Operation Manual

Table Of Contents
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
CLP-240/230 Gebruikershandleiding
51
In deze sectie komt een reeks andere functies
aan bod, zoals het toewijzen van de werking
van het linkerpedaal aan een van verschillende
modi en het selecteren van specifieke
songkanalen voor afspelen.
1. Activeer de functiemodus en selecteer
(CLP-240)/ (CLP-230).
2. Druk op de knop [+/YES] om de submodus
van de overige functies te activeren en
gebruik vervolgens de knoppen [TEMPO/
FUNCTION# , ] om de gewenste
submodus te selecteren.
Druk op de knop [/NO] of [+/YES] om de
gewenste pedaalfunctie te selecteren of de
waarden toe te wijzen.
Submodus
F5.1
(CLP-240)/F4.1 (CLP-230)
Linkerpedaalmodus
Instelbereik:
1. Softpedaal
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de
klankkleur van de gespeelde noten enigszins terwijl
het pedaal wordt ingedrukt. Het softpedaal heeft geen
invloed op de noten die reeds klinken.
2. Song afspelen/pauzeren
Deze modus maakt het mogelijk het afspelen van de
song te starten of te onderbreken. In deze modus
werkt het linkerpedaal op dezelfde manier als de knop
SONG [PLAY/PAUSE] op het paneel.
3. Variatie (CLP-240)
Deze modus maakt het mogelijk de voicevariatie in en
uit te schakelen. In deze modus werkt het linkerpedaal
op dezelfde manier als de knop [VARIATION] op
het paneel.
Normale instelling: 1 (Softpedaal)
F5.2 (CLP-240)/F4.2 (CLP-230)
Effectdiepte softpedaal
Instelbereik: 1 – 5
Normale instelling: 3
Deze functie stelt de diepte van het effect van het
softpedaal in.
F5.3
(CLP-240)
Sustainsamplediepte
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling: 12
De voice GRAND PIANO 1 beschikt over speciale
'sustainsamples' die nauwgezet de unieke resonantie van
de zangbodem en snaren van een akoestische vleugel
reproduceren, als het demperpedaal wordt ingedrukt.
Met deze functie kunt u de diepte van dit effect
aanpassen.
F5.4 (CLP-240)
Toets-los-samplevolume
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling: 10
U kunt het volume van het toets-los-geluid (het subtiele
geluid dat wordt geproduceerd als de toetsen worden
losgelaten) aanpassen voor de voices [GRAND PIANO1],
[HARPSICHORD] en [E.CLAVICHORD] (inclusief
de variaties).
F5.5 (CLP-240)/F4.3 (CLP-230)
Songkanaalselectie
Instelbereik: ALL, 1&2
Normale instelling: ALL
Deze instelling is alleen van invloed op DOC-songs
(Disk Orchestra Collection), Disklavier Piano Soft-songs
en niet-beveiligde externe songs. U kunt opgeven welke
songkanalen worden afgespeeld op dit instrument. Als
'ALL' wordt geselecteerd, worden de kanalen 1-16
afgespeeld. Als '1&2' wordt geselecteerd, worden alleen
kanalen 1 en 2 afgespeeld, terwijl kanalen 3-16 worden
verzonden via MIDI.
F5. (CLP-240) / F4. (CLP-230)
Overige functies