Specifications

Table Of Contents
Het instrument gebruiken
met andere apparaten
CVP-409/407 Gebruikershandleiding
191
De voetschakelaar of
voetregelaar gebruiken
(6 [AUX PEDAL]-aansluiting)
Als u een voetregelaar of voetschakelaar aansluit op de
[AUX PEDAL]-aansluiting, kunt u verschillende toewijsbare
functies gemakkelijk regelen. Als u bijvoorbeeld de
voetregelaar FC7 aansluit en de volumeregeling daaraan
toewijst, kunt u expressie toevoegen aan uw spel door het
volumeniveau van de gespeelde noten te regelen. Als u de
voetschakelaar FC4 of FC5 aansluit en de functie voor het
starten/stoppen van het afspelen van de stijl eraan toewijst,
kunt u het afspelen van de stijl starten en stoppen met uw
voet. (In dit geval heeft het pedaal dezelfde functie als de
knop STYLE CONTROL [START/STOP].) Met de
onderstaande instructies kunt u de toewijsbare functies
weergeven.
Bepaalde functies toewijzen aan de
verschillende voetpedalen
U kunt de functies niet alleen toewijzen aan de
voetschakelaar of voetregelaar maar ook aan de drie
pianopedalen van het instrument (rechts, midden en links).
In de onderstaande uitleg worden verwante bewerkingen
en toewijsbare functies (parameters) besproken.
1 Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] [D] CONTROLLER TAB [
]
PEDAL
2 Gebruik de knoppen [A]/[B] om één van de drie
voetpedalen of het pedaal dat is aangesloten op
de AUX-aansluiting te selecteren waaraan de
functie moet worden toegewezen.
3 Selecteer met de knop [1
ππ
ππ
] de functies die
moeten worden toegewezen aan het pedaal dat
is opgegeven in stap 2.
Verderop vindt u een overzicht met de details over
de pedaalfuncties.
4 Gebruik de knoppen [2
ππ
ππ
]–[8
ππ
ππ
] om de
details van de geselecteerde functies in te
stellen.
De beschikbare parameters verschillen, afhankelijk
van de functie die in stap 3 is geselecteerd. Details
over de parameters worden verderop gegeven.
5 Controleer of de gewenste functie regelbaar is
met het pedaal door daadwerkelijk het pedaal in
te drukken.
Als u een pedaal gebruikt om naar de Registration
Memory-instellingen te schakelen (pagina 134), zijn
deze instellingen ongeldig.
LET OP
Zorg ervoor dat u het pedaal alleen aansluit of loskoppelt
als het instrument uit staat.
AUX PEDAL
Voetpedalen
Voetschakelaar
FC4 (optioneel)
Voetschakelaar
FC5 (optioneel)
Voetregelaar FC7
(optioneel)
OPMERKING
De polariteit van het pedaal instellen
De werking van Pedaal aan/uit kan verschillen,
afhankelijk van het specifieke pedaal dat u op het
instrument hebt aangesloten. Het indrukken van één
pedaal kan bijvoorbeeld de geselecteerde functie
aanzetten, terwijl het indrukken van een pedaal van een
ander fabrikaat/merk de functie uit kan zetten. Gebruik,
indien nodig, deze instelling om de werking om te
draaien. Druk op de knop [I] (AUX PEDAL POLARITY) om
de polariteit om te draaien.
De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken (aansluiting [AUX PEDAL])