie over regelgeving Verklaring Zuid-Afrika Dit modem mag alleen samen met een beveiligingsapparaat tegen spanningspieken worden gebruikt.
Informatie over regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot uw WorkCentre 6505-printer, gaat u naar: • Noord-Amerika: www.xerox.com/msds • Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor telefoonnummers van het Center voor klantenondersteuning gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Recycling en verwijdering van de printer B In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Alle landen op pagina 241 • Noord-Amerika op pagina 241 • Andere landen op pagina 241 • Europese Unie op pagina 242 Alle landen Indien u verantwoordelijk bent voor het verwijderen van het Xerox®-product, houd er dan rekening mee dat het product mogelijk lood, kwik, perchloraat en andere stoffen bevat. Deze materialen mogen om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden worden verwijderd.
Recycling en verwijdering van de printer Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Thuis-/huishoudelijke omgeving Dit symbool op uw apparatuur betekent dat u deze apparatuur niet bij het normale huisvuil mag zetten. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de levensduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijke afval worden weggegooid.
Recycling en verwijdering van de printer Informatie voor gebruikers omtrent de inzameling en het weggooien van oude apparatuur en lege batterijen Deze symbolen op de producten en/of de meegeleverde documenten geven aan dat oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden weggegooid. Lever oude producten en lege batterijen in bij de voor dit doel bestemde inzamelingspunten, overeenkomstig de landelijke wetgeving en de richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Recycling en verwijdering van de printer 244 WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter Gebruikershandleiding