Operation Manual

21
Afhankelijk van hoe verschillend iedere Scene is, wordt
tijdens het morphen een behoorlijk aantal parameters
tegelijkertijd gewijzigd. Zo heeft u een groot pallet aan
geluidssoorten die u realtime tijdens het spelen toe kunt
passen. U kunt ook de KNOP PARAMETER GROEP
schakelaars selecteren en met de CONTROL knoppen de
data wijzigen tijdens Scene Control. Alle parameter-
wijzigingen vinden plaats in de Scene Control buffer als
beide [SCENE] schakelaars geaktiveerd zijn.
Als u tijdens het morphen tussen de twee Scenes en het
draaien aan de CONTROL knoppen op een waanzinnig
mooi geluid stuit, moet u deze oplaan voordat u hem kwijt
raakt. Als u een Scene Store handeling uitvoert kunt u het
direct in één van de Scenes opslaan.
Tijdens Scene Control, wijzigen de Control Matrix instellingen en sommige
schakelaar parameters niet (v.b., VCF Type, LFO Wave, VCO Wave, enz.). Voor
deze parameters blijft de instelling van Scene 1 aktief.
Scene Control In DUAL En SPLIT Modes
Afhankelijk of de Layer mode op DUAL of SPLIT staat, morpht
de Scene Control op verschillende manieren.
In DUAL mode, morpht de Scene Control het geluid van
Scene 1 naar het geluid van Scene 2.
In SPLIT mode, morpht de Scene Control het geluid van
Scene 1 naar het geluid van Scene 2 als het toetsenbord
links van het splitpunt bespeeld wordt. Als het toetsenbord
rechts van het Splitpunt bespeeld word, wordt alleen Scene 2
gespeeld.
Voor meer informatie over Layer modes, zie pag. 22.
N.B.
Layer mode = SPLIT
Scene Control
Edit Buffer
SPLIT POINT
Scene 1
Scene 2
Layer mode = DUAL
Scene Control
Edit Buffer
Scene 1
Scene 2
N.B.
De Scene Control toegewezen Controller bevestigen
U kunt ten alle tijden kijken welke controller aan Scene
Control toegewezen is. Houd beide [SCENE] schakelaars
ingedrukt, en de naam van de huidig toegewezen controller
verschijnt in de LCD.
Voor meer informatie over het toewijzen van een controller aan Scene Control, zie
pag. 95.
Scene Store Functie
U kunt met de Scene Store functie de data van de ene Scene
Edit buffer naar de andere kopiëren, of de data die tijdens
Scene Control in één van de Scene edit buffers is gecreëerd.
1. Houd [STORE] ingedrukt en druk op de
[SCENE 1] of [SCENE 2] schakelaar, afhanke-
lijk van de Scene waarin u de huidige Scene
wilt opslaan. “SURE?[Y/N]” knippert in de
LCD.
2. Druk op [YES/ENTER] om de Scene Store
(opslaan) handeling uit te voeren, of [NO] om
te annuleren.
Aangezien de Scene Store functie de data naar een Scene edit buffer wegschrijft,
moet u eerst de Voice Store (opslaan) handeling uitvoeren voordat u een andere
voice selecteert.
N.B.
CTRL
SCENE
STORE
N.B.
SPLITPUNT
Layer mode=SPLIT