Copyright © 2009 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Publicatierechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van de publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd of verveelvoudigd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoudsopgave 1 Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Veiligheid bij het onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Veiligheid bij de bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Printerlocatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De printerstuurprogramma's installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Een printerstuurprogramma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Het stuurprogramma installeren (Windows 2000 of later) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Het stuurprogramma installeren (Macintosh OS X 10.4 of later). . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Watermerken afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Spiegelbeelden afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Aangepaste formaten maken en opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Bericht 'Opdracht voltooid' . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Scannen naar e-mail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128 E-mailopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128 Scannen in netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .130 Scannen naar mailbox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nietjes plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .182 Nietjes vervangen bij de interne afwerkeenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .182 Nietjes in de hoofdeenheid vervangen bij de LX-kantooreenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . .184 Nietjes in de AVH-module vervangen bij de LX-kantooreenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Help-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .240 Berichten op het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .240 Fax- en scanwaarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .240 Online Support-assistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
C Recycling en afvoeren Alle landen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .263 Europese Unie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .264 Noord-Amerika . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .266 Andere landen. . . . . . . . . . . . . . . .
WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding
Veiligheid 1 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit op pagina 12 • Veiligheid bij het onderhoud op pagina 14 • Veiligheid bij de bediening op pagina 15 • Symbolen die zich op de printer bevinden op pagina 17 De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer.
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit • • • • • Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd. Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is geaard. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn aangesloten. Vraag een elektricien om het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit is geaard. Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard. Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit Het netsnoer is op een aansluitpunt achter op de printer aangesloten. Als het nodig is om de stroomvoorziening naar de printer op te heffen, haalt u de stekker uit het stopcontact. Waarschuwing: Verwijder geen kleppen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen om dit te doen. Als u dergelijke installaties uitvoert, moet u de printer UITSCHAKELEN.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • 14 Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van verbruiksartikelen die niet zijn goedgekeurd, kan tot slechte prestaties leiden en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand.
Veiligheid bij de bediening Veiligheid bij de bediening In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Printerlocatie op pagina 15 • Richtlijnen voor gebruik op pagina 15 • Printerverbruiksartikelen op pagina 16 Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen.
Veiligheid Printerverbruiksartikelen • • Gebruik de verbruiksartikelen die specifiek voor de printer zijn ontworpen. Gebruik van niet-geschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en gevaarlijke situaties. Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die zijn aangegeven op, of geleverd bij de printer, opties en toebehoren. Let op: Het gebruik van niet-Xerox-verbruiksartikelen wordt afgeraden.
Symbolen die zich op de printer bevinden Symbolen die zich op de printer bevinden Symbool Beschrijving Waarschuwing of Voorzichtig: Het negeren van deze waarschuwing kan ernstig letsel of zelfs overlijden tot gevolg hebben. Het negeren van deze waarschuwing kan persoonlijk letsel of schade aan het apparaat veroorzaken. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig zodat lichamelijk letsel wordt voorkomen. Raak geen onderdelen aan met dit symbool. Hierdoor kunt u gewond raken.
Veiligheid 18 WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding
Toepassingen 2 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Voordat u de printer gebruikt op pagina 20 • Onderdelen van de printer op pagina 21 • Printerconfiguraties op pagina 28 • Bedieningspaneel op pagina 30 • Meer informatie op pagina 34 19
Toepassingen Voordat u de printer gebruikt Xerox Welcome Center Als u hulp nodig hebt tijdens of na de installatie van het product, bezoekt u de website van Xerox voor online oplossingen en ondersteuning. www.xerox.com/office/worldcontacts Als u meer hulp nodig hebt, neemt u contact op met onze experts van het Xerox Welcome Center. Bij de installatie van het product hebt u mogelijk het telefoonnummer van een plaatselijke vertegenwoordiger gekregen.
Onderdelen van de printer Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanzicht voorzijde/linkerzijde op pagina 21 • Aanzicht achterzijde/linkerzijde op pagina 22 • AOD's op pagina 23 • Interne onderdelen op pagina 24 • Professionele afwerkeenheid (optioneel) op pagina 25 • Standaardafwerkeenheid LX (optioneel) op pagina 26 • Geïntegreerde afwerkeenheid (optioneel) op pagina 27 Aanzicht voorzijde/linkerzijde 1. Documentklep 2. Glasplaat 1 3. Bedieningspaneel 4.
Toepassingen Aanzicht achterzijde/linkerzijde 9 8 7 5 1 6 2 4 3 wc74xx-002 1. Bovenste klep links 6. Faxaansluiting (optioneel) 2. Bovenklep links 7. USB-aansluiting (optioneel) 3. Onderklep links 8. Aansluiting voor USB-geheugenkaart (optioneel) 4. Stroomonderbreker 9. Ethernet-aansluiting 5.
Onderdelen van de printer AOD's 1 2 3 4 5 6 7 8 wc74xx-004 wc74xx-005 1. Bevestigingsindicator 5. Documentgeleiders 2. Hendel 6. AOD-lade 3. Linkerklep 7. Documentuitvoerlade 4. Binnenste klep 8.
Toepassingen Interne onderdelen 1. Ontgrendelingshendel afdrukmodule 1 2 8 2. Tonercassettes 3 4 5 6 7 3. Reiniger transportband 4. Tonerafvalcontainer 5. Afdrukmodules 6. Klep afdrukmodule 7. Transportrol wc74xx-003 8. Fusereenheid Telefoonaansluitingen LINE3 LINE2 1 TE L LINE1 4 3 2 wc74xx-006 1. Tel 3. Lijn 2 2. Lijn 1 4.
Onderdelen van de printer Professionele afwerkeenheid (optioneel) 1 2 3 4 5 6 7 8 wc74xx-008 1. Voorklep 5. Nietcassette 2. Bovenste opvangbak rechts 6. Onderste opvangbak rechts (AVH-module) 3. Afsluitkap 7. Katerneenheid 4. Middelste opvangbak rechts 8. Middelste opvangbak (voorste transportklep) Opmerking: De middelste opvangbak-boven wordt verwijderd wanneer een afwerkeenheid wordt geïnstalleerd.
Toepassingen Standaardafwerkeenheid LX (optioneel) 1. Bevestiging opvangbak 2. Katerneenheid (optioneel) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 14 13 12 11 10 3. Zijklep katerneenheid (optioneel) 4. Nietcassette katernen (optioneel) 5. Bovenklep 6. Middelste opvangbak rechts 7. Kreukeleenheid (optioneel) 8. Nietcassette 9. Voorklep 10. Standaardafwerkeenheid LX 11. Voorste transportklep 12. Afvalcontainer perforator 13. Perforator (optioneel) wc74xx-007 14.
Onderdelen van de printer Geïntegreerde afwerkeenheid (optioneel) 1. Middelste opvangbak 5 4 1 2 Opmerking: De middelste opvangbak-boven wordt verwijderd wanneer de afwerkeenheid wordt geïnstalleerd. 2. Geïntegreerde afwerkeenheid 3. Nietcassette 3 4. Voorklep 5.
Toepassingen Printerconfiguraties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Standaardfuncties op pagina 28 • WorkCentre-configuraties op pagina 28 • Opties op pagina 29 Standaardfuncties De WorkCentre 7425/7428/7435 biedt vele mogelijkheden om in uw kopieer- en afdrukbehoeften te voorzien: • Kopiëren, afdrukken, en als optie scannen en faxen • Maximale kopieersnelheid van 35 pagina's per minuut (PPM) voor kleur- en zwart/witkopieën (op gewoon papier van Letter-formaat) afhankelijk van de
Printerconfiguraties Opties De volgende opties zijn leverbaar voor de WorkCentre 7425/7428/7435: • PostScript-pakket (voor regio's waar dat niet standaard is) • Geïntegreerde afwerkeenheid • Standaardafwerkeenheid LX • Professionele afwerkeenheid • Scanpakket • Scannen naar bureaublad pc • Enveloppenlade • Module met drie laden met ondersteuning voor 12 x 18 inch/SRA3 • Grote papierlade met ondersteuning voor 12 x 18 inch/SRA3 • Dubbele grote papierlade • Set voor parallel afdrukken • Mediakaartlezer • Set
Toepassingen Bedieningspaneel In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Indeling van het bedieningspaneel op pagina 30 • Printergegevens op pagina 32 Indeling van het bedieningspaneel Weergave en bediening via aanraakscherm • • • • • 30 Geeft de huidige bedrijfsstatus van de printer weer. Geeft toegang tot toepassingen voor kopiëren, afdrukken, scannen en faxen. Geeft toegang tot informatiepagina's.
Bedieningspaneel Toetsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 14 1. Aanraakscherm Geeft informatie weer en geeft toegang tot printerfuncties. 2. Toets Alle functies Geeft de printerfuncties weer op het aanraakscherm. 3. Aanmelden/afmelden Geeft met een toegangscode beveiligde toegang tot de standaardinstellingen van de printer. 4. Taal Wijzigt de taal van het bedieningspaneel. 5.
Toepassingen Printergegevens Uw printer geeft statusinformatie weer op het aanraakscherm van het bedieningspaneel en in afgedrukte overzichten. Gebruiks- en factureringsgegevens worden ook weergegeven op het aanraakscherm. Statusinformatie Weergeven van opdrachtstatus voor controleren en beheren van huidige opdrachten en opdrachten in wachtrij: 1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel van het apparaat. 2. Selecteer de gewenste opdracht op het aanraakscherm.
Bedieningspaneel Auditron instellen Auditron wordt gebruikt voor het bijhouden van facturering en het regelen van toegang tot printerfuncties voor iedere gebruiker. De modus Auditron regelt toegang tot kopiëren, scannen, faxen of afdrukken. Nadat de modus Auditron is ingeschakeld, moet de gebruikers op de toets Aan-/afmelden drukken en vervolgens hun gebruikers-ID invoeren om de printer te kunnen gebruiken. Om Auditron te kunnen gebruiken, is het raadzaam om eerst gebruikersaccounts in te stellen.
Toepassingen Meer informatie Raadpleeg de volgende bronnen voor meer informatie over uw printer en de mogelijkheden van uw printer. Informatie Bron Read Me Geleverd bij de printer Installatiehandleiding Geleverd bij de printer Handleiding voor snel gebruik Geleverd bij de printer Functionele posters Geleverd bij de printer Gebruikershandleiding (PDF) Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en documentatie) www.xerox.
Netwerkinstellingen - Basis In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Een verbindingsmethode kiezen op pagina 36 • De printerstuurprogramma's installeren op pagina 38 • CentreWare Internet Services op pagina 42 3 Zie ook: Online Support-assistent op www.xerox.
Netwerkinstellingen - Basis Een verbindingsmethode kiezen De printer kan op een Ethernet-netwerk worden aangesloten, of optioneel met behulp van een USB-kabel. • Ethernet: meerdere computers kunnen met de printer communiceren. Voor elke computer is een netwerkaansluiting nodig. Met een netwerkaansluiting hebt u via CentreWare Internet Services (een op het web gebaseerde interface) toegang tot de printerinstellingen en de statusinformatie. • USB: een verbinding voor afdrukken vanaf één computer.
Een verbindingsmethode kiezen Verbinding maken via USB Verbinding maken via USB: 1. Schakel de printer en de computer uit. 2. Sluit het A-uiteinde van een USB 2.0 A/B-kabel op uw computer aan en het B-uiteinde op de USB-poort van de printer. 3. Schakel de printer in. 4. Schakel de computer in. Zie ook: System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435docs Online Support-assistent op www.xerox.
Netwerkinstellingen - Basis De printerstuurprogramma's installeren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een printerstuurprogramma kiezen op pagina 38 • Het stuurprogramma installeren (Windows 2000 of later) op pagina 39 • Het stuurprogramma installeren (Macintosh OS X 10.4 of later) op pagina 40 • Het stuurprogramma installeren (UNIX/Linux) op pagina 41 Een printerstuurprogramma kiezen U hebt een Xerox-printerstuurprogramma nodig om speciale afdrukopties te activeren.
De printerstuurprogramma's installeren Printerstuurprogramma Beschrijving Macintosh OS X-stuurprogramma (Macintosh OS X, versie 10.3 of nieuwer) Met dit printerstuurprogramma hebt u toegang tot alle afdrukopties van uw printer vanaf een Macintosh. UNIX-stuurprogramma Met dit stuurprogramma kunt u afdrukken vanaf een UNIX-besturingssysteem. Ga naar www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435drivers voor de nieuwste printerstuurprogramma's.
Netwerkinstellingen - Basis 8. Selecteer het gewenste scanstuurprogramma: • TWAIN • WIA • Xerox-scanprogramma inschakelen 9. Volg de instructies op het scherm. Zie ook: Online Support-assistent op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435support Het stuurprogramma installeren (Macintosh OS X 10.4 of later) Het printerstuurprogramma installeren: 1. Plaats de cd-rom met software en documentatie in het cd-rom-station. 2. Open de map Mac en dan Mac OS 10.3+Universal Installer. 3.
De printerstuurprogramma's installeren Verbinding maken via USB Het printerstuurprogramma vanaf de cd-rom met software en documentatie installeren: 1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Opmerking: Open het hulpprogramma Printerconfiguratie in Macintosh OS X 10.4 of eerder. Open de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de Macintosh om de hulpprogramma's weer te geven. In OS X 10.5 is de printerconfiguratie in het besturingssysteem opgenomen. De stappen zijn gelijksoortig. 2. 3. 4.
Netwerkinstellingen - Basis CentreWare Internet Services CentreWare Internet Services (CentreWare IS) levert een eenvoudige interface waarmee u uw printer vanaf uw computer met behulp van de in de printer ingebouwde webserver kunt beheren en instellen. Het biedt toegang tot de printerstatus, afdruk- en scanfuncties. Met CentreWare IS kunt u uw printer met behulp van een webbrowser via een TCP/IP-netwerk openen.
Afdrukken 4 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht op pagina 44 • Ondersteunde media op pagina 45 • Media plaatsen op pagina 47 • Afdrukken op speciale media op pagina 61 • Afdrukopties instellen op pagina 64 • Dubbelzijdig afdrukken op pagina 68 • Welk papier moet ik gebruiken? op pagina 70 • Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1) op pagina 71 • Katernen afdrukken op pagina 72 • Kleurcorrecties gebruiken op pagina 74 • Afdrukken in zwart/wit op pagina 75 •
Afdrukken Overzicht 1. Plaats de juiste media indien nodig in de lade en geef op het aanraakscherm van de printer formaat, kleur en type op. 2. Open het afdrukmenu in uw softwaretoepassing (Bestand/Afdrukken of CTRL+P in Windows, Bestand/Druk af of CMD+P op een Macintosh voor de meeste softwaretoepassingen). 3. Selecteer de printer in het afdrukdialoogvenster van uw toepassing en klik op Eigenschappen of Voorkeuren (Windows) of op Xerox toepassingen voor Macintosh.
Ondersteunde media Ondersteunde media In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanbevolen media op pagina 45 • Algemene richtlijnen voor het plaatsen van media op pagina 45 • Papier dat de printer kan beschadigen op pagina 46 • Richtlijnen voor papieropslag op pagina 46 Deze printer kan verschillende typen media verwerken. Volg de richtlijnen in dit gedeelte voor de beste afdrukkwaliteit en ter voorkoming van papierstoringen.
Afdrukken Papier dat de printer kan beschadigen Uw printer is ontworpen om verschillende soorten papier en media voor afdruk- en kopieeropdrachten te kunnen verwerken. Het gebruik van bepaalde soorten media kan echter de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden, meer papierstoringen dan normaal tot gevolg hebben of schade aan de printer veroorzaken.
Media plaatsen Media plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Ondersteunde mediaformaten en -gewichten op pagina 48 • Compatibiliteit met lademedia op pagina 50 • Media plaatsen in lade 1, 2, 3 of 4 op pagina 52 • Media plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) op pagina 54 • De enveloppeninvoer configureren op pagina 55 • Enveloppen plaatsen in de enveloppeninvoer op pagina 56 • Papier plaatsen in de grote papierlade op pagina 57 • Papier plaatsen in de module met dubbele lade op p
Afdrukken Ondersteunde mediaformaten en -gewichten Lade # Ondersteund standaardformaat Basisgewicht papier Papiercapaciteit Maximale stapelhoogte Printer 1 Min.: A5 KKE Max.: A3 KKE, 11 x 17” KKE 60 – 256 g/m² 520 vel 54 mm Module met 3 laden 2, 3, 4 Min.: A5 KKE Max.: SRA3 KKE, 12 x 18” KKE 60 – 256 g/m² 520 vel 54 mm Dubbele grote papierlade 2 Min.: A5 KKE Max.: SRA3 KKE, 12 x 18” KKE 60 – 256 g/m² 520 vel 54 mm 3 Min.: A5 KKE Max.
Media plaatsen Opmerking: KKE: invoer van de korte zijde Opmerking: LKE: invoer van de lange zijde Opmerking: Papiercapaciteit gebaseerd op papier van 75 g/m² (20 lb) WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding 49
Afdrukken Compatibiliteit met lademedia Lade # Ondersteunde papiersoort Printerlade 1 en module met 3 laden 1, 2, 3, 4 Gewoon papier Zijde 2 gewoon papier Geperforeerd Briefhoofdpapier Transparant Zwaar papier (106 – 169 g/m²) Zijde 2 zwaar papier (106 – 169 g/m²) Extra zwaar papier (170 - 256 g/m²) Zijde 2 extra zwaar papier (170 - 256 g/m²) Kringlooppapier Bankpostpapier Etiketten (106 – 169 g/m²) Voorbedrukt papier Glanzend papier (106 – 169 g/m²) Zijde 2 glanzend papier (106 – 169 g/m²) Zwaar glanz
Media plaatsen Handmatige invoer 5 Gewoon papier Zijde 2 gewoon papier Geperforeerd Briefhoofdpapier Transparant Licht papier Zwaar papier (106 – 169 g/m²) Zijde 2 zwaar papier (106 – 169 g/m²) Extra zwaar papier (170 - 256 g/m²) Zijde 2 extra zwaar papier (170 - 256 g/m²) Kringlooppapier Bankpostpapier Etiketten (106 – 169 g/m²) Voorbedrukt papier Envelop Glanzend papier (106 – 169 g/m²) Zijde 2 glanzend papier (106 – 169 g/m²) Zwaar glanzend papier (170 - 256 g/m²) Zijde 2 zwaar glanzend papier (170 - 2
Afdrukken Media plaatsen in lade 1, 2, 3 of 4 Papier of andere media plaatsen: 1. Trek de papierlade naar buiten en naar u toe. wc74xx-010 2. Schuif de papierladegeleiders desgewenst verder naar buiten om het nieuwe papier te kunnen plaatsen. Om de zij- en achtergeleiders aan te passen, knijpt u in de geleiderhendel van elke geleider en schuift u de geleiders naar de nieuwe positie. Laat de hendel los om de geleider op z'n plaats te vergrendelen.
Media plaatsen 3. Voor u het papier in de lade plaatst, moet u de randen ervan goed uitwaaieren. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken, losgeschud en wordt de kans op papierstoringen verkleind. Plaats het papier tegen de linkerzijde van de lade. Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als dat wel gebeurt, kan er een papierstoring optreden.
Afdrukken Media plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) Met de lade voor handmatige invoer kunt u verschillende mediatypen gebruiken. De lade is vooral bedoeld voor kleine opdrachten waarbij speciale media worden gebruikt. De lade voor handmatige invoer bevindt zich aan de linkerkant van de printer. Er wordt een ladeverlengstuk bijgeleverd voor groter papier.
Media plaatsen Enveloppen plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) Enveloppen kunnen alleen worden geplaatst in de lade voor handmatige invoer of in de optionele enveloppeninvoer. Enveloppen in de lade voor handmatige invoer plaatsen: 1. Open de lade voor handmatige invoer door deze naar buiten te roteren. 2. Plaats enveloppen in de lade voor handmatige invoer met de klep omhoog. De kleppen moeten altijd gesloten zijn en tegen de voorkant (rechts) worden geplaatst. wc74xx-208 3.
Afdrukken 11. Raak onder Toepassingen de optie Instellingen papierlade aan en raak Kenmerken papierlade aan en raak Lade 1 aan. 12. Raak Instellingen wijzigen aan, raak het selectievakje voor Envelopinvoer aan en raak Instellingen wijzigen aan. 13. Controleer of Papiersoort is ingesteld op Envelop. 14. Raak onder Papierformaat het gewenste envelopformaat aan. 15. Raak achtereenvolgens Opslaan, Bevestigen, Sluiten en nogmaals Sluiten aan. 16. De enveloppeninvoer is nu klaar voor gebruik.
Media plaatsen Papier plaatsen in de grote papierlade Papier plaatsen in de grote papierlade: 1. Trek de papierlade naar buiten en naar u toe. wc74xx-188 2. Schuif de papierladegeleiders desgewenst verder naar buiten om het nieuwe papier te kunnen plaatsen. Om de zij- en achtergeleiders aan te passen, knijpt u in de geleiderhendel van elke geleider en schuift u de geleiders naar de nieuwe positie. Laat de hendel los om de geleider op z'n plaats te vergrendelen. wc74xx-189 11" A4 A4 A4 8.
Afdrukken 3. Voor u het papier in de lade plaatst, moet u de randen ervan goed uitwaaieren. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken, losgeschud en wordt de kans op papierstoringen verkleind. wc74xx-191 Voor 1-zijdig afdrukken: • Plaats het papier tegen de linkerzijde van de lade. • Plaats de zijde waarop moet worden afgedrukt omlaag. • Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar de linkerzijde van de lade. • Plaats het briefhoofd (of de bovenkant van de pagina) naar de voorkant van de lade.
Media plaatsen 5. Duw de lade helemaal in de printer. wc74xx-193 6. Raak desgewenst Instellingen wijzigen op het aanraakscherm aan, kies formaat, soort en kleur van het papier op het aanraakscherm van de printer, raak Opslaan aan en raak Bevestigen aan. 7. Stel de printer zo in dat het geplaatste papierformaat automatisch wordt gedetecteerd of geef het formaat handmatig op via het aanraakscherm. Als u het mediatype niet hebt gewijzigd, raakt u Bevestigen aan op het aanraakscherm.
Afdrukken Papier plaatsen in de module met dubbele lade Met de module met dubbele lade kunt u grotere hoeveelheden papier plaatsen zodat het afdrukken minder vaak wordt onderbroken. De module bevat drie laden. Lade 2 is geschikt voor papierformaten tot maximaal 12 x 18 inch/SRA3. Lade 3 en 4 zijn geschikt voor papierformaat Letter/A4. Opmerking: U kunt geen aangepast papierformaat plaatsen in lade 3 of 4 van de module met dubbele lade. Papier plaatsen in lade 3 of 4: 1. Trek lade 3 of 4 uit de kast. 2.
Afdrukken op speciale media Afdrukken op speciale media In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Afdrukken op transparanten op pagina 61 • Afdrukken op enveloppen op pagina 62 • Afdrukken op etiketten op pagina 62 • Afdrukken op glanspapier op pagina 63 Afdrukken op transparanten Voor een lijst met laden die afdrukken op transparanten ondersteunen, raadpleegt u Compatibiliteit met lademedia op pagina 50. Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend aanbevolen Xerox-transparanten.
Afdrukken Afdrukken op enveloppen Voor een lijst met laden die afdrukken op enveloppen ondersteunen, raadpleegt u Compatibiliteit met lademedia op pagina 50. Richtlijnen • • • • • • • • Correct afdrukken op enveloppen is vooral afhankelijk van de kwaliteit en constructie van de enveloppen. Gebruik alleen papieren enveloppen die voorkomen in de Recommended Media List (lijst met aanbevolen media) op www.xerox.com/paper (Verenigde Staten) of www.xerox.com/europaper (Europa).
Afdrukken op speciale media Richtlijnen • • • • • • • • Gebruik geen vinyletiketten. Voer een vel etiketten niet meer dan eenmaal in de printer in. Druk slechts op één zijde van een vel met etiketten af. Gebruik alleen volle vellen met etiketten. Gebruik geen vellen waarop etiketten ontbreken; onvolledige vellen kunnen de printer beschadigen. Bewaar niet-gebruikte etiketten liggend in de originele verpakking.
Afdrukken Afdrukopties instellen Afdrukopties (ook wel printerstuurprogrammaopties genoemd) zoals aangepast formaat en 2-zijdig afdrukken, worden geselecteerd in Voorkeursinstellingen (Windows) en Xerox toepassingen (Macintosh).
Afdrukopties instellen Instellen van standaardafdrukopties (Windows) Wanneer u in een willekeurige softwaretoepassing afdrukt, gebruikt de printer de instellingen voor de afdrukopdracht, die zijn opgegeven in het venster Voorkeursinstellingen. U kunt uw meest voorkomende afdrukopties instellen en deze opslaan zodat u de instellingen niet telkens hoeft te wijzigen wanneer u afdrukt.
Afdrukken Afdrukopties onder Macintosh Zie de volgende tabel voor specifieke afdrukopties in het PostScript-printerstuurprogramma van Macintosh: Tabblad Afdrukopties Papier/aflevering Opdrachttype: Normale afdruk, Beveiligde afdruk, Proefafdruk, Uitgestelde afdruk, Opslaan in mailbox Papier: Automatisch selecteren, Printerstandaardsoort, Andere kleur, Andere soort, Scheidingsvellen transparanten 2-zijdig afdrukken: 1-zijdig afdrukken, 2-zijdig afdrukken, 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant Afdruk
Afdrukopties instellen Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan (Macintosh) U kunt een set afdrukopties benoemen en opslaan zodat u deze snel kunt toepassen op toekomstige afdrukopdrachten. Een set afdrukopties opslaan: 1. Kies de gewenste afdrukopties in de vervolgkeuzelijsten in het menuscherm Druk af. 2. Klik op Opslaan als in het menu Voorinstellingen om de set afdrukopties te benoemen en op te slaan. 3. De set opties is opgeslagen en wordt weergegeven in de lijst Voorinstellingen.
Afdrukken Dubbelzijdig afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Richtlijnen voor automatisch 2-zijdig afdrukken op pagina 68 • Een 2-zijdig document afdrukken op pagina 69 • Indelingsopties voor 2-zijdige pagina op pagina 69 Richtlijnen voor automatisch 2-zijdig afdrukken Een 2-zijdig document kan worden afgedrukt op ondersteund papier. Voordat u een 2-zijdig document afdrukt, controleert u of de papiersoort wordt ondersteund.
Dubbelzijdig afdrukken Een 2-zijdig document afdrukken Zie de volgende tabel voor printerstuurprogramma-instellingen voor 2-zijdige documenten: Besturingssysteem Procedure Windows Vista, Windows 2000, Windows XP of Windows Server 2003 Klik op het tabblad Papier/uitvoer. Kies een optie onder 2-zijdig afdrukken: 2-zijdig afdrukken 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant Macintosh OS X versie 10.3 of hoger Klik in het dialoogvenster Druk af op Opmaak.
Afdrukken Welk papier moet ik gebruiken? Als u een afdrukopdracht naar de printer verzendt, kunt u de printer automatisch het papier laten selecteren, gebaseerd op het door u geselecteerde documentformaat en de papiersoort. Ook kunt u de printer opdracht geven papier uit een bepaalde lade te gebruiken. Selecteren welk papier u wilt gebruiken: Windows: 1. Klik in het printerstuurprogramma op het tabblad Papier/aflevering.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1) Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1) Wanneer u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel papier afdrukken. U kunt één, twee, vier, zes, negen of zestien pagina's per zijde afdrukken. 1 2 3 4 Ga als volgt te werk als u meerdere pagina's op één vel papier wilt afdrukken in een ondersteund stuurprogramma: Windows (2000 of later) 1. Klik op het tabblad Opmaak/watermerk. 2.
Afdrukken Katernen afdrukken Met de optie voor 2-zijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een klein boek afdrukken. U kunt katernen afdrukken op elk papierformaat dat wordt ondersteund voor 2-zijdig afdrukken (duplex). Het stuurprogramma verkleint elk paginabeeld automatisch en drukt vier pagina's per vel af (aan iedere zijde twee pagina's). De pagina's worden in de juiste volgorde afgedrukt, zodat u deze kunt vouwen en nieten om een katern te maken.
Katernen afdrukken Een katern afdrukken in een ondersteund stuurprogramma: Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma 1. Klik op het tabblad Opmaak/watermerk. 2. Klik op Katernopmaak. Als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt, klikt u op de toets Katernopties om verschuiving en bindrug op te geven. 3. Klik desgewenst op Paginakaders aanbrengen in de vervolgkeuzelijst. Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger) 1.
Afdrukken Kleurcorrecties gebruiken De opties voor kleurcorrectie bieden simulaties van verschillende kleurenapparaten. Automatisch is de standaardcorrectie voor algemene beeldverwerking. Zie de volgende tabel om te bepalen welke optie u wilt gebruiken. Kleurcorrectie Beschrijving Automatische kleur (aanbevolen) Hiermee wordt de beste kleurcorrectie toegepast op elk grafisch element: tekst, afbeeldingen en foto's. Zwart/wit Hiermee worden alle kleuren naar zwart/wit of grijstinten geconverteerd.
Afdrukken in zwart/wit Afdrukken in zwart/wit Als u wilt afdrukken in zwart/wit en grijstinten, selecteert u zwart/wit in een ondersteund stuurprogramma: Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma 1. Klik op het tabblad Kleuropties. 2. Klik op de optie Zwart/wit. Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger) 1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op de vervolgkeuzelijst Afdrukkleur. 2. Klik op Grijsschaal.
Afdrukken Scheidingsvellen transparanten Met deze toepassing wordt een scheidingsvel (een scheidingspagina) tussen de bedrukte transparanten in uw afdrukopdracht ingevoegd. De papiersoort voor uw opdracht moet zijn ingesteld op Transparant. Opmerking: Scheidingsvellen voor transparanten worden niet in uw opdracht opgenomen als uw opdracht op een ander type media wordt afgedrukt. Ze worden niet opgenomen als u vanuit een bepaalde lade afdrukt, zelfs wanneer de betreffende lade transparanten bevat.
Omslagen afdrukken Omslagen afdrukken Een omslag is de eerste of de laatste pagina van een document. U kunt op de printer voor de omslag een andere papierbron selecteren dan voor de resterende pagina's van een document. Gebruik bijvoorbeeld het briefhoofdpapier van uw bedrijf voor de eerste pagina van een document of gebruik zwaar papier voor de eerste en laatste pagina van een rapport. • U kunt elke geschikte papierlade gebruiken als bron voor het afdrukken van omslagen.
Afdrukken Als bij 2-zijdig afdrukken niet mag worden afgedrukt op de achterzijde van het vooromslag, moet pagina twee van uw document blanco zijn. Als niet mag worden afgedrukt op de achteromslag van uw document, raadpleegt u de volgende tabel voor het invoegen van blanco pagina's. Afdrukoptie Laatste pagina met tekst 1-zijdig afdrukken 2-zijdig afdrukken Blanco pagina's Voeg één blanco pagina toe aan het einde van het document. Oneven Voeg twee blanco pagina's toe aan het einde van het document.
Schaal aanpassen Schaal aanpassen U kunt uw paginabeelden bij het afdrukken verkleinen of vergroten door een schalingswaarde tussen 25 en 400 procent te selecteren. De standaardinstelling is 100 procent. 50% 100% 200% Schaalaanpassing selecteren in een ondersteund stuurprogramma: Windows 2000 of later 1. Klik op het tabblad Papier/uitvoer. 2. Klik op de toets aan de rechterkant van het overzicht Papier en selecteer Ander formaat. 3. Klik op een optie in de vervolgkeuzelijst Schaalopties. 4.
Afdrukken Watermerken afdrukken Een watermerk is aanvullende tekst die op een of meerdere pagina's kan worden afgedrukt. Zo kunt u bijvoorbeeld termen als Concept en Vertrouwelijk, die u op een pagina zou willen weergeven voordat u het document verspreidt, met een watermerk invoegen. In sommige Windows-stuurprogramma's kunt u: • Een watermerk maken. • De tekst, kleur, locatie en hoek van een bestaand watermerk bewerken. • Een watermerk op de eerste pagina of op alle pagina's van een document plaatsen.
Watermerken afdrukken Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger) 1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op Opmaak/watermerk. • Als u een bestaand watermerk wilt gebruiken, kiest u dit in de vervolgkeuzelijst Watermerk. • Als u het watermerk wilt bewerken, klikt u op de toets Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk om het dialoogvenster Watermerk maken/bewerken weer te geven.
Afdrukken Spiegelbeelden afdrukken U kunt pagina's als spiegelbeeld afdrukken (het beeld wordt horizontaal gespiegeld op de pagina's afgedrukt). Spiegelbeeld selecteren in een ondersteund stuurprogramma: Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma 1. Klik op het tabblad Geavanceerd. 2. Klik onder Beeldopties op Aan bij Gespiegelde aflevering. Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger) 1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op Beeldopties. 2.
Aangepaste formaten maken en opslaan Aangepaste formaten maken en opslaan U kunt vanuit lade 5 op aangepast papierformaat afdrukken. U kunt instellingen voor aangepast papierformaat opslaan in een ondersteund printerstuurprogramma. Deze aangepaste formaten worden in het besturingssysteem van uw computer opgeslagen, zodat u deze kunt selecteren in de toepassingen die u gebruikt. Windows 2000 of later 1. Klik op het tabblad Papier/uitvoer. 2.
Afdrukken Bericht 'Opdracht voltooid' U kunt kiezen of u een bericht wilt ontvangen wanneer uw opdracht is afgedrukt. Rechts onder in het scherm van uw computer wordt een bericht weergegeven met de naam van de opdracht en de naam van de printer waarop de opdracht is afgedrukt. Opmerking: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer de printer via een netwerk met de computer is verbonden. Het bericht 'Opdracht voltooid' inschakelen in een ondersteund stuurprogramma: Windows 2000 of later 1.
Speciale opdrachttypen afdrukken Speciale opdrachttypen afdrukken U kunt een van de volgende speciale opdrachttypen kiezen: • Beveiligde afdruk: hiermee wordt de opdracht pas afgedrukt nadat u uw naam hebt geselecteerd en uw numerieke toegangscode van vier tekens op het bedieningspaneel hebt ingevoerd. • Proefafdruk: hiermee wordt één exemplaar van de opdracht afgedrukt, zodat u deze kunt controleren. Als u extra exemplaren wilt afdrukken, geeft u de opdracht vrij op het aanraakscherm van de printer.
Afdrukken Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger) 1. In het dialoogvenster Druk af selecteert u het opdrachttype in de vervolgkeuzelijst Opdrachttype. • Voor een opdracht van het type Beveiligde afdruk voert u uw viercijferige toegangscode in het venster Beveiligde afdruk in en bevestigt u deze code. • Voor een opdracht van het type Proefafdruk kiest u de afdrukinstelling voor de opdracht, klikt u op Proefafdruk en klikt u op Afdrukken.
Kopiëren 5 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige kopieertaken op pagina 88 • Kopieeropties aanpassen op pagina 90 87
Kopiëren Eenvoudige kopieertaken Kopieën maken: 1. Plaats uw originelen. Gebruik de glasplaat voor enkele kopieën of de AOD voor meerdere pagina's. wc74xx-203 Glasplaat Til de klep van de AOD omhoog en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag in de hoek linksachter van de glasplaat. wc74xx-204 wc74xx-205 AOD Plaats originelen met de beeldzijde omhoog waarbij de linkerrand van de pagina als eerste in de AOD wordt ingevoerd. Het groene lampje duidt op correcte plaatsing van de originelen.
Eenvoudige kopieertaken 4. Gebruik het toetsenbord aan de rechterkant van het bedieningspaneel om het aantal kopieën in te voeren. Het geselecteerde aantal kopieën wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het aanraakscherm. • Als u het aantal kopieën dat via het toetsenbord is ingevoerd, wilt corrigeren, drukt op u de gele toets Alles wissen. • Als u een kopieeropdracht wilt stoppen, drukt u op de rode toets Stop op het bedieningspaneel.
Kopiëren Kopieeropties aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Basisinstellingen op pagina 90 • Aanpassingen afdrukkwaliteit op pagina 94 • Opmaakaanpassingen op pagina 97 • Aanpassingen aan afleveringsopmaak op pagina 101 • Geavanceerd kopiëren op pagina 106 Basisinstellingen Gebruik het tabblad Kopiëren om de volgende basisinstellingen te wijzigen: • Kleurenkopieën of zwart/witkopieën selecteren op pagina 90 • Beeld verkleinen of vergroten op pagina 91 • Lade voor kopieerpap
Kopieeropties aanpassen Beeld verkleinen of vergroten De beeldgrootte kan worden verkleind tot maximaal 25% van het origineelformaat of worden vergroot tot maximaal 400% van het origineelformaat. Het beeld verkleinen of vergroten: 1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm. 2. Als u het beeld verhoudingsgewijs wilt verkleinen of vergroten, raakt u de pijl-omhoog of de pijl-omlaag aan. 3.
Kopiëren 2-zijdige originelen opgeven voor kopieën De AOD kan worden gebruikt om een of twee zijden van 2-zijdige originelen te kopiëren. U kunt ook 1-zijdige of 2-zijdige kopieën maken van 2-zijdige originelen. De zijden selecteren voor kopiëren: 1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm. 2. Raak een van de volgende opties aan onder 2-zijdig kopiëren: • 1 -> 1-zijdig: hiermee wordt slechts één zijde van de originelen gescand en worden 1-zijdige kopieën gemaakt.
Kopieeropties aanpassen Kopieën nieten Als uw printer over een afwerkeenheid met een nietapparaat beschikt, kunnen kopieën automatisch worden geniet. Nieten selecteren: 1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm. 2. Als het origineel is: a. Sets: raak onder Aflevering kopieën de optie Sets Nietje of Sets 2 nietjes aan. b. Stapels: raak Meer of Perforeren en meer (standaardafwerkeenheid LX en professionele afwerkeenheid) aan en raak 1 nietje, 2 nietjes of 2 nietjes boven aan.
Kopiëren Aanpassingen afdrukkwaliteit Gebruik het tabblad Afdrukkwaliteit op het aanraakscherm om de volgende instellingen voor de afdrukkwaliteit te wijzigen: • Origineeltype opgeven op pagina 94 • Aanpassen van donkerheid, scherpte en verzadiging op pagina 94 • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken op pagina 95 • Contrast aanpassen op pagina 95 • Kleureffecten selecteren op pagina 95 • Kleurbalans aanpassen op pagina 96 • Glansniveau selecteren op pagina 96 Origineeltype opgeven De printer opt
Kopieeropties aanpassen Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken Wanneer u originelen gebruikt die op dun papier zijn gedrukt, schijnt de tekst of het beeld op de ene zijde van het papier soms door op de andere zijde van het papier. U kunt dit in uw kopie voorkomen door de instelling Automatische onderdrukking te gebruiken zodat de printer minder gevoelig is voor variaties in lichte achtergrondkleuren. Deze instelling wijzigen: 1.
Kopiëren Kleurbalans aanpassen Als u een kleurenorigineel hebt, kunt u de balans tussen de primaire afdrukkleuren (cyaan, magenta, geel en zwart) aanpassen. De kleurbalans aanpassen: 1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan. 2. Raak Kleurbalans aan. 3. De dichtheidsniveaus van hooglicht, middentoon en schaduw aanpassen op kleur: a. Raak de gewenste kleur aan. b.
Kopieeropties aanpassen Opmaakaanpassingen Gebruik het tabblad Opmaakaanpassing om de volgende instellingen te wijzigen: • Kopiëren (boek) op pagina 97 • 2-zijdig kopiëren (boek) op pagina 98 • Origineelformaat opgeven op pagina 98 • Randen van kopieerdocumenten wissen op pagina 98 • Beeld verschuiven op pagina 99 • Het beeld roteren op pagina 100 • Het beeld omkeren op pagina 100 • De richting van het origineel opgeven op pagina 99 Kopiëren (boek) Wanneer u een boek, tijdschrift of ander ingebonden docum
Kopiëren 2-zijdig kopiëren (boek) Met deze toepassing kunt u 2-zijdige kopieën van tegenover elkaar liggende pagina's van het ingebonden origineel maken. Opmerking: Deze toepassing en Kopiëren (boek) op pagina 97 kunnen niet tegelijkertijd worden geactiveerd. Opmerking: Gebruik de glasplaat voor het kopiëren van boeken, tijdschriften en pamfletten. Plaats geen ingebonden originelen in de AOD. Opmerking: Documenten met een niet-standaardformaat worden niet op correcte wijze in twee pagina's gescheiden.
Kopieeropties aanpassen 3. Dezelfde hoeveelheid van alle randen wissen: a. Raak Alle randen aan. b. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid op te geven die van alle randen op zijde 1 moet worden gewist. 4. Verschillende hoeveelheden voor de randen opgeven: a. Raak Afzonderlijke randen aan. b. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid op te geven die van elke rand moet worden gewist. c.
Kopiëren 6. Als u 2-zijdige kopieën hebt geselecteerd, raakt u de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de te wissen hoeveelheid van elke rand op zijde 2 op te geven of raakt u Zijde 1 spiegelen aan. Opmerking: Als vooraf ingestelde waarden zoals Wissen perforatie of Wissen kop-/voettekst eerder zijn opgeslagen, kunt u de voorinstelling in de linkeronderhoek van het venster selecteren. 7. Raak Opslaan aan.
Kopieeropties aanpassen Aanpassingen aan afleveringsopmaak Gebruik het tabblad Afleveringsopmaak om de volgende wijzigingen aan te brengen: • Katernen maken op pagina 101 • Omslagen opnemen op pagina 103 • Notities toevoegen op pagina 103 • Scheidingen voor transparanten invoegen op pagina 105 • Meerdere pagina's op een vel papier kopiëren op pagina 102 • Watermerken toevoegen op pagina 105 • ID-kaart kopiëren op pagina 106 Katernen maken Kopieën kunnen in de vorm van een katern worden afgedrukt.
Kopiëren 9. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om het aantal vellen voor elke subset in te voeren en raak Opslaan aan. 10. Met de optie Staffelen wordt elke stapel afgedrukte pagina's een weinig links of rechts van de vorige stapel geplaatst zodat de stapels makkelijker zijn te scheiden. a. Raak Afleveringsbestemming/Staffelen aan. b. Raak Middelste opvangbak, Bovenste opvangbak links, Bovenste opvangbak rechts of Middelste opvangbak rechts aan. c.
Kopieeropties aanpassen Omslagen opnemen U kunt de eerste en laatste pagina van uw kopieeropdracht op ander papier afdrukken, zoals gekleurd papier of zwaar papier. De printer selecteert het papier uit een andere lade. De omslagen kunnen blanco of bedrukt zijn. Opmerking: Het papier dat voor de omslagen wordt gebruikt, moet hetzelfde formaat hebben als het papier dat voor de rest van het document wordt gebruikt. Het type omslagen en de lade voor het omslagpapier selecteren: 1.
Kopiëren 4. De huidige datum invoegen: a. Raak Datumstempel aan en raak in het volgende venster nogmaals Datumstempel aan. b. Raak de notatie aan die u voor de datum wilt gebruiken. c. Als u wilt selecteren op welke pagina's de datum wordt weergegeven, raakt u Toepassen op aan, raakt u Alleen eerste pagina, Alle pagina's of Alle pagina's behalve de eerste pagina aan en raakt u Opslaan aan. d.
Kopieeropties aanpassen 8. De gebruikte notatie voor notities wijzigen: a. Raak Notatie en stijl aan. b. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de puntgrootte van het font te selecteren. c. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de fontkleur te selecteren. d. Raak Zelfde als zijde 1 of Zijde 1 spiegelen aan om de plaatsing van de notities op de tweede zijde te selecteren bij het afdrukken van 2-zijdige kopieën. e. Raak Opslaan aan. 9. Raak Opslaan aan.
Kopiëren 7. Het watermerkbeeld is vaag zodat de inhoud van de pagina zichtbaar is. Als u het watermerk zichtbaar wilt maken op kopieën die als originelen worden gebruikt, raakt u Watermerkeffecten aan, raakt u Met reliëf of Outline aan en raakt u Opslaan aan. 8. Raak Opslaan aan. ID-kaart kopiëren Met deze toepassing kunt u beide zijden van een klein origineel, zoals een ID-kaart, op dezelfde zijde van een pagina kopiëren. 1. Open de AOD en plaats de kaart in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Kopieeropties aanpassen 4. 5. 6. 7. Raak de toets Proefafdruk aan en raak Proefafdruk Aan aan. Raak Opslaan aan. Druk op de groene toets Start. Inspecteer de proefafdruk. • Als de kwaliteit acceptabel is, raakt u Start aan op het aanraakscherm om de resterende kopieën af te drukken. Gebruik niet de groene toets Start op het bedieningspaneel van de printer. Raak desgewenst Instellingen wijzigen of Aantal wijzigen aan om wijzigingen aan de opdracht aan te brengen.
Kopiëren 3. Alles buiten het opgegeven gebied verwijderen bij het kopiëren: a. Raak Buiten verwijderen aan. b. Het gebied wordt gedefinieerd door de rechthoek die wordt gevormd door de punten, zoals op het aanraakscherm wordt weergegeven. Raak Gebied 1 aan en raak elke coördinaat op het aanraakscherm aan. Gebruik het numerieke toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer om de coördinaatwaarden voor X1, X2, Y1 en Y2 in te voeren. Wanneer alle waarden zijn ingevoerd, raakt u Opslaan aan. c.
Kopieeropties aanpassen Opgeslagen kopieerinstellingen ophalen Als u de kopieerinstellingen voor bepaalde typen kopieeropdrachten hebt opgeslagen, kunt u deze instellingen ophalen voor gebruik met de huidige opdracht. Opmerking: Zie De huidige kopieerinstellingen opslaan op pagina 108 voor het opslaan van de kopieerinstellingen. De opgeslagen instellingen ophalen: 1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opdracht samenstellen aan. 2.
Kopiëren 3. Extra segmenten programmeren en scannen: a. Plaats de originelen voor het volgende segment. b. Raak in het venster Opbouwopdracht de optie Volgende origineel aan. c. Raak Instellingen wijzigen aan. Het scherm Kopiëren wordt weergegeven. Raak de instellingen voor het segment aan en raak Sluiten aan in de rechterbovenhoek van het aanraakscherm. d. Raak Start aan op het aanraakscherm. Gebruik niet de groene toets Start op het bedieningspaneel van de printer voor extra segmenten. e.
Faxen 6 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht faxen op pagina 112 • Faxen verzenden op pagina 113 • Serverfax op pagina 114 • Een internetfax verzenden op pagina 116 • Faxen verzenden vanaf uw computer.
Faxen Overzicht faxen Faxmogelijkheid is verkrijgbaar als optie voor de WorkCentre 7425/7428/7435. De printer kan een fax op drie manieren verzenden: • Fax: het document wordt gescand en rechtstreeks naar een faxapparaat (telefoonnummer) verzonden via een telefoonlijn die met de printer is verbonden. • Serverfax: het document wordt gescand en via een Ethernet-netwerk verzonden naar een faxserver met eigen telefoonverbindingen (telefoonnummer). De printer hoeft niet met een telefoonlijn te zijn verbonden.
Faxen verzenden 1. Plaats het origineel. • Glasplaat: plaats de eerste pagina van het document met de beeldzijde omlaag op de glasplaat met de bovenkant van de pagina naar de hoek linksachter van de glasplaat. • AOD: verwijder alle nietjes en paperclips van de pagina's en plaats de pagina's met de beeldzijde omhoog in de AOD, waarbij de linkerrand van de pagina als eerste in de AOD wordt ingevoerd. • Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak het pictogram Faxen aan.
Faxen Serverfax Als u toegang tot een faxserver hebt, kunt u een document naar een faxapparaat verzenden zonder dat u een telefoonlijn met de printer hoeft te verbinden. Opmerking: Serverfax is een optie waarvoor de scanoptie is vereist. Wanneer u een serverfax verzendt, wordt het document gescand en naar een locatie in uw netwerk of naar een server van derden (een opslagplaats) verzonden. De faxserver verzendt de fax via een telefoonlijn naar een faxapparaat (telefoonnummer).
8. Als u meerdere documenten wilt faxen, raakt u tijdens het scannen de optie Volgende origineel aan en plaatst u het volgende document dat moet worden gefaxt. a. Druk op de groene toets Start of raak Start aan op het aanraakscherm. b. Als u vanaf de glasplaat scant, kiest u een waarde voor Origineelformaat en drukt u opnieuw op de groene toets Start. c. Nadat de laatste pagina is gescand, raakt u Laatste origineel aan om de fax te verzenden.
Faxen Een internetfax verzenden Als er een SMTP-server (e-mail) met uw netwerk is verbonden, kunt u een document verzenden naar een e-mailadres. Dankzij deze functie hoeft de printer niet met een telefoonlijn te zijn verbonden. Wanneer u een internetfax verzendt, wordt het document gescand, in TIFF-indeling als bijlage aan een e-mailbericht gekoppeld en naar een e-mailadres verzonden.
Faxen verzenden vanaf uw computer. Faxen verzenden vanaf uw computer. Met deze optionele functie kunt u een bestand vanaf uw computer faxen. 1. Klik in de toepassing op Bestand, vervolgens op Afdrukken en kies de printer. 2. Klik op Eigenschappen en open het menu Opdrachttype om Fax te kiezen. 3. Klik op Ontvanger toevoegen en voer de gegevens van de ontvanger in. 4. Klik desgewenst op het tabblad Voorblad, kies een optie en klik op OK. 5. Klik desgewenst op het tabblad Opties, kies opties en klik op OK.
Faxen Faxen ontvangen De printer moet door de systeembeheerder worden geconfigureerd om faxen, serverfaxen en internetfaxen te kunnen ontvangen en verzenden. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435docs.
Faxopties selecteren Faxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Lichter/donkerder op pagina 119 • Instellen van 2-zijdig faxen op pagina 119 • Origineeltype selecteren op pagina 119 • Faxresolutie instellen op pagina 120 • Origineelformaat instellen op pagina 120 • Boek faxen op pagina 120 • Verkleinen/vergroten op pagina 120 • Faxen in wachtrij wissen op pagina 121 • Extra faxopties op pagina 121 Lichter/donkerder Raak op het aanraakscherm van de printer onder Lichter
Faxen Faxresolutie instellen Raak op het aanraakscherm van de printer onder Resolutie een optie in de lijst aan: • Standaard 200x100 dpi • Fijn 200 dpi • Superfijn 400 dpi • Superfijn 600 dpi Origineelformaat instellen 1. Raak op het aanraakscherm van de printer het tabblad Opmaakaanpassing aan. 2. Raak Origineelformaat aan en kies een van de volgende opties: • Automatische herkenning • Aangepast formaat en kies het gewenste paginaformaat. • Originelen van gemengde formaten 3. Raak Opslaan aan.
Faxopties selecteren Faxen in wachtrij wissen U kunt de faxen weergeven die klaarstaan voor verzending. Desgewenst kunt u een of meerdere faxen wissen. Faxen in wachtrij annuleren: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Opdrachtstatus. 2. Raak op het tabblad Actieve opdrachten de pijl aan en raak Scan-, fax- en internetfaxopdrachten aan in de lijst. 3. Raak de faxopdracht in de wachtrij aan in de lijst. 4. Raak Verwijderen aan.
Faxen Er zijn extra internetfaxopties beschikbaar. Raak op het aanraakscherm van de printer het tabblad Internetfaxopties aan. Kies daarna een van de volgende opties: Optie Waarden Bevestigingsoverzicht Bevestigingsopties: Geen overzicht, Overzicht afdrukken Leesbevestigingen Aan, Uit Internetfaxprofielen Tiff-S, Tiff-T, Tiff-J Er is een extra serverfaxoptie beschikbaar. Raak op het aanraakscherm van de printer het tabblad Verzendingsopties aan.
Adressen aan het adresboek toevoegen Adressen aan het adresboek toevoegen In het adresboek kunnen fax-, Internetfax-, e-mail- en serveradressen worden opgeslagen. Adresboekvermeldingen maken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus. 2. Raak op het aanraakscherm van de printer het tabblad Hulpprogramma's aan. 3. Raak Instellen aan en raak Adresboekvermelding toevoegen aan. 4. Raak op het volgende scherm een ongebruikte Ontvanger aan in de lijst. 5.
Faxen 124 WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding
Scannen 7 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht scannen op pagina 126 • Originelen plaatsen op pagina 127 • Scannen naar e-mail op pagina 128 • Scannen in netwerk op pagina 130 • Scannen naar mailbox op pagina 131 • Scannen naar pc op pagina 134 • Xerox-scanprogramma gebruiken op pagina 135 • Beelden beheren op uw computer met CentreWare IS op pagina 147 • Scanopties instellen op pagina 150 125
Scannen Overzicht scannen Scannen is een optionele printertoepassing die verschillende methode biedt voor het scannen en opslaan van een origineel. De scanprocedure die wordt gebruikt met de WorkCentre 7425/7428/7435 is anders dan die van bureaubladscanners. Aangezien de printer gewoonlijk is verbonden met een netwerk in plaats van met een enkele computer, selecteert u een bestemming voor het gescande beeld op de printer.
Originelen plaatsen Alle scantaken beginnen met het plaatsen van het origineel in de printer. U kunt de glasplaat gebruiken voor opdrachten van een enkele pagina of voor originelen die niet door de AOD kunnen. De AOD kan worden gebruikt voor opdrachten van meerdere pagina's of opdrachten van een enkele pagina. Documenten plaatsen: wc74xx-203 Glasplaat Til de klep van de AOD omhoog en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag in de hoek linksachter van de glasplaat.
Scannen Scannen naar e-mail Originelen kunnen worden gescand en als bijlage bij een e-mailbericht worden verzonden. 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak het pictogram E-mail aan. 3. Geef de ontvanger op via een van de volgende methoden: • Raak Nieuwe ontvanger aan: voer het volledige e-mailadres in via het toetsenbord op het aanraakscherm. • Raak Adresboek aan. Raak de pijl aan om het gewenste adresboek te kiezen.
Scannen naar e-mail De bestandsindeling wijzigen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak het pictogram E-mail aan en raak het tabblad E-mailopties aan. 3. Raak Bestandsindeling aan, raak het gewenste bestandstype aan en raak Opslaan aan. Een leesbevestiging aanvragen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak het pictogram E-mail aan en raak het tabblad E-mailopties aan. 3. Raak Leesbevestigingen aan en raak Aan aan.
Scannen Scannen in netwerk Met Scannen in netwerk kunt u documenten scannen en deze verzenden naar een documentenopslagplaats op een netwerkserver, die is geconfigureerd door uw systeembeheerder. Gebruik van Scannen in netwerk: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak op het aanraakscherm van de printer Scannen in netwerk aan. 3. Raak in de lijst met sjablonen de sjabloon aan die door uw systeembeheerder is gemaakt. 4.
Scannen naar mailbox Scannen naar mailbox In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een mailbox maken op pagina 131 • Scannen naar een mailbox op pagina 131 • Verzenden uit mailbox op pagina 132 • Beelden beheren op uw computer met CentreWare IS op pagina 147 Scannen naar mailbox is de eenvoudigste scanmethode. Hiermee kunt u naar een mailbox scannen, die zich op de vaste schijf van de printer bevindt. Als deze toepassing niet is ingeschakeld, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Scannen 4. Raak de gewenste mailbox aan in de lijst. Raak desgewenst de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de gewenste mailbox te kunnen zien. 5. Als u scaninstellingen wilt wijzigen, kiest u uit de vier groepen onder aan het aanraakscherm, Kleurenscannen, 2-zijdig afdrukken, Origineeltype en Voorinstellingen Scannen, om de gewenste opties voor de scan toe te passen. Zie Scanopties instellen op pagina 150 voor meer informatie. 6. Druk op de groene toets Start.
Scannen naar mailbox 9. Raak desgewenst Bekijken aan om gedetailleerde documentinformatie te bekijken. 10. Als er opdrachtstroomschema's zijn gemaakt, raakt u Instellingen opdrachtstroom aan. Het opdrachtstroomschema dat momenteel aan de mailbox is gekoppeld, wordt weergegeven. Als u wijzigingen wilt aanbrengen, raakt u Koppeling verwijderen, Koppeling maken/wijzigen of Opdrachtstroomschema selecteren aan.
Scannen Scannen naar pc Met de toepassing Scannen naar pc kunt u een document naar uw computer scannen. Deze toepassing moet door uw systeembeheerder worden ingeschakeld. De toepassing Scannen naar pc gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak het pictogram Scannen naar pc aan. 3. Raak Overdrachtprotocol aan, raak FTP, SMB of SMB (UNC-indeling) aan en raak Opslaan aan. 4. Raak Servernaam, Opslaan in naam, Gebruikersnaam en Toegangscode aan.
Scannen naar pc Xerox-scanprogramma gebruiken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Scansjablonen maken op pagina 135 • Scansjablonen verwijderen op pagina 137 • Mailbox- en e-mailprofielen voor Xerox-scanprogramma beheren op pagina 138 • Gescande documenten in een toepassing importeren op pagina 144 Het Xerox-scanprogramma (XSU) is een hulpprogramma waarmee u beelden van de printer naar uw computer kunt scannen.
Scannen 4. Kies een van de volgende opties: • Een nieuwe sjabloon maken voor de geselecteerde instellingen: Voer de naam voor de nieuwe sjabloon in het veld Opgeslagen sjablooninstellingen in. • Een bestaande sjabloon bewerken met de instellingen die u hebt geselecteerd: Selecteer een sjabloon in de vervolgkeuzelijst Opgeslagen sjablooninstellingen en bewerk de instellingen. 5. Klik op Opslaan. 6. Spaties zijn niet toegestaan in sjabloonnamen.
Scannen naar pc 5. Klik op Opslaan. 6. Spaties zijn niet toegestaan in sjabloonnamen. Unieke beeldbestandsnamen maken Ieder beeld dat wordt gescand, wordt opgeslagen met een standaardbestandsnaam, bestaande uit de datum en het tijdstip waarop het beeld werd gescand. De bestandsnaam wordt weergegeven in de indeling DOC_jjjj-mm-dag_uu.mm.ss.xxx, wat staat voor jaar-maand-datum_uur.minuten.seconden.bestandstype-extensie. De bestandsnaam DOC_2008-07-01_13.45.15.
Scannen Mailbox- en e-mailprofielen voor Xerox-scanprogramma beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • E-mailprofielen maken of bewerken op pagina 138 • E-mailprofielen verwijderen op pagina 139 • Mailboxprofielen maken of bewerken op pagina 139 • Mailboxprofielen verwijderen op pagina 140 Met het Xerox-scanprogramma kunt u profielen maken, die telkens opnieuw gebruikt kunnen worden voor het verzenden van gescande beelden als e-mailbijlagen of wanneer gescande beelden naar specifie
Scannen naar pc E-mailprofielen verwijderen Een e-mailprofiel verwijderen: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen. Als het pictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, klikt u op Start en selecteert u achtereenvolgens Alle programma's (of Programma's als u de klassieke weergave van Windows gebruikt), Xerox Office Printing, Scannen en Xerox-scanprogramma.
Scannen Mailboxprofielen verwijderen Een mailboxprofiel verwijderen: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen. Als het pictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, klikt u op Start en selecteert u achtereenvolgens Alle programma's (of Programma's als u de klassieke weergave van Windows gebruikt), Xerox Office Printing, Scannen en Xerox-scanprogramma.
Scannen naar pc Een e-mailprofiel gebruiken voor gescande beelden als bijlage Gescande beelden als bijlagen bij een e-mail verzenden met gebruik van een e-mailprofiel: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen.
Scannen 4. Voer een naam in het veld Basisbijlagenaam in. Het Xerox-scanprogramma voegt de datum en het tijdstip van de scan van ieder beeld toe aan het einde van de bestandsnaam. Opmerking: Voorbeeld: als u een beeld scant om 10:15:07 op 27 april 2008, PDF als de bestandsnaamextensie selecteert en als nieuwe bestandsnaam rapport invoert in het veld Basisbijlagenaam, is de uiteindelijke bestandsnaam: rapport_2008-04-27_10.15.07.pdf. 5.
Scannen naar pc Nieuwe mailboxinstellingen selecteren bij het kopiëren van gescande beelden naar een mailbox Gescande beelden naar een mailbox kopiëren zonder gebruik van een profiel: 1. Open het Xerox-scanprogramma op uw computer: • Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram Xerox-scanprogramma op de taakbalk en selecteer Xerox-scanprogramma openen.
Scannen Gescande documenten in een toepassing importeren U kunt beelden die vanaf uw printer naar uw computer zijn gescand, in Windows- of Macintosh-toepassingen op uw computer importeren.
Scannen naar pc WIA-beeldbeheer gebruiken in een Windows-toepassing U kunt beelden die u vanaf de printer naar uw computer hebt gescand, in een toepassing importeren met gebruik van WIA-beeldbeheer in Windows XP, Windows Vista en Windows Server 2003. Gescande beelden in een toepassing importeren: 1. Open het bestand waarin u het beeld wilt plaatsen. 2. Selecteer het menu-item in de toepassing om het beeld op te halen. Als u bijvoorbeeld Microsoft Word gebruikt om een beeld in een document te plaatsen: a.
Scannen Het Xerox-scanprogramma in een Macintosh OS X-programma (TWAIN) gebruiken Beelden in een toepassing importeren: 1. Open het bestand waarin u het beeld wilt plaatsen. 2. Selecteer het menu-item in de toepassing om het beeld op te halen. Als u bijvoorbeeld Microsoft Word gebruikt om een beeld in een document te plaatsen: a. Selecteer Invoegen. b. Selecteer Afbeelding. c. Selecteer Van scanner of camera. d. Selecteer de scanner en klik op de toets Ophalen.
Beelden beheren op uw computer met CentreWare IS Beelden beheren op uw computer met CentreWare IS In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Beelden uit een mailbox downloaden op pagina 147 • Beelden uit een mailbox afdrukken op pagina 148 • Beeldbestanden uit een mailbox verwijderen op pagina 149 Beelden uit een mailbox downloaden Beelden uit een mailbox naar de printer downloaden: 1. Start uw webbrowser. 2.
Scannen 8. Kies een van de volgende opties: • Pagina ophalen: standaard worden alle pagina's opgehaald. Klik desgewenst op het selectievakje Ingeschakeld om het ophalen van een enkele pagina uit een bestand met meerdere pagina's op te halen en voer een nummer in Paginanummer in. • Indeling ophalen: kies uit TIFF/JPEG, PDF of XPS. PDF en XPS kunnen worden gebruikt voor doorzoekbare tekstdocumenten. • Deze extra opties zijn beschikbaar wanneer het ophalen van de indeling PDF of XPS is geselecteerd.
Beelden beheren op uw computer met CentreWare IS 8. Maak desgewenst een keuze uit de volgende opties (de beschikbare opties variëren afhankelijk van de configuratie van uw printer): • Papierinvoer • Afleveringsbestemming • Aantal • 2-zijdig afdrukken • Nieten • Perforeren • Batch afdrukken 9. Klik op Bestand afdrukken. Na het afdrukken blijft het bestand opgeslagen in de mailbox.
Scannen Scanopties instellen De scantoepassingen op uw printer maken gebruik van sjablonen waarin de scaninstellingen en de bestemming voor het beeld worden gedefinieerd. Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, gebruikt u de vier groepen onder aan het aanraakscherm: • Kleurenscannen • 2-zijdig scannen • Origineelsoort • Voorinstellingen Scannen Scaninstellingen zijn van toepassing op Scannen in netwerk, Scannen naar e-mail en Scannen naar pc. De scaninstellingen wijzigen: 1.
Scanopties instellen Geavanceerde instellingen Met geavanceerde instellingen kunt u beeldopties, beeldverbeteringen, scanresolutie en bestandsgrootte beheren. Geavanceerde instellingen gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak op het aanraakscherm van de printer Scannen in netwerk aan en raak het tabblad Geavanceerde instellingen aan. Raak vervolgens de gewenste instelling aan.
Scannen Opties voor archiveren De opties voor archiveren voorzien in extra instellingen voor het benoemen van beelden, het kiezen van beeldindelingen en de procedure wanneer een bestandsnaam al bestaat. Opties voor archiveren gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Alle functies. 2. Raak op het aanraakscherm van de printer Scannen in netwerk aan en raak het tabblad Opties voor archiveren aan. Raak vervolgens de gewenste instelling aan.
Onderhoud 8 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderhoud en reiniging op pagina 154 • Verbruiksartikelen bestellen op pagina 192 153
Onderhoud Onderhoud en reiniging In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen op pagina 154 • Plaats van het serienummer op pagina 155 • Tellers op pagina 155 • De printer reinigen op pagina 156 • De tonercassette vervangen op pagina 161 • Tonerafvalcontainer vervangen op pagina 163 • De afdrukmodules vervangen op pagina 166 • De fusereenheid vervangen op pagina 170 • De reinigingsmodule voor de afdrukband vervangen op pagina 172 • De transportroller vervangen op
Onderhoud en reiniging Als u schade aan de printer wilt voorkomen, houdt u rekening met de volgende richtlijnen: • Plaats geen voorwerpen bovenop de printer. • Laat de kleppen en deuren niet openstaan, helemaal niet in goedverlichte ruimten. Blootstelling aan licht kan schade aan de beeldeenheden toebrengen. • Open tijdens het afdrukken geen kleppen en deuren. • Houd de printer tijdens het gebruik niet schuin. • Raak de elektrische contactpunten, onderdelen en laserapparatuur niet aan.
Onderhoud De printer reinigen • • • • Glasplaat en AOD reinigen op pagina 156 De buitenkant van de printer reinigen op pagina 156 De invoerrollen van de AOD reinigen op pagina 157 De lenzen van de afdrukkop reinigen op pagina 158 Glasplaat en AOD reinigen Reinig de glasplaat regelmatig voor een optimale afdrukkwaliteit. Hiermee wordt voorkomen dat strepen en vlekken op de glasplaat tijdens het scannen ook op de afdrukken worden weergegeven.
De printer reinigen Gebruik een licht bevochtigde doek om de buitenkant van de AOD, de opvangbakken, de papierladen en de buitenste gebieden van uw printer mee te reinigen. wc74xx-072 De invoerrollen van de AOD reinigen Vuil op de invoerrollen van de AOD kan papierstoringen of een verslechterde afdrukkwaliteit tot gevolg hebben. Reinig voor de beste prestaties de invoerrollers van de AOD een keer per maand. 1. Til de hendel op en open de bovenklep van de AOD. wc74xx-028 2.
Onderhoud De lenzen van de afdrukkop reinigen De printer bevat vier afdrukkoplenzen. Reinig alle lenzen volgens de onderstaande beschrijving. 1. Open de voorklep van de printer. wc74xx-074 2. Draai de oranje hendel naar links. wc74xx-075 3. Trek de klep van de afdrukmodule omlaag totdat deze in de open positie klikt.
De printer reinigen 4. Elk van de vier afdrukkoppen bevat een eigen reinigingsstaafje. Trek de lensreiniger van de afdrukkop langzaam naar buiten totdat de drie puntjes zichtbaar zijn. Opmerking: De lensreiniger van de afdrukkop komt niet los van de printer. wc74xx-077 5. Duw de lensreiniger van de afdrukkop voorzichtig in de afdrukkop terug totdat ze stopt. wc74xx-078 6. Herhaal stap 4 en 5 voor elke afdrukkop. 7. Sluit de klep van de afdrukmodule.
Onderhoud 8. Draai de oranje hendel naar rechts, weer in de vergrendelde positie. wc74xx-079 9. Sluit de voorklep van de printer.
De tonercassette vervangen De tonercassette vervangen De printer geeft een bericht op het aanraakscherm weer wanneer een tonercassette moet worden vervangen. Let op: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voorklep van de printer. wc74xx-074 2. Plaats uw vinger onder de lip van de tonercassette en trek de tonercassette recht uit de printer.
Onderhoud 3. Haal de nieuwe tonercassette uit de verpakking. Schud de cassette tien keer omhoog en omlaag en dan van links naar rechts. wc74xx-145 4. Houd de nieuwe tonercassette met de pijl omhoog vast en druk de cassette voorzichtig naar binnen totdat hij stopt. wc74xx-144 5. Duw zachtjes op de tonercassette om te controleren of hij goed vastzit. wc74xx-147 6. Sluit de voorklep van de printer.
Tonerafvalcontainer vervangen Tonerafvalcontainer vervangen De printer geeft een bericht op het aanraakscherm weer wanneer de tonerafvalcontainer moet worden vervangen. Wanneer u de tonerafvalcontainer vervangt, moet u ook de lenzen van de afdrukmodule reinigen. Zie De lenzen van de afdrukkop reinigen op pagina 158. Let op: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. Let op: Spreid papier op de vloer uit om mogelijke gemorste toner op te vangen.
Onderhoud 3. Trek de gebruikte tonerafvalcontainer voorzichtig naar buiten terwijl u de container met uw linkerhand ondersteunt. wc74xx-149 4. Plaats de gebruikte tonerafvalcontainer in de plastic zak en maak de zak goed met de rits vast. wc74xx-150 5. Plaats de gebruikte tonerafvalcontainer in de lege doos.
Tonerafvalcontainer vervangen 6. Houd de linkerkant van de nieuwe tonerafvalcontainer vast en schuif de container in de printer totdat deze vastklikt. wc74xx-152 7. Maak de lenzen van de afdrukkop schoon. Zie De lenzen van de afdrukkop reinigen op pagina 158.
Onderhoud De afdrukmodules vervangen De printer geeft een bericht op het aanraakscherm weer wanneer een afdrukmodule moet worden vervangen. Let op: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. Opmerking: Stel de afdrukmodule niet bloot aan direct zonlicht of sterke UV-verlichting binnenshuis. Raak het oppervlak van de afdrukmodule niet aan en maak er geen krassen op. Opmerking: Open de voorklep van de printer. wc74xx-074 1.
De afdrukmodules vervangen 4. Pak de oranje hendel van de afdrukmodule vast (zie afbeelding) en trek de afdrukmodule recht uit de printer. Plaats de gebruikte afdrukmodule in de plastic zak en leg deze in de doos. Waarschuwing: Raak eventuele toner die op de afdrukmodule vastzit, niet aan. Opmerking: Als u de gebruikte afdrukmodule voor recycling wilt retourneren, volgt u de instructies die met de nieuwe afdrukmodule zijn meegeleverd.
Onderhoud 9. Houd het scherm vast en duw de afdrukmodule met behulp van de oranje hendel in de printer. wc74xx-156 10. Blijf op de oranje hendel duwen totdat deze stopt. wc74xx-157 11. Verwijder het beschermvel voorzichtig. 12. Duw de afdrukmodule helemaal naar binnen totdat deze stopt.
De afdrukmodules vervangen 13. Sluit de klep van de afdrukmodule. wc74xx-080 14. Draai de oranje hendel naar rechts, weer in de vergrendelde positie. wc74xx-079 15. Sluit de voorklep van de printer. 16. Gooi het beschermvel en de tape bij het normale kantoorafval weg.
Onderhoud De fusereenheid vervangen De printer geeft een bericht op het aanraakscherm weer wanneer de fusereenheid moet worden vervangen. Let op: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Schakel de printer uit met behulp van de aan/uit-schakelaar op de rechtervoorkant, net onder het bedieningspaneel. 2. Open lade 5 (handmatige invoer) (1). Til de ontgrendelingshendel op en open tegelijkertijd de linkerbovenklep (2).
De fusereenheid vervangen 4. Gebruik de zwarte griphendels aan beide zijden van de fusereenheid om de fuser recht uit de printer te trekken. wc74xx-173 Opmerking: Als u de gebruikte fusereenheid voor recycling wilt retourneren, gebruikt u het gefrankeerde retourlabel dat met de nieuwe fusereenheid is meegeleverd. Gebruik de doos van de nieuwe fusereenheid om de fuser in te verpakken. Breng voor meer informatie over het retourneren van een gebruikte fusereenheid een bezoek aan www.xerox.com/gwa. 5.
Onderhoud De reinigingsmodule voor de afdrukband vervangen De printer geeft een bericht op het aanraakscherm weer wanneer de reinigingsmodule voor de afdrukband moet worden vervangen. Let op: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Verwijder de nieuwe reinigingsmodule voor de afdrukband uit de verpakking. Bewaar de verpakking. 2. Open de voorklep van de printer. wc74xx-074 3.
De reinigingsmodule voor de afdrukband vervangen 4. Draai de oranje knop linksom totdat de knop loskomt. wc74xx-165 5. Trek de reinigingsmodule voor de afdrukband recht uit de printer. Waarschuwing: Raak eventuele toner die op de reinigingsmodule voor de afdrukband vastzit, niet aan. Houd de reinigingsmodule voor de afdrukband niet scheef vast. Anders kan er toner worden gemorst. wc74xx-166 6. Plaats de gebruikte reinigingsmodule voor de afdrukband in de plastic zak.
Onderhoud 7. Haal de bescherming van de nieuwe reinigingsmodule voor de afdrukband. Let op: Raak het oppervlak van de reinigingsmodule voor de afdrukband niet aan. Hierdoor kan de afdrukkwaliteit afnemen. wc74xx-183 8. Ondersteun de nieuwe reinigingsmodule voor de afdrukband met uw linkerhand en schuif de module recht in de opening totdat de module stopt. wc74xx-168 9. Druk op de oranje knop en draai de knop dan rechtsom totdat deze goed vastzit.
De reinigingsmodule voor de afdrukband vervangen 10. Draai de oranje hendel naar links om de reinigingsmodule voor de afdrukband te vergrendelen. wc74xx-170 11. Sluit de voorklep van de printer.
Onderhoud De transportroller vervangen Let op: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open lade 5 (handmatige invoer) (1). Til de ontgrendelingshendel op en open tegelijkertijd de linkerbovenklep (2). 2 1 wc74xx-01 Waarschuwing: De fuser is tijdens de normale werking heet. Als u persoonlijk letsel wilt voorkomen, wacht u 40 minuten totdat de fuser is afgekoeld voordat u verder gaat. wc74xx-206 2. Haal de nieuwe transportroller uit de verpakking.
De transportroller vervangen 3. Druk in de aangegeven richting op de oranje hendel. wc74xx-178 4. Til de gebruikte transportroller uit de printer. 5. Raak eventuele toner die op de transportroller vastzit, niet aan. wc74xx-179 6. Plaats de gebruikte transportroller in de plastic zak.
Onderhoud 7. Plaats de nieuwe transportroller in de printer (zie afbeelding). Druk op de transportroller totdat hij op zijn plaats klikt. 2 1 3 wc74xx-180 8. Haal de bescherming van de transportroller af. wc74xx-181 9. Sluit de zijklep.
De afvalcontainer van de perforator legen De afvalcontainer van de perforator legen Als de optionele LX-kantoorafwerkeenheid met AVH-module op uw printer is geïnstalleerd of als u de optionele professionele afwerkeenheid gebruikt, verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel van de printer als de afvalcontainer van de perforator vol is en moet worden geleegd.
Onderhoud 3. Maak de container leeg. wc74xx-083 4. Plaats de container en schuif hem helemaal terug in de afwerkeenheid. wc74xx-084 5. Sluit de voorste transportklep van de afwerkeenheid en sluit dan de bovenklep. Afvalcontainer van de perforator in de professionele afwerkeenheid Waarschuwing: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid.
De afvalcontainer van de perforator legen 2. Trek de afvalcontainer bij R4 naar buiten. wc74xx-085 3. Maak de container leeg. wc74xx-086 4. Plaats de container en schuif hem helemaal terug in de afwerkeenheid. wc74xx-087 5. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Onderhoud Nietjes plaatsen Als de optionele interne afwerkeenheid, LX-kantoorafwerkeenheid met AVH-module of de professionele afwerkeenheid op uw printer is geïnstalleerd, verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel van de printer als een nietcassette leeg is en moet worden vervangen.
Nietjes plaatsen 3. Knijp beide zijden van de nietjeshouder (1) in en haal de nietjeshouder uit de cassette (2). 2 1 1 wc74xx-090 4. Plaats de voorkant van de nieuwe nietjeshouder in de nietcassette (1) en druk dan de achterkant in de cassette (2). 2 1 wc74xx-091 5. Plaats de nietcassette in de afwerkeenheid. wc74xx-092 6. Sluit de voorklep van de afwerkeenheid.
Onderhoud Nietjes in de hoofdeenheid vervangen bij de LX-kantooreenheid Waarschuwing: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voorklep van de afwerkeenheid. wc74xx-093 2. De nietcassettehouder bevindt zich in de kast van de afwerkeenheid. Trek de nietcassettehouder naar u toe tot deze niet meer verder kan. 3. Houd de nietcassette vast aan hendel R1 en druk de nietcassettehouder naar rechts. wc74xx-094 4.
Nietjes plaatsen 5. Knijp beide zijden van de nietjeshouder (1) in en haal de nietjeshouder uit de cassette (2). 2 1 1 wc74xx-090 6. Plaats de voorkant van de nieuwe nietjeshouder in de nietcassette (1) en druk dan de achterkant in de cassette (2). 2 1 wc74xx-091 7. Pak de nietcassettehouder vast aan de oranje tabs en duw de houder in de afwerkeenheid totdat deze vastklikt. wc74xx-096 8. Sluit de voorklep van de afwerkeenheid.
Onderhoud Nietjes in de AVH-module vervangen bij de LX-kantooreenheid Waarschuwing: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de zijklep van de afwerkeenheid. wc74xx-097 2. Als u geen nietcassette kunt zien, pakt u de verticale panelen aan de linker- en rechterkant van de opening vast en schuift u ze voorzichtig naar het midden totdat ze stoppen. wc74xx-217 3.
Nietjes plaatsen 4. Houd de tabs aan beide zijden van de nieuwe nietcassette vast en plaats de cassette in de oorspronkelijke positie in de afwerkeenheid. Opmerking: Als het plaatsen van de cassette niet goed wil lukken, moet u controleren of de nietjes in de cassette goed in de cassette zijn geplaatst. wc74xx-099 Opmerking: De AVH-module maakt gebruik van twee nietcassettes. Voor het nieten van katernen moeten beide nietcassettes nietjes bevatten. 5. Herhaal stap 2 en 3 voor de andere nietcassette. 6.
Onderhoud 2. Houd de nietcassettehouder vast aan de oranje hendel R1 en duw hem naar rechts. (R1) wc74xx-100 3. Pak de nietcassette bij de oranje tabs vast en verwijder hem door hem stevig naar u toe te trekken. wc74xx-101 4. Knijp beide zijden van de nietjeshouder (1) in en haal de nietjeshouder uit de cassette (2).
Nietjes plaatsen 5. Plaats de voorkant van de nieuwe nietjeshouder in de nietcassette (1) en druk dan de achterkant in de cassette (2). 2 1 wc74xx-091 6. Pak de nietcassette vast aan de oranje tabs en duw hem in de nietcassettehouder totdat hij vastklikt. wc74xx-102 7. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. Nietjes in de AVH-module vervangen bij de professionele afwerkeenheid Opmerking: De professionele afwerkeenheid gebruikt twee nietcassettes, aangegeven met R2 en R3.
Onderhoud 2. Knijp de oranje hendels (R2 en R3) samen (1) en trek de nietcassettehouder uit de afwerkeenheid totdat hij stopt (2). Opmerking: De nietcassettehouder hoeft niet uit de afwerkeenheid los te komen. 1 2 wc74xx-104 3. Pak de oranje tabs aan beide zijden van de nietcassette vast. wc74xx-105 4. Draai de nietcassette (die u aan de oranje tabs vasthoudt) in de aangegeven richting.
Nietjes plaatsen 5. Til de nietcassette uit de nietcassettehouder. wc74xx-107 6. Duw de nieuwe nietcassette terug in de nietcassettehouder. wc74xx-124 7. Herhaal stap 3 tot en met 6 voor de andere nietcassette. 8. Zet de nietcassettehouder weer in de oorspronkelijke positie terug. wc74xx-125 9. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Verbruiksartikelen op pagina 192 • Artikelen voor routineonderhoud op pagina 192 • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? op pagina 193 • Verbruiksartikelen recyclen op pagina 193 Bepaalde verbruiksartikelen en artikelen voor routineonderhoud moeten van tijd tot tijd worden besteld. Alle verbruiksartikelen worden met installatie-instructies geleverd.
Verbruiksartikelen bestellen Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? Op het bedieningspaneel van de printer verschijnt een bericht wanneer het verbruiksartikel bijna toe is aan vervanging. Zorg dat u de vervangende verbruiksartikelen in voorraad hebt. Het is belangrijk dat u deze verbruiksartikelen bestelt wanneer de berichten voor de eerste keer op het paneel worden weergegeven. Op die manier voorkomt u afdrukonderbrekingen.
Onderhoud 194 WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding
Problemen oplossen 9 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Storingsberichten op pagina 196 • Algemene problemen oplossen op pagina 197 • Papierstoringen oplossen op pagina 200 • Storingen bij nieten oplossen op pagina 228 • Kopieer-/scanproblemen op pagina 237 • Faxproblemen op pagina 238 • Help-informatie op pagina 241 195
Problemen oplossen Storingsberichten De printer merkt problemen op en biedt informatie over het probleem, zodat u het kunt corrigeren. Als de printer een probleem (storing) vindt, verschijnt er een bericht in de linkerbovenhoek van het aanraakscherm. Een lijst weergeven met storingsberichten die op uw printer zijn weergegeven: Druk via het bedieningspaneel van de printer op Apparaatstatus. 1. Raak op het aanraakscherm het tabblad Storingen aan. 2.
Algemene problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte vindt u procedures om u te helpen bij het vinden en oplossen van problemen. Sommige problemen kunnen eenvoudige worden opgelost door de printer opnieuw te starten. De printer opnieuw starten: 1. Zoek de aan/uit-schakelaar op de voorkant van de printer onder het bedieningspaneel. 2. Schakel de printer uit, wacht 20 seconden en schakel de printer dan weer aan.
Problemen oplossen Het afdrukken duurt te lang Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer is ingesteld op een langzamere afdrukmodus (bijvoorbeeld zwaar papier of transparanten). Afdrukken op speciale media neemt meer tijd in beslag. Zorg er bij het gebruik van normaal papier voor dat het mediumtype goed in het printerstuurprogramma en op het bedieningspaneel van de printer is ingesteld. De printer staat in de energiespaarstand.
Algemene problemen oplossen De printer maakt vreemde geluiden Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer staat scheef. De printer moet op een vlakke, harde ondergrond zijn geplaatst. De lade is niet op de juiste manier geïnstalleerd. Open en sluit de lade van waaruit u afdrukt. Er bevindt zich een belemmering of vuil in de printer. Schakel de printer uit en verwijder de belemmering of het vuil. Als u het niet kunt verwijderen, neemt u contact op met uw plaatselijke Xerox Service-medewerker.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen in lade 1, lade 2, lade 3 of lade 4 oplossen op pagina 200 • Papierstoringen in lade 5 (handmatige invoer) oplossen op pagina 201 • Papierstoringen in linkerbovenklep A oplossen op pagina 202 • Papierstoringen in linkeronderklep C oplossen op pagina 203 • Papierstoringen in linkeronderklep D oplossen op pagina 204 • Papierstoringen in de duplexeenheid B oplossen op pagina 206 • Papierstori
Papierstoringen oplossen 3. Verwijder het papier uit de lade. 4. Als het papier is gescheurd, verwijdert u de lade helemaal en zoekt u in de printer naar papiersnippers. wc74xx-014 5. Plaats de lade met onbeschadigd papier weer terug en duw de lade naar binnen tot deze stopt. 6. Raak in het aanraakscherm van de printer Bevestigen aan. Papierstoringen in lade 5 (handmatige invoer) oplossen 1. Verwijder het vastgelopen papier uit de lade.
Problemen oplossen Papierstoringen in linkerbovenklep A oplossen 1. Haal het papier uit de linkerbovenlade en vouw de lade op. wc74xx-033 2. Open lade 5 (handmatige invoer) (1). Til de ontgrendelingshendel (2) op en open de linkerbovenklep (3). 2 3 1 wc74xx-032 Waarschuwing: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Ga voorzichtig te werk om letsel te voorkomen. Opmerking: Raak de afdrukband niet aan. Dit kan tot vermindering van de afdrukkwaliteit of schade aan de afdrukband leiden.
Papierstoringen oplossen 4. Er kan toner op de transportroller zitten. Dit heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit. wc74xx-034 5. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u alle gescheurde stukjes uit de printer halen. wc74xx-035 6. Als er papier in de fuser is vastgelopen, trekt u aan de groene hendel bij A1 en verwijdert u het papier voorzichtig. Zet de groene hendel dan weer in de normale positie terug. 7.
Problemen oplossen 2. Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier gescheurd is, moet u alle gescheurde stukjes verwijderen. Opmerking: Als het papier in de bovenste positie is vastgelopen, kunt u in de printer kijken of u het kunt vinden. wc74xx-038 3. Sluit de linkeronderklep. Papierstoringen in linkeronderklep D oplossen 1. Haal het papier uit de linkerbovenlade en vouw de lade op. wc74xx-033 2. Open lade 5 (handmatige invoer) (1).
Papierstoringen oplossen Waarschuwing: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Ga voorzichtig te werk om letsel te voorkomen. Opmerking: Raak de afdrukband niet aan. Dit kan tot vermindering van de afdrukkwaliteit of schade aan de afdrukband leiden. Raak de transportroller niet aan. Dit kan tot een verminderde afdrukkwaliteit leiden. wc74xx-206 3. Til de hendel op om linkerbovenklep D te openen. wc74xx-016 4. Verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen Papierstoringen in de duplexeenheid B oplossen 1. Open lade 5 (handmatige invoer), til de hendel op en open de klep van de duplexeenheid. 2 3 1 wc74xx-039 2. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u alle gescheurde stukjes uit de printer halen. wc74xx-040 3. Sluit de klep van de duplexeenheid en dan lade 5 (handmatige invoer).
Papierstoringen oplossen Papierstoringen in de AOD oplossen 1. Til de hendel op en open de bovenklep van de AOD. wc74xx-028 2. Als het origineel niet bij de ingang van de AOD vastzit, trekt u het origineel recht naar buiten in de aangegeven richting. wc74xx-042 3. Als het bericht op het aanraakscherm van de printer aangeeft dat u het wiel moet verdraaien, draait u het groene wiel in de aangegeven richting om het origineel uit de AOD te kunnen halen. wc74xx-029 4.
Problemen oplossen 5. Draai het groene wiel in de aangegeven richting om het origineel uit de AOD te halen. Verwijder het vastgelopen origineel voorzichtig. wc74xx-030 6. Sluit de binnenklep en dan de bovenklep door de klep omlaag te drukken totdat deze vastklikt. 7. Als het origineel niet zichtbaar is wanneer u de bovenklep opent, tilt u de documentklep op en verwijdert u het origineel. wc74xx-118 8.
Papierstoringen oplossen 9. Laat de AOD-bak zakken. 10. Als het origineel niet is gekreukeld of gescheurd, plaatst u het weer in de AOD met behulp van de instructies op het aanraakscherm. Opmerking: Als u een storing in de AOD hebt opgelost, plaatst u het volledige document, inclusief de al gescande pagina's, weer in de AOD. De printer slaat de gescande pagina's automatisch over en scant alleen de resterende pagina's.
Problemen oplossen Papierstoringen in de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen Papierstoringen onder de bovenklep 1. Trek de hendel op de bovenklep omhoog. wc74xx-019 2. De bovenklep wordt nu geopend. wc74xx-020 3. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u alle gescheurde stukjes uit de printer halen. wc74xx-021 4. Sluit de bovenklep van de afwerkeenheid.
Papierstoringen oplossen Papierstoringen onder de middelste opvangbak 1. Til de klep op om hem te openen. Opmerking: De klep zit vast aan een scharnier en kan niet uit de printer worden gehaald. wc74xx-018 2. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u alle gescheurde stukjes uit de printer halen. 3. Sluit de klep. Papierstoringen in de professionele afwerkeenheid oplossen De professionele afwerkeenheid is beschikbaar met een optionele AVH-module.
Problemen oplossen Papierstoringen in de middelste opvangbak 1. Als het papier bij de uitgang van de middelste opvangbak vastzit, trekt u het papier voorzichtig in de aangegeven richting. wc74xx-044 2. Open en sluit de transportklep van de afwerkeenheid. wc74xx-045 Papierstoringen in de transportklep van de afwerkeenheid 1. Open de transportklep van de afwerkeenheid.
Papierstoringen oplossen 2. Verwijder het vastgelopen papier. wc74xx-047 3. Als u geen papier ziet, draait u de groene knop 1 in de aangegeven richting en trekt u het vastgelopen papier voorzichtig naar buiten. wc74xx-048 4. Sluit de transportklep van de afwerkeenheid. Papierstoringen bij 2a van de afwerkeenheid 1. Als u het papier bij de uitgang van de opvangbak kunt zien, verwijdert u het papier voorzichtig door het in de aangegeven richting naar buiten te trekken.
Problemen oplossen 2. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 3. Verplaats groene hendel 2a naar rechts. wc74xx-050 4. Verwijder het vastgelopen papier. . wc74xx-051 5. Zet hendel 2a weer in de oorspronkelijke positie terug. 6. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Papierstoringen oplossen Papierstoringen bij 2a van de afwerkeenheid (met behulp van knop 2c) 1. Als u het papier bij de uitgang van de opvangbak kunt zien, verwijdert u het papier voorzichtig door het in de aangegeven richting naar buiten te trekken. wc74xx-044 2. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 3. Verplaats groene hendel 2a naar rechts.
Problemen oplossen 4. Draai groene knop 2c in de aangegeven richting om het papier los te maken. wc74xx-052 5. Verwijder het papier voorzichtig. wc74xx-068 6. Zet hendel 2a weer in de oorspronkelijke positie terug. 7. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. Papierstoringen bij 2b van de afwerkeenheid 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid.
Papierstoringen oplossen 2. Verplaats groene hendel 2b naar rechts en verwijder het papier. 2b wc74xx-053 3. Zet hendel 2b weer in de oorspronkelijke positie terug. 4. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. Papierstoringen bij 2b van de afwerkeenheid (met behulp van knop 2c) 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 2. Verplaats groene hendel 2b naar rechts.
Problemen oplossen 3. Draai groene knop 2c in de aangegeven richting om het papier los te maken. wc74xx-120 4. Verwijder het papier voorzichtig. wc74xx-069 5. Zet hendel 2b weer in de oorspronkelijke positie terug. 6. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. Papierstoringen bij 3 van de afwerkeenheid 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid.
Papierstoringen oplossen 2. Trek groene hendel 3 omlaag. wc74xx-054 3. Verwijder het vastgelopen papier. wc74xx-055 4. Zet hendel 3 weer in de oorspronkelijke positie terug. 5. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. Papierstoringen bij 5 van de afwerkeenheid 1. Open afsluitklep 5 van de afwerkeenheid door de klep bij het groene label 5 omhoog te trekken.
Problemen oplossen 2. Verwijder het papier voorzichtig door het in de aangegeven richting te trekken. wc74xx-057 3. Zet uitgangsklep 5 weer in de oorspronkelijke positie terug. Papierstoringen bij 4a van de afwerkeenheid (met AVH-module) 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 2. Trek eenheid 4 via de groene hendel naar buiten totdat deze stopt.
Papierstoringen oplossen 3. Draai groene knop 4a in de aangegeven richting om het vastgelopen papier te verwijderen. wc74xx-059 4. Zet eenheid 4 weer in de oorspronkelijke positie terug. 5. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. Papierstoringen bij 4b van de afwerkeenheid (met AVH-module) 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 2. Verplaats groene hendel 4b naar links.
Problemen oplossen 3. Als u papier kunt zien, verwijdert u het vastgelopen papier door het in de aangegeven richting te trekken. wc74xx-061 4. Trek eenheid 4 via de groene hendel naar buiten totdat deze stopt. wc74xx-062 5. Verwijder het vastgelopen papier uit de linkerbovenkant en binnenkant van de eenheid. wc74xx-063 6. Zet eenheid 4 weer in de oorspronkelijke positie terug. 7. Zet hendel 4 weer in de oorspronkelijke positie terug. 8. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Papierstoringen oplossen Papierstoringen in de opvangbak van de AVH-module 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 2. Draai groene knop 4a in de aangegeven richting om het vastgelopen papier los te halen. wc74xx-064 3. Verwijder het vastgelopen papier door het in de aangegeven richting te trekken. wc74xx-065 4. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Problemen oplossen Problemen op het gebied van papierstoringen oplossen De printer is ontwikkeld om te functioneren met minimale papierstoringen waarbij alleen door Xerox ondersteunde papiersoorten worden gebruikt. Andere papiersoorten kunnen vaker papierstoringen tot gevolg hebben. Als ondersteunde media vaak in een bepaald gebied vastlopen, moet dat gebied waarschijnlijk worden schoongemaakt of gerepareerd.
Papierstoringen oplossen Papierstoringen in duplexeenheid Mogelijke oorzaken Oplossingen Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt (ongeschikt formaat, ongeschikte dikte, soort, etc.) Gebruik alleen papier dat door Xerox is goedgekeurd. Zie Ondersteunde media op pagina 45. Controleer de papierbaan in de duplexeenheid nogmaals en zorg dat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Problemen oplossen Mogelijke oorzaken Oplossingen Er is kromgetrokken of gekreukeld papier in de lade geplaatst. Verwijder het papier uit de lade, strijk het glad en plaats het papier weer terug. Als het papier nog steeds verkeerd wordt ingevoerd, moet u het niet gebruiken. Het papier is vochtig geworden. Verwijder het vochtige papier en vervang het door nieuw, droog papier. Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt (ongeschikt formaat, ongeschikte dikte, soort, etc.
Papierstoringen oplossen Papierstoringen minimaliseren In dit gedeelte vindt u informatie die u kan helpen bij het minimaliseren van papierstoringen. Aan de volgende vereisten moet worden voldaan: • Gebruik alleen ondersteund papier. Zie Ondersteunde media op pagina 45 voor meer informatie. • Stel de lade-instellingen in op het geplaatste papierformaat en de geplaatste papiersoort. • Het papier moet plat liggen, in het bijzonder aan de invoerrand.
Problemen oplossen Storingen bij nieten oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Storingen bij nieten in de interne afwerkeenheid oplossen op pagina 228 • Storingen bij nieten in de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen op pagina 230 • Storingen bij nieten in de professionele afwerkeenheid oplossen op pagina 232 • Storingen bij nieten met de AVH-module in de professionele afwerkeenheid oplossen op pagina 234 Storingen bij nieten in de interne afwerkeenheid oplossen Waarschuwing: Voer
Storingen bij nieten oplossen 3. Open de klem van de nietcassette door deze stevig in de aangegeven richting te trekken. wc74xx-121 4. Verwijder de vastgelopen nietjes (1) en druk de klem in de aangegeven richting totdat deze in de vergrendelde positie (2) vastklikt. Waarschuwing: De uiteinden van de vastgelopen nietjes zijn scherp. Verwijder de vastgelopen nietjes voorzichtig. 2 1 wc74xx-122 5. Plaats de nietcassette in de afwerkeenheid. wc74xx-092 6. Sluit de voorklep van de afwerkeenheid.
Problemen oplossen Storingen bij nieten in de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen Waarschuwing: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voorklep van de afwerkeenheid. wc74xx-093 2. De nietcassettehouder bevindt zich in de kast van de afwerkeenheid. Trek de nietcassettehouder naar u toe tot deze niet meer verder kan. 3. Houd de nietcassette vast aan hendel R1 en druk de nietcassettehouder naar rechts. wc74xx-094 4.
Storingen bij nieten oplossen 5. Open de klem van de nietcassette door deze stevig in de aangegeven richting te trekken. wc74xx-121 6. Verwijder de vastgelopen nietjes (1) en druk de klem in de aangegeven richting totdat deze in de vergrendelde positie (2) vastklikt. Waarschuwing: De uiteinden van de vastgelopen nietjes zijn scherp. Verwijder de vastgelopen nietjes voorzichtig. 2 1 wc74xx-122 7.
Problemen oplossen Storingen bij nieten in de professionele afwerkeenheid oplossen Waarschuwing: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 2. Houd de nietcassettehouder vast aan de oranje hendel R1 en duw hem naar rechts. (R1) wc74xx-100 3. Pak de nietcassette bij de oranje tabs vast en verwijder hem door hem stevig naar u toe te trekken.
Storingen bij nieten oplossen 4. Open de klem van de nietcassette door deze stevig in de aangegeven richting te trekken. wc74xx-121 5. Verwijder de vastgelopen nietjes (1) en druk de klem in de aangegeven richting totdat deze in de vergrendelde positie (2) vastklikt. Waarschuwing: De uiteinden van de vastgelopen nietjes zijn scherp. Verwijder de vastgelopen nietjes voorzichtig. 2 1 wc74xx-122 6. Pak de nietcassette vast aan de oranje tabs en duw hem in de nietcassettehouder totdat hij vastklikt.
Problemen oplossen Storingen bij nieten met de AVH-module in de professionele afwerkeenheid oplossen De professionele afwerkeenheid gebruikt twee nietcassettes, aangegeven met R2 en R3. Voor het nieten van katernen mogen er geen vastgelopen nietjes in beide nietcassettes bevinden. Waarschuwing: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc74xx-043 2.
Storingen bij nieten oplossen 4. Draai de nietcassette (die u aan de oranje tabs vasthoudt) in de aangegeven richting. wc74xx-106 5. Til de nietcassette uit de nietcassettehouder. wc74xx-107 6. Verwijder de vastgelopen nietjes door ze in de aangegeven richting te trekken. Waarschuwing: De uiteinden van de vastgelopen nietjes zijn scherp. Verwijder de vastgelopen nietjes voorzichtig.
Problemen oplossen 7. Duw de nietcassette terug in de nietcassettehouder. wc74xx-124 8. Zet de nietcassettehouder weer in de oorspronkelijke positie terug. wc74xx-125 9. Als u geen vastgelopen nietjes hebt gevonden, herhaalt u stap 3 tot en met 6 voor de andere nietcassette. 10. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid.
Kopieer-/scanproblemen Kopieer-/scanproblemen Als de kopieer- of scankwaliteit niet goed is, kunt u het probleem oplossen door in de volgende tabel het symptoom te selecteren dat het meest in de buurt komt. Als de kwaliteit niet beter wordt nadat u de desbetreffende actie hebt ondernomen, kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre of uw verkoper. Symptoom Oplossingen Lijnen en strepen alleen op kopieën gemaakt met de AOD Er ligt vuil op de glasplaat.
Problemen oplossen Faxproblemen Als de fax niet goed wordt verzonden, kunt u de volgende tabel raadplegen en de aangegeven handeling uitvoeren. Als de fax, zelfs na het uitvoeren van de beschreven handelingen, nog steeds niet goed wordt verzonden, neemt u contact op met uw service-medewerker.
Faxproblemen Problemen bij het verzenden van faxberichten Symptoom Oorzaak Oplossing Het document wordt niet gescand. Het document is te dik, te dun of te klein. Gebruik de glasplaat om de fax te verzenden. Het document wordt schuin gescand. De documentgeleiders zijn niet aangepast aan de breedte van het document. Schuif de documentgeleiders op maat van de breedte van het document. De ontvangen fax is niet goed leesbaar. Het document is niet goed geplaatst.
Problemen oplossen Problemen bij het ontvangen van faxberichten Symptoom Oorzaak Oplossing Er staat niets op de ontvangen fax. Mogelijk is er een probleem met de telefoonverbinding of met het faxapparaat van de beller. Controleer of er op de printer nette kopieën kunnen worden gemaakt. Als dit wel het geval is, moet de beller de fax opnieuw verzenden. Mogelijk heeft de beller de pagina's met de verkeerde zijde naar boven geplaatst. Neem contact op met de beller.
Help-informatie Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel op pagina 241 • Fax- en scanwaarschuwingen op pagina 241 • Online Support-assistent op pagina 241 • Koppelingen op pagina 242 Berichten op het bedieningspaneel Xerox biedt meerdere automatische diagnoseprogramma's die u helpen om afdrukken van hoge kwaliteit voor al uw toepassingen te genereren.
Problemen oplossen Koppelingen Xerox beschikt over een aantal websites met aanvullende hulp voor uw printer. Bron Koppeling Technische informatie over uw printer www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435support Verbruiksartikelen voor de printer www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435supplies Een bron van hulpmiddelen en informatie, zoals afdruksjablonen, handige tips en aangepaste functies voor al uw individuele wensen www.xerox.
Productspecificaties A In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Fysieke specificaties op pagina 244 • Omgevingsspecificaties op pagina 246 • Elektrische specificaties op pagina 247 • Prestatiegegevens op pagina 248 • Controllerspecificaties op pagina 249 Zie Ondersteunde media op pagina 45 voor mediaspecificaties en -capaciteiten.
Productspecificaties Fysieke specificaties Basiseenheid • • • Breedte: 1129 mm (44,4 inch) Diepte: 679 mm (26,7 inch) Gewicht: 101 kg (222 lb.) Vereiste vrije ruimte: basiseenheid 10.0 cm (3.9 in.) 30.7 cm (12.1 in.) 206.7 cm (81.4 in.) 128.9 cm (50.7 in.) 244 WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding 177.8 cm (70.0 in.) 90.6 cm (35.7 in.
Fysieke specificaties Vereiste vrije ruimte: basiseenheid met standaardafwerkeenheid LX 10.0 cm (3.9 in.) 206.7 cm (81.4 in.) 128.9 cm (50.7 in.) 235.6 cm (92.0 in.) 90.6 cm (35.7 in.) 88.5 cm (34.8 in.
Productspecificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur • Bedrijfstemperatuur: 10° tot 28° C / 50° tot 82° F Relatieve luchtvochtigheid • In bedrijf: 15% tot 85% (zonder condensatie) 246 WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding
Elektrische specificaties Elektrische specificaties Bedrijfsspanning/-frequentie • • 110-127 V, 50/60 Hz 220-240 V, 50/60 Hz Maximaal stroomverbruik • • 110-127 V: 12 A 220-240 V: 10 A Dit product voldoet aan de kwalificatie USA ENERGY STAR Als ENERGY STAR-partner heeft Xerox Corporation bepaald dat de basisconfiguratie van dit product aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor een efficiënt energieverbruik voldoet.
Productspecificaties Prestatiegegevens Resolutie Maximale resolutie: 1200 x 2400 dpi Afdruksnelheid WorkCentre 7425 Kleur: 20 ppm (dubbelzijdig: 20 ppm); zwart: 25 ppm (dubbelzijdig: 25 ppm) voor papierformaat A4/8,5 x 11”, papiergewicht 64 g/m² – 105 g/m² (18 lb.–28 lb.) WorkCentre 7428 Kleur: 28 ppm (dubbelzijdig: 28 ppm); zwart: 28 ppm (dubbelzijdig: 28 ppm) voor papierformaat A4/8,5 x 11”, papiergewicht 64 g/m² – 105 g/m² (18 lb.–28 lb.
Controllerspecificaties Controllerspecificaties Controller Processor van 667 MHz Geheugen 1,5 GB Standaardinterfaces Ethernet 10/100Base-TX Universal Serial Bus (USB 2.
Productspecificaties 250 WorkCentre 7425/7428/7435 Gebruikershandleiding
Regelgeving B In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Basisregelgeving op pagina 252 • Bepalingen omtrent kopiëren op pagina 254 • Bepalingen omtrent faxen op pagina 257 251
Regelgeving Basisregelgeving Xerox heeft dit product getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door dit product worden veroorzaakt of worden ontvangen in een normale kantooromgeving te beperken. Verenigde Staten (FCC-regels) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse A conform Deel 15 van de FCC-regels.
Basisregelgeving Europese Unie Waarschuwing: Dit is een Klasse A-product. Mogelijk veroorzaakt dit product in een woonomgeving radiostoringen, in welk geval de gebruiker afdoende maatregelen moet nemen.
Regelgeving Bepalingen omtrent kopiëren Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf. 1.
Bepalingen omtrent kopiëren 6. 7. 8. 9. Paspoorten. Buitenlandse paspoorten mogen worden gekopieerd. Immigratiedocumenten. Registratiekaarten dienstplicht. Documenten m.b.t. selectieve dienstinlijving die een van de volgende gegevens van de ingeschreven persoon bevat: • Inkomsten • Strafblad • Lichamelijke of geestelijke aandoening • Afhankelijkheidsstatus • Eerder vervulde dienstplicht Uitzondering: Amerikaanse ontslagbrieven uit militaire dienst mogen worden gekopieerd. 10.
Regelgeving 7. Afgedrukte of zelfklevende stempels die voor belastingdoeleinden worden gebruikt door de Canadese regering of een Canadese provincie of door een regering van een andere staat dan Canada. 8. Documenten, bestanden en gegevens die bij de overheid worden bewaard en waar alleen door overheidsmedewerkers gecertificeerde kopieën van kunnen worden gemaakt, waarbij de kopie valselijk als een gecertificeerde kopie wordt gebruikt. 9.
Bepalingen omtrent faxen Bepalingen omtrent faxen Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht is verzonden, samen met de naam en
Regelgeving gewaarschuwd. U zult er ook op worden gewezen dat u een klacht kunt indienen bij de FCC, mocht u dit nodig achten. Het telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in haar faciliteiten, apparatuur, bediening of procedures die mogelijk van invloed zijn op de werking van de apparatuur. Indien dit het geval is, zal het telefoonbedrijf u van tevoren waarschuwen, zodat u de nodige wijzigingen kunt aanbrengen voor een ononderbroken service.
Bepalingen omtrent faxen Canada Opmerking: Met het label Industry Canada wordt gecertificeerde apparatuur erkend. Deze certificering betekent dat de apparatuur voldoet aan bepaalde vereisten met betrekking tot de beveiliging, werking en veiligheid van telecommunicatienetwerken, zoals voorgeschreven in de desbetreffende documenten voor technische vereisten van terminalapparatuur. De Afdeling kan niet garanderen dat de apparatuur naar tevredenheid van de gebruiker werkt.
Regelgeving Europa Richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur De facsimile is goedgekeurd in overeenstemming met Richtlijn 1999/5/EC voor pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele PSTN's in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt.
Bepalingen omtrent faxen 6. DTMF-toonkeuze is de voorkeursmethode voor kiezen, aangezien deze methode sneller is dan pulskeuze en algemeen beschikbaar is in bijna alle telefooncentrales in Nieuw-Zeeland. 7. Waarschuwing: tijdens een stroomstoring kunnen geen '111' of andere gesprekken met dit apparaat worden gevoerd. 8. Mogelijk kunnen met dit apparaat gesprekken niet worden doorverbonden met een ander apparaat dat op dezelfde lijn is aangesloten. 9.
Regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de printer gaat u naar: Noord-Amerika: www.xerox.com/msds Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Recycling en afvoeren C In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Alle landen op pagina 263 • Europese Unie op pagina 264 • Noord-Amerika op pagina 266 • Andere landen op pagina 266 Alle landen Als u verantwoordelijk bent voor het afvoeren van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat het product een aantal lampen met kwik bevat, en verder lood, perchloraat en andere stoffen kan bevatten die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden afgevoerd.
Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparatuur is aangebracht, betekent dit dat u de apparatuur niet mag afvoeren via de normale afvoerkanalen voor huisvuil. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de bruikbaarheidsduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijk afval worden afgevoerd.
Informatie voor gebruikers over het inzamelen en afvoeren van oude apparatuur en gebruikte batterijen Deze symbolen op de producten en/of begeleidende documentatie betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Recycling en afvoeren Let op het batterijsymbool (voorbeeld van symbool) Dit symbool met een afvalbak op wielen kan in combinatie met een chemisch symbool worden gebruikt. Dit betekent dat wordt voldaan aan de vereisten van de richtlijn. Hg Verwijderen Batterijen mogen alleen worden vervangen door een servicedienst die door de FABRIKANT is goedgekeurd. Noord-Amerika Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van apparatuur.
Index A C afdrukken, 43 aangepaste formaten, 83 bericht 'opdracht voltooid', 84 gegevenspagina's, 32 meerdere pagina's op één vel papier, 71 omslagen, 77 ondersteunde media, 45 op beide zijden van het papier, 68 opties Macintosh, 66 Windows, 64 opties instellen, 64 overzicht, 44 schaal aanpassen, 79 speciale opdrachttypen, 85 spiegelbeeld, 82 watermerken, 80 zwart/wit, 75 afdrukmodule vervangen, 166 afvalcontainer van perforator legen, 179 Algemene voorzorgsmaatregelen, 154 artikelen voor routineonderhoud
Index G M geaard stopcontact, 12 gegevenspagina's, 32 afdrukken, 32 geheugen, 249 glasplaat reinigen, 156 grote papierlade plaatsen, 57 help bronnen, 34 help-informatie, 240 Macintosh OS X versie 10.
Index P papier opslagrichtlijnen, 46 papierstoringen, 200 AOD, 207 Duplexeenheid B, 206 Interne afwerkeenheid, 209 Lade 1, lade 2, lade 3, lade 4, 200 Lade 5 (handmatig), 201 Linkerbovenklep A, 202 Linkeronderklep C, 203 Linkeronderklep D, 204 LX-kantoorafwerkeenheid, 209 minimaliseren, 226 problemen oplossen met, 223 Professionele afwerkeenheid, 211 voorkomen, 200 PCL, 38 PostScript, 38 prestatiespecificaties, 248 printer aansluiting, 28 afvoeren, 263 configuraties, 28 elektriciteit, veiligheid, 12 fonts,
Index S U scannen, 125 netwerk, 130 originelen plaatsen, 127 overzicht, 126 scannen naar e-mail, 128 scannen naar mailbox, 131 scannen naar pc, 134 scanopties instellen, 150 scansjabloon maken, 135 verzenden uit mailbox, 132 sjabloon scansjabloon maken, 135 specificaties geheugen, 249 omgeving, 246 product, 243 stappen voor snel installeren vanaf cd-rom Windows 2000 of later, 39 statusberichten, 192 storingberichten, 196 storingen bij nieten, 227 Interne afwerkeenheid, 227 LX-kantoorafwerkeenheid, 228 st