Operation Manual

20
Scene Edit Buffers
Als u een voice selecteert, worden de twee Scenes in de
Scene edit buffers ingeladen. Aangezien iedere Scene zijn
eigen buffer heeft, kunt u op iedere Scene apart werken. Als
bijvoorbeeld [SCENE 1] geselecteerd is en uw edit zijn
parameters door aan de knoppen te draaien, blijft deze data
in Scene 1 onthouden, zelfs als u [SCENE 2] selecteert en
deze gaat wijzigen. Als u terugkeert naar Scene 1, wordt uw
gewijzigde data opgeroepen (en niet de originele Scene 1
data die in de voice opgeslagen is).
Er is ook een Scene Control buffer, waar parameter
wijzigingen door het [MODULATION] wheel (en de
CONTROL knop posities als Scene Control aktief is)
uitgevoerd worden. Dit geluid kan in elke Scene edit buffer
opgeslagen worden met de Scene Store handeling.
Omdat Scene wijzigen, en Scene opslag, Inlaad en Swap
handelingen (zie pag. 21, 22) in de Scene edit buffers
plaatsvinden, hoeft u zich geen zorgen te maken over de
originele Scene data van de geselecteerde voice, tenzij u
een Voice Store handeling op dezelfde locatie uitvoert.
Aangezien de Scene buffer kort geheugen is, verliest u uw
gewijzigde data als u een andere voice selecteert, tenzij u
de Voice eerst opslaat.
Voor meer informatie over het uitvoeren van een Voice Store handeling, zie pag.
98.
N.B.
Scene
Scene Control
Buffer
Tone
Generator
Scene
Control knobs
1-8
Scene Edit
Buffers
Tone
Generator
Scene
Scene
Control knobs
1-8
Scene Edit
Buffers
CTRL
SCENE
Scene Control
Met de Scene Control functie kunt u “morphen”, oftewel
tussen de twee Scenes heen en weer bewegen met het
toewijsbare [MODULATION] wheel, toewijsbare
Voetcontroller of andere continuous controller.
Voor meer informatie over het toewijzen van controllers, zie pag. 95.
De procedure voor het aktiveren van de Scene Control
funcite is als volgt:
1. Druk beide [SCENE] schakelaars tegelijkertijd
in. De LEDs links van beide schakelaars gaan
branden om aan te geven dat Scene Control
aktief is.
2. Rol het [MODULATION] wheel naar voren en
achteren terwijl u speelt (of gebruik een
VoetController, enz.).
De minimum waarde van het [MODULATION] wheel (of
Voetcontroller, enz.) bespeelt Scene 1; de maximum
waarde speelt Scene 2; iedere positie tussen de twee
extremen (tussen 0 en127) speelt een mix van beide
Scenes.
MODULATION
Scene 1 setting
Scene 1/2
equal balance
Minimum
Maximum
Halfway
MODULATION
Scene 2 setting
MODULATION
Scene 2 settings
Scene 1 settings
MODULATION
Scene 1
Scene 2
VOLUME
CTRL
SCENE
Algorithm
Wave
Attack
Attack
ASSIGN 1 ASSIGN 2
ASSIGN 3
ASSIGN 4
PEG Decay
Wave
VCO1
Fine
Fine
PEG Sw
FM Src2
LFO2 Spd
PmodDepth PmodDepth
Level
LFO1 Wave LFO1 Spd
LFO1 Dly
PW
ASSIGN 5
ASSIGN 6 ASSIGN 7 ASSIGN 8
VCF
Cutoff
Sync
Pmod Sw
Sync Pitch
Pitch Pitch
PEG Depth
Decay
Decay
VCO2
Level
FM Depth
FM Src1
Sync Pitch
Depth
Sustain
Ring
Mod
Sustain
Sync Pitch
Src
Edge
Port Time
Edge
Release
Release
Noise
Level
PW
HPF
Feedback
VCF
PWM Depth
PWM Src PW M Src
PWM Depth
Type
Reso
nance
Volume
FEG
Depth
Fmod
Depth
Amod Depth
Vel
Sens
Key
Track
Vel Sens
VOLUME
CTRL
SCENE
Algorithm
Wave
Attack
Attack
ASSIGN 1 ASSIGN 2
ASSIGN 3
ASSIGN 4
PEG Decay
Wave
VCO1
Fine
Fine
PEG Sw
FM Src2
LFO2 Spd
PmodDepth PmodDepth
Level
LFO1 Wave LFO1 Spd
LFO1 Dly
PW
ASSIGN 5
ASSIGN 6 ASSIGN 7 ASSIGN 8
VCF
Cutoff
Sync
Pmod Sw
Sync Pitch
Pitch Pitch
PEG Depth
Decay
Decay
VCO2
Level
FM Depth
FM Src1
Sync Pitch
Depth
Sustain
Ring
Mod
Sustain
Sync Pitch
Src
Edge
Port Time
Edge
Release
Release
Noise
Level
PW
HPF
Feedback
VCF
PWM Depth
PWM Src PW M Src
PWM Depth
Type
Reso
nance
Volume
FEG
Depth
Fmod
Depth
Amod Depth
Vel
Sens
Key
Track
Vel Sens
CTRL
SCENE
N.B.
Scene 2 instellingen
Scene 1 instellingen
Scene 2
Scene 1
MODULATION
Scene 2 instelling
Scene 1/2
gelijke balans
Scene 2 instelling