User Manual

Paneelregelaars
CK88 CK61 Gebruikershandleiding
11
8 VIBRATO/CHORUS [ON/OFF]-knop
VIBRATO/CHORUS [TYPE]-knop
Voor het instellen van de Vibrato/Chorus-effecten voor
de Organ-voice.
Deze knoppen kunnen worden gebruikt als de Organ
Voices die de Organ Flutes-toongenerator gebruiken
(H, V, F, A en Y) zijn geselecteerd (pagina 13).
Gebruik de [ON/OFF]-knop om de Vibrato/Chorus-
effecten aan of uit te zetten, en de [TYPE]-knop om
een vibrato- of chorustype te selecteren.
Door op de knop te drukken wisselt
u achtereenvolgens tussen V (vibrato) 1 tot 3 en
C (chorus) 1 tot 3.
OPMERKING
Druk tegelijkertijd op de knoppen [ENTER] en VIBRATO/CHORUS
[TYPE] om de lijst met VIBRATO/CHORUS-typen in omgekeerde
volgorde weer te geven. Dit is handig om een eerder type in de lijst
te selecteren (pagina 42).
9 PERCUSSION [ON/OFF]-knop
PERCUSSION [Soft]-knop
PERCUSSION [Fast]-knop
PERCUSSION [2nd 3rd]-knop
Voor het instellen van de percussiegeluiden voor de
Organ-voice. Deze knoppen kunnen worden gebruikt
als de Organ Voices die de Organ Flutes-toongenerator
gebruiken (H, V, F, A en Y) zijn geselecteerd.
Gebruik de [ON/OFF]-knop om de percussiegeluiden
aan of uit te zetten, de [Soft]-knop om het volume te
verlagen en de [Fast]-knop om de snellere decay-
snelheid voor de percussiegeluiden in te stellen.
Gebruik de [2nd 3rd]-knop om de toonhoogte van de
percussiegeluiden te wijzigen.
) ORGAN FOOTAGE-schuiven
Voor het instellen van de componenten van de Organ-
voice.
Deze schuiven kunnen alleen worden gebruikt als de
Organ Voices die de Organ Flutes-toongenerator
gebruiken (H, V, F, A en Y) zijn geselecteerd.
Net als bij de drawbars op een vintage orgel, verhoogt
het naar beneden bewegen van de schuiven (naar
u toe) het volume van de samenstellende elementen
om de algehele orgelklank luider te maken. U kunt elk
van deze schuiven verschuiven om de samenstellende
elementen van het geluid te veranderen en zo de
gewenste orgeltoon te maken.
OPMERKING
• Als alle ORGAN FOOTAGE-schuiven omhoog staan, wordt er geen
orgelgeluid geproduceerd.
• In veel gevallen komen de werkelijke positie van de schuiven en
de waarde van de instelling niet overeen bij het oproepen van een
instelling van LIVE SET [1]–[8]. Zodra u een schuif verplaatst, wordt
de positie ervan weerspiegeld in de instellingen. Om de
instellingen te wijzigen zodat de waarden voor de posities van alle
schuiven onmiddellijk worden weerspiegeld in de instellingen
zonder dat u de schuiven hoeft te bewegen, wijzigt u de instelling
via de [MENU]-knop  General  Control Panel  Controller Mode
(pagina 39).
*
(
D
E
&
K L
O
P
M
J
N
^
C
I
$
%