Specifications

Table Of Contents
Voice maken (Sound Creator)
CVP-409/407 Gebruikershandleiding
105
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Bewerkbare parameters in de displays van VOICE SET
[ORGAN FLUTES]
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de bewerkbare parameters die
worden ingesteld in de displays die worden beschreven in stap 3 van de
'Basisprocedure' op pagina 103. De Organ Flutes-parameters zijn ondergebracht
in drie verschillende pagina's. Hierna worden de parameters van elke pagina
afzonderlijk beschreven. Zij worden tevens behandeld als onderdeel van de Voice
Set-parameters (pagina 106), die automatisch worden opgeroepen wanneer de
voice wordt geselecteerd.
FOOTAGE, VOLUME/ATTACK (algemene parameters)
FOOTAGE
VOLUME/ATTACK
ORGAN TYPE Met deze parameter wordt het type orgeltoongenerator opgegeven
dat wordt nagebootst: Sine (sinus) of Vintage.
ROTARY SP SPEED Hiermee wordt beurtelings overgeschakeld tussen de langzame en
de snel draaiende luidspreker als een effect voor draaiende
luidspreker is geselecteerd voor de Organ Flutes (zie de parameter
van het DSP-type 'EFFECT/EQ' op pagina 103) en als de DSP voor
voice-effect (pagina 103) is ingeschakeld (deze parameter heeft
hetzelfde effect als de Voice Effect-parameter VARIATION ON/OFF).
VIBRATO ON/OFF Hiermee wordt het vibrato-effect voor de Organ Flutes-voice
beurtelings ingesteld op ON of OFF.
VIBRATO DEPTH Hiermee wordt de vibratodiepte ingesteld op een van drie niveaus:
1 (laag), 2 (midden) of 3 (hoog).
Footage (voetmaat):
De term 'voetmaat' refereert aan
de klankopwekking met
traditionele orgelpijpen, waarbij
het geluid wordt geproduceerd
door pijpen met verschillende
lengten (in voeten).
16'
5 1/3'
U kunt bepalen welk register (16' of 5 1/3') wordt bediend met de knop
[1
π†
] door op de knop [D] te drukken.
16'–1'
Hiermee wordt het basisgeluid bepaald van de organ flutes. Hoe langer
de pijp, hoe lager de toonhoogte. Vandaar dat de instelling 16' (16 voet)
de component vormt met de laagste toonhoogte van het geluid, terwijl
de instelling 1' de component vormt met de hoogste toonhoogte. Hoe
groter de ingestelde waarde, hoe hoger het volume van het betreffende
register. Door de verschillende volumes van de voetmaten te mengen
kunt u uw eigen onderscheidende orgelgeluiden maken.
VOL
Hiermee stelt u het totaalvolume in van de Organ Flutes. Hoe langer de
grafische balk is, hoe meer volume.
RESP
Heeft invloed op zowel het attack- als het release-gedeelte (pagina 102)
van het geluid door de responstijd te verlengen of te verkorten van het
aanzwellen en uitsterven, gebaseerd op de FOOTAGE-regelaars. Hoe
hoger de waarde, hoe langzamer het aanzwellen en uitsterven.
VIBRATO SPEED
Hiermee wordt de snelheid bepaald van het vibrato-effect, dat wordt
geregeld door de hiervoor vermelde parameters Vibrato On/Off en
Vibrato Depth.
MODE
Met de regelaar MODE wordt tussen twee modi geschakeld: FIRST en
EACH. In de modus FIRST wordt attack alleen toegepast op de eerste
noten die worden gespeeld en tegelijkertijd worden vastgehouden.
Terwijl deze eerste noten worden vastgehouden, wordt er geen attack
toegepast op alle noten die daarna worden gespeeld. In de modus
EACH wordt attack toegepast op alle noten.
4', 2 2/3', 2'
Met deze parameters wordt het attack-geluidsvolume van de ORGAN
FLUTES-voice bepaald. Met de instellingen 4', 2-2/3' en 2' wordt de
hoeveelheid attack-geluid bij de corresponderende voetmaten vergroot
of verkleind. Hoe langer de grafische balk, hoe hoger het attack-
geluidsvolume.
LENG
Deze parameter beïnvloedt het attack-gedeelte van het geluid waardoor
een langere of kortere decay (uitsterftijd) onmiddellijk na de aanvangs-
attack wordt geproduceerd. Hoe langer de grafische balk, hoe langer de
decay.