Operation Manual

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU16831
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de volgen-
de informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschillen-
de onderdelen van de motor slijten op el-
kaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn
bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU45583
0–150 km (0–90 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/3 opengedraaid.
150–500 km (90–300 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/2 opengedraaid.
500–1000 km (300–600 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
3/4 opengedraaid. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie en de eind-
overbrengingsolie worden ververst en
moet de oliezeef worden gereinigd.
[DCA16502]
1000 km (600 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10271
Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren.
DAU17214
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
U1GBD0D0.book Page 4 Monday, July 15, 2013 2:21 PM