Operation Manual
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Achterrem
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
6-14, 6-14, 6-15
Gasgreep
• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de kabel.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,
en de kabel en het kabelhuis te smeren.
6-11, 6-16
Wielen en banden
• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-12, 6-13
Remhendels
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-17
Middenbok
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.
6-17
Framebevestigingen
• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.
—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars
• Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Accu
• Controleer het voeistofniveau.
• Vul indien nodig bij met gedistilleerd water.
6-19
ITEM CONTROLES PAGINA
U3C6D1D0.book Page 2 Thursday, August 7, 2008 9:22 AM