Operation Manual

282
03D—Owner’s Manual
Dynamiekbereik
Het verschil tussen de hardste en de zachtste signaalniveaus in een
systeem. In een audio-apparaat is dit normaal gesproken het verschil tussen het maxi-
male outputniveau en residual noise floor (lett. overblijvende ruis bodem). In een digi-
taal systeem wordt het beschikbare dynamiekbereik bepaald door de dataresolutie,
ongeveer 6 dB per digitale bit. Hiermee zou een 16-bit systeem theoretisch een
dynamiekbereik van 96 dB voort moeten kunnen brengen.
Edit buffer
Het interne RAM geheugengedeelte waar de huidige mixinstellingen
(d.w.z. de huidige mix-scene) worden opgeslagen. Als een mix-scene wordt
opgeslagen, dan wordt de Edit Buffer data opgeslagen in het geselecteerde scene-
geheugen. Als een mix-scene wordt opgeroepen dan worden de data van het geselect-
eerde scene-geheugen gekopiëerd naar de Edit Buffer.
EFF
Afkorting voor effect.
Emphasis
Een techniek die gebruikt wordt om de geluidsprestatie van de eerste gen-
eratie AD/DA converters te verbeteren door analoge signalen boven de 3.5 kHz met
6 dB/octaaf te verhogen voor A/D conversie. Emphasis wordt gesignaleerd door de
D/A converter en de de-emphasis wordt toegepast na D/A conversie. Alhoewel ditt
tegenwoordig niet meer wordt gebruikt, zijn emphasisfuncties vaak beschikbaar voor
compatibiliteit met oude digitale opnamen.
EQ snapshot
Een verzameling EQ-instellingen.
Fade time
De tijd die nodig is om de faders naar de nieuwe posities te verplaatsen
als een mix-scene wordt opgeroepen. Kan gebruikt worden voor crossfading tussen
kanalen.
General MIDI
Een uitbreiding op de MIDI-Standaard die o.a. bepaalt dat een Gen-
eral MIDI toongenerator minimaal 24-stemmig polyfoon moet zijn, en 16 parts en 128
gespecificeerde preset-voices moet bevatten.
GR
Afkorting van gain reductie.
Initiële instellingen
De instellingen die worden gebruikt als een apparaat voor het
eerst wordt aangezet na het verlaten van de fabriek. Staat ook voor standaard- of fab-
rieksinstellingen.
Laag-Niveau Signaal
Een signaal binnen het bereik van 100 dB tot 20 dB.
Microfoon- en electrische gitaarsignalen vallen in dit bereik .
In tegenstelling tot
Line-Level Signaal.
LCD (Liquid Crystal Display)
Een display die gebruik maakt van vloeibare kri-
stallen (liquid crystals) om karakters en grafische afbeeldingen voort te brengen.
LED (Light Emitting Diode)
Een diode die gaat branden al er elektrisch stroom
wordt toegepast
.
Line-Niveau Signaal
Een signaal binnen het bereik van 20 dB t/m +20 dB. Dit zijn
hoog-niveau signalen. De meeste audio-apparatuur voert signalen uit op line niveau.
In
tegenstelling tot
Laag-Niveau Signaal.
LSB (Least Significant Byte)
De byte van een digitaal woord dat de laagste waarde
representeert.
In tegenstelling tot
MSB.
MIDI (Musical Instrument Digital Interface)
Een internationaal overeengeko-
men standaard waardoor elektronische muziekinstrumenten en audioapparatuur met
elkaar kunnen communiceren.
MIDI Clock
Een clocksignaal dat wordt verstuurd als MIDI-data. MIDI Clock ref-
ereert naar een timing-signaal en Start-, Continue- en Stopcommandos.
MIDI Device (Apparaat)Nummers
Identiteitsnummers die zijn toegewezen aan
MIDI-apparaten voor het versturen van System Exclusive data.
MIDI Song Position Pointer
Een soort MIDI-message die gebruikt wordt om pos-
itie-informatie te onttrekken van een MIDI Clock signaal. Dus het maakt niet uit waar
u het afspelen van de song start, uw MIDI-sequencer zoekt dat punt op en speelt het
synchroon mee.