Operation Manual

1-38 Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker
Algemene informatie
Aangepaste instellingen
De onderwerpen die met de aangepaste instellingen kunnen worden ingesteld worden
hierna getoond.
Facturering Geeft het serienummer van de machine, het totaal aantal
zwarte afdrukken en het totaal aantal kleurenafdrukken aan.
(Zie pagina 1-40.)
Displaycontrast Wordt gebruikt om het contrast van het display van
bedieningspaneel af te stellen. (Zie pagina 1-40.)
Lijst afdrukken Wordt gebruikt om een lijst met instellingen van het apparaat
te printen. (Zie pagina 1-41)
Klokaanpassing Wordt gebruikt om de datum en tijd van de ingebouwde klok
van de printer in te stellen. (Zie pagina 1-39.)
Papierlade-instellingen De papierlade, papierformaat en automatische
ladeomschakeling kan voor elke lade worden ingesteld. Met
de automatische ladeomschakeling kan de toevoer worden
gewisseld tussen laden met dezelfde papiersoort en -
formaat. Indien een lade tijdens het printen leeg raakt, gaat
het printen verder vanuit de andere lade. (Zie pagina 1-41.)
Key-operatorprogrammaDit zijn programma’s die door de hoofdoperator worden
gebruikt (beheerder van het apparaat) om de instellingen
van het apparaat te configureren. Er verschijnt een toets
voor deze instellingen in het menu met aangepaste
instellingen. Zie "Key Operator Programs" in de WorkCentre
C226 System Administration Guide voor informatie over
deze instellingen.
* U kunt deze instellingen configureren als de faxfunctie of netwerkscannerfunctie
beschikbaar is.
Voor een gedetailleerde beschrijving en de toepassing van de
onderstaande instellingen, zie Hoofdstuk 5, “Faxeenheid” en Hoofdstuk 4,
“Werking van Netwerkscanner”.*
Adresbeheer Gebruik deze toets om faxbestemmingen
(faxnummers) op te slaan. Dit wordt ook gebruikt om
groepen, geheugenvakken en gebruikersindexen op te
slaan.
Als de netwerkscannerfunctie beschikbaar is, kunt u
ook e-mailadressen, gebruikersindexen en
scannerafzenders opslaan.
Ontvangstmodus Gebruik deze functie om de instellingen voor
faxontvangst te configureren (automatisch/handmatig).
Doorsturen faxdata U kunt in het geheugen ontvangen faxgegevens
doorsturen naar een andere bestemming.
Toetsenbordselectie Bij de toepassing van de faxfunctie of
netwerkscannerfunctie, kunt u omschakelen tussen de
rangschikking van de letters in het display toetsenbord
dat wordt gebruikt voor het opslaan en wijzigen van de
bestemmingen in het Engelse letterinvoerscherm.