manual

12 Nl
Bedieningsorganen en functies
Afstandsbediening
1 Infraroodzender
Deze produceert de infrarode bedieningssignalen.
2 p AMP-toets
Hiermee zet u dit toestel op AAN of schakelt u het
naar de STANDBY-functie.
Voor details over de STANDBY-functie, raadpleegt u
“Voorpaneel” (bladzijde 6).
3 Signaalbron selectietoetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron.
De audiosignalen van de geselecteerde signaalbron
worden gereproduceerd via de LINE 2 REC-
aansluitingen.
y
Als LINE 2 geselecteerd is als signaalbron, worden de
audiosignalen niet gereproduceerd via de LINE 2 REC-
aansluitingen.
LINE: Hiermee selecteert u de component die
verbonden is met de LINE 1- of LINE 2-
aansluitingen.
PHONO: Hiermee selecteert u de draaitafel die
verbonden is met de PHONO-aansluitingen.
MAIN DIRECT: Hiermee selecteert u de component
die verbonden is met de MAIN IN-aansluitingen.
Als MAIN DIRECT geselecteerd is als
signaalbron, worden de audiosignalen niet
gereproduceerd via de PRE OUT-, de LINE 2
REC- en de PHONES-aansluitingen.
CD: Hiermee selecteert u de CD-speler die verbonden
is met de CD-aansluitingen.
TUNER: Hiermee selecteert u de tuner die verbonden
is met de TUNER-aansluitingen.
4 Bedieningstoetsen tuner
Hiermee kunt u een Yamaha-tuner (radio) bedienen.
Raadpleeg de handleiding van uw tuner voor details.
Het is mogelijk dat sommige Yamaha-tuners niet met
sommige bedieningstoetsen van de afstandsbediening
aangestuurd kunnen worden.
4
2
1
3
6
7
AMP CD
OPEN/CLOSE
LINE LINE
PRESET
12
PHONO
MAIN DIRECT
CD TUNER
BAND
MUTE
SOURCE LAYER
VOLUME
5
Opmerking