Operation Manual

19
Toewijsbare Real-time Controllers
U kunt specifieke parameters aan de toewijsbare controller
van uw keuze toewijzen, inclusief de acht CONTROL
knoppen, [MODULATION] wheel, [RIBBON] controller (X-as
en Z-as) en toetsenbord After Touch, en zelfs (los
verkrijgbaar) [FOOT VOLUME], [FOOT CONTROLLER] en
[FOOTSWITCH] pedalen. Controller en parameter
toewijzingen maakt u met de Control Matrix (zie pag. 73) en
de Utility Control Assign functie (zie pag. 95).
Voor meer informatie over controllers, zie De Control kenmerken gebruiken, pag.
49.
N.B.
Scenes Selecteren
en Scene Morphen
De Scene selectie en speel functies van de AN1x
bieden geavanceerde en handige real-time
geluidsbesturing, waarmee u zich op een
compleet andere manier muzi-kaal kunt
uitdrukken. U kunt met de [SCENE] schakelaars
een Scene of de Scene Control functie aktiveren.
In Iedere Scene Opgeslagen Parameters
Alle parameter groep CONTROL knop positie instellingen
(behalve voor de [ASSIGN] groep)
VOICE SCENE SETUP Menu Mode en Control Matrix
(zonder common) parameter instellingen.
VOICE COMMON menu Vari EF Dry:Wet instellingen.
Scene Geheugens
Iedere voice bevat twee Scene geheugens, waarin
onafhankelijk parameters gewijzigd kunnen worden met
de CONTROL knoppen. U kunt iedere Scene terwijl u
speelt altijd oproepen door op [SCENE 1] of [SCENE 2] te
drukken. Een LED links van de geselecteerde schakelaar
geeft de aktieve Scene aan.
Door de vrijwel ongelimiteerde hoeveelheid resultaten als u
KNOP PARAMETER GROEP schakelaars selecteert en aan
de CONTROL knoppen draait, kan ieder van de twee
Scenes zowel vergelijkbaar als radicaal anders zijn dan u
wilt. Dit geeft u van ieder van de 128 voices twee
specifieke geluiden waaruit u wanneer u wilt kunt kiezen,
door één druk op een [SCENE] schakelaar.
Scenes zijn bijzonder handig voor het creëren van lichte
varaties op hetzelfde geluid tijdens aparte onderdelen van
een song—dat er bijvoorbeld één een snelle attack heeft
voor ritmische gedeelten, en één een langzamere attack
voor achtergrondakkoorden. En als de twee Scenes
compleet verschillende zijn—één voor refrein en coupletten
en een andere voor de solo break—is het eenvoudiger om
tussen de twee Scenes te schakelen dan een andere voice
te selecteren, in het bijzonder onder de druk van een live
situatie.
Knob position settings 2
Knob position settings 1
Algorithm
Wave
Attack
Attack
ASSIGN 1 ASSIGN 2
ASSIGN 3
ASSIGN 4
PEG Decay
Wave
VCO1
Fine
Fine
PEG Sw
FM Src2
LFO2 Spd
PmodDepth PmodDepth
Level
LFO1 Wave LFO1 Spd
LFO1 Dly
PW
ASSIGN 5
ASSIGN 6 ASSIGN 7 ASSIGN 8
VCF
Cutoff
Sync
Pmod Sw
Sync Pitch
Pitch Pitch
PEG Depth
Decay
Decay
VCO2
Level
FM Depth
FM Src1
Sync Pitch
Depth
Sustain
Ring
Mod
Sustain
Sync Pitch
Src
Edge
Port Time
Edge
Release
Release
Noise
Level
PW
HPF
Feedback
VCF
PWM Depth
PWM Src PWM Src
PWM Depth
Type
Reso
nance
Volume
FEG
Depth
Fmod
Depth
Amod Depth
Vel
Sens
Key
Track
Vel Sens
Algorithm
Wave
Attack
Attack
ASSIGN 1 ASSIGN 2
ASSIGN 3
ASSIGN 4
PEG Decay
Wave
VCO1
Fine
Fine
PEG Sw
FM Src2
LFO2 Spd
PmodDepth PmodDepth
Level
LFO1 Wave LFO1 Spd
LFO1 Dly
PW
ASSIGN 5
ASSIGN 6 ASSIGN 7 ASSIGN 8
VCF
Cutoff
Sync
Pmod Sw
Sync Pitch
Pitch Pitch
PEG Depth
Decay
Decay
VCO2
Level
FM Depth
FM Src1
Sync Pitch
Depth
Sustain
Ring
Mod
Sustain
Sync Pitch
Src
Edge
Port Time
Edge
Release
Release
Noise
Level
PW
HPF
Feedback
VCF
PWM Depth
PWM Src PWM Src
PWM Depth
Type
Reso
nance
Volume
FEG
Depth
Fmod
Depth
Amod Depth
Vel
Sens
Key
Track
Vel Sens
CTRL
SCENE
Knop positie instellingen 2
Knop positie instellingen 1