Operation Manual

53
Knop Edit
Met de acht CONTROL knoppen kunt u allerlei
karakteristieken van de verschillende voices in
real-time wijzigen. Gewijzigde data van de
geselecteerde voice kan worden opgeslagen in
ieder gewenst voice geheugen (1 ~ 128).
De functie van de verschillende knoppen hangt af van welke
KNOP PARAMETER GROEP schakelaar is geselecteerd. De
volgende parameter groepen zijn beschikbaar:
SYNC/FM: Sync functie/Frequency Modulation
PEG/LFO: Pitch Envelope Generator/Low Frequency
Oscillator
VCO1: Voltage Controlled Oscillator 1
VCO2: Voltage Controlled Oscillator 2
VCF: Voltage Controlled Filter
MIX/VCF: Mixer/Voltage Controlled Filter
VCA: Voltage Controlled Amplifier
ASSIGN: Toegewezen knop parameters
Zie voor meer informatie over de CONTROL knoppen pag. 26.
Op pag. 114 staat een lege tabel waarin u parameterwaarden en of user voices
kunt noteren.
1. Druk op een KNOB PARAMETER GROUP
schakelaar. De LED aan de linkerkant van
de geselecteerde schakelaar licht op.
De parameter die bestuurd of gewijzigd kan worden
met de verschillende knoppen staat bij iedere knop
afge-beeld op het paneel, kleurgecodeerd om overeen
te komen met de gerelateerde KNOP PARAMETER
GROEP schakelaar. Als bijvoorbeeld de [VCA] (witte
schakelaar) is geselecteerd, biedt iedere knop toegang
tot de parameters die staan afgebeeld in het witte
gedeelte aan de linkeronderkant van de knop: Attack,
Decay, Sustain, Release, Feedback, Volume, Amod
Depth en Vel Sens, respectievelijk.
N.B.
N.B.
2. Druk een CONTROL knop in, zonder er
aan te draaien.
De parameternaam, huidige waarde en een
horizontale knop data grafiek wordt getoond in de
display. Een knipperend onderdeel in de data grafiek
geeft de waarde positie van de knop aan, waar
schaduw onderdelen de daadwerkelijke positie van de
knop aangeven.
3. Draai aan de knop om de waarde van de
parameter te wijzigen.
Draait u de knop naar rechts wordt de waarde
verhoogd, draait u naar links wordt deze verlaagd.
De knop data grafiek toont de huidige knoppositie als
u er aan draait. Posities naar links worden aange-
geven door een kortere horizontale bar, en posities
naar rechts worden aangegeven door een langere bar.
U kunt stap 2 overslaan en de parameter direct editten door aan de knop te
draaien. Edit informatie wordt aan de hand hiervan in de LCD getoond.
Door te draaien aan de knop neemt de parameterwaarde toe of af in coarse
waarden (grote hoeveelheden), en wordt de knipperende indicator geannuleerd.
Draait u aan de knop terwijl u deze indrukt doet de waarde toenemen in fine
waarden (kleine hoeveelheden), en maakt de knipperende indicator actief, die
blijft knipperen als u uiteindelijk de knop loslaat. Het zo ingestelde bereik is
kleiner dan mogelijk is met coarse edit.
4. Edit andere parameters.
Om andere parameters te bevestigen en te wijzigen in
dezelfde groep moet u stap 2 en 3 herhalen. Om
parameters in andere groepen te wijzigen moet u stap
1 t/m 3 herhalen.
Alle hier gemaakte wijzigingen vinden plaats in de geselecteerde Scene.
N.B.
N.B.
N.B.
Parameternaam
Data grafiek Daadwerkelijk knop positie
Parameterwaarde
Knop positie van de
parameterwaarde
(knipperend onderdeel)
Lengte van de grafiek geeft
huidige knoppositie aan