Operation Manual

37
Play Effect Velocity
Druk op de Play Effect Velocity [UP/DOWN] schake-
laar om de ratio tussen de hogere en lagere aanslag-
gevoeligheidswaarden van het Arpeggiator patroon in
te stellen over een bereik tussen 1% en 200%.
Een instelling van “100%” behoudt de oorspronkelijke
aanslaggevoeligheid tussen de noten. Lagere waarden
stellen tijdens het afspelen lagere aanslaggevoeligheid
in, en hogere waarden verhogen de aanslaggevoelig-
heid bij het afspelen. De instelling “real” (Real-time)
zorgt ervoor dat de aanslaggevoeligheidswaarde
bepaald wordt door hoe hard u de toetsen aanslaat.
Arpeggio MIDI Uitsturing
U kunt de MIDI Patroon Verstuur Kanaal (“PtnTxCh”)
parameter gebruiken om een MIDI kanaal te bepalen waar
de Arpeggiator patroon data op verstuurd wordt, om ofwel
een externe toongenerator te bespelen of de data op te
nemen in een MIDI sequencer of computer.
Deze instelling is onafhankelijk van de MIDI Verstuur
Kanaal (“MIDI Tx Ch”) instelling in het UTILITY SETUP menu
(zie pag. 93), maar u kunt deze wel naar wens op
dezelfde- of verschillende kanalen instellen. Onderstaande
diagram toont hoe deze op verschillende kanalen
ingesteld kunnen worden om twee verschillende externe
toongenerators aan te sturen.
Voor informatie over het instellen van het MIDI Patroon Verstuur Kanaal (“MIDI
PtnTxCh”), zie pag. 87.
De MIDI PtnTxCh instelling is een systeem parameter, en wordt niet in de
voicedata opgeslagen.
De Step Sequencer
Gebruiken
U kunt met de Step Sequencer uw eigen 16-
staps geloopte patronen creëren door het - met
behulp van de CONTROL knoppen - invoeren
van de Noot, Aanslaggevoeligheid, Gate Time
en Control Change event waarden voor iedere
stap (tel) in the sequence, waar iedere knop u
toegang geeft tot de events in een specifieke
stap als de [EDIT ROTARY] schakelaar op het SEQ
EDIT/SETUP menu staat.
Ieder van de 128 voices bevat zijn eigen “Voice” Patroon-
geheugen voor het opslaan van één sequence. Er is tevens
een aparte bank met 128 “User” Patronen. U kunt de
Patronen op verscheidene manieren vanaf het toetsenbord
triggeren.
De specifieke Step Sequencer-gerelateerde parameters zijn
beschikbaar in het SEQ EDIT/SETUP menu. Daarnaast zijn
Patroon Nummer, Keyboard Mode, Hold, Scene Schake-
laar en Play Effect parameters in het VOICE ARPEGGIO
/SEQ menu beschikbaar en bevatten speciale functies
voor de Step Sequencer. Andere instellingen die invloed
hebben op uw sequences zijn Tempo en Poly mode
instelling, en afhankelijk van de Layer mode, het Splitpunt.
Voor informatie over iedere SEQ EDIT/SETUP menu parameter, zie pag. 89.
N.B.
Knob
Event
1-8/9-16
SEQ
EDIT /SETUP
Step Hold Length
SEQ
Store
Pattern
Bank
No
Base Unit
LoopType Ctrl No
VOLUME
CTRL
SCENE
Algorithm
Wave
Attack
Attack
ASSIGN 1 ASSIGN 2
ASSIGN 3
ASSIGN 4
PEG Decay
Wave
VCO1
Fine
Fine
PEG Sw
FM Src2
LFO2 Spd
PmodDepth PmodDepth
Level
LFO1 Wave LFO1 Spd
LFO1 Dly
PW
ASSIGN 5
ASSIGN 6 ASSIGN 7 ASSIGN 8
VCF
Cutoff
Sync
Pmod Sw
Sync Pitch
Pitch Pitch
PEG Depth
Decay
Decay
VCO2
Level
FM Depth
FM Src1
Sync Pitch
Depth
Sustain
Ring
Mod
Sustain
Sync Pitch
Src
Edge
Port Time
Edge
Release
Release
Noise
Level
PW
HPF
Feedback
VCF
PWM Depth
PWM Src PWM Src
PWM Depth
Type
Reso
nance
Volume
FEG
Depth
Fmod
Depth
Amod Depth
Vel
Sens
Key
Track
Vel Sens
N.B.
N.B.
Arpeggiator
Ext. TG 2
(Attack sound)
Ext. TG 1
(Pad sound)
Rcv. Ch2
Ptn TxCh2
Rcv. Ch1
MIDI TxCh1