Operation Manual

30
ORIGINELE VOICES
CREËEREN
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste
procedures die nodig zijn om uw eigen voices van niets af
op te bouwen. Zie pagina 101 voor stap-voor-stap
voorbeelden voor het creëren van voices, waaronder
analoge synth klassiekers zoals Synth Bass en Synth Brass,
en traditionele Electronic Organ en Electric Piano voices.
Toongenerator en Paneel
Parameters Wijzigen
Met het wijzigen van de toongeneratorparameters kunt
u de fundamentele kenmerken van de voice bepalen. U
krijgt hier toegang toe door een KNOP PARAMETER
GROEP schakelaar in te drukken en aan specifieke
CONTROL knoppen te draaien. Er zijn vier belangrijke
stappen in het proces van het wijzigen van de
toongenerator parameters, namelijk:
1. VCO edit om de fundamentele golfvorm te
selecteren en toonhoogte te bepalen.
2. VCF edit om filters toe te passen en de
toon of timbre te bepalen.
3.
VCA edit om versterking aan de voice toe
te voegen.
4. LFO edit om modulatie aan de VCO, VCF
en VCA toe te voegen.
Toongenerator parameters wijzigen beïnvloedt de geselecteerde Scene (ingeladen
in de Scene edit buffer) of het Scene Control geluid (in de Scene Control buffer).
Voor details, zie pag. 20.
Door de diverse paneel Edit menu parameters te
wijzigen, kunt u de toetsenbord en Scene ge-relateerde
modes bepalen, effect typen en instellingen wijzigen,
Free EG sporen opnemen, Step Sequencer patronen
creëeren en toewijzen of de Arpeggiator configureren.
(Voor details, zie pag. 71.)
Bepaalde paneel parameters gelden voor individuele Scenes of beide Scenes van
de voice. Voor details over ieder menu en de beschikbare parameters, zie pagina
72.
N.B.
N.B.
1. VCO Edit
Met de [VCO1] KNOP PARAMETER GROEP schakelaar
krijgt u toegang tot de belangrijkste voltage controlled
oscillator parameters, waarmee u de basisgolfvorm en
fundamentele toonhoogte van het geluid in kunt stellen.
Met de [VCO2] schakelaar krijgt u toegang tot de
tweede oscillator, die dezelfde set parameters als
VCO1 bevat, en u een extra dimensie aan de voice
toe kunt voegen.
Er wordt geen geluid gegenereerd als de VCO1 Level of VCO2 Niveau instellingen
in de [MIX/VCF] groep op een te laag niveau staan.
Golfvorm
U kunt met CONTROL knop 1 de golfvorm voor de
VCO1 oscillator selecteren—waaronder zaagtand,
golfvorm (pulse) en een aantal anderen—die de
fundamentele kenmerken van het geluid bepalen.
Voor meer informatie over de beschikbare golfvormen, zie pag. 61.
Pitch En Fine
Door het draaien aan CONTROL knop 2 (Pitch) en 3
(Fine) kunt u de fundamentele toonhoogte van de golf-
vorm bepalen. Als u beide oscillators gebruikt kunt u
deze, om het geluid vetter te maken, met de Fine para-
meter “ontstemmen”, of kunt u, om intervals te creëren,
de Pitch parameters voor iedere golfvorm anders
instellen.
Voor meer informatie over Pitch en Fine parameters, zie pag. 61, 62.
Edge, Pulse Width En Pmod Depth
(sterkte)
Als u aan CONTROL knop 4 draait kunt u instellen hoe
scherp of afgekapt de "edge" van de golfvorm wordt.
U kunt met CONTROL knop 5 de pulswidth van de
golfvorm bepalen, om zo de harmonischen te bepalen.
U kunt met CONTROL knop 8 de Pitch Modulation
Depth (sterkte) instellen om een vibrato effect te
creëren. Met andere parameters kunt u modulatie aan
de pulswidth van LFO1 en andere golfvormen
toevoegen.
Voor details over de Edge, Pulse width en Pmod Depth parameters, zie pag. 62,
63.
N.B.
N.B.
N.B.
Saw Wave Pulse Wave
N.B.
Zaagtand
Blokgolf