manual

13 Nl
Nederlands
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit, haal de stekker uit het stopcontact en
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
VERHELPEN VAN STORINGEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel kan niet
worden ingeschakeld.
Het netsnoer is niet goed aangesloten of de
stekker is niet goed in het stopcontact gestoken.
Sluit het netsnoer stevig aan.
10
A
AMP is ingedrukt op de afstandsbediening
terwijl het toestel uitgeschakeld is.
Druk de knop A (aan/uit) in op het voorpaneel op aan.
2
De instelling voor impedantie van de
luidspreker is te laag.
Gebruik luidsprekers met de juiste impedantie.
5
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
10
Er is een probleem met het interne
schakelsysteem van het toestel.
Koppel het netsnoer los en neem contact op met de
dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Het toestel gaat
plotseling uit en het
aan/uitlampje
knippert.
De luidsprekerkabels staan met elkaar in
contact of veroorzaken kortsluiting tegen
het achterpaneel.
Sluit de luidsprekerkabels correct aan en druk opnieuw
op de knop
A
(aan/uit). De INPUT-lampjes knipperen en
het volume wordt automatisch verlaagd tot het minimum,
daarna stoppen de INPUT-lampjes met knipperen en gaat
de laatst gebruikte invoerbron branden. Controleer of het
geluid uit de luidsprekers normaal uitgevoerd wordt door
het volume geleidelijk aan te verhogen.
10
De luidspreker functioneert niet goed.
Vervang de luidsprekerset en druk opnieuw op de knop
A
(aan/uit). De INPUT-lampjes knipperen en het volume wordt
automatisch verlaagd tot het minimum, daarna stoppen de
INPUT-lampjes met knipperen en gaat de laatst gebruikte
invoerbron branden. Controleer of het geluid van de luidsprekers
normaal is door het volume geleidelijk aan te verhogen.
De beveiliging is in werking getreden
door een overdadige invoer of overdadig
volumeniveau.
Draai aan de VOLUME-regelaar op het voorpaneel
om het volumeniveau te verminderen en schakel de
stroom vervolgens weer in.
De beveiliging is in werking getreden
door een te hoge interne temperatuur.
Wacht ongeveer 30 minuten om de temperatuur in het
toestel te laten dalen, draai aan de VOLUME-regelaar op
het voorpaneel om het volume te verlagen en schakel de
stroom vervolgens weer in. Zet het toestel op een plaats
waar het toestel zijn warmte gemakkelijk kwijt kan.
De IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar bevindt
zich mogelijk niet volledig in een van de standen.
Schakel de stroom uit en schuif de IMPEDANCE
SELECTOR-schakelaar helemaal in een van de standen.
5
De IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
bevindt zich niet in de juiste stand.
Zet de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar in de
stand die hoort bij de impedantie van uw luidsprekers.
5
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Schakel dit toestel uit, koppel het netsnoer los, sluit
het weer aan na 30 seconden en gebruik het toestel
vervolgens normaal.
Er is een probleem met het interne
schakelsysteem van het toestel.
Koppel het netsnoer los en neem contact op met de
dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Geen geluid. Het geluid is onderbroken. Druk op MUTE op de afstandsbediening of draai aan
de VOLUME-regelaar.
7
De bedrading is niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de stereokabels van de audio-apparaten en de
luidsprekerkabels correct aan. Als het probleem zich
blijft voordoen, zijn de kabels mogelijk defect.
9