Operation Manual

Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 Handleiding voor de gebruiker 193
10 Papier en ander afdrukmateriaal
Het apparaat is zo ontworpen dat hierin verschillende papiersoorten en andere
afdrukmaterialen kunnen worden gebruikt. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven
over het plaatsen van papier en andere afdrukmaterialen in het apparaat.
Papier plaatsen
Het apparaat kan met verschillende papierladen worden uitgerust. Dit hoofdstuk bevat
informatie over het plaatsen van papier in iedere soort papierlade.
OPMERKING: De papiergeleiders aan de zijkant en achterkant van de laden moeten
zo worden geplaatst dat deze overeenkomen met het geplaatste papier. Indien er
ruimte is tussen de papierstapel en de geleiders, kan het zijn dat het papier niet
correct in het apparaat wordt ingevoerd of dat er papierstoringen optreden.
Voor informatie over bruikbare papierformaten en afdrukmaterialen voor iedere lade,
zie Ondersteunde papierformaten en -soorten op pagina 198.
Voor informatie over het acceptabele bereik aan papierformaten en de capaciteit van
iedere lade, zie Papierinvoer in het hoofdstuk Technische specificaties op pagina 365.
Papier voorbereiden om dit te plaatsen
Waaier het papier uit alvorens het in de papierladen te plaatsen. Op deze manier
worden vellen die in de verpakking aan elkaar zijn gaan plakken, van elkaar
losgemaakt. Hierdoor wordt de kans op papierstoringen kleiner.
OPMERKING: Haal papier pas uit de verpakking wanneer u dit nodig heeft; dit om
papierstoringen en verkeerde invoer te voorkomen.
Papier in de laden plaatsen
Afhankelijk van de apparaatconfiguratie kunnen er, afgezien van de handmatige
invoer, vier papierladen beschikbaar zijn.
OPMERKING: Open de actieve papierlade niet wanneer het apparaat een opdracht
aan het verwerken is.