User's Manual

REGELAARS EN HUN FUNCTIES
4 Nl
1 Cd-ingangsaansluitingen
Hier sluit u een cd-speler aan (zie pagina 5).
2 PHONO-aansluitingen en GND-aansluiting
Hier sluit u een platenspeler aan met een MM-cassette en
kunt u de aansluiting aarden (zie pagina 5).
3 Aansluitingen voor invoer/uitvoer van audio
Hier sluit u externe componenten aan zoals een tuner enz.
(zie pagina 5).
4 DOCK-aansluiting
Hier sluit u een optioneel Yamaha Universele Dock voor
iPod of draadloos systeem voor iPod aan (zie pagina 10).
5 SUBWOOFER OUT-aansluiting
Hier sluit u een subwoofer (lagetonenluidspreker) met
ingebouwde versterker aan (zie pagina 5).
y
De SUBWOOFER OUT-aansluiting dempt signalen boven 90 Hz.
6 POWER MANAGEMENT-schakelaar
Schakelt de automatisch uitschakelfunctie in en uit (zie
pagina 7).
7 SPEAKERS-aansluitingen A/B
Sluit een of twee luidsprekersets aan (zie pagina 5).
8 VOLTAGE SELECTOR-schakelaar
(alleen Modellen voor Taiwan en Midden-/
Zuid-Amerika)
De VOLTAGE SELECTOR-schakelaar moet worden
ingesteld op de ter plaatse gebruikte netspanning voor u
het meegeleverde netsnoer in het stopcontact steekt (zie
pagina 7).
9 IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Zie IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar op deze
pagina.
0 Netsnoer
Sluit het netsnoer aan op het stopcontact (zie pagina 7).
IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Zet de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar niet in een
andere stand terwijl het toestel is ingeschakeld. Als u dat
wel doet, kan het toestel beschadigd worden.
Indien het toestel inschakelen niet lukt, is het mogelijk dat
de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar zich niet
volledig in een van de standen bevindt. In dat geval
verwijdert u het netsnoer en schuift u de schakelaar
helemaal naar de goede stand.
Bepaal de stand van de schakelaar (LOW of HIGH) aan de
hand van de impedantie van de luidsprekers in uw
systeem.
Achterpaneel
(Modellen voor Taiwan en Midden-/Zuid-Amerika)
LET OP
Stand van
schakelaar
Impedantieniveau
HIGH
Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 6
Ω of
hoger zijn.
Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 12
Ω of
hoger zijn.
Indien u dubbel bedrade aansluitingen maakt,
dan moet de impedantie van elke luidspreker
6
Ω of hoger zijn. Zie pagina 6 voor meer
informatie.
LOW
Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 4
Ω of
hoger zijn.
Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 8
Ω of
hoger zijn.
Indien u dubbel bedrade aansluitingen maakt,
dan moet de impedantie van elke luidspreker
4
Ω of hoger zijn. Zie pagina 6 voor meer
informatie.