Xerox® WorkCentre® 6655 Multifunctionele kleurenprinter Xerox® ConnectKey® 1.
© 2014 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van de publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd of verveelvoudigd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoud 1 Veiligheid 9 Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit .............................................................................................................. 10 Algemene richtlijnen ............................................................................................................................................... 10 Netsnoer .......................................................................................................................................................
Inhoud Algemene instellingen aanpassen ............................................................................................................................. 39 Energiespaarstand instellen ................................................................................................................................. 39 De datum en tijd op het bedieningspaneel instellen ................................................................................ 40 De software installeren .......................
Inhoud Omslagen afdrukken ............................................................................................................................................... 75 Invoegpagina's afdrukken.................................................................................................................................... 75 Afwijkende documentpagina's afdrukken ..................................................................................................... 76 Schalen ...........................
Inhoud Scanopties instellen ....................................................................................................................................................... 125 De basisscaninstellingen wijzigen ................................................................................................................... 125 Geavanceerde instellingen selecteren ...........................................................................................................
Inhoud Algemene problemen oplossen ................................................................................................................................ 184 Het inschakelen van de printer is mislukt ..................................................................................................... 184 De printer stelt zichzelf vaak opnieuw in of schakelt vaak uit ............................................................. 184 De printer kan niet afdrukken ....................................
Inhoud Europese Unie .......................................................................................................................................................... 227 Europese Unie, Milieu-informatie Overeenkomst Lot 4 Beeldverwerkingsapparatuur ............. 227 Duitsland .................................................................................................................................................................... 229 RoHS-regelgeving in Turkije ...........................
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit ................................................................................................................. 10 • • Veiligheid bij de bediening .............................................................................................................................................. 12 Veiligheid bij het onderhoud .................................................................
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene richtlijnen ........................................................................................................................................................... 10 • • Netsnoer ..................................................................................................................................................................................
Veiligheid Netsnoer • • • Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd. Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is geaard. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn aangesloten. Vraag een elektricien om het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit is geaard. Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen. Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer. Richtlijnen voor gebruik • • • • • Verwijder geen papierladen terwijl de printer bezig is met afdrukken.
Veiligheid Printerlocatie • • • • • • • • • • Plaats de printer op een vlak, stevig en niet-vibrerend oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht te dragen. Zie Fysieke specificaties op pagina 220 als u het gewicht voor uw printerconfiguratie wilt vinden. Bedek of blokkeer de sleuven of openingen van de printer niet. Deze openingen zijn aangebracht om de printer te ventileren en om oververhitting van de printer te voorkomen.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • 14 Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Gebruik voor het reinigen alleen een droge, niet pluizende doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Printersymbolen Symbool Beschrijving Waarschuwing: Geeft een gevaar aan dat overlijden of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien het niet voorkomen wordt. Let op: Geeft een verplichte actie aan, die genomen moet worden om schade aan het eigendom te voorkomen. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig om lichamelijk letsel te voorkomen. U mag het item niet verbranden. U mag de beeldverwerkingsmodule niet langer dan 10 minuten aan licht blootstellen.
Veiligheid Contactinformatie voor milieu, gezondheid en veiligheid Voor meer informatie over milieu, gezondheid en veiligheid met betrekking tot dit Xerox-product en verbruiksartikelen kunt u contact opnemen met de klantenservice: Verenigde Staten en Canada: 1-800-ASK-XEROX (1-800-275-9376) Europa: +44 1707 353 434 Voor productveiligheidsinformatie in de Verenigde Staten en Canada gaat u naar www.xerox.com/environment. Voor productveiligheidsinformatie in Europa gaat u naar www.xerox.
Toepassingen 2 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderdelen van de printer ............................................................................................................................................... 18 • • Informatiepagina's ............................................................................................................................................................. 23 Beheerfuncties ...........................................................
Toepassingen Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanzicht voorzijde ............................................................................................................................................................... 18 • • Aanzicht achterzijde ........................................................................................................................................................... 19 Interne onderdelen .........................
Toepassingen Aanzicht achterzijde 1. 2. 3. 4. 5. 6. USB-poort type B Ethernet-connector USB-poort type A USB-poort type A Netsnoeraansluiting Achterdeur 7. 8. 9. 10. 11.
Toepassingen Interne onderdelen 1. 2. 3. 4. 5. Papierstop opvangbak Voordeur Tonercassettes Automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) Documentklep 6. 7. 8. 9. 10. Glasplaat Nietcassette Vergrendeling afvalcontainer Beeldverwerkingsmodules Afvalcontainer Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een aanraakscherm en druktoetsen waarmee u de beschikbare functies op de printer kunt beheren. Het bedieningspaneel: • Toont de huidige status van de printer.
Toepassingen Item Naam Beschrijving 1 Aanraakscherm Het scherm toont informatie en geeft toegang tot printerfuncties. 2 Toets Startpagina Functies Deze toets geeft toegang tot printerfuncties, zoals kopiëren, scannen en faxen via het aanraakscherm. 3 Toets Functies Met deze toets keert u terug naar de actieve functie vanuit de schermen Opdrachtstatus of Apparaatstatus, of naar een vooraf ingestelde functie.
Toepassingen Item Naam Beschrijving 12 Toets Alle wissen Met deze toets worden eerdere en gewijzigde instellingen voor de huidige selectie gewist. Om de standaardinstellingen van alle functies te herstellen en bestaande scans te wissen, drukt u tweemaal op deze toets. 13 Aan/uit-knop Met deze knop schakelt u de printer in of uit. 14 Toets Taal Met deze toets kunt u de taal van het aanraakscherm en de toetsenbordinstellingen wijzigen.
Toepassingen Informatiepagina's Op de harde schijf van de printer zijn een aantal informatiepagina's opgeslagen. Informatiepagina's bevatten configuratie- en fontinformatie, demopagina's enzovoort. 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op het tabblad Apparaatinformatie op Informatiepagina's en selecteer vervolgens de gewenste informatiepagina. 3. Selecteer Afdrukken. Opmerking: Informatiepagina's kunnen ook worden afgedrukt via CentreWare Internet Services.
Toepassingen Beheerfuncties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Toegang tot de printer ...................................................................................................................................................... 24 • • CentreWare Internet Services......................................................................................................................................... 27 Het IP-adres van de printer opzoeken ..................................
Toepassingen Autorisatie Autorisatie omvat het specificeren van de functies waartoe u toegang hebt, en het proces waarmee uw toegang wordt goedgekeurd of afgekeurd. De systeembeheerder kan de printer zodanig configureren dat u de printer kunt gebruiken, maar dat de toegang tot bepaalde functies, hulpprogramma's en services voor u beperkt is. De printer kan u bijvoorbeeld toegang geven tot kopiëren maar de toegang tot kleurenafdrukken voor u beperken.
Toepassingen Aanmelden op het bedieningspaneel 1. 2. 3. 4. Druk op het bedieningspaneel op Aan-/afmelden of druk op Gast. Als een beheerder meer dan een verificatieserver heeft geconfigureerd, selecteert u uw domein, realm of structuur. a. Druk op Domein, Realm of Structuur b. Druk in de lijst op uw domein, realm of structuur. c. Selecteer Opslaan. Typ uw gebruikersnaam en druk vervolgens op Volgende. Typ uw toegangscode en druk op Gereed. Aanmelden bij CentreWare Internet Services 1.
Toepassingen CentreWare Internet Services CentreWare Internet Services is de beheer- en configuratiesoftware die op de interne webserver van de printer is geïnstalleerd. Hiermee kunt u de printer via een webbrowser configureren en beheren. CentreWare Internet Services vereist: • Een TCP/IP-verbinding tussen de printer en het netwerk in Windows-, Macintosh-, UNIX- of Linux-omgevingen. • TCP/IP en HTTP ingeschakeld op de printer.
Toepassingen Automatische gegevensverzameling Deze printer verzamelt automatisch gegevens en verzendt deze naar een beveiligde externe locatie. Xerox of een aangestelde dienstverlener gebruiken deze gegevens ter ondersteuning en onderhoud van de printer of voor facturering, aanvullen van verbruiksartikelen of verbetering van het product.
Toepassingen Meer informatie U kunt meer informatie over uw printer verkrijgen uit de volgende bronnen: Bron Locatie Installatiehandleiding Geleverd bij de printer. Andere documentatie voor uw printer www.xerox.com/office/WC6655docs Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) Verenigde Staten: www.xerox.com/paper Europese Unie: www.xerox.com/europaper Technische ondersteuningsgegevens voor uw printer, www.xerox.
Toepassingen Om u te kunnen helpen, heeft het Welcome Center de volgende gegevens nodig: • De aard van het probleem. • Het serienummer van de printer. • De storingscode. • De naam en locatie van uw bedrijf. Het serienummer opzoeken Als u contact opneemt met Xerox voor ondersteuning, hebt u het serienummer van de printer nodig. Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat.
3 Installatie en instellingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van installatie en instellingen..................................................................................................................... 32 • Een plaats kiezen voor de printer .................................................................................................................................. 33 • • Veiligheidsinformatie netsnoer..................................................
Installatie en instellingen Overzicht van installatie en instellingen Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Configureer de eerste instellingen van de printer en installeer vervolgens de driversoftware en hulpprogramma's op uw computer.
Installatie en instellingen Een plaats kiezen voor de printer 1. Kies een stofvrije plaats met temperaturen tussen de 5 en 32°C (41 - 90°F) en een relatieve luchtvochtigheid tussen 15 en 85%. Opmerking: Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan er condensatie optreden in het apparaat, hetgeen direct van invloed is op de beeldoverdracht. 2. 3.
Installatie en instellingen Veiligheidsinformatie netsnoer Lees de volgende instructies zorgvuldig door voor u met uw printer gaat werken. Neem contact op met de Xerox-vertegenwoordiger voor meer informatie. WAARSCHUWINGEN: • • • Het stopcontact voor het apparaat moet voldoen aan de vereisten die vermeld staan op het specificatieplaatje aan de achterkant van het apparaat. Als u niet zeker weet of uw voeding aan de vereisten voldoet, raadpleeg dan het elektriciteitsbedrijf of een erkende elektricien.
Installatie en instellingen De printer aansluiten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een aansluitmethode selecteren ................................................................................................................................... 35 • • De printer fysiek op het netwerk aansluiten............................................................................................................. 36 Via USB verbinding maken met een computer ...............................
Installatie en instellingen De printer fysiek op het netwerk aansluiten Gebruik een Ethernetkabel van het type Category 5 of beter om de printer op het netwerk aan te sluiten. Een Ethernet-netwerk wordt gebruikt voor een of meer computers en ondersteunt vele printers en systemen gelijktijdig. Een Ethernet-aansluiting verschaft rechtstreeks toegang tot printerinstellingen via CentreWare Internet Services. De printer aansluiten: 1. Sluit het netsnoer op de printer aan en steek de stekker in het stopcontact.
Installatie en instellingen De printer in- en uitschakelen De printer heeft zowel een aan/uit-schakelaar als een aan/uit-knop. De aan/uit-schakelaar aan de zijkant van de printer regelt de hoofdvoeding naar de printer. De aan/uit-knop op het bedieningspaneel regelt de voeding naar de elektronische onderdelen van de printer. Het indrukken van de aan/uit-knop is de voorkeursmethode voor het via het de software uitschakelen van de printer. Zo zet u de printer aan: • Zet de AAN/UIT-schakelaar aan.
Installatie en instellingen Netwerkinstellingen configureren Informatie over TCP/IP- en IP-adressen Computers en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een ethernetnetwerk. Macintosh-computers gebruiken meestal TCP/IP of Bonjour om met een netwerkprinter te communiceren. Op Mac OS X-systemen wordt bij voorkeur TCP/IP gebruikt. In tegenstelling tot TCP/IP, hoeven printers of computers met Bonjour geen IP-adres te hebben.
Installatie en instellingen Algemene instellingen aanpassen U kunt printerinstellingen zoals de taal, datum en tijd, meeteenheden, helderheid scherm en startpagina wijzigen via het bedieningspaneel. 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus en selecteer het tabblad Hulpprogramma's. 2. Druk op Apparaatinstellingen>Algemeen en druk vervolgens op de instelling die u wilt wijzigen: − Energiebesparing specificeert wanneer de printer overgaat op de energiespaarstand.
Installatie en instellingen De datum en tijd op het bedieningspaneel instellen 1. 2. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus en selecteer het tabblad Hulpprogramma's. Selecteer Apparaatinstellingen>Algemeen>Datum en tijd. Opmerking: Als deze functie niet verschijnt, moet u uzelf als systeembeheerder aanmelden. Zie voor meer informatie Aanmelden als systeembeheerder bij het bedieningspaneel op pagina 26. 3. 4. 5.
Installatie en instellingen De software installeren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Vereisten van besturingssysteem.................................................................................................................................. 41 • • • Drivers en hulpprogramma's installeren - Windows ............................................................................................. 41 Printerstuurprogramma's en hulpprogramma's voor Macintosh OS X versie 10.
Installatie en instellingen 8. 9. Als uw printer nog steeds niet in de lijst met gevonden printers verschijnt en u het IP-adres weet: a. Klik op het pictogram Netwerkprinter boven in het venster. b. Voer het IP-adres of de DNS-naam van de printer in. c. Klik op Zoeken. d. Selecteer uw printer in de lijst met gevonden printers en klik vervolgens op Volgende. Als de printer nog steeds niet in de lijst met gevonden printers verschijnt en u het IP-adres niet weet: a. Druk op Geavanceerd zoeken. b.
Installatie en instellingen 9. Klik op OK om het bericht over de printerwachtrij te accepteren. 10. Schakel de selectievakjes Printer instellen als standaard en Testpagina afdrukken in of uit. 11. Klik op Doorgaan en klik vervolgens op Sluiten. Opmerking: De printer wordt automatisch aan de printerwachtrij toegevoegd in Macintosh OS X versies 10.7 en nieuwer. De installatie van de printeropties bij de printerdriver controleren: 1. Klik in het menu Apple op Printervoorkeursinstellingen>Druk af en scan. 2.
Installatie en instellingen Xerox® Printerbeheer Met Xerox® Printerbeheer kunt u: • Configureer lokale printers en netwerkprinters. • Een printer op uw netwerk instellen en de werking van de geïnstalleerde printer bewaken. • Zorgen voor een uniforme weergave voor de talrijke leveranciers van UNIX- en Linux-besturingssystemen. Printerdriverpakket van Xerox® installeren Voordat u begint: Controleer of u root- of beheerdersrechten hebt om Xerox® Printerbeheer te installeren.
Installatie en instellingen Xerox® Printerbeheer starten Om Xerox® Printerbeheer op hoofdniveau te starten via de opdrachtregel op een terminalvenster, typt u xeroxprtmgr en drukt u vervolgens op Enter of Return. Overige drivers De volgende drivers kunnen worden gedownload van www.xerox.com/office/WC6655drivers. • De Xerox® Global Print Driver werkt met elke willekeurige printer op uw netwerk, met inbegrip van printers van andere merken.
Papier en ander afdrukmateriaal 4 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Ondersteund papier ............................................................................................................................................................ 48 • Papier plaatsen ..................................................................................................................................................................... 52 • Op speciaal papier afdrukken ...............
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteund papier In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanbevolen media............................................................................................................................................................... 48 • • Papier bestellen.....................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Papier dat de printer kan beschadigen Sommige papiersoorten en ander afdrukmateriaal kunnen de afdrukkwaliteit verminderen, meer papierstoringen veroorzaken of uw printer beschadigen.
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten Lade Papiersoorten Gewichten Alle laden Kringlooppapier Aangepast 60-105 g/m² Gewoon Geperforeerd Voorbedrukt Bankpostpapier Briefhoofd 75–105 g/m² Licht karton Licht glanzend karton 106-163 g/m² Karton Glanzend karton 164–220 g/m² Handmatige invoer Etiketten Envelop Ondersteunde standaard papierformaten Lade Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten Alle laden A4 (210 x 297 mm 8,3 x 11,7 inch).
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten voor automatisch 2-zijdig afdrukken Papiersoorten Gewichten Kringlooppapier Aangepast 60-105 g/m² Gewoon Geperforeerd Voorbedrukt Briefhoofd Bankpostpapier 75–105 g/m² Licht karton Licht glanzend karton 106-163 g/m² Ondersteunde aangepaste papierformaten Lade 1 en 2 • Breedte: 148–215,9 mm (5,8–8,5 inch) • Lengte: 210–355,6 mm (8,3–14 inch) Handmatige invoer • Breedte: 76,2-215,9 mm (3-8,5 inch) • Lengte: 127-355,6 mm (5-14 in
Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papier in de handmatige invoer plaatsen ................................................................................................................. 52 • • Lade 1 of 2 configureren voor de papierlengte ...................................................................................................... 54 Papier in laden 1–2 plaatsen ...........................................................
Papier en ander afdrukmateriaal 5. 6. Plaats het papier in de lade. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de rechterkant. 7. Plaats briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor 1- of 2-zijdig afdrukken met de beeldzijde omlaag en voer het papier met de bovenkant eerst in de printer. Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als u te veel afdrukmateriaal in de lade plaatst, kunnen er storingen optreden. 8.
Papier en ander afdrukmateriaal Lade 1 of 2 configureren voor de papierlengte U kunt de lengte van lade 1 en 2 aanpassen aan papier van het formaat A4/Letter en Legal. Bij de lengte-instelling Legal steken de laden uit aan de voorzijde van de printer. De invoereenheden van 550 vel in lade 1 en 2 aanpassen aan de papierlengte: 1. Verwijder al het papier uit de lade. 2. Om de lade uit de printer te verwijderen, trekt u de lade naar buiten totdat deze niet verder kan.
Papier en ander afdrukmateriaal 4. 5. Houd om de lade te verkorten voor korter papier de achterzijde van de lade met één hand vast. Met de andere hand drukt u aan de voorzijde van de lade op de ontgrendelingshendel en duwt u de uiteinden naar binnen totdat ze vastklikken. Plaats papier in de lade en schuif deze dan weer de printer in. Zie voor meer informatie Papier in laden 1-2 plaatsen op pagina 55. Papier in laden 1–2 plaatsen 1.
Papier en ander afdrukmateriaal 3. Pas de papierlengte- en breedtegeleiders zoals aangegeven aan. 4. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind. 5. Plaats papier in de lade. − Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de rechterkant.
Papier en ander afdrukmateriaal 7. Schuif de lade terug in de printer. 8. Duw de lade helemaal naar binnen. Opmerkingen: 9. • Als de lade niet helemaal naar binnen kan worden geschoven, controleer dan of de papierliftplaat aan de achterzijde van de lade is vergrendeld. • Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift.
Papier en ander afdrukmateriaal Op speciaal papier afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Enveloppen ............................................................................................................................................................................. 58 • • Etiketten ...................................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen 1. Open de handmatige invoer. 2. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. Opmerking: Als u enveloppen niet meteen in de handmatige invoer plaatst nadat ze uit de verpakking zijn gehaald, kunnen ze opbollen. Maak ze eerst weer plat, om papierstoringen te voorkomen.
Papier en ander afdrukmateriaal 3. Selecteer een optie voor het plaatsen van enveloppen: − Als u enveloppen met klep aan de lange zijde invoert, plaatst u de enveloppen met de korte zijde eerst in de printer, kleppen omlaag en naar rechts. − Als u enveloppen met niet-klevende klep aan de korte zijde gaat invoeren, plaatst u de envelop met de te bedrukken zijde omhoog, klep open en omlaag en voert u de envelop met de onderkant eerst in de printer.
Papier en ander afdrukmateriaal • Plaats enveloppen met zelfklevende klep aan de korte zijde, met de te bedrukken zijde omhoog, klep gesloten en omlaag en voer de envelop met de klep eerst in de printer. Opmerking: Om enveloppen op de juiste wijze te bedrukken, plaatst u de enveloppen met de klep open. Selecteer in de printerdriver desgewenst Portret, Landschap of Geroteerd landschap. Als u het beeld wilt omkeren, selecteert u in de printerdriver Beeld 180 graden roteren. 4.
Papier en ander afdrukmateriaal Etiketten in de handmatige invoer plaatsen 1. 2. Verwijder al het papier uit de lade. Plaats etiketten alleen in de handmatige invoer, met de beeldzijde omhoog, de bovenrand gaat als eerste de printer in. 3. Pas de papierbreedtegeleiders aan, zodat ze de randen van het papier net raken. 4. Selecteer op het bedieningspaneel bij Papierinstellingen Formaat. 5. Blader door de lijst en selecteer Aangepast. 6. Geef de breedte en lengte op en selecteer vervolgens OK. 7.
Bezig met afdrukken 5 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken - overzicht .......................................................................................................................................................... 64 • • Afdrukopties selecteren ..................................................................................................................................................... 65 Opdrachten beheren ............................................
Bezig met afdrukken Afdrukken - overzicht Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en of ze zijn aangesloten op een actief netwerk. Zorg dat de juiste printerdriversoftware op uw computer is geïnstalleerd. Zie De software installeren op pagina 41 voor meer informatie. 1. Selecteer de juiste papierlade. 2. Plaats papier in de juiste lade.
Bezig met afdrukken Afdrukopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Help in de printerdriver ...................................................................................................................................................... 65 • • Afdrukopties in Windows .................................................................................................................................................. 66 Afdrukopties in Macintosh ......................
Bezig met afdrukken Afdrukopties in Windows Standaard afdrukopties voor Windows instellen Wanneer u in een willekeurige softwaretoepassing afdrukt, gebruikt de printer de instellingen voor de afdrukopdracht, die zijn opgegeven in het venster Voorkeursinstellingen. U kunt uw meestgebruikte afdrukopties instellen en deze opslaan, zodat u de instellingen niet telkens hoeft te wijzigen wanneer u afdrukt.
Bezig met afdrukken Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan voor Windows U kunt een set opties definiëren en opslaan, zodat u deze kunt toepassen op toekomstige afdrukopdrachten. Een set afdrukopties opslaan: 1. Open het document in uw applicatie en klik op Bestand>Afdrukken. 2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen. Klik op de tabbladen in het venster Eigenschappen en selecteer vervolgens op de gewenste instellingen. 3.
Bezig met afdrukken Linux-afdrukopties Xerox® Printerbeheer starten Om Xerox® Printerbeheer op hoofdniveau te starten via de opdrachtregel op een terminalvenster, typt u xeroxprtmgr en drukt u vervolgens op Enter of Return. Afdrukken vanaf een Linux-werkstation Zo drukt u af vanaf een Linux-werkstation: 1. Maak een afdrukwachtrij. 2. Open het gewenste document of de gewenste afbeelding in uw toepassing en open het dialoogvenster Afdrukken.
Bezig met afdrukken Opdrachten beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Opdrachten beheren via het bedieningspaneel ...................................................................................................... 69 • • Beveiligde en vastgehouden afdrukopdrachten beheren .................................................................................. 70 Opdrachten beheren in CentreWare Internet Services ...................................................................
Bezig met afdrukken Zo verwijdert u een opdracht: 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus. 2. Druk op de opdracht op een van de tabbladen voor het type opdracht. 3. Selecteer Verwijderen. Opmerkingen: • De systeembeheerder kan verhinderen dat gebruikers opdrachten verwijderen. Als een systeembeheerder beperkingen heeft ingesteld voor het verwijderen van opdrachten, dan kunt u de opdrachten wel bekijken maar niet verwijderen.
Bezig met afdrukken Zo kunt u een lijst met niet-geïdentificeerde afdrukopdrachten bekijken en deze vrijgeven: 1. Selecteer het tabblad Niet-geïdentificeerde afdrukopdrachten. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: − Om een vastgehouden opdracht vrij te geven, drukt u op de opdracht en drukt u vervolgens op Vrijgeven. − Om alle vastgehouden opdrachten vrij te geven, drukt u op Alle opdrachten vrijgeven.
Bezig met afdrukken Afdrukfuncties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Op beide zijden van het papier afdrukken ................................................................................................................ 72 • • Papieropties voor afdrukken selecteren ..................................................................................................................... 73 Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken ...............................................
Bezig met afdrukken Opmaakopties voor 2-zijdige pagina U kunt de pagina-opmaak voor 2-zijdig afdrukken opgeven, waarmee wordt bepaald hoe de afgedrukte pagina's worden omgedraaid. Deze instellingen onderdrukken de instellingen voor paginarichting in de applicatie.
Bezig met afdrukken Als u katernen via de PostScript-driver van Windows of via de Macintosh-driver afdrukt, kunt u de bindrug en de verschuiving opgeven. • Bindrug: Geef de horizontale afstand in punten tussen de paginabeelden op. Een punt is 0,35 mm (1/72 inch). • Verschuiving: Hiermee geeft u op hoeveel de paginabeelden naar binnen worden verschoven in tienden van een punt.
Bezig met afdrukken Op de twee overige tabbladen vindt u extra manieren om de kleuren aan te passen voor specifieke kleurvereisten. Het tabblad Kleurbeschrijvingen betreft een proces dat uit drie stappen bestaat en waarmee u aangepaste kleurcorrecties kunt definiëren. Door een keuze te maken in elk van de drie velden, kunt u een zin samenstellen waarmee de kleurkenmerken van het document kunnen worden beheerd. U kunt allerlei zinnen samenstellen om de kleurinhoud van het document nog preciezer te bepalen.
Bezig met afdrukken • • • • • Invoegopties - hiermee kunt u een invoeging plaatsen Na pagina X, waarbij X de opgegeven pagina is, of Voor pagina 1. Aantal invoegingen - hiermee geeft u het aantal vellen op dat u op elke plaats wilt invoegen. Met Pagina's kunt u de pagina of het bereik van de pagina's opgeven waarbij gebruik wordt gemaakt van de kenmerken van de afwijkende documentpagina's. Afzonderlijke pagina's of paginabereiken moeten met komma's van elkaar worden gescheiden.
Bezig met afdrukken Schalen U kunt het beeld tot minimaal 25% van het originele formaat verkleinen of tot maximaal 400% vergroten. In Windows vindt u de schaalopties in de printerdriver op het tabblad Afdrukopties. 50% 1. 2. 100% 200% Om schaalopties te openen, klikt u op de pijl rechts van het veld Papier en selecteert u Ander papierformaat>Geavanceerd papierformaat. Selecteer een optie. − Niet aanpassen: U kunt deze optie gebruiken om de originele afmetingen van het beeld te behouden.
Bezig met afdrukken Watermerken afdrukken Een watermerk is speciale tekst die op een of meer pagina's kan worden afgedrukt. U kunt bijvoorbeeld het woord Kopie, Concept of Vertrouwelijk als watermerk toevoegen, in plaats van het woord met een stempel op het document af te drukken voordat u het verspreidt. Opmerkingen: • Niet alle vermelde opties worden ondersteund door alle printers. Sommige opties zijn alleen beschikbaar bij een specifiek(e) printermodel, configuratie, besturingssysteem of type driver.
Bezig met afdrukken 4. 5. Klik op Pagina's en selecteer de pagina's waarop het watermerk moet worden afgedrukt: − Op alle pagina's - hiermee wordt het watermerk op alle pagina's van uw document afgedrukt. − Alleen op eerste pagina - hiermee wordt het watermerk alleen op de eerste pagina van het document afgedrukt. Klik op OK. Spiegelbeelden afdrukken Als de PostScript-driver is geïnstalleerd, kunt u pagina's als een spiegelbeeld afdrukken.
Bezig met afdrukken Berichtgeving voltooide opdrachten selecteren voor Windows U kunt kiezen of u een bericht wilt ontvangen wanneer uw opdracht is afgedrukt. Er verschijnt een bericht in het scherm van uw computer met de naam van de opdracht en de naam van de printer waarop de opdracht is afgedrukt. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op een computer die afdrukt op een netwerkprinter. Als u een melding wilt ontvangen wanneer uw afdrukopdracht klaar is: 1.
Bezig met afdrukken Speciale opdrachttypen afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Beveiligde afdruk ................................................................................................................................................................. 81 • • Proefset ....................................................................................................................................................................................
Bezig met afdrukken Een beveiligde afdrukopdracht verzenden 1. 2. 3. Selecteer Beveiligde afdruk in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties. Typ een toegangscode van 4-10 cijfers voor de beveiligde afdrukopdracht. Voer in het veld Toegangscode bevestigen de toegangscode nogmaals in. Opmerkingen: 4. 5. 6. 7. 8. 9. • Als u geen toegangscode opgeeft, kent de printer een toegangscode toe en geeft deze weer in het venster Toegangscode vereist.
Bezig met afdrukken Een proefafdruk verzenden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Selecteer Proefafdruk in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties. Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen. Zo niet, wijzig dan de papierinstellingen. Selecteer een optie voor 2-zijdig afdrukken. Selecteer een afdrukkwaliteitsmode. Selecteer een ander tabblad of klik op OK.
Bezig met afdrukken 3. 4. 5. Klik op OK. Selecteer andere gewenste afdrukopties en klik op OK. Klik op OK of op Afdrukken. Opmerking: Als u de opdracht wilt afdrukken nadat u deze hebt verzonden, maar vóór het geplande tijdstip, geeft u de opdracht vrij op het bedieningspaneel van de printer. Opgeslagen opdracht Met Opgeslagen opdracht of Bestand opslaan in map wordt een openbare of privé opdracht op de printer opgeslagen en kan de opdracht via het printerbedieningspaneel worden afgedrukt.
Bezig met afdrukken 12. Selecteer de opdracht die u wilt afdrukken uit de opdrachtenlijst op het bedieningspaneel van de printer. 13. Klik op OK. Als de opdracht is opgeslagen, kunt u de opdracht naar wens afdrukken. Zie Afdrukken vanuit Opgeslagen opdrachten op pagina 87 voor meer informatie. Een privé opgeslagen afdrukopdracht verzenden 1. 2. Selecteer Opgeslagen opdracht in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties.
Bezig met afdrukken Vastgehouden afdrukopdrachten Opdrachten kunnen om verschillende redenen worden vastgehouden of gepauzeerd. Als het papier in de printer bijvoorbeeld op is, wordt de opdracht vastgehouden. Als u een proefopdracht verzendt, wordt het eerste exemplaar van de opdracht afgedrukt en blijven de overige exemplaren in de wachtrij staan totdat u ze vrijgeeft.
Bezig met afdrukken Afdrukken via Met Afdrukken via kunnen documenten worden afgedrukt die zijn opgeslagen op de printer, op een computer op een netwerk of op een USB-stick. Afdrukken vanaf een USB-stick U kunt .pdf, .tiff en .xps-bestanden rechtstreeks vanaf een USB-stick afdrukken. Opmerkingen: • Als USB-poorten zijn uitgeschakeld, kunt u geen USB-kaartlezer voor verificatie gebruiken, de software niet bijwerken en niet afdrukken vanaf een USB-stick.
Bezig met afdrukken Afdrukken via mailbox Met Afdrukken via mailbox kunt u een bestand afdrukken dat is opgeslagen in een map op de harde schijf van de printer. Afdrukken via een mailbox: 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Functies en daarna op Afdrukken via. 2. Selecteer Mailbox en druk vervolgens op de naam van de map met daarin het document.
Bezig met afdrukken Afdrukken via CentreWare Internet Services U kunt .pdf-, .ps-, .pcl- en .xps-bestanden rechtstreeks vanuit CentreWare Internet Services afdrukken zonder een andere applicatie of de printerdriver te hoeven openen. De bestanden kunnen worden opgeslagen op de harde schijf van een lokale computer, een apparaat voor massaopslag of een netwerkstation. Afdrukken vanuit CentreWare Internet Services: 1.
6 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige kopieertaken ................................................................................................................................................. 92 • Kopieerinstellingen selecteren ........................................................................................................................................
Kopiëren Eenvoudige kopieertaken 1. 2. 3. 4. Om eerdere instellingen te wissen, drukt u op het bedieningspaneel op de gele toets Alles wissen. Plaats uw originelen: − Gebruik de glasplaat voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet via de AOD kunnen worden ingevoerd. Leg de eerste pagina van het document met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. − Gebruik de AOD voor documenten van één of meer pagina's.
Kopiëren Richtlijnen voor de glasplaat De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Kopiëren Kopieerinstellingen selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Basisinstellingen ................................................................................................................................................................... 95 • • Instellingen afdrukkwaliteit............................................................................................................................................. 98 Opmaakinstellingen ............................
Kopiëren Basisinstellingen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Kopieeropdrachten in kleur of zwart/wit selecteren.............................................................................................. 95 • • Het beeld verkleinen of vergroten................................................................................................................................. 95 De papierlade selecteren ...............................................................................
Kopiëren • 3. Als u het beeld op de pagina wilt centreren, schakelt u het selectievakje Auto-centreren in. − Als u de breedte en lengte van het beeld met onafhankelijke percentages wilt verkleinen of vergroten, druk dan op Verkleinen/vergroten, en daarna Onafhankelijk %. • Breedte:X% hiermee kunt u de breedte van het beeld stapsgewijs verkleinen of vergroten met de alfanumerieke toetsen of met de knoppen min (-) en plus (+).
Kopiëren Kopieën in sets selecteren U kunt kopieeropdrachten die uit meerdere pagina's bestaan automatisch in sets laten sorteren. Wanneer u bijvoorbeeld drie 1-zijdige sets kopieën maakt van een-document van zes pagina's, worden de kopieën in onderstaande volgorde afgedrukt:1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6 Kopieën in sets selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2. Druk onder Aflevering kopieën op Sets als deze optie nog niet is geselecteerd.
Kopiëren Instellingen afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De origineelsoort opgeven ............................................................................................................................................... 98 • • Helderheid, scherpte en verzadiging aanpassen .................................................................................................... 98 Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ....................................
Kopiëren Het contrast aanpassen Contrast is het relatieve verschil tussen lichte en donkere gebieden in een beeld. Het contrast van de kopieën vergroten of verkleinen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2. Druk op het tabblad Afdrukkwaliteit en druk vervolgens op Beeldverbetering. 3. Pas het contrast aan in het scherm Beeldverbetering: − Kies Auto contrast om het contrast door de printer te laten instellen. − Kies Handmatig contrast om het contrast zelf aan te passen.
Kopiëren Opmaakinstellingen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De richting van het origineel opgeven ...................................................................................................................... 100 • • Formaat van het origineel opgeven ........................................................................................................................... 100 Boek kopiëren selecteren .....................................................................
Kopiëren Zo stelt u Boek kopiëren in: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en druk vervolgens op Boek kopiëren. 3. Selecteer een optie op het scherm Boek kopiëren: − Uit - hiermee worden beide pagina's van een geopend boek als één beeld op een enkel vel gekopieerd. − Beide pagina's - hiermee worden de linker- en rechterpagina van een geopend boek op twee vellen papier gekopieerd.
Kopiëren De randen van kopieën wissen U kunt de randen van uw kopieën wissen door de te wissen hoeveelheid aan de rechter-, linker-, boven- en onderrand op te geven. Randen op kopieën wissen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en druk vervolgens op Randen wissen. 3. Selecteer een optie op het scherm Rand wissen: − Alle randen - hiermee wordt dezelfde hoeveelheid gewist van alle vier randen.
Kopiëren Instellingen afleveringsformaat In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een katern maken .............................................................................................................................................................. 103 • • Omslagen toevoegen ....................................................................................................................................................... 103 Paginering van Begin hoofdstukken opgeven .......
Kopiëren 4. 5. 6. 7. Druk in het scherm Speciale pagina's op Omslagen. Selecteer een optie onder Omslagopties: − Voor en achter: Hetzelfde - hiermee worden de eerste en laatste pagina vanuit dezelfde lade afgedrukt. − Voor- en achter: Verschillend - hiermee worden de eerste en laatste pagina vanuit verschillende laden afgedrukt. Selecteer opties voor de voor- en/of achteromslag uit de keuzemenu's die verschijnen: • Blanco omslag - hiermee wordt een blanco omslag toegevoegd.
Kopiëren Invoegingen toevoegen U kunt blanco of voorbedrukte vellen op specifieke plaatsen in uw kopieeropdracht invoegen.- U moet de lade met daarin de invoegingen opgeven. Opmerking: Het papier dat voor de invoegingen wordt gebruikt, moet hetzelfde formaat hebben als het papier dat voor de rest van het document wordt gebruikt. U kunt geen invoegingen gebruiken als Katern maken is geselecteerd. Invoegingen toevoegen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2.
Kopiëren 3. 4. 5. Druk op het tabblad Afleveringsformaat en druk vervolgens op Speciale pagina's>Uitzonderingen. Druk in het scherm Uitzonderingen op het eerste veld Paginanummer. Geef vervolgens de beginwaarde voor het bereik van uitzonderingspagina's op met de alfanumerieke toetsen. Druk op het laatste veld Paginanummer en geef vervolgens de eindwaarde voor het bereik van afwijkende documentpagina's op met de alfanumerieke toetsen.
Kopiëren 4. Een opmerking invoegen: a. Druk op Opmerking>Aan. b. Druk op Toepassen op om een optie te selecteren. c. Druk op een bestaande opmerking in de lijst. Opmerking: Als u een opmerking wilt plaatsen, drukt u op een lege rij, voert u de tekst in via het toetsenbord op het aanraakscherm en drukt u op OK. d. 5. 6. Druk op een pijl om de geselecteerde opmerking in de kop- of voettekst van de pagina te zetten. Op het voorbeeldscherm wordt de plaats van de opmerking weergegeven. e. Selecteer OK. f.
Kopiëren Meerdere pagina's per zijde afdrukken U kunt een enkele pagina kopiëren en de pagina vervolgens meerdere keren op een of beide zijden van het papier afdrukken. De printer verkleint de pagina's proportioneel om ze passend te maken. Meerdere origineelpagina's op een zijde afdrukken: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2. Druk op het tabblad Afleveringsformaat en druk vervolgens op Paginaopmaak>Pagina's per zijde. 3.
Kopiëren Geavanceerde kopieertaken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een kopieeropdracht opbouwen .................................................................................................................................. 109 • • Een proefexemplaar afdrukken.................................................................................................................................... 110 Kopieerinstellingen opslaan .....................................................
Kopiëren Een proefexemplaar afdrukken Met de toepassing Proefafdruk wordt een enkel exemplaar van een opdracht afgedrukt en worden de overige exemplaren vastgehouden. Met deze toepassing kunt u een exemplaar van de opdracht bekijken en goedkeuren voordat u de gehele set afdrukt. Opmerking: Het proefexemplaar wordt niet meegeteld bij het aantal dat u hebt opgegeven. Een proefexemplaar van uw opdracht afdrukken: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2.
Kopiëren ID-kaart kopiëren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een ID-kaart kopiëren ...................................................................................................................................................... 111 • • Kopieeropdrachten in kleur of zwart/wit selecteren............................................................................................ 112 Het beeld verkleinen of vergroten.............................................................
Kopiëren Kopieeropdrachten in kleur of zwart/wit selecteren Als het originele document kleuren bevat, kunt u kopieën in kleur of in zwart-wit maken. De afdrukkleur selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op ID-kaart kopiëren. 2. Druk op het tabblad ID-kaart kopiëren. 3. Selecteer een optie onder Afdrukkleur: − Kleur: met deze optie worden kopieën in 4 kleuren gemaakt waarbij alle vier de afdrukkleuren worden gebruikt (cyaan, magenta, geel en zwart).
Kopiëren De lade selecteren die u wilt gebruiken voor het kopiëren van ID-kaarten: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op ID-kaart kopiëren. 2. Druk op het tabblad ID-kaart kopiëren. 3. Druk onder Papiertoevoer op de gewenste lade. De origineelsoort opgeven De printer optimaliseert de afdrukkwaliteit van de kopieën op basis van het soort beelden in het origineel en hoe het origineel is gemaakt. De origineelsoort opgeven: 1.
Kopiëren 1. 2. 3. 114 Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op ID-kaart kopiëren. Druk op het tabblad Afdrukkwaliteit. Druk onder Achtergrondonderdrukking op Auto onderdrukking.
Bezig met scannen 7 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige scantaken ..................................................................................................................................................... 116 • • Scannen naar een map.................................................................................................................................................... 119 Scannen naar bestandsopslagplaatsen op het netwerk .......................
Bezig met scannen Eenvoudige scantaken De toepassing Scannen biedt verschillende methoden voor het scannen en opslaan van originele documenten. De scanprocedure die voor uw printer wordt gebruikt, is anders dan die van bureaubladscanners. Aangezien de printer doorgaans is aangesloten op een netwerk in plaats van een enkele computer, selecteert u een bestemming voor het gescande beeld op de printer.
Bezig met scannen Glasplaat • Til de klep van de AOD omhoog en plaats de eerste pagina met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. • Lijn de originelen uit met het overeenkomstige papierformaat, dat op de rand van de glasplaat wordt aangegeven. • De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch). Richtlijnen voor de glasplaat De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Bezig met scannen Richtlijnen voor dubbelzijdige AOD Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u originelen in de dubbelzijdige AOD plaatst: • Plaats originelen met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van de pagina als eerste de invoer in. • Plaats alleen losse vellen papier in de dubbelzijdige AOD. • Duw de papiergeleiders tegen de zijkant van de originelen aan. • Plaats alleen papier in de dubbelzijdige AOD wanneer de inkt op het papier helemaal droog is. • Plaats geen papier boven de maximale vullijn.
Bezig met scannen Scannen naar een map In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Scannen naar de openbare map ................................................................................................................................. 119 • • Scannen naar een privé-map ........................................................................................................................................ 120 Een privé-map maken .......................................................
Bezig met scannen Scannen naar een privé-map Privé-mappen op de printer worden door de systeembeheerder gemaakt. Voor privé-mappen is mogelijk een toegangscode nodig. U kunt uw eigen privé-mappen maken via CentreWare Internet Services. Zie Een privé-map maken op pagina 120 voor meer informatie. Scannen naar een privé-map: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Werkstroom Scannen. 3.
Bezig met scannen Scanbestanden ophalen Als u uw gescande beelden wilt ophalen, kopieert u de scanbestanden via CentreWare Internet Services van de printer naar uw computer. Uw scanbestanden ophalen: 1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk dan op Enter of Return. Opmerking: Als u het IP-adres van uw printer niet weet, raadpleegt u Het IP-adres van de printer opzoeken op pagina 27. 2. 3. 4. Klik op het tabblad Scannen.
Bezig met scannen Scannen naar bestandsopslagplaatsen op het netwerk In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Scannen naar voorgedefinieerde bestandsopslagplaats op het netwerk ................................................. 122 • Een scanbestemming toevoegen ................................................................................................................................
Bezig met scannen Een scanbestemming toevoegen 1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk dan op Enter of Return. 2. Klik op het tabblad Scannen. 3. Selecteer Sjablonen in het weergavegebied. 4. Klik onder Sjabloonbewerkingen op Nieuwe sjabloon maken. 5. Klik in het gedeelte Nieuwe distributiesjabloon onder Bestemming toevoegen aan sjabloon op Een scanbestemming invoeren. 6. Klik op Bijnaam: en geef de sjabloon een naam. 7.
Bezig met scannen Scannen naar uw basismap Met de toepassing Scannen naar basismap kunt u een beeld naar uw eigen bestemming scannen. Opmerking: Als u de functie Scannen naar basismap wilt gebruiken, moet u zich aanmelden met een geldige gebruikersnaam en toegangscode. Zie Aanmelden op pagina 25 voor meer informatie. Een beeld scannen naar uw basismap: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Werkstroom Scannen. 3.
Bezig met scannen Scanopties instellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De basisscaninstellingen wijzigen ............................................................................................................................... 125 • • Geavanceerde instellingen selecteren ...................................................................................................................... 126 Opmaakaanpassingen selecteren ..................................................
Bezig met scannen Geavanceerde instellingen selecteren Met geavanceerde instellingen kunt u beeldopties, beeldverbeteringen, scanresolutie. bestandsgrootte en het bijwerken van sjablonen beheren. Geavanceerde instellingen selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Werkstroom Scannen. 2. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen. 3. Helderheid, scherpte en verzadiging aanpassen: a. Druk op Beeldopties. b.
Bezig met scannen Opmaakaanpassingen selecteren De optie Opmaakaanpassing voorziet in extra instellingen voor het formaat en de richting van het origineel en voor het wissen van de randen. Opmaakaanpassingen selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Werkstroom Scannen. 2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing. 3. Om de richting van het origineelbeeld op te geven, drukt u op Origineelrichting en selecteert u vervolgens een optie. 4. Selecteer OK. 5.
Bezig met scannen 4. 5. Aangeven wat er moet gebeuren als een bestand al bestaat: a. Druk op Als bestand al bestaat. b. Selecteer een optie op het scherm Als bestand al bestaat. c. Selecteer OK. Extra netwerklocaties definiëren als bestemmingen voor gescande documenten: a. Druk op Bestemmingen toevoegen. b. Druk op de gewenste bestemmingen in het scherm Bestemmingen toevoegen: c. Selecteer OK.
Bezig met scannen Scannen naar een USB-stick 1. 2. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. Steek de USB-stick in de USB-poort aan de zijkant van de printer. Opmerking: Als de USB-stick al in de USB-geheugenpoort is gestoken, drukt u op de toets Startpagina Functies en drukt u vervolgens op Werkstroom scannen>Scannen naar USB. 3. 4. 5. 6. Druk op het scherm USB-drive gedetecteerd op Scannen naar USB. Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, gebruikt u de opties onder aan het aanraakscherm.
Bezig met scannen Scannen naar een e-mailadres In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een gescand beeld naar een e-mailadres verzenden.......................................................................................... 130 • E-mailopties instellen .......................................................................................................................................................
Bezig met scannen E-mailopties instellen U kunt de volgende e-mailinstellingen wijzigen: • Bestandsnaam • Bestandsindeling • Bericht • Antwoord aan De e-mailopties wijzigen: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op de knop Startpagina Functies en druk vervolgens op E-mail. 3. Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, gebruikt u de opties onder aan het aanraakscherm. Zie De basisscaninstellingen wijzigen op pagina 125 voor meer informatie. 4. Druk op het tabblad E-mailopties. 5.
Bezig met scannen Scan maken en scanbestand opslaan op een bestemming In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Scanbeeld naar een bestemming verzenden ......................................................................................................... 132 Gebruik Scannen naar bestemming om scanbeelden naar een externe bestemming te verzenden zoals een FTP-server of een PC.
8 Faxen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige faxtaken........................................................................................................................................................ 134 • • Een interne fax verzenden.............................................................................................................................................. 137 Een serverfax verzenden ...............................................................
Faxen Eenvoudige faxtaken U kunt een fax op vier verschillende manieren verzenden: • Fax (of interne fax) - hiermee wordt het document gescand en rechtstreeks naar een faxapparaat verzonden. • Serverfax - hiermee wordt het document gescand en naar een faxserver verzonden, die de fax vervolgens naar een faxapparaat verzendt. • Internetfax - hiermee wordt het document gescand en als bijlage bij een e-mailbericht naar een ontvanger verzonden.
Faxen Glasplaat • Til de klep van de AOD omhoog en plaats de eerste pagina met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. • Lijn de originelen uit met het overeenkomstige papierformaat, dat op de rand van de glasplaat wordt aangegeven. • De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch). Richtlijnen voor de glasplaat De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Faxen Richtlijnen voor dubbelzijdige AOD Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u originelen in de dubbelzijdige AOD plaatst: • Plaats originelen met de beeldzijde omhoog en de bovenkant van de pagina als eerste de invoer in. • Plaats alleen losse vellen papier in de dubbelzijdige AOD. • Duw de papiergeleiders tegen de zijkant van de originelen aan. • Plaats alleen papier in de dubbelzijdige AOD wanneer de inkt op het papier helemaal droog is. • Plaats geen papier boven de maximale vullijn.
Faxen Een interne fax verzenden 1. 2. 3. Plaats het origineel in de AOD of op de glasplaat. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. Druk op een of meer opties om het adres (nummer) voor de fax op te geven: − In het veld Voer nummer in en druk op Toevoegen kunt u handmatig een faxnummer invoeren. Voer het nummer in met de alfanumerieke toetsen en druk vervolgens op Toevoegen. − Kiestekens - hiermee kunt u tekens zoals een kiespauze in een faxnummer invoegen.
Faxen 7. 8. 9. Druk op Resolutie en selecteer een optie. Selecteer naar wens meer opties. Zie Faxopties selecteren op pagina 139 voor meer informatie. Druk op de groene toets Start. De printer scant de pagina's en verzendt het document zodra alle pagina's zijn gescand. Opmerking: Druk op Stop om de opdracht tijdelijk stop te zetten. Druk op het aanraakscherm op Scannen hervattenom door te gaan met de opdracht of op Scannen annuleren om de opdracht volledig te annuleren.
Faxen Faxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Helderheid en scherpte aanpassen ............................................................................................................................ 139 • • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ........................................................................................... 139 Het contrast aanpassen .........................................................................................
Faxen Het contrast aanpassen Contrast is het relatieve verschil tussen lichte en donkere gebieden in een beeld. Het contrast aanpassen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Afdrukkwaliteit en druk vervolgens op Beeldverbetering. 3. Selecteer een optie op het scherm Beeldverbetering: − Kies Handmatig contrast om het contrast zelf aan te passen. Schuif de schuifbalk voor Handmatig contrast omhoog of omlaag om het contrast te verhogen of verlagen.
Faxen Boek faxen instellen U kunt aangeven welke methode moet worden gebruikt voor het scannen van beelden in een boek. Boek faxen selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en vervolgens op Boek faxen. 3. Selecteer een optie: − De standaardinstelling is Uit. − Beide pagina's - hiermee worden beide pagina's van het boek gescand. − Alleen linkerpagina - hiermee wordt alleen de linkerpagina van het boek gescand.
Faxen Uitgestelde fax verzenden U kunt een later tijdstip instellen, waarop de printer uw faxopdracht moet verzenden. Het uitstel is minimaal 15 minuten en maximaal 24 uur. Opmerking: Stel de juiste tijd in op de printer voordat u deze toepassing gebruikt. Het tijdstip opgeven waarop u de fax wilt verzenden: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Faxopties en op Uitgesteld verzenden. 3.
Faxen Een fax in een lokale mailbox opslaan De systeembeheerder moet eerst een mailbox maken voordat u deze functie kunt gebruiken. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC6655docs. Een fax in een lokale mailbox opslaan: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Faxopties en druk vervolgens op Mailboxen. 3. Selecteer Opslaan in lokale mailbox. 4.
Faxen Een fax opslaan voor lokaal of extern pollen Schakel Beveiligd of Onbeveiligd lokaal pollen in om faxdocumenten die op de ene printer zijn opgeslagen, beschikbaar te maken voor extern pollen door andere printers. Wanneer Beveiligd lokaal pollen is ingeschakeld, maakt u een lijst met faxnummers die u toegang geeft tot de opgeslagen faxen op de printer. Een fax opslaan: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2.
Faxen Een externe fax pollen Als extern pollen is ingeschakeld, kunt u documenten ophalen die via lokaal pollen op een ander faxapparaat zijn opgeslagen. Opmerking: Als lokaal pollen is ingeschakeld, is extern pollen niet beschikbaar. Als u lokaal pollen wilt uitschakelen, drukt u op Lokaal pollen>Uit>Opslaan. Een externe fax pollen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Faxopties en op Extern pollen. 3. Druk onder Pollen op Externe fax. 4.
Faxen Een faxopdracht opbouwen Met deze toepassing kunt u een groep originelen, elk met andere instellingen, faxen. Elk segment wordt geprogrammeerd en gescand en de beelden worden tijdelijk op de printer opgeslagen. Wanneer alle segmenten zijn opgeslagen, worden de afzonderlijke segmenten als één enkele opdracht gefaxt. Een faxopdracht opbouwen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op de gewenste fax. 2.
Faxen Een serverfax verzenden Als er een faxserver op het netwerk is aangesloten, kunt u een document vanaf de printer naar een faxapparaat verzenden zonder dat hiervoor een telefoonlijn nodig is. Bij gebruik van een serverfax wordt het document gescand en naar een faxopslagplaats op het netwerk verzonden. De faxserver verzendt de fax via een telefoonlijn naar een faxapparaat.
Faxen Serverfaxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Helderheid aanpassen ..................................................................................................................................................... 148 • • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ........................................................................................... 148 Het contrast aanpassen ......................................................................
Faxen De richting van het origineel opgeven 1. 2. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en druk vervolgens op Origineelrichting. Druk op de gewenste richting in het scherm Origineelrichting: − Staande beelden en Liggende beelden hebben betrekking op de richting waarin de originelen in de AOD zijn geplaatst. − Portretoriginelen en Landschaporiginelen hebben betrekking op de richting van de beelden op de originelen.
Faxen Uitgestelde fax verzenden U kunt een later tijdstip instellen, waarop de printer uw faxopdracht moet verzenden. Het uitstel is minimaal 15 minuten en maximaal 24 uur. Opmerking: Stel de juiste tijd in op de printer voordat u deze toepassing gebruikt. Het tijdstip opgeven waarop u de fax wilt verzenden: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Serverfax. 2. Druk op het tabblad Faxopties en op Uitgesteld verzenden. 3. Druk op Tijdstip: a.
Faxen Een internetfax verzenden Als er een SMTP-server (e-mail) met uw netwerk is verbonden, kunt u een document naar een e-mailadres verzenden. Dankzij deze functie is een aparte telefoonlijn overbodig en wordt bespaard op de kosten hiervan. Bij gebruik van Internetfax wordt het document gescand en naar een e-mailadres verzonden. Een internetfax verzenden: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. 3.
Faxen Internetfaxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Helderheid en scherpte aanpassen ............................................................................................................................ 152 • • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ........................................................................................... 152 Het contrast aanpassen .................................................................................
Faxen Het contrast aanpassen Contrast is het relatieve verschil tussen lichte en donkere gebieden in een beeld. Het contrast aanpassen: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. 2. Druk op het tabblad Geavanceerde instellingen en druk vervolgens op Beeldverbetering. 3. Pas het contrast aan in het scherm Beeldverbetering: − Kies Handmatig contrast om het contrast zelf aan te passen.
Faxen De richting van het origineel opgeven 1. 2. 3. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en druk vervolgens op Origineelrichting. Druk op de gewenste richting in het scherm Origineelrichting: − Staande beelden en Liggende beelden hebben betrekking op de richting waarin de originelen in de AOD zijn geplaatst. − Portretoriginelen en Landschaporiginelen hebben betrekking op de richting van de beelden op de originelen.
Faxen Een bevestigingsoverzicht afdrukken Als de status van iedere ontvanger bekend is, kunt u een overzicht van de afleveringsstatus afdrukken. De printer wacht op een afleveringsbericht van iedere ontvanger en drukt vervolgens het overzicht af. Opmerking: Afhankelijk van de reactietijd van de ontvangers kan het overzicht mogelijk vertraagd zijn. Een bevestigingsoverzicht afdrukken: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Internetfax. 2.
Faxen Een LAN-fax verzenden Met LAN-fax kunt u faxen vanaf de printerdriver op uw computer naar een faxapparaat verzenden via een telefoonlijn. In het venster Faxen kunt u ontvangers invoeren, een omslagpagina met opmerkingen maken en opties instellen. Via deze opties kunt u bevestigingsbladen, verzendsnelheid, faxresolutie, verzendtijd en faxkiesopties selecteren.
Faxen Het adresboek gebruiken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Individuele vermelding aan het apparaatadresboek toevoegen .................................................................. 157 • • Individuele adresboekvermelding bewerken.......................................................................................................... 158 Favorieten in het apparaatadresboek bewerken of verwijderen ...................................................................
Faxen Zo voegt u een ontvanger toe aan het apparaatadresboek m.b.v. de faxfunctie: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het veld Faxnummer invoeren. − Voeg de ontvanger toe aan het adresboek door op Nieuw contact maken te klikken. − U kunt de nieuwe ontvangersgegevens toevoegen aan die van een contactpersoon in het adresboek door op Toevoegen aan contactpersoon te drukken. 3.
Faxen Favorieten in het apparaatadresboek bewerken of verwijderen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. Druk op Adresboek. Druk op de pijl Omlaag en druk vervolgens op Contactpersonen of Alle contactpersonen. Druk op het gewenste item en gebruik hiervoor zo nodig de schuifpijlen. Druk op Gegevens.
9 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer reinigen............................................................................................................................................................. 162 • • Facturerings- en gebruiksinformatie .......................................................................................................................... 176 Verbruiksartikelen bestellen ..........................................................
Onderhoud De printer reinigen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen ............................................................................................................................... 162 • • De buitenzijde reinigen.................................................................................................................................................... 163 De scanner reinigen .........................................................
Onderhoud De buitenzijde reinigen Reinig de buitenkant van de printer een keer per maand. • Veeg de papierlade, de opvangbak, het bedieningspaneel en andere onderdelen schoon met een vochtige, zachte doek. • Veeg de onderdelen na het reinigen af met een droge, zachte doek. • Voor hardnekkige vlekken brengt u een klein beetje niet-agressief schoonmaakmiddel op de doek aan en veegt u de vlek weg. VOORZICHTIG: Spuit geen schoonmaakmiddel rechtstreeks op de printer.
Onderhoud 4. Veeg de oppervlakken van de glasplaat en de CVT-glasstrook schoon en droog. Opmerking: Gebruik glasreiniger voor de beste resultaten om vlekken en strepen te verwijderen. 5. Veeg de witte onderkant van de documentklep grondig schoon en droog. 6. Sluit de documentklep.
Onderhoud De invoerrollen en het scheidingsvlak van de AOD reinigen 1. Open de bovenklep van de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO). 2. Veeg de invoerrollen en het scheidingsvlak schoon met een zachte, niet-pluizende doek die engiszins vochtig is gemaakt met water. Opmerking: Als er toner of afval op de invoerrollen van de dubbelzijdige AOD en het scheidingsvlak zit, kunnen er vlekken op de documenten voorkomen.
Onderhoud De laserlenzen reinigen Als er lege plekken of lichte strepen door een of meerdere kleuren op de afdrukken verschijnen, gebruikt u de volgende instructies om de laserlenzen schoon te maken. WAARSCHUWING: Als u per ongeluk toner op uw kleren krijgt, probeert u uw kleren zo goed mogelijk af te borstelen. Als er toner op uw kleding blijft zitten, moet u koud (en geen warm) water gebruiken om de toner af te spoelen.
Onderhoud 3. Pak de hendel van de afvalcontainer vast en trek deze naar buiten. Houd de openingen omhoog om te voorkomen dat er toner wordt gemorst. Opmerkingen: • Zorg dat u geen toner morst bij het vastpakken van de afvalcontainer. • Zorg dat u na het verwijderen van de afvalcontainer de zone in de illustratie niet aanraakt. 4. Plaats de verwijderde afvalcontainer op een vlakke ondergrond. VOORZICHTIG: Leg de afvalcontainer niet op zijn zij om te voorkomen dat er toner wordt gemorst.
Onderhoud 5. Haal de reinigingsstaaf uit de binnenzijde van de printer. 6. Steek de reinigingsstang in een van de vier reinigingsgaten totdat u een klik hoort en trek de stang weer naar buiten. Herhaal dit nog twee keer. 7. 8. Herhaal de procedure voor de openingen in de andere drie gleuven. Zet de reinigingsstang weer op zijn oorspronkelijke plek terug.
Onderhoud 9. Plaats de afvalcontainer terug. Opmerking: Als de afvalcontainer niet goed op zijn plaats past, controleert u of de band helemaal naar binnen is geschoven. 10. Om de afvalcontainer te vergrendelen draait u de vergrendelingshendel van de afvalcontainer 90 graden rechtsom. 11. Sluit de zijklep.
Onderhoud De kleurentonerdichtheidssensoren reinigen 1. Schakel de printer uit. VOORZICHTIG: Als de optionele productiviteitskit (HD) niet is geïnstalleerd, moet u zorgen dat de LED Gereed uit is voordat u de printer uitschakelt. De gegevens in het geheugen worden gewist als de printer wordt uitgeschakeld. 2. Duw de ontgrendelingshendel van de achterdeur omlaag en trek de deur open. 3. Open de zijdeur. 4.
Onderhoud 5. Pak de hendel van de afvalcontainer vast en trek deze naar buiten. Houd de openingen omhoog om te voorkomen dat er toner wordt gemorst. Opmerkingen: • Zorg dat u geen toner morst bij het vastpakken van de afvalcontainer. • Zorg dat u na het verwijderen van de afvalcontainer de zone in de illustratie niet aanraakt. 6. Plaats de verwijderde afvalcontainer op een vlakke ondergrond. VOORZICHTIG: Leg de afvalcontainer niet op zijn zij om te voorkomen dat er toner wordt gemorst.
Onderhoud 7. Draai het bedieningspaneel zodat dit zich niet boven de bovenklep bevindt. 8. Open de bovenklep. 9. Steek uw vingers in de lussen aan beide zijden van de afdrukbandeenheid en trek deze naar buiten.
Onderhoud 10. Gebruik een droog wattenstaafje om de sensors voor densiteit van de kleurentoner te reinigen. 11. Plaats de afdrukbandeenheid weer terug in de printer. 12. Sluit de bovenklep.
Onderhoud 13. Plaats de afvalcontainer terug. Opmerking: Als de afvalcontainer niet goed op zijn plaats past, controleert u of de band helemaal naar binnen is geschoven. 14. Om de afvalcontainer te vergrendelen draait u de vergrendelingshendel van de afvalcontainer 90 graden rechtsom.
Onderhoud 15. Sluit de zijklep. 16. Sluit de achterdeur.
Onderhoud Facturerings- en gebruiksinformatie Facturerings- en printergebruiksinformatie worden weergegeven in het scherm Factureringsinformatie. De weergegeven afdrukaantallen worden gebruikt voor facturering. Facturerings- en gebruiksinformatie bekijken: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 2. Selecteer het tabblad Factureringsinformatie om het aantal basisafdrukken te bekijken: − Zwarte afdrukken: aantal afgedrukte pagina's zonder kleur.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? ....................................................................................... 177 • • Status van verbruiksartikelen voor de printer bekijken ...................................................................................... 177 Verbruiksartikelen ...................................................................................................
Onderhoud De status van verbruiksartikelen voor de printer bekijken via het bedieningspaneel: 1. Selecteer Apparaatstatus op het bedieningspaneel en selecteer vervolgens het tabblad Verbruiksartikelen. 2. Als u gegevens over een specifieke tonercassette wilt bekijken, waaronder het onderdeelnummer voor nabestellingen, selecteert u C, M, Y of K. 3. Als u naar het scherm Verbruiksartikelen wilt terugkeren, raakt u Sluiten aan. 4.
Onderhoud Tonercassettes In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen ............................................................................................................................... 179 • Tonercassette vervangen ...............................................................................................................................................
Onderhoud De printer verplaatsen WAARSCHUWINGEN: • • • Til de printer altijd met minstens twee personen op en houd deze bij de handgrepen aan beide zijden van de printer vast. Houd de printer met twee personen vast om te voorkomen dat de printer valt of kantelt. Elke persoon houdt één hand onder de printer en de andere hand erop om de printer stabiel vast te houden. Als de optionele invoereenheid voor 550 vel is geïnstalleerd, moet u deze verwijderen voordat u de printer verplaatst.
Onderhoud 4. Verwijder het papier uit de papierlade. Bewaar het papier in de verpakking, uit de buurt van vochtigheid en vuil. 5. Pak bij het optillen van de printer de aangegeven delen vast. Opmerkingen: • Houd de printer bij het verplaatsen niet schuiner dan 10 graden naar voren, achteren, links of rechts. Als de printer meer dan 10 graden wordt gekanteld, kan toner worden gemorst.
Problemen oplossen 10 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene problemen oplossen .................................................................................................................................... 184 • • Papierstoringen ................................................................................................................................................................... 188 Help-informatie........................................................
Problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Het inschakelen van de printer is mislukt ................................................................................................................ 184 • • De printer stelt zichzelf vaak opnieuw in of schakelt vaak uit ........................................................................ 184 De printer kan niet afdrukken .....................................................................
Problemen oplossen Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer is aangesloten op een noodvoeding. Schakel de printer uit en sluit het netsnoer aan op een geschikt stopcontact. De printer is aangesloten op een stekkerdoos waarop andere krachtige apparaten zijn aangesloten. Sluit de printer rechtstreeks op het stopcontact aan of op een stekkerdoos waarop geen andere krachtige apparaten zijn aangesloten. De printer kan niet afdrukken Mogelijke oorzaken Oplossingen Storing op printer opgetreden.
Problemen oplossen Het afdrukken duurt te lang Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer is ingesteld op een langzamere afdrukmodus. Zo kan de printer bijvoorbeeld zijn ingesteld op afdrukken op zwaar papier. Afdrukken op speciaal papier neemt meer tijd in beslag. Zorg dat de papiersoort juist is ingesteld in de driver en op het bedieningspaneel van de printer. Zie Afdruksnelheid op pagina 224 voor meer informatie. De printer staat in de energiespaarstand.
Problemen oplossen De printer maakt vreemde geluiden Mogelijke oorzaken Oplossingen Er bevindt zich een belemmering of vuil in de printer. Schakel de printer uit en verwijder de belemmering of het vuil. Als u het niet kunt verwijderen, neemt u contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. De papierlade kan niet sluiten Mogelijke oorzaken Oplossingen De papierlade gaat niet helemaal dicht. • De liftplaat van de papierlade is niet omlaag vergrendeld.
Problemen oplossen Papierstoringen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen opzoeken .............................................................................................................................................. 188 • • Papierstoringen minimaliseren .................................................................................................................................... 189 Papierstoringen oplossen...............................................
Problemen oplossen Papierstoringen minimaliseren De printer is ontwikkeld om te functioneren met minimale papierstoringen wanneer papier wordt gebruikt dat door Xerox wordt ondersteund. Andere papiersoorten kunnen storingen veroorzaken. Als ondersteund papier veelvuldig in hetzelfde gebied vastloopt, maak dat gebied van de papierbaan dan schoon. Papierstoringen kunnen worden veroorzaakt door: • Het selecteren van de verkeerde papiersoort in de printerdriver. • Het gebruik van beschadigd papier.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen in de dubbelzijdige automatische originelendoorvoer (DAOD) oplossen ................ 190 • • Vastgelopen papier uit de handmatige invoer verwijderen ............................................................................ 192 Papierstoringen oplossen in de zone Lade 2 ..........................................................................................................
Problemen oplossen 4. Als u de vergrendelingsschakelaar opnieuw wilt instellen en het bericht over de papierstoring wilt verwijderen, moet u de achterdeur openen en sluiten. 5. Plaats het document terug in de automatische doorvoer voor dubbelzijdige originelen (ADDO) en stelt de geleiders vervolgens tegen de randen van het papier af.
Problemen oplossen Vastgelopen papier uit de handmatige invoer verwijderen Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Verwijder alle papier uit de handmatige invoer. 2. Pak beide zijden van de handmatige invoer beet en trek de lade voor handmatige invoer recht uit de printer. 3. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan.
Problemen oplossen 4. Om de lade te verwijderen tilt u de voorzijde van de lade iets op en trekt u de lade uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier. 6. Als u de vergrendelingsschakelaar opnieuw wilt instellen en het bericht over de papierstoring wilt verwijderen, moet u de achterdeur openen en sluiten.
Problemen oplossen 7. Plaats lade 1 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 8. Plaats de handmatige invoer terug in de printer Duw de lade helemaal naar binnen. 9. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen in de zone Lade 2 Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Trek lade 2 naar buiten totdat de lade stopt. 2. Om de lade te verwijderen tilt u de voorzijde van de lade iets op en trekt u de lade uit de printer.
Problemen oplossen 3. Verwijder vastgelopen papier aan de voorzijde van de printer. 4. Als u de vergrendelingsschakelaar opnieuw wilt instellen en het bericht over de papierstoring wilt verwijderen, moet u de achterdeur openen en sluiten.
Problemen oplossen 5. Plaats lade 2 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 6. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Druk op Formaat en druk op een optie voor een standaard papierformaat. b. Druk op Soort en selecteer een optie voor de papiersoort. c. Selecteer OK.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen in de fuserzone 1. Duw de ontgrendelingshendel van de achterdeur omlaag en trek de deur open. 2. Als het papier in de fusermodule is vastgelopen, breng dan beide groene hendels omhoog om de fusermodule te openen. 3. Open de papiergeleider door de groene hendel omhoog te brengen.
Problemen oplossen 4. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 5. Sluit de papiergeleider op de fusermodule. 6. Laat de hendels in hun oorspronkelijke stand zakken.
Problemen oplossen 7. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 8. Sluit de achterdeur.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Meerdere vellen bij elkaar naar binnen getrokken .............................................................................................. 201 • • Verkeerd ingevoerd papier ............................................................................................................................................. 201 Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen .....................................
Problemen oplossen Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen Mogelijke oorzaken Oplossingen Het vel met etiketten ligt met de verkeerde zijde omhoog in de lade. • Plaats etiketvellen in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. • Plaats etiketten met de beeldzijde omhoog in de lade. Zie Etiketten voor meer informatie. Etiketten ontbreken, zijn omgekruld of van het achtervel losgeraakt. Gebruik geen vellen waarop etiketten ontbreken, omgekruld zijn of van het achtervel zijn losgeraakt.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Afdrukkwaliteit regelen ................................................................................................................................................... 203 • Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ..........................................................................................................
Problemen oplossen Papier en ander afdrukmateriaal Uw printer is ontworpen voor het gebruik van verschillende papiersoorten en ander afdrukmateriaal. Volg de richtlijnen in dit gedeelte voor de beste afdrukkwaliteit en om papierstoringen te vermijden: • Gebruik alleen door Xerox goedgekeurd papier. Zie Ondersteund papier op pagina 48 voor meer informatie. • Gebruik alleen droog, onbeschadigd papier.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Vage afdrukken/meerdere kleuren De papiersoort is zwaarder of zijn vervaagd dikker dan de selectie in de papiersoort. Pas de instellingen van de papiersoort aan. Het gebruikte papier valt buiten de aanbevolen specificaties. Vervang het papier door papier van een aanbevolen formaat en soort en controleer of de instellingen van het bedieningspaneel of het printerstuurprogramma correct zijn. Zie Ondersteund papier op pagina 48 voor meer informatie.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Kleurenkopieën zijn in de verkeerde kleur De kleurbalans is niet goed afgesteld. De kleurbalans aanpassen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Zwarte stippen op willekeurige plaatsen of witte, lege plekken. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. Druk op Hulpprogramma's>Functie-in stellingen. Selecteer Standaardwaarden toepassingen>Afdrukkwalitei t>Kleurbalans. Selecteer een kleur en pas daarna de donkere, middenen lichte tonen aan.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing De beeldvormingseenheid is defect. Als het defect slechts in één kleur optreedt, vervangt u de bijbehorende beeldverwerkingsmodule. Vuil in de printer veegt tegen de Verwijder papier of vuil uit de toner aan voordat de toner wordt papierbaan. gefuseerd. Strepen in meerdere kleuren Er zit vuil in de afdrukbandeenheid. Inspecteer en reinig of vervang de afdrukbandeenheid. Beeld staffelen Beeld is voor de tweede keer afgedrukt.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Witte lijnen of strepen verschijnen alleen door één kleur heen De lens van de desbetreffende Reinig de lens van de desbetreffende kleur wordt door iets geblokkeerd. kleur. De tonercassettes zijn geen Xerox®-tonercassettes. Vervang de tonercassettes door originele tonercassettes van Xerox®. Zie Verbruiksmaterialen voor meer informatie. De toner is opgeslagen op een plaats met een te hoge temperatuur. Vervang de tonercassette.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Onvolledig gefuseerd Toner ontbreekt op de afdruk of kan gemakkelijk worden weggeveegd. • Controleer of het gebruikte papier de juiste papiersoort voor de printer is en op de juiste wijze is geplaatst. • Controleer of het papier dat in de lade is geplaatst, overeenkomt met de papiersoort die via het bedieningspaneel en in de printerdriver is geselecteerd. • Stel de papiersoort op één soort zwaarder in.
Problemen oplossen Problemen bij kopiëren en scannen Als de kopieer- of scankwaliteit slecht is, raadpleegt u de volgende tabel. Symptomen Oplossingen Lijnen en strepen alleen op kopieën die via de Er ligt vuil op de glasplaat. Bij het scannen komt het papier uit de AOD worden gemaakt. AOD langs het vuil en zo ontstaan lijnen en strepen. Maak alle oppervlakten van glas schoon met een niet pluizende doek. Vlekken op kopieën die via de glasplaat zijn gemaakt. Er ligt vuil op de glasplaat.
Problemen oplossen Problemen bij faxen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Problemen bij het verzenden van faxen ................................................................................................................... 211 • • Problemen bij het ontvangen van faxen ................................................................................................................. 212 Startsnelheid selecteren ...................................................................
Problemen oplossen Fax is niet verzonden. Het faxnummer is verkeerd. Controleer het faxnummer. Mogelijk is de telefoonlijn niet goed aangesloten. Controleer de aansluiting van de telefoonlijn. Als de telefoonlijn niet is aangesloten, doet u dit alsnog. Er is een probleem met het faxapparaat van de ontvanger. Neem contact op met de ontvanger. De fax is niet geïnstalleerd of niet ingeschakeld. Controleer of de fax is geïnstalleerd en ingeschakeld. Serverfax is ingeschakeld.
Problemen oplossen Startsnelheid selecteren Selecteer de hoogste startsnelheid, tenzij u een fax verzendt naar een bestemming met speciale vereisten. De verzendsnelheid voor een fax selecteren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax. 2. Druk op het tabblad Faxopties en op Startsnelheid. 3. Selecteer een optie. 4. Selecteer OK. Opmerking: Voor sommige telefoonnetwerken moet de faxstartsnelheid worden ingesteld op Geforceerd (4800 bps).
Problemen oplossen Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel ........................................................................................................................... 214 • • Geïntegreerde hulpprogramma's voor het oplossen van problemen gebruiken .................................... 215 Online Support Assistant (Online Support-assistent)....................................................................................
Problemen oplossen Opdrachtstatus op het bedieningspaneel bekijken Huidige of opgeslagen opdrachten op het bedieningspaneel bekijken: 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus. 2. Als u een lijst met actieve opdrachten wilt bekijken, selecteert u Actieve opdrachten. 3. Als u een lijst met voltooide opdrachten wilt bekijken, selecteert u Voltooide opdrachten. 4. Als u een lijst met beveiligde afdrukopdrachten wilt bekijken, selecteert u Beveiligde afdrukopdrachten. 5.
Problemen oplossen Overzichten afdrukken 1. 2. 3. 4. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. Druk op Informatiepagina's. Gebruik de pijltoetsen om de bladeren en selecteer een overzicht. Druk op Afdrukken. Online Support Assistant (Online Support-assistent) De Online Support Assistant (Online Support-assistent) (Online Support-assistent) is een kennisdatabase die instructies en hulp biedt bij het oplossen van printerproblemen.
Specificaties A In deze bijlage vindt u informatie over: • Printerconfiguraties en -opties ..................................................................................................................................... 218 • • Fysieke specificaties .......................................................................................................................................................... 220 Omgevingsspecificaties ......................................................................
Specificaties Printerconfiguraties en -opties Verkrijgbare configuratie Netwerkprinter met functies voor kopiëren, automatisch 2-zijdig afdrukken, scannen en faxen en USB- of netwerkconnectiviteit. Standaardfuncties De printer biedt de volgende functies: Afdruksnelheid Standaardmode: maximaal 36 ppm voor Letter en 35 ppm voor A4 Snelheid 2-zijdig afdrukken Standaardmode: maximaal 24 ppm voor Letter en 23 ppm voor A4.
Specificaties Ondersteunde scanmogelijkheden • • • • • • Bestandsindelingen • JPEG • TIFF • PDF Bedieningspaneel 7,0 inch LCD-aanraakscherm en navigatie via toetsenbord Connectiviteit • Universele seriële bus (USB 2.
Specificaties Fysieke specificaties Gewichten en afmetingen Standaardconfiguratie Standaardconfiguratie met optionele invoereenheid van 550 vel Breedte 53,8 cm (21,2 inch) 53,8 cm (21,2 inch) Diepte 55,3 cm (21,8 inch) 55,3 cm (21,8 inch) Hoogte 62,5 cm (24,6 inch) 76,3 cm (30,0 inch) Gewicht 37,6 kg (82,9 lb.) 43,9 kg (96,8 lb.
Specificaties Ruimtevereisten Ruimtevereisten met de optionele invoereenheid van 550 vel Xerox® WorkCentre® 6655-multifunctionele kleurenprinter Handleiding voor de gebruiker 221
Specificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur • • Bedrijfstemperatuur: 5–32°C (41–90°F) Optimale temperatuur: 15–28°C (59–82°F) Relatieve luchtvochtigheid • • Minimum–maximum luchtvochtigheidsbereik: 10–85% Optimaal luchtvochtigheidsbereik: 20–70% relatieve luchtvochtigheid bij 28°C (82°F) Opmerking: In extreme omgevingsomstandigheden, zoals 10°C en 85% relatieve luchtvochtigheid, kunnen defecten optreden wegens condensatie.
Specificaties Elektrische specificaties Stroomvoorziening en spanningsfrequentie Stroomvoorziening Spanningsfrequentie 100–127 V wisselstroom +/-10%, (90–140 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz 220–240 V wisselstroom +/-10%, (198–264 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz Stroomverbruik • • • Energiespaarstand (slaapstand): 2,7 W Gereed, met fusermodule ingeschakeld: 71 W Continu afdrukken: 565 W Deze printer verbruikt geen stroom wanneer de hoofdschakelaar is uitgezet, ook al is d
Specificaties Prestatiespecificaties Inschakelen: ongeveer 4 minuten. Afdruksnelheid Maximumafdruksnelheden voor 1-zijdig continu afdrukken zijn 36 ppm voor gewoon papier (8,5 x 11 inch) en 35 ppm voor A4 (210 x 297 mm). De afdruksnelheid is trager bij groter en zwaarder papier. Opmerking: Afdruksnelheden zijn hetzelfde voor de afdrukkwaliteitsmode Standaard en Hoge resolutie.
Informatie over regelgeving B In deze bijlage vindt u informatie over: • Basisregelgeving ................................................................................................................................................................. 226 • Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten ................................................................... 231 • • Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten ..........................................................
Informatie over regelgeving Basisregelgeving Xerox heeft deze printer getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door deze printer worden veroorzaakt of worden ontvangen, in een normale kantooromgeving te beperken. FCC-regels in de Verenigde Staten Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse A conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Europese Unie Het CE-merk op dit product symboliseert de verklaring van conformiteit van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data: • 12 december 2006: Richtlijn betreffende laagspanning 2006/95/EC • 15 december 2004: Richtlijn betreffende elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC • 9 maart 1999: Richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur 1999/5/EG Deze printer is niet gevaarlijk voor de c
Informatie over regelgeving Introductie De volgende informatie is ontwikkeld ter ondersteuning van gebruikers en is vrijgegeven met betrekking tot de Europese Richtlijn betreffende energie-gerelateerde producten, met name het Lot 4-onderzoek naar beeldverwerkingapparatuur. Deze richtlijn verplicht fabrikanten om zich tot verbetering van milieuprestaties van de desbetreffende producten en ondersteunt het EU-actieplan voor energiezuinigheid.
Informatie over regelgeving Stroomverbruik en activeringstijd De hoeveelheid elektriciteit die een product verbruikt, is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt. Dit product is zodanig ontworpen en geconfigureerd dat u uw elektriciteitskosten kunt verlagen. Na de laatste afdruk schakelt het apparaat over op de modus Gereed In deze modus kan het apparaat meteen weer afdrukken. Als het product enige tijd niet is gebruikt, schakelt het apparaat over op een energiespaarstand.
Informatie over regelgeving Lärmemission Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB(A) oder weniger gemäß EN ISO 7779. Importeur Xerox GmbH Hellersbergstraße 2-4 41460 Neuss Deutschland RoHS-regelgeving in Turkije Ter naleving van artikel 7 (d), certificeren we hierbij dat de printer voldoet aan de EEE-regelgeving. "EEE yönetmeliğine uygundur.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf. 1. Obligaties of effecten van de Amerikaanse overheid, zoals: − Schuldcertificaten. − Nationale bankbiljetten. − Dividendbewijs van schuldbrieven.
Informatie over regelgeving 4. 5. 6. 7. 8. 9. Bewijzen van staatsburgerschap of naturalisatie. Buitenlandse naturalisatiebewijzen mogen worden gefotografeerd. Paspoorten. Buitenlandse paspoorten mogen worden gefotografeerd. Immigratiedocumenten. Registratiekaarten dienstplicht. Documenten m.b.t. selectieve dienstinlijving die een van de volgende gegevens van de ingeschreven persoon bevat: − Inkomsten. − Strafblad. − Lichamelijke of geestelijke aandoening. − Afhankelijkheidsstatus.
Informatie over regelgeving • • Documenten, bestanden en gegevens die bij de overheid worden bewaard en waar alleen door overheidsmedewerkers gecertificeerde kopieën van kunnen worden gemaakt, waarbij de kopie valselijk als een gecertificeerde kopie wordt gebruikt. Auteursrechtelijk materiaal of handelsmerken van elke willekeurige soort zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht of het handelsmerk.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht
Informatie over regelgeving Als u de juiste service wilt bestellen bij het plaatselijke telefoonbedrijf, dient u mogelijk ook de onderstaande codes te vermelden: • Facility Interface Code (FIC) = 02LS2 • Service Order Code (SOC) = 9.0Y VOORZICHTIG: Vraag bij uw plaatselijk telefoonbedrijf na welke soort modulaire telefoonaansluiting op uw lijn is geïnstalleerd. Als dit apparaat op een niet-toegestane aansluiting wordt aangesloten, kan de apparatuur van het telefoonbedrijf beschadigd raken.
Informatie over regelgeving Canada Dit product is in overeenstemming met de toepasselijke technische specificaties voor Industry Canada. Reparatiewerkzaamheden aan gecertificeerde apparatuur dienen te worden gecoördineerd door een door de leverancier geautoriseerde vertegenwoordiger. Reparatiewerkzaamheden of wijzigingen door de gebruiker aan dit apparaat of storingen in dit apparaat kunnen voor de telefoonmaatschappij een aanleiding zijn om de gebruiker te verzoeken het apparaat los te koppelen.
Informatie over regelgeving Nieuw-Zeeland 1. 2. 3. 4. 5. 6. Met een Telepermit voor terminalapparatuur wordt uitsluitend aangegeven dat Telecom accepteert dat het apparaat voldoet aan de minimale voorwaarden voor aansluiting op het Telecom-netwerk. Een Telepermit duidt op generlei wijze op een goedkeuring van het product door Telecom, geeft geen enkele garantie en er wordt bovendien niet geïmpliceerd dat het product compatibel is met alle netwerkdiensten van Telecom met een Telepermit.
Informatie over regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de printer gaat u naar: • Noord-Amerika: www.xerox.com/msds • Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Recycling en weggooien C In deze bijlage vindt u informatie over: • Alle landen ............................................................................................................................................................................ 240 • • Noord-Amerika .................................................................................................................................................................... 241 Europese Unie..................................................
Recycling en weggooien Alle landen Als u verantwoordelijk bent voor het wegdoen van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat de printer lood, kwik, perchloraat en andere stoffen kan bevatten die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden afgevoerd. De aanwezigheid van deze stoffen is volledig in overeenstemming met de algemene voorschriften die van toepassing waren op het moment dat het product op de markt werd gebracht.
Recycling en weggooien Noord-Amerika Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox vertegenwoordiger (1-800-ASK-XEROX) om na te gaan of dit Xerox-product in het programma is opgenomen. Ga voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox naar www.xerox.com/environment of neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over recycling en afvalverwerking.
Recycling en weggooien Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparatuur is aangebracht, betekent dit dat de apparatuur niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de bruikbaarheidsduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijk afval worden weggegooid.
Recycling en weggooien Inzamelen en weggooien van apparatuur en batterijen Deze symbolen op de producten en/of begeleidende documentatie betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet bij algemeen huishoudelijk afval weggegooid mogen worden. Voor een juiste behandeling, herwinning en recycling van oude producten en gebruikte batterijen brengt u deze naar de juiste inzamelingspunten, in overeenstemming met nationale regelgeving en richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Recycling en weggooien Andere landen Neem voor informatie en richtlijnen contact op met de plaatselijke autoriteiten op het gebied van afvalverwerking.